Oefentoets aan einde les 11 Anatomie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Basiselementen in een goede schoolslag (tips en tricks)
Advertisements

m.multifidus versus MTA training middels Pressure bio-feedback
Basiscursus Functioneel tapen met Leukotape® K.
Bouw en functie van de gewrichten van de schoudergordel
Thema 20 Bewegingsapparaat
herhaling botten scapula clavicula humerus ulna radius carpus
Bouw en functie van het kniegewricht
VESALIUS ( ).
Het bewegingsapparaat
Een zelfstudieprogramma voor het bestuderen van botten en botdelen
Bewegingsleer zwemmen
Thoracale wervelkolom en ribben
Welkom! Marije Bruggink Toine Willems Kee Brinks Jochem Vreeke
Excentrisch spierwerk in de revalidatie
Revalidatietraining bij spier en peesletsel Raymond Meyer sportfysio-manueeltherapeut SMC KNVB 10 januari 2011.
Regionalisatie Oost Brabant
Het heupgewricht.
2D/E. T5: Stevigheid en beweging.
Door: Derk Stroeve en Thijs Botman
Bouw en functie van het ellebooggewricht en de onderarm
Bouw en functie van de gewrichten van pols en hand
Klik met de linker muisknop voor het volgende scherm
Spierfuncties “Romp”.
“Algemene anatomie” o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen
Spierfuncties “Bovenste Extremiteit”
Spierfuncties “Onderste Extremiteit”
Plexus brachialis letsel
Anatomie Botten en gewrichten.
De elleboog Verbinding onder- met bovenarm
7 Sportspecifieke krachttraining in de praktijk
Presentatie Practicumopdracht EMG signaal bij het bankdrukken
Informatie avond VC Sarto en KV Tilburg TILBURG, 28 oktober 2011
Thema: Bewegen.
Anatomie deel 2 les 3 Hoeveel botten in je lijf?
Anatomie Deel 2 Les 1.
Les 1.
Het beenderstelsel.
Vraag 1: welke sport wordt weergegeven met dit pictogram:
Presentatie Anatomie 8 sept 2006
Intrinsieke spieren van de hand
Live: T. rex autopsie in de klas!
Het kniegewricht, articulatio genu (sesam 208, N473)
Workshop schouder Ton Langenhorst, sportarts Amphia ziekenhuis Breda
Welke twee beenverbindingen zijn beweeglijk aan elkaar verbonden?
Biomechanisch onderzoek
Blokkades.
Skelet en spieren. Skelet Ondersteuning Aanhechting Beweging Bescherming Vorming bloedcellen.
Hoofdstuk 3 Paragraaf 1: Skelet en houding. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken paragraaf 1  Maken opdracht 1 t/m 7  Maken werkblad.
Anatomie op je bord Leren over de anatomie van
Verhip, Waar zijn de knieën van een kip?
§2.2 Spieren.
§2.2 Spieren.
Stevigheid & beweging.
Les Orgaanstelsels 11.1 Organisatieniveaus Orgaanstelsels en hun niveau 12 Topografie 12.1 Anatomische houding 12.3 Plaatsaanduidingen 12.5.
stevigheid en beweging
Osteologie van de hand Maandag
Fysiology Anatomie Jan Douma.
Les Orgaanstelsels 11.1 Organisatieniveaus Orgaanstelsels en hun niveau 12 Topografie 12.1 Anatomische houding 12.3 Plaatsaanduidingen 12.5.
Spieren Vertel dat we het vandaag gaan hebben over dieren. Maar eerst gaan we iets anders doen namelijk “STUFF”
Lenigheid Module 3 Basisstof 4.
Herhaling Module 3 Basisstof 2-4.
Het passieve bewegingsapparaat
Botten & spieren dwarsdoorsneden van het menselijk lichaam
Fysiology Anatomie Jan Douma.
Blok 4L9.
Transcript van de presentatie:

Oefentoets aan einde les 11 Anatomie In welk deel van de wervelkolom treffen we de meeste wervels aan? Cervicale deel Thoracale deel Sacrale deel Lumbale deel 2) Waardoor wordt de malleolus lateralis gevormd? Distale eind fibula Distale eind tibia Proximale eind fibula 3) Wat voor soort gewricht is de articulatio manus Een draaigewricht Een eigewricht Een kogelgewricht Een zadelgewricht 4) Hoe heet een verbinding van 2 botstukken door middel van kraakbeen? Di-artrose Synostose Syndesmose Synchondrose

11 5) In welk vlak vinden ante en retro flexie plaats in het art coxae? Frontale vlak Mediane vlak Sagittale vlak Transversale vlak 6) Welke spier is mono-articulair? M psoas major M gluteus medius M gracilis M sartorius 7) Welke spieren hebben hun origo aan het tuber ossis ischii? M gluteus maximus en m biceps femoris M gluteus medius en m gluteus minimus Mrectus femoris en m biceps femoris M semitendinosis en m semimembronosis 8) Welke spier heeft rechtstreeks invloed op de bewegingen in het art humeri? M brachialis M brachioradialis M coracobrachialis Het caput laterale van de m triceps brachii

9) Aan het clavicula hechten onder andere aan: 11 9) Aan het clavicula hechten onder andere aan: M pectoralis minor en m pectoralis major M pectoralis minor en de m trapezius M trapezius en m serratus lateralis M deltoideus en m pectoralis major 10) De buikspieren kunnen: De ribben heffen De benen in het heupgewricht anteflecteren Onder bepaalde omstandigheden het bekken vooroverkantelen Onder bepaalde omstandigheden het bekken achteroverkantelen 11) De m lattisimus dorsi hecht vast aan de: Tuberculum major Crista tuberculum majoris Tuberculum minor Crista tuberculum minor 12) Welke spier heeft als origo of als insertie de rectusschede? M transversus abdominus M obliquus abdominus internus M obliquus abdominus externus Zowel a,b als c zijn juist

13) Wat is de functie van de m rectus abdominus? 11 13) Wat is de functie van de m rectus abdominus? Latero flexie van de romp Anteflexie van de romp Inspiratie Rotatie van de romp 14) Bij contractie van het diafragma: Worden de longen naar beneden getrokken Wordt het centrum tendineum naar boven geduwd Wordt de spanning in de buikholte verkleind Zowel a,b als c zijn juist 15) Welke van de volgende spieren zijn alle monoarticulair? M supraspinatus en m triceps brachii M brachialis en m teres major M biceps brachii en m deltoideus De flexorengroep van de onderarm en de m infraspinatus 16) Welke spieren zijn direct onder de huid gelegen? 1: m pectoralis minor 2: m sternocleidomastoideus 3: m subscapularis 4: m trapezius 1 en 3 zijn juist C) 2 en 3 zijn juist 1 en 4 zijn juist C) 2 en 4 zijn juist

17) Spieren die extremiteiten aanvoeren naar het lichaam zijn: 11 17) Spieren die extremiteiten aanvoeren naar het lichaam zijn: Abductoren Adductoren Antagonisten Synergisten 18) De m biceps brachii heeft de volgende functies: Abductie en exorotatie in art humeri, flexie in art cubiti Abductie en anteflexie in art humeri, flexie en suppinatie in art cubiti Adductie en retroflexie in art humeri, flexie en suppinatie in art cubiti Endorotatie in art humeri, flexie en suppinatie in art cubiti 19) De belangrijkste strekker van de elleboog is de: M triceps surae M biceps brachii M brachialis internus M triceps brachii 20) Welke van de volgende spieren is synergist van de m biceps brachii? M brachialis De palmairflexoren van de pols M pectoralis major

21) De dorsaal flexoren van de hand ontspringen mede aan: Olecranon 11 21) De dorsaal flexoren van de hand ontspringen mede aan: Olecranon Epicondylus medialis humeri Epicondylus lateralis humeri Tuberculum radii 22) Welke functie hoort bij de m pectoralis major? Abductie en anteflexie van de arm Abductie exorotatie en retroflexie van de arm Adductie endorotatie en retroflexie van de arm Adductie endorotatie en anteflexie van de arm 22 goed 10 20 goed 9 18 goed 8 16 goed 7 14 goed 6 12 goed 5 9 goed 4 6 goed 3