1 Hoofdstuk 6 Investeringsselectie. 2 Bepalen investeringsbedrag Kasstroom = cashflow Kasstroom = winst + afschrijvingen Of Ontvangsten – uitgaven (vanwege.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
Advertisements

Cursus Analyse Schone Energieprojecten
Hoofdstuk 7 Kasstroomanalyse.
H 44: Investeringsselectie
H1 Kosten Kostprijs bevat alleen de toegestane kosten per eenheid product. Achteraf vergelijk je de toegestane kosten met de werkelijke kosten= efficiëntie.
Investeringsselectie
Waardering van de onderneming
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE HOOFDSTUK 7 INVESTERINGSSELECTIES.
Lomoz, 16 maart 2011 Analyse jaarrekeningen in de zorgsector
Werktuigkunde, Gebouw Z Tel : Vrije Universiteit Brussel - Mechanical Engineering - Acoustics & Vibration.
INVESTERINGSPROJECTEN
Kostprijsbepaling Grotendeels NIMA A stof. 3 categorieën kosten:
Hoofdstuk 13 Bedrijfswaardering
Ondernemingsplan.
Woningfinanciering een inleiding
6 februari 2007 SPK HOE BEPAAL JE DE WAARDE VAN EEN ONDERNEMING?
BSN - Financieel Management Executive A 8 april 2009
18 januari 2008 Tjalling Palmbergen©Integratie BSN Integratie Financieel Management 18 januari 2008 BSN Nederland.
J. Zonjee Toegevoegde waarde. Marktwaarde en toegevoegde waarde Overheid Bruto en netto.
Beoordeling financiële structuur
Investeringsselectie
HOFAM - Financieel Management Module 3B
Budgetteren in de praktijk
Financiering en inkoop
Financieel Management 3
Les 2 Financieel plan (1) Liquiditeitsbegroting
H8 Strategisch management hoorcollege 1
H8 Strategisch management hoorcollege 2 De praktijk
1 CCC & CCM - Mod IBA Integrale Bedrijfsanalyse H3. Bedrijfsanalyse: werkkapitaal Drs. J.H. Gieskens AC CCM QT.
Ondernemen moet je doen
Wolters Noorhoff Hoger Onderwijs Financiële overzichten
HOOFDSTUK 7 ONZE KOSTEN & BATEN
Bedrijfseconomie H7 Kengetallen Junior accountmanager.
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 BIMBDK01 Bedrijfskundige thema’s Week 5 Thema 8 – Financieel Management Business IT & Management
BUSINESS IT & MANAGEMENT Instituut voor Bedrijfskunde.
1 CCM - Mod FIN B&P FIN: Beslissingen en Planning H1. Investeringsbeslissingen Drs. J.H. Gieskens AC CCM QT.
Business IT & Management
BUSINESS IT & MANAGEMENT Instituut voor Bedrijfskunde.
Hoofdstuk 6 Investeringsselectie 6.1 Bepalen investeringsbedrag 6.2 Investeringsbeoordeling 6.3 Investering bij onzekerheid 6.4 Keuze uit projecten 6.5.
1 Hoofdstuk 8 Investeringsselectie 8.1 Lange- en korte termijnbeslissingen 8.2 Investeringsselectie 8.3 Beoordelen 8.4 Methoden 8.5 Keuze uit projecten.
Liquiditeit en solvabiliteit Uitgangspunt is onderstaande (verkorte)balans … Activa Passiva Vaste activaEigen vermogen Vlottende activaLanglopende schulden.
Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname,uitbreiding,nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow.
Basisboek Bedrijfseconomie hoofdstuk 3 Financiële overzichten Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers © 2010 Economie Leer Kracht.
Fusies en overnames Welke aspecten moet een manager weten van fusies en overnames Drs H.C.A. Slobbe
Total Costs of Ownership Marktdagen Bouwend Nederland (IJsselstein, 13 februari)
Jaarrekening H 12.6 t/m Analyse vd financiële structuur.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten Basisboek Bedrijfseconomie Sheets hoofdstuk 3 Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers Alle rechten voorbehouden.
Aantekeningen hoofdstuk 8. Een ondernemingsplan maken 1. Een goed idee en jezelf kennen als ondernemer. 3. Zoek naar benodigde vergunningen, diploma’s.
Ondernemerschap E43.
Asset Management & Twee voorbeelden
Algemene Ledenvergadering
Touroperator SunShine
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
Ondernemerschap E43.
Ondernemerschap E43.
Liquiditeit en solvabiliteit
Ondernemerschap E43.
Basisboek Bedrijfseconomie
Begroten & Budgetteren
liquiditeitsbegroting
Rekening courant krediet Crediteuren €
Hfst 31 t/m 36 Externe verslaggeving Activa Passiva Resultatenrekening
Beoordeling investeringen
Financiële overzichten en vreemd vermogen
Financiële kengetallen
Financiering van de onderneming
Touroperator SunShine
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
duurzame productiemiddelen
Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 6 Investeringsselectie

2 Bepalen investeringsbedrag Kasstroom = cashflow Kasstroom = winst + afschrijvingen Of Ontvangsten – uitgaven (vanwege project) Investeringen: Uitbreidings (Expansie): ->extra Vervangings (CAPEX): ->ipv Investeringsbegroting: Extra vaste activa en vlottende activa bij “project” Creditmanagement = debiteurenbeheer Cash management = kasbeheer

3 Investeringsbeoordeling: Welke investeringsproject ga je kiezen op basis van: 1.terugverdienperiode (pay back period) 2.Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (accounting rate of return) 3.Netto contante waarde (Discounted Cash Flow) 4.Interne rentabiliteit (internal rate of return)

4 Het bedrijf wenst een vergoeding van 8% per jaar. Project 1. Investering: € Cashflow € ; 5 jaar lang aan eind van het jaar Project 2. Investering € Cashflow € e jaar; daarna elk jaar € meer; 5 jaar lang.

5 Project | | | | | | p = 8% S.I. Terugverdienperiode: Investering: € Terugverdiend in jaar 4. TVP = 4 jaar

6 Project | | | | | | p = 8% S.I. Terugverdienperiode: Investering: € Terugverdiend in jaar 4. TVP = 4 jaar

7 terugverdientijd De terugverdientijd is de periode die voorbij gaat tot het oorspronkelijke investeringsbedrag helemaal is terugontvangen uit de cashflows van een project. nadelen: Er wordt alleen gekeken naar liquiditeit en niet naar rentabiliteit. De kasstroom na de terugverdientijd speelt niet meer mee. Men gaat hierbij niet uit van het tijdstip van de kasstroom

8 2. De gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit Project | | | | | | p = 8% S.I. gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit = gemiddelde winst per jaar/ gemiddeld geïnvesteerd vermogen. Investering: € Totale kastroom: € Winst = € Gemiddelde winst is /5 = € Gemiddeld geïnvesteerd vermogen = ( )/ 2 = € GBR: / = 10%

9 Project | | | | | | p = 8% S.I Investering: € Totale kasstroom: € Winst = € Gemiddelde winst is /5 = € Gemiddeld geïnvesteerd vermogen = ( )/ 2 = € GBR= / = 17,143%

10 Netto contante waarde Project | | | | | | p = 8% S.I Cw = x a 5┐8 = x 3,99271 = € ,- Of Financiële of Grafische rekenmachine: End (postnumerando); PMT – 100; N : 5; P :8; PV = (present value) Netto Contante Waarde = Contante waarde (tegen gewenste vergoeding) - Investering Netto Contante Waarde = – = € 730 negatief

11 Project | | | | | | p = 8% S.I CW = 50/(1,08) + 75/(1,08) /(1,08) /(1,08) /(1,08)5 = , , , ,48 = ,92 In Excel: HW mbv TW etc Netto Contante Waarde = = €

12 Interne rentevoet De interne rentabiliteit is de disconteringsvoet waarbij de contante waarde van de verwachte cashflows gelijk is aan het investeringsbedrag. Project | | | | | | p = ? S.I End PMT = PV= N= 5 P = 7,93083 %

13 Project | | | | | | p = ?% S.I CW = 50/(1+i) + 75/ (1+i) /(1+i) /(1+i) /(1+i)5 CW = 50/(1+i) + 75/ (1+i)) /(1+i) /(1+i) /(1+i)5 CW (PV) = Trial en error Of via de grafische rekenmachine of Excel: 11,04%

14 De netto contante waarde en de interne rentevoet als selectiecriterium NCW en IRR zijn goede selectiecriteria maar: De investeringsbedragen kunnen verschillen A:B: C: I: CF: NCW: IRR: 22,1%19,86%15,2% Project A lijkt het gunstigst, maar kun je project A 2 keer uitvoeren? Kun je de vrijgekomen cashflows tegen dezelfde rentabiliteit opnieuw investeren? Kun je een project meerdere keren in de tijd uitvoeren?