Dataverzamelen Kort resumé vorige college Het onderzoeksinstrument – Operationaliseren van de concepten Voor een observatie (een schema) Voor vragen (interview, enquête) – Rol van het statischische pakket
Dataverzamelen (nader toegelicht) Observatieschema – Lijst met definities en frequentie Vragen: – Interview Open of gesloten – Enquête Post Persoonlijk Groep Telefoon Vraagvormen – Zes vraagvormen Antwoorden – Coderen (uitputtend en uitsluitend) – antwoordvormen
wanneer enquête toepassen? generaliseren – steekproef is afspiegeling populatie niet manipuleerbare kenmerken – leeftijd, stemgedrag meten niet observeerbare kenmerken: – motieven, attitudes, opinies, preferenties, percepties, toekomstplannen etc. – redenen voor gedrag – gedrag in het verleden
Enquete’s ( een overzicht per soort)
De vragenlijst (een nadere toelichting) Ontwerp van een vragenlijst (enquête) – vraagvormen – eisen aan de vragenlijst – antwoordmogelijkheden (coderen) – Layout van een enquête
Constructie van een vragenlijst Type vragen – Open / Gesloten (stand van onderzoek, codering) – 1-item beoordelingsschalen / multiple-respons schalen (Likert, Guttman, Thurstone, Semantische differentiaal) Inhoud van de vragen – feiten – attitudes – gedrag Formulering van vragen – gevaar van “double-barreled questions” Vraag volgorde – interessante vragen eerst – delicate vragen in het midden Lengte van de vragenlijst Deelnemers vinden – Steekproef op goed geluk (haphazard sampling) – Aselecte steekproef (random sample)
construeren vragenlijst Aformuleren van vragen Bopen - gesloten vragen Cmeetniveaus Dantwoordcategorieën Ecomponeren vragenlijst Ftesten vragenlijst
formuleren van vragen checklist: – helder, begrijpelijk en eenvoudig taalgebruik – korte vragen anders is men aan het eind van de vraag het begin al weer vergeten vermijd lange definities: beter is: korte vervolgvragen – één onderwerp tegelijk – vermijd ontkenning in vraag wat betekent antwoord nee: mee eens of net niet? – formuleer eerst vraag, dan antwoord
formuleren vragen (vervolg) – veronderstel niet teveel voorkennis: stel vragen waarop respondent een antwoord weet licht moeilijke begrippen toe – formuleer vragen neutraal vermijd suggestieve vragen geen antwoordcategorieën bevooroordelen in vraag – vermijd mogelijkheid verschillende interpretaties vage begrippen vermijden (kwantificeren!) – stellingen extreem formuleren: voorkom dat antwoord dubbele betekenis krijgt
Een enquete is sociale interactie! mensen bij eerste kennismaking: – laten hun positieve kant zien – willen niet negatief beoordeeld worden – willen anderen een plezier doen – willen spanning in een gesprek minimaliseren – willen niet dom lijken – voelen zich beoordeeld dus: – sociaal wenselijke of ‘foute’ antwoorden komen voor!
Voorkomen van sociaal wenselijke antwoorden schep minder bedreigende context: ‘Mensen rijden wel eens doelbewust te hard, bijvoorbeeld als er geen ander verkeer op de weg is. We willen graag van u weten hoe vaak u in elk van de volgende wegtypes te hard rijdt’: minder hard of eufemistisch formuleren niet: ‘slaat u uw echtgeno(o)t(e) wel eens’?’ maar: ‘Heeft u wel eens ruzie met echtgeno(o)t(e); indien ja: ‘Komt het dan ook wel eens tot een handgemeen?’
open - gesloten vragen open vragen: – respondent formuleert zelf antwoord gesloten vragen: – respondent kiest antwoord uit gegeven mogelijkheden
De zes ‘Vraagvormen’ de volledige vragende zin; de bewering; contrasterende beweringen; te completeren beweringen; beeldvragen; vignetten.
Antwoorden: Antwoordcategorieën gesloten vragen antwoordcategorieën nominaal niveau: – uitputtend: elke respondent moet iets kunnen aankruisen, anders: opnemen categorie: ‘anders, namelijk....’ – uitsluitend: slechts één antwoord van toepassing bij meerdere antwoorden mogelijk: -> neem per categorie antwoordmogelijkheid op: fiets: 1 ja 2 nee; auto: 1 ja 2 nee; etc. – vermijd ‘weet niet’ wordt teveel als vluchtmogelijkheid gezien
Antwoordcategorieën open vragen geef aan in de vraag: – in welk vorm je het antwoord wenst – hoe precies het antwoord moet zijn voorbeeld: leeftijd – niet: wanneer bent u geboren? te precieze informatie: exacte geboortedag, uur van geboorte te vage informatie: voor de oorlog, ‘jaar van de draak’ – beter: In welk jaar bent u geboren?
antwoordcategorieën preferentie schalen vraag – Alle colleges moeten verplicht worden bijgewoond. In hoeverre bent u het daar mee eens? assumptie – antwoord ligt ergens op een continue schaal van extreem mee oneens tot extreem mee eens meten: – bepalen van de positie van R. op die continue schaal – Sta de mogelijkheid ‘n.v.t.’ en ‘geen mening’ toe maar plaats deze buiten het meetgebied
A B C D E antwoordcategorieën schalen
Ontwerpen van de vragenlijst – introductie: jezelf voorstellen / wie doet onderzoek uitleg doel: motiverende functie: waarom belangrijk – volgorde: warming-up’: minst moeilijke of gevoelige vragen kern van de vragenlijst cooling-down’: makkelijke vragen (persoonlijke gegevens) – afsluiting: stoom afblazen: biedt R mogelijkheid tot geven kritiek bedanken vertellen hoe vragenlijst terug te zenden; etc.
Ontwerpen vragenlijst (2) – routing (doorverwijzen) alleen relevante vragen beantwoorden doorverwijzingen leiden tot fouten: minimaliseren! – eventueel inleiding op vragenblokken om respondent ‘in the mood’ te brengen (kort) – tekst / uitleg: tot minimum beperken (lezen kost tijd) – één consistente stijl één stijl van antwoord geven (aankruisen/omcirkelen) instructies in ander lettertype (hoofdletters, italics) houd lay-out prettig ogend
Ontwerpen vragenlijst (3) – vraagvolgorde kan beantwoording beïnvloeden rapport cijfer voor woning kan lager uitvallen indien eerder detailvragen over woning zijn gesteld – duidelijkheid respondenten lezen niet zo aandachtig als je zou willen alles moet in een oogopslag duidelijk zijn bespaar niet op papier – lengte vragenlijst afhankelijk van hoe en waar deze wordt ingevuld – vergelijk: in winkelcentrum of thuis afhankelijk van motivatie respondent – hogere motivatie: zal meer tijd willen besteden
testen vragenlijst – checken o.a.: vat men de begrippen op zoals jij bedoelt? snapt men de vragen? kloppen doorverwijzingen? is de volgorde goed? blijft respondent gemotiveerd? hoeveel tijd kost invullen? – uitvoeren: onder dezelfde omstandigheden als echte enquete: – afspiegeling populatie, echte enqueteurs houdt gesprek achteraf met respondenten
Gebruik van een statistisch pakket SPSS pc. Bewerken data –selecteren –wegen –hercoderen –Ontwerpen van schalen –Homogeniteit bepalen
Gebruik van SPSS Ontwerp van de database Definieren van de variabelen – variabelenaam – variabeletype – variabelelabels – valuelabels – missing values – meetniveau
Invoeren van gegevens in SPSS Data-editor Data invoeren met muis of toetsenbord Controle op juiste invoer van de gegevens Eerste presentatie van gegevens Een tabel met twee of meer variabelen Een kruistabel Controle op samenhang tussen meerdere variabelen
Een oefening met SPSS Voer de onderstaande gegevens in: – Oefenbestand SPSS – controleer je bestand op fouten Voer de volgende bewerkingen uit – Geef de rechte tellingen, bepaal gemiddeldenen zet ze in een grafiek – Wat zijn de prijsverschil tussen de landen? – Zijn smaakvolle biertjes duurder? – Is er een relatie tussen smaak, alcohol en de prijs? – Is er een relatie tussen smaak en alcoholpercentage?
Van probleem tot conclusie? Selectie van indicatoren Vragenlijst oke? Onderzoeks- eenheden Definitie van theoretische variabelen Probleem Strategie Kies data Verzameling s- methode Formuleren van vragen meetinstrumen t Analyses uitvoeren en Conclusies trekken