Pluriforme samenleving Maatschappijleer – mevrouw van Briemen Chantal Mulder, 4W 26/06/2014
Cultuur Waarden Normen Gewoonten Gebruiken Aangeleerd gedrag Herkenbaar voor een groep Cultuurkenmerken Aan cultuurkenmerken kun je een groep herkennen Cultuurgroep Een cultuurgroep is een groep mensen met dezelfde Waarden, normen, gewoonten en gebruiken
Multicultureel We noemen Nederland een multicultureel land omdat in ons land niet alleen Nederlanders wonen, maar ook mensen met een andere cultuur/afkomst. Multi staat voor veel, dus Nederland is een land met veel verschillende culturen. Allochtoon Je bent een allochtoon als jijzelf, Of minstents één van je ouders in het Buitenland geboren is. Autochtoon Je bent een autochtoon als zowel jijzelf Als je beide ouders in het land waar je woont Zijn.
Pluriforme samenleving In een pluriforme samenleving leven mensen van verschillende afkomsten en culturen bij elkaar. De kenmerken van een pluriforme samenleving: Er zijn veel verschillende cultuurgroepen De cultuurgroepen leven samen met elkaar De culturen hebben zich deels vermengd met de Nederlandse cultuur. Grondwet In een grondwet staan alle wetten ter bescherming van het volk beschreven. De grondwet is per land verschillend, dus elk land heeft een eigen grondwet.
Dominante Cultuur De dominante cultuur is de meest overheersende cultuur in een land Tolerantie Als een land erg tolerant is, zoals Nederland Wordt er in dat land veel geaccepteerd van Mensen die op een andere manier ergens Tegenaan kijken. Subcultuur In een subcultuur wijkt de cultuur met de kenmerken (waarden, normen, gewoonten & gebruiken) af van de dominante cultuur. Tegencultuur Groepen die zich erg verzetten tegen de Dominante cultuur of daar een bedreiging In vormen noemen we een tegencultuur. Feminisme Het feminisme is een beweging die opkwam voor de vrouwenrechten en tegen de Nederlandse cultuur inging vanaf het begin van de jaren ‘60. Dit is nu minder extreem Geworden maar dit bestaat nog steeds.
Culturen verschillen door verschillende punten: De cultuur is dynamisch De cultuur verandert per tijd De cultuur verandert per plaats De cultuur verandert per groep
Socialisatie Als een persoon de normen, waarden, Gewoonten en gebruiken van de groep Waar diegene bij hoort aanleert, noem je Dit socialisatie. Socialiserende insitiuties Instellingen en organisaties waar mee de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt. De belangrijkste hiervan zijn school, werk sportclubs, vriendengroepen, media en de overheid. Cultuurkenmerken overdragen: Imitatie - nadoen van anderen/voorbeelden Informatie - dingen leren - meer kennis Sociale controle - aanpassen aan een groep
Sociale controle Het stimuleren van mensen om zich Aan de afgesproken waarden en Normen van een groep te houden Formeel Gebaseerd op geschreven en afgesproken regels Informeel Niet gebaseerd op geschreven en afgesproken regels
Sancties Een manier om te zorgen dat anderen zich gedragen en zich aan de gedragsregels houden Formele positieve sancties – diploma/promotie Formele negatieve sancties – strafwerk/boete Informele positieve sancties – compliment/fooi Informele negatieve sancties - wegsturen
I nternalisatie De persoon gaat zich in de groep gedragen zoals van hen verwacht wordt Sociale identiteit Identificatie met een groep Persoonlijke identiteit Aangeboren eigenschappen, cultuurkenmerken, en hoe een persoon zich gedraagt hebben allemaal te maken met de persoonlijke identiteit. Individualistisch Nederland is een land dat mensen erg vrij laat om zich zelf te ontwikkelen en Zichzelf te leren kennen. Het individu staat centraal Collectivistisch In een cultuur waar het collectief boven het individu staat noem je collectivistisch. In deze culturen is het belangrijk dat je gastvrij bent en goed zorgt voor je ouders en schoonouders.
Loyaliteit De mate waarin je trouw bent aan de groep of cultuur waar je bij hoort Culturele diversiteit Grote cultuurverschillen tussen verschillende cultuurgroepen Verschillen in: Regio Generatie Beroep Sekse Herkomst godsdienst Individuele vrijheid Je kunnen laten zien hoe je bent en daarmee geaccepteerd worden Plattelandsstructuur Mensen in een plattelandsstructuur kennen elkaar beter en zijn meer betrokken. Generatieconflict Grote verschillen in generatie waardoor er soms een conflict komt over een leefstijl van de ander
Jongerencultuur Een cultuur onder jongeren die uit verschillende groepen kan bestaan. Dit heeft vaak met muziek, kledingstijl en normen te maken. Bedrijfscultuur Alle normen, waarden en gewoonten die in het bedrijf gelden. Kledingvoorschriften Een aanpassing aan de bedrijfscultuur. Dit heeft vaak te maken met hygiëne, veiligheid of herkenning.
Rolpatronen Een verwachting of voorbeeld voor hoe iemand zich moet gedragen. Cultureel bepaald Zich gedragen op een manier hoe het aangeleerd is. Eerstegeneratieallochtonen Mensen die zich erg vasthouden aan de gebruiken en gewoonten uit hun eigen cultuur, terwijl ze nu in een land met een andere cultuur leven. Tweede generatie Een allochtoon dat in Nederland geboren is, en tussen de cultuur van Nederland en een andere cultuur inleeft. Christendom Katholiek Protestants Priesters God Islam Soennisme Sjiisme
Voor de tweede wereldoorlog Gezagsverhoudingen Sociaal-economische klassen Verzuiling – mensen organiseerden zich rondom hun geloof of overtuiging Gezin stond voorop in de samenleving Handelingsonbekwaam – dingen niet zelf kunnen doen zonder toestemming Weinig kansen voor jongeren Wederopbouw Herstellen van alles wat tijdens de wereldoorlog verwoest was. Consumptiemaatschappij Mensen hadden meer loon waardoor ze geld hadden voor steeds meer consumpties. Welvaart De maten waarin de behoeften van een persoon kunnen worden bevredigd.
Sociale mobiliteit Het door onderwijs makkelijker te beklimmen van de sociale ladder. Grotere mondigheid Mensen willen meer kunnen meebeslissen Vrije tijd Tijd die je niet verplicht hoeft te besteden aan verplichte of noodzakelijke activiteiten Geborgenheid Het gevoel dat je je veilig en op je gemak voelt. Ontkerkelijking Het aantal gelovigen neemt sterk af, ze konden zich steeds minder goed vinden in de strenge regels van hun geloof. Ontzuiling Individuen maken eigen keuzes en houden zich minder vast aan hun zuil
Secularisatie De scheidingslijnen tussen verschillende zuilen verdwijnen en mensen groeiden steeds meer naar elkaar toe. Veel kranten en sportverenigingen maakten zich los van de kerk. Niet-Christelijke religies Islam & Hindoeïsme, geloven die niet in God geloven. Spiritualiteit Meditatie, zenboedhisme, yoga, reiki, chakra’s, aura’s en helderziendheid Economisch onafhankelijk Niet afhankelijk zijn van een ander op economisch gebied. Diversificatie van het media-aanbod Het aanbod van tijdschriften, websites en kranten is gegroeid
Redenen om te migreren: Politieke motieven – oorlog/geloofsovertuiging Economische motieven – armoede Sociale problemen – trouwen/gezinsuitbreiding Nederlandse Indiërs Mensen die na de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland emigreerden met hoop op een betere toekomst Molukkers Mensen die tijdens de oorlog aan de kant van Nederland hebben gevochten en na de oorlog hier gingen wonen. Surinamers Mensen die vanuit Suriname naar Nederland emigreerde toen Suriname nog een kolonie van Nederland was. Ook na de onafhankelijkheid van Suriname steeg het aantal Surinaamse emigranten sterk. Antillianen De Antillen zijn een kolonie van Nederland. Veel Antillianen komen hierheen voor een studie of betere kans op werk.
Gastarbeiders In Nederland was in de jaren 50 veel werk, maar tekort aan mensen. Er werden uit Spanje, Italië en Marokko mensen gehaald om hier te komen werken. De arbeidsmigranten zouden na enkele jaren teruggaan, maar deze besloten in Nederland te blijven Kennismigranten Een kennismigrant is iemand die in Nederland komt werken op basis van zijn of haar wetenschappelijke kennis Illegaal Iemand die zonder geldige vergunningen in Nederland woont en werkt.
Asielprocedure Een procedure om te kijken of een asielzoeker wel of niet toegelaten kan worden. Hierbij moet de asielzoeker geldige identiteitspapieren hebben, bij uitzetting gevaar lopen en kunnen aantonen dat hij of zij niet kan worden teruggestuurd door humanitaire redenen. Asielzoekerscentrum Een opvangcentrum voor asielzoekers die tijdelijk in een land verblijven tot hun aanvraag over asiel is behandeld. Gezinshereniging Je gezinsleden over laten komen naar Nederland Gezinsvorming Een Nederlander trouwt met een buitenlander en zij stichten samen een gezin hier in Nederland.
Manieren hoe cultuurgroepen met elkaar omgaan : Segregatie – het opdelen van een samenleving in gescheiden delen Assimilatie – een bevolkingsgroep past zich zo goed aan dat de eigen culturele identiteit bijna verdwijnt Intergratie – een gedeeltelijke aanpassing aan de dominante cultuur, met behoud van de eigen cultuurkenmerken Wederzijdse aanpassing De ‘nieuwe’ bevolking neemt delen over van de dominante cultuur en de huidige bevolking neemt delen over van de ‘nieuwe’ bevolking.
Discriminatie Mensen behandelen op zaken die er niet toe doen zoals: Huidskleur Afkomst Geloof Uiterlijk Leeftijd Seksualiteit sekse
Emancipatiebewegingen Een maatschappelijke beweging die opkomt voor bepaalde rechten van een groep Orthodox-christelijke partij Een partij die de Bijbel nastreeft Vrijheid van meningsuiting Kunnen zeggen en schrijven wat je wilt, zonder een ander daarmee te kwetsen of de wet te overtreden.
Sociale cohesie Als er twee of meerdere groepen onderling verbonden zijn De vier bindingen van sociale cohesie: Affectief – liefde, vriendschap & steun Economisch – voedsel, onderdak & kleding Cognitief – kennis en informatie Politiek – niet alles alleen aankunnen Globalisering Door betere vervoers- en communicatiemogelijkheden staan mensen wereldwijd dichter bij elkaar Europeanisering Heel Europa werkt volgens dezelfde gewoontes, technieken en regels
Restrictief toelatingsbeleid De EU doet erg voorzichtig met het toelaten van buitenlanders binnen de EU Universele Verklaring van de Rechten van de Mens(UVRN, 1948) Nederland mag niet discrimineren en moeten de rechten en vrijheden van alle mensen, dus ook de asielzoekers, nakomen. EU verdrag/Verdrag van Maastricht (1992) Binnen de grenzen van de EU is er sprake van vrij reizen voor personen en goederen Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele vrijheden(EVRN, 1950) Alle inwoners in Nederland moeten recht hebben om gezinsvorming en gezinshereniging VN-Vluchtelingenverdrag van Genève (1951) Alle asielaanvragen moeten behandeld worden volgens vastgestelde regels