De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

H.5 Winst en toegevoegde waarde

Verwante presentaties


Presentatie over: "H.5 Winst en toegevoegde waarde"— Transcript van de presentatie:

1 H.5 Winst en toegevoegde waarde
Begrippen Balans Productiefactoren en hun beloning Winst Toegevoegde waarde

2 Balans Overzicht van je vermogen en je bezittingen op een bepaald moment Laat zien hoe rijk jij bent Laat zien hoe rijk een bedrijf is. Vermogen: hoe kom ik aan mijn geld Bezittingen: wat heb ik met mijn geld gedaan.

3 Balans Vermogen: Eigen vermogen: geld dat je zelf in het bedrijf hebt gestopt Vreemd vermogen: geld dat je van een ander hebt geleend Met het vermogen heb je iets gedaan, b.v. bezittingen gekocht

4 Balans Bart Bart start een bedrijf Hij heeft zelf € 100.000
Hij leent € Hij zet het geld op een bankrekening

5 Balans Bart Activa (bezittingen) Passiva (vermogen) Bank 200.000
Eigen vermogen Vreemd vermogen totaal

6 Opdracht: balans Bart koopt een bedrijfsbus voor € 40.000
Hij betaalt met het geld dat op zijn bankrekening staat. Teken de nieuwe balans van Bart

7 Balans Bart Activa Passiva Bank 160.000 Eigen vermogen 100.000 Bus
40.000 Vreemd vermogen totaal

8 Opdracht: balans Bart koopt meel voor € 20.000
Bart koopt een machine voor € Hij betaalt met het geld dat op zijn bankrekening staat. Teken de nieuwe balans van Bart

9 Balans Bart Activa Passiva Bank 120.000 Eigen vermogen 100.000 Bus
40.000 Vreemd vermogen Meel 20.000 Machine totaal

10 Opdracht: balans Bart Lost € van zijn lening af en betaalt dat met zijn bankrekening. Teken de nieuwe balans van Bart

11 Balans Bart Activa Passiva Bank 70.000 Eigen vermogen 100.000 Bus
40.000 Vreemd vermogen 50.000 Meel 20.000 Machine totaal

12 Opdracht: balans Bart koopt voor € aan meel bij een leverancier en spreekt af dat over een maand te betalen. Teken de nieuwe balans van Bart

13 Balans Bart Activa Passiva Bank 70.000 Eigen vermogen 100.000 Bus
40.000 Vreemd vermogen 50.000 Meel 30.000 Crediteuren 10.000 Machine 20.000 totaal

14 Opdracht: balans Bart bakt € aan broden en gebruikt daarvoor voor € aan meel. Teken de nieuwe balans van Bart

15 Balans Bart Activa Passiva Bank 70.000 Eigen vermogen 100.000 Bus
40.000 Vreemd vermogen 50.000 Meel 20.000 Crediteuren 10.000 Machine Broden totaal

16 Opdracht: balans Bart verkoopt voor € aan broden en spreekt met de klant af dat hij over een maand betaalt. Teken de nieuwe balans van Bart

17 Balans Bart Activa Passiva Bank 70.000 Eigen vermogen 100.000 Bus
40.000 Vreemd vermogen 50.000 Meel 20.000 Crediteuren 10.000 Machine Debiteuren Broden 00.000 totaal

18 Balans Debiteuren: schuld van klant aan bedrijf. Is een bezit en staat aan de activa kant Crediteuren: schuld van bedrijf aan leverancier. Is schuld. Staat aan passiva kant

19 Tinus In tweetallen Neem A3 papier
Teken de balans van fietsfabriek Tinus Bereken zelf eigen vermogen: bezittingen - schulden

20 Tinus Heeft machines met een waarde van € 10.000
Heeft een gebouw van € Heeft een voorraad van € 5.000 Heeft € in een kassa Heeft € op bankrekening staan Heeft een schuld van €

21 Tinus In tweetallen Neem A3 papier
Teken de nieuwe balans van fietsfabriek Tinus Neem als uitgangspunt de 1e balans Bereken zelf eigen vermogen: bezittingen - schulden

22 Tinus Koopt een nieuwe machine voor € 5.000
Betaalt dat van bankrekening

23 Tinus Hij verkoopt € van zijn voorraad Ontvangt dat cash

24 Tinus Koopt bij een leverancier voor € aan voorraad en spreekt af dat over een maand te betalen

25 Tinus Lost € van zijn lening af en betaalt via de bankrekening

26 Tinus Verkoopt € 1.000 van zijn voorraad aan een klant
De klant betaalt over een maand.

27 Balans Balans laat zien: hoe rijk je bent op een bepaald moment
Hoe rijk ben je: bezittingen – schulden Bezittingen – schulden = eigen vermogen Eigen vermogen = hoe rijk ben ik op bepaald moment

28 Balans Bezittingen noemen we ook wel activa
Er zijn vaste activa en vlottende activa Vaste activa gaan lang mee: bijvoorbeeld een auto of machines Vlottende activa kunnen maar een keer gebruikt worden: b.v. voorraad meel of broden van de bakker

29 Balans Ik wordt rijker als ik geld verdien; als ik winst maak
Stel mijn eigen vermogen op 1 januari 2014 is € Ik maak in 2014 € winst Dan is mij eigen vermogen op 1 januari 2015 € Ik ben door die winst dus € rijker geworden.

30 winst Winst zorgt er dus voor dat ik rijker word, dat mijn eigen vermogen toeneemt. Winst of verlies wordt zichtbaar op resultatenrekening. Resultatenrekening: overzicht van kosten en inkomsten. Verschil tussen kosten en inkomsten is resultaat (winst of verlies)

31 winst Omzet: verkoopprijs x afzet: hoeveel geld komt er binnen met de verkoop van mijn spullen. In dit voorbeeld: 100 fietsen X € 1.000

32 Jaarrekening (2013) Kosten inkomsten Omzet totaal

33 winst Kosten Inkoop: hoeveel geld ben ik kwijt met inkoop van spullen om de 100 fietsen te maken: 100 fietsen X € 100 per fiets = € Overige kosten: personeel, huur gebouw, rente lening = €

34 Jaarrekening (2013) Kosten inkomsten Inkoop 10.000 Omzet 100.000 loon
40.000 Huur Rente totaal 70.000

35 Winst en verlies Winst = omzet – kosten = –

36 Jaarrekening (2013) Kosten inkomsten Inkoop 10.000 Omzet 100.000 loon
40.000 Huur Rente Winst 30.000 totaal

37 Resultatenrekening en balans
Resultatenrekening: laat winst/verlies en toegevoegde waarde zien Als je winst maakt, word je rijker en neemt je eigen vermogen toe…. Als je verlies maakt, word je armer en neemt je eigen vermogen af En dat zie je op de balans….

38 Vandaag Flash cards Uitleg toegevoegde waarde Uitleg afschrijvingen
Opdracht balans en resultatenrekening

39 Jaarrekening (2013) Kosten inkomsten Inkoop 10.000 Omzet 100.000 loon
40.000 Huur Rente Winst 30.000 totaal

40 Toegevoegde waarde Ik voeg als ondernemer waarde toe.
Stel, ik ben een fietsfabrikant ik koop voor € aan ijzer, banden en zadels ik maak daarvan fietsen en verkoop die voor € Hoeveel waarde voeg ik toe?

41 Toegevoegde waarde Toegevoegde waarde: omzet – inkoop
= –

42 Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde wordt verdeeld als beloning over de productiefactoren die de toegevoegde waarden hebben gerealiseerd

43 Productiefactoren en beloning
Arbeid Loon 40.000 Kapitaal Rente 10.000 Huur Natuur Pacht 00.000 Ondernemerschap Winst 30.000 TOTAAL (gelijk aan toegevoegde waarde)

44 Afschrijvingen Ik leen € 100.000 en koop een machine.
De lening van € en de waarde van de machine van € komen op de balans

45 Balans (2013) Activa Passiva Machine Vreemd vermogen totaal

46 Afschrijvingen Ik gebruik de machine 10 jaar.
Elke jaar neem ik 1/10 deel van de waarde van de machine op als kosten in de resultatenrekening Dus elk jaar €

47 Jaarrekening (2013) Kosten inkomsten Inkoop 10.000 Omzet 100.000 loon
40.000 Huur Rente Afschrijvingen Winst 20.000 totaal


Download ppt "H.5 Winst en toegevoegde waarde"

Verwante presentaties


Ads door Google