De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

“Algemene anatomie” o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen

Verwante presentaties


Presentatie over: "“Algemene anatomie” o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen"— Transcript van de presentatie:

1 “Algemene anatomie” o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen

2 Maak je keuze en klik op het gewenste onderwerp
Vlakken Assen Vlakken en assen, test je kennis Anatomische termen Anatomische termen, test je kennis Algemene anatomie, skelet Algemene gewrichtsleer (arthrologie) Bewegingsmogelijkheden per gewricht: Schoudergordel Bekkengordel Schoudergewricht Heupgewricht Elleboog Knie Polsgewricht Bovenste spronggewricht Vingergewrichten Onderste spronggewricht Duimgewricht Romp (wervelkolom) Via deze button kun je telkens terug naar dit menu MENU

3 Vlakken Frontaal vlak: een vlak // aan het os frontale
Transversaal vlak: een horizontaal vlak Sagittaal vlak: een voor-achterwaarts verlopend vlak, sagitta is pijl Mediaan vlak: dit is een sagittaal vlak dat het lichaam in een gelijke linker en rechter helft verdeelt Sagittaal en mediaan vlak MENU

4 Assen sagittale as, frontale as, longitudinale as,
as in voor/achterwaartse richting (sagitta =pijl), ook: snijlijn van sagittaal en transversaal vlak frontale as, as evenwijdig aan os frontale, ook: snijlijn van transversaal en frontaal vlak longitudinale as, as in lengterichting van lichaam ook: snijlijn van frontale en sagittale vlak Assen MENU

5 Vlakken en assen test je kennis !
Benoem het vlak of de as. Klik voor het juiste antwoord, na 3 sec komt er een ander vlak of andere as frontaal vlak longitudinale as transversaal vlak sagittaal vlak sagittale as mediaan vlak transversale as MENU

6 Anatomische termen 1 Het tegenovergestelde is: Wat betekent:
proximaal: mediaal: craniaal: superior: meer aan begin van de extremiteit = rompzijde distaal : meer naar het uiteinde naar de binnenzijde (romp of extremiteit) lateraal : naar de buitenzijde naar de kant van de schedel cranium = schedel caudaal : naar de staart cauda = staart aan de bovenkant inferior : aan de onderkant Alle termen zijn relatief, d.w.z. ten opzichte van elkaar ! voorbeeld: de elleboog ligt distaal t.o.v. de schouder, maar proximaal t.o.v. de hand MENU

7 aan de kant van de radius
Anatomische termen 2 palmair: plantair: mediaal: radiaal: fibulair: Het tegenovergestelde is: Wat betekent: aan de handpalm zijde aan de voetzool zijde dorsaal: rugzijde (dorsum = rug) aan de binnenzijde lateraal : aan de buitenzijde aan de kant van de radius ulnair : aan de kant van de ulna = lateraal = mediaal aan de kant van de fibula tibiaal : aan de kant van de tibia deze laatste 4 termen hebben hier dezelfde betekenis als resp.: Alle termen zijn relatief, d.w.z. ten opzichte van elkaar ! voorbeeld: de middelvinger ligt radiaal t.o.v. de pink, maar ulnair t.o.v. de wijsvinger MENU

8 Anatomische termen 3 het tegenovergestelde is: Wat betekent:
ventraal superficiaal internus aan de buikzijde dorsaal : rugzijde oppervlakkig, dichter bij de huid profundus : dieper in het lichaam inwendig externus : uitwendig Alle termen zijn relatief, d.w.z. ten opzichte van elkaar ! voorbeeld: de navel ligt superficiaal en meer ventraal t.o.v. de darmen MENU

9 aan de buitenzijde (romp of extremiteit)
Anatomische termen 4 test je kennis ! Per muisklik verschijnt willekeurig een term, vervolgens de betekenis daarna het tegenovergestelde Wat betekent: het tegenovergestelde is: proximaal meer aan begin van extremiteit distaal : aan uiteinde van extremiteit lateraal aan de buitenzijde (romp of extremiteit) mediaal : aan de binnenzijde caudaal naar de kant van de staart craniaal : naar de kant van de schedel internus inwendig externus : uitwendig profundus dieper in het lichaam superficiaal : oppervlakkig in lichaam dorsaal aan de rugzijde ventraal : buikzijde aan de handpalm zijde aan de voetzool zijde palmair / plantair dorsaal: dorsum : rugzijde inferior naar beneden superior: : naar boven Al deze termen zijn relatief, d.w.z. ten opzichte van elkaar ! MENU

10 Skelet Functie skelet: Indeling: axiaal skelet appendiculair skelet
bepaalt (mede) de vorm van het lichaam geeft steun aan het lichaam biedt bescherming aan organen maakt beweging mogelijk (spieraanhechting / gewrichten) is ruimte biedend (beenmerg) is betrokken bij calcium stofwisseling Indeling: axiaal skelet behoort tot romp appendiculair skelet behoort tot ledematen MENU

11 soorten beenderen, voorbeelden:
pijpbeenderen platte beenderen korte beenderen Platte beenderen, bv scapula dorsaal ventraal lateraal Pijpbeenderen, bv humerus dorsaal ventraal Korte beenderen, bv voetwortel botten boven aanzicht MENU

12 pijpbeen bestaat uit: botvorming uit kraakbeen
epifyse metafyse diafyse epifysairschijf botuiteinden ontstaan uit verbening van groeischijf, meestal 2 per pijpbeen (aan elk uiteinde een ) sterke kraakbeen celdeling = groei botvorming uit kraakbeen schacht groeischijf skelet is dynamisch: vorm en funktie bepalen elkaar trek- en drukkrachten zorgen voor aanmaak en afbraak MENU

13 Gewrichtsverbindingen
Een indeling is mogelijk volgens diverse criteria o.a.: naar beweeglijkheid: synarthrosen (straf gewricht, weinig/geen beweging; met tussenstof) synostosen (tussenstof: bot) synchondrosen (tussenstof: kraakbeen) syndesmosen (tussenstof: bindweefsel) diarthrosen (echt gewricht, veel beweging) naar aantal assen: 1 assig 2 assig 3 assig naar vorm: scharniergewricht (lengte of dwars) zadelgewricht; eigewricht kogelgewricht MENU

14 Gewrichtsindeling naar vorm en aantal assen :
klik met linker muisknop voor automatische animatie lengtescharnier 1 assig dwarsscharnier zadel 2 assig ei plat 3 assig kogel MENU

15 Algemene bouw gewrichten:
caput cavum hyaline kraakbeen gewrichtskapsel : tunica synovialis tunica fibrosa ligamenten : capsulair (als onderdeel van kapsel) extra capsulair (niet als onderdeel van kapsel) extra articulair (niet als onderdeel van kapsel en buiten gewricht) intra articulair (niet als onderdeel van kapsel en binnen gewricht) kraakbeen (hulp) structuren : discus (in bovenaanzicht) meniscus labrum (labium) lagen kunnen t.o.v. elkaar schuiven bursae MENU

16 Congruentie: Wanneer kop en kom in vorm overeenkomstig zijn, spreekt men van congruente (= gelijkvormige) gewrichtsdelen. Naarmate de gewrichtsdelen meer aan elkaar aangepast zijn, is het gewricht - in het algemeen - stabieler. Niet congruente gewrichtsdelen kunnen meer aan elkaar aangepast worden door kraakbenige hulpstructuren (discus, meniscus, labrum) klik voor vergroting Gewricht tussen borstbeen en sleutelbeen: art. sternoclavicularis Let op de discus articularis Gewricht tussen bekken en heiligbeen: art. sacroiliaca = SI gewricht Let op de onregelmatige gewrichtsoppervlakken, hierdoor slechts geringe bewegingsuitslagen MENU

17 Gewrichtsruimte: close packed position loose packed position
Gewrichten hebben enige speling (= speelruimte of “joint play”), dit is ook nodig om goed te kunnen bewegen. Deze speling komt voort uit de ruimte tussen de gewrichtsoppervlakken. De speelruimte wordt bepaald door de krommingen van de beide oppervlakken die niet geheel aan elkaar gelijk zijn, als ook door het gewrichtskapsel. Afhankelijk van de stand heeft een gewricht meer of minder speling en dus ook meer of minder ruimte tussen de gewrichtsoppervlakken (de gewrichtsruimte of gewrichtsholte). Meestal zijn in de uiterste standen van het gewricht de oppervlakken het meest congruent (= best passend) en zijn delen van het gewrichtskapsel zo op spanning, dat kop en kom strak tegen elkaar zitten (close packed position). In de ongeveer neutrale positie is het kapsel ontspannen en kunnen kop en kom het meest ten opzichte van elkaar bewegen (loose packed position), er is dan dus de meeste “joint play” ligament, door beweging (tractie) strak om de kop gespannen ligament, door beweging strak om de kop gespannen ligament, ontspannen close packed position loose packed position meest beweeglijke positie ! ook : Bonnetse stand MENU

18 Ook door wisselende druk (pompwerking) wordt synovia verspreid
Smering kraakbeen Beweging zorgt voor smering Beweging verplaatsingsrichting van synovia op gewrichtscontactvlak Ook door wisselende druk (pompwerking) wordt synovia verspreid MENU

19 Bewegingsrem In de eindstand van een gewricht wordt de beweging geremd door: benige structuren ligamentaire structuren weke delen (spierweefsel, bindweefsel, vetweefsel) MENU

20 Bewegingen van de schoudergordel 1, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische elevatie en depressie bewegingen : elevatie beweging weer elevatie tot neutrale positie tot maximale depressie stand depressie beweging elevatie beweging depressie beweging depressie beweging neutrale positie elevatie depressie beweging: schouderhoogte in neutrale positie elevatie stand neutrale positie depressie stand MENU

21 Bewegingen van de schoudergordel 2, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! neutrale positie klik voor automatische protractie en retractie beweging : retractie neutrale positie protractie retractie naar neutrale positie neutrale positie protractie retractie ook wel retrotractie MENU

22 Bewegingen van de schoudergordel 3, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische laterorotatie en mediorotatie beweging : (gekoppeld aan bewegingen van de arm !) laterorotatie beweging neutrale positie laterorotatie stand mediorotatie beweging MENU

23 Bewegingen van het schoudergewricht 1, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische anteflexie en retroflexie beweging : retroflexie beweging anteflexie beweging neutrale positie retroflexie stand anteflexie stand MENU

24 Bewegingen van het schoudergewricht 2, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische abductie en adductie beweging : abductiebeweging adductiebeweging neutrale positie abductiestand adductieiestand MENU

25 Bewegingen van het schoudergewricht 3, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische endorotatie en exorotatie beweging : Let op: gehele arm beweegt: ventrale zijde: draait naar binnen : endorotatie ventrale zijde: draait naar buiten : exorotatie MENU

26 Beweging van de elleboog 1, (van 2)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische flexie en extensie beweging : flexiebeweging extensiestand ook: neutrale positie (900) flexiestand extensiebeweging MENU

27 Beweging van de elleboog (onderarm !) 2, (van 2)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische pronatie en supinatie beweging : Ligging van pronatie- supinatieas pronatiestand supinatiestand supinatie pronatie neutrale positie MENU

28 Bewegingen van de polsgewrichten 1, (van 2)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische palmair- en dorsaalflexie beweging : dorsaalflexie beweging dorsaalflexie palmairflexie palmairflexie beweging MENU

29 inplaats van de term deviatie wordt ook wel abductie gebruikt
Bewegingen van de polsgewrichten 2, (van 2) gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische ulnaire en radiale deviatie beweging : neutrale positie ulnaire deviatie radiale deviatie inplaats van de term deviatie wordt ook wel abductie gebruikt MENU

30 Bewegingen van de vingergewrichten 2, (van 2)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische abductie en adductie beweging (2x) : De teengewrichten functioneren op dezelfde wijze Deze bewegingen vinden plaats in de metacarpophalangeale gewrichten (mcp) en zijn uitsluitend in gestrekte stand mogelijk ! abductie adductie stand beweging MENU

31 Bewegingen van de vingergewrichten 1, van 2
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische flexie en extensie beweging (2x) : De teengewrichten functioneren op dezelfde wijze extensie flexie flexie beweging extensie beweging extensie flexie MENU

32 Bewegingen van de duim 1, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische flexie en extensie beweging (2x) : flexiestand extensiestand beweging in vlak van de hand ! extensie beweging flexie beweging MENU

33 Bewegingen van de duim 2, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische abductie en adductie beweging (2x) : adductiestand abductiestand adductie beweging abductie beweging MENU

34 Bewegingen van de duim 3, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische oppositie en repositie beweging (2 x) : repositie oppositie repositie beweging oppositie beweging MENU

35 Achterover kantel beweging
Bewegingen van de bekkengordel gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische bekken kanteling (eerst achterover, dan voorover en weer terug tot neutrale positie: 2 keer): Voorover kantel beweging Achterover kantel beweging voorover gekanteld achterovergekanteld neutrale positie bekkenkanteling MENU

36 Bewegingen van het heupgewricht 1, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische anteflexie en retroflexie beweging : anteflexie beweging (Engels: flexion) anteflexie stand retroflexie stand neutrale positie retroflexie beweging (Engels: extension) MENU

37 Bewegingen van het heupgewricht 2, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische abductie en adductie beweging : abductiestand adductiestand neutrale positie abductie beweging adductie beweging MENU

38 Bewegingen van het heupgewricht 3, (van 3)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische exorotatie en endorotatie beweging : Let op: hele been beweegt ! endorotatie stand exorotatie stand neutrale positie endorotatie beweging exorotatie beweging MENU

39 Bewegingen van de knie 1, (van 2)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische flexie en extensie beweging : flexie stand extensie stand = neutrale positie extensie beweging flexie beweging MENU

40 Bewegingen van de knie 2, (van 2)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische endorotatie en exorotatie beweging: Let op: alleen onderbeen beweegt ! exorotatie stand endorotatie stand neutrale positie exorotatie beweging endorotatie beweging MENU

41 Bewegingen van het bovenste spronggewricht
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische plantairflexie en dorsaalflexie beweging: neutrale positie plantairflexie dorsaalflexie dorsaalflexie beweging plantairflexie beweging MENU

42 Bewegingen van het onderste spronggewricht
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische evrsie en inversie beweging: inversie stand (= supinatie stand) eversie stand (= pronatie stand) neutrale positie supinatie beweging pronatie beweging MENU

43 Bewegingen van de romp (wervelkolom) 1, (van 2)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische ventraalflexie en dorsaalflexie beweging: dorsaalflexie beweging ventraalflexie beweging dorsaalflexie ventraalflexie neutrale positie MENU

44 Bewegingen van de romp (wervelkolom) 2, (van 2)
gebruik pijltjestoets voor herhaling! klik voor automatische lateroflexie beweging: lateroflexie naar rechts naar links is altijd t.o.v. de persoon zelf ! lateroflexie neutrale positie MENU EINDE Algemen Anatomie


Download ppt "“Algemene anatomie” o.a. vlakken, assen, termen, bewegingen"

Verwante presentaties


Ads door Google