De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

ISO 21/11/2014. OER basistraining ISO 21/11/2014.

Verwante presentaties


Presentatie over: "ISO 21/11/2014. OER basistraining ISO 21/11/2014."— Transcript van de presentatie:

1 ISO 21/11/2014

2 OER basistraining ISO 21/11/2014

3 10 rechten instemmingsrecht adviesrecht informatierecht hoorrecht het recht tot agendering initiatiefrecht het recht om overleg te voeren met het bestuur het recht om een geschilprocedure te voeren procesrecht het recht op voorzieningen en scholing ISO 21/11/2014

4 Met betrekking tot de OER FSR (facultaire studentenraad) UR/CSR (Universitaire raad/Centrale studentenraad) OC (opleidingscommissie) ISO 21/11/2014

5 Waarom een OER? Verplichten voor de student  Samenstelling modules voor BA/MA  Eindtermen, EC’s, etc per module  Tentamens, fraude, uitzonderingsgevallen  Etc. Maar ook….. verplichten van de opleiding Handboek bij geval van twijfel ISO 21/11/2014

6 Deel A en deel B Deel A: Universitair gedeelte Deel B: Opleidingsspecifiek gedeelte Is niet hetzelfde als onderwijs inhoudelijk vs. niet onderwijs inhoudelijk ISO 21/11/2014

7 Onderwijs- en Examenregeling (WHW art. 7.13) 1. Het instellingsbestuur stelt voor elke door de instelling aangeboden opleiding of groep van opleidingen een onderwijs- en examenregeling vast. 2. In de onderwijs- en examenregeling worden, onverminderd het overigens in deze wet terzake bepaalde, ten minste geregeld: a. de inhoud van de opleiding en van de daaraan verbonden examens, b. de inhoud van de afstudeerrichtingen binnen een opleiding, c. de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student zich bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven, d. waar nodig, de inrichting van praktische oefeningen, e. de studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deel uitmakende onderwijseenheden, f. de nadere regels, bedoeld in de artikelen 7.8b, zesde lid, en 7.9, vijfde lid, g. ten aanzien van welke masteropleidingen toepassing is gegeven aan artikel 7.4a, zevende lid, h. het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden, i. de voltijdse, deeltijdse of duale inrichting van de opleiding, j. waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens, k. waar nodig, de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie die geldigheidsduur te verlengen, l. of de tentamens mondeling, schriftelijk of op een andere wijze worden afgelegd, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen, m. de wijze waarop lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de tentamens af te leggen, n. de openbaarheid van mondeling af te nemen tentamens, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen, o. de termijn waarbinnen de uitslag van een tentamen bekend wordt gemaakt alsmede of en op welke wijze van deze termijn kan worden afgeweken, p. de wijze waarop en de termijn gedurende welke degene die een schriftelijk tentamen heeft, afgelegd, inzage verkrijgt in zijn beoordeelde werk, q. de wijze waarop en de termijn gedurende welke kennis genomen kan worden van vragen en opdrachten, gesteld of gegeven in het kader van een schriftelijk afgenomen tentamen en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden, r. de gronden waarop de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen van het afleggen van een of meer tentamens, s. waar nodig, dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor de toelating tot het afleggen van andere tentamens, t. waar nodig, de verplichting tot het deelnemen aan praktische oefeningen met het oog op de toelating tot het afleggen van het desbetreffende tentamen, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie vrijstelling van die verplichting te verlenen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen, u. de bewaking van studievoortgang en de individuele studiebegeleiding, en v. de wijze van beoordeling door het instellingsbestuur van gevallen als bedoeld in artikel 7.31a, derde lid. ISO 21/11/2014

8 OER 2 a t/m g a. de inhoud van de opleiding en van de daaraan verbonden examens, b. de inhoud van de afstudeerrichtingen binnen een opleiding, c. de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student zich bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven, d. waar nodig, de inrichting van praktische oefeningen, e. de studielast van de opleiding en van elk van de daarvan deel uitmakende onderwijseenheden, f. de nadere regels, bedoeld in de artikelen 7.8b, zesde lid, en 7.9, vijfde lid, = BSA g. ten aanzien van welke masteropleidingen toepassing is gegeven aan artikel 7.4a, zevende lid, = masterrichtingen ISO 21/11/2014

9 OER 2 h t/m o h. het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden, i. de voltijdse, deeltijdse of duale inrichting van de opleiding, j. waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens, k. waar nodig, de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie die geldigheidsduur te verlengen, l. of de tentamens mondeling, schriftelijk of op een andere wijze worden afgelegd, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen, m. de wijze waarop lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de tentamens af te leggen, n. de openbaarheid van mondeling af te nemen tentamens, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen, o. de termijn waarbinnen de uitslag van een tentamen bekend wordt gemaakt alsmede of en op welke wijze van deze termijn kan worden afgeweken, ISO 21/11/2014

10 OER 2 p t/m v p. de wijze waarop en de termijn gedurende welke degene die een schriftelijk tentamen heeft, afgelegd, inzage verkrijgt in zijn beoordeelde werk, q. de wijze waarop en de termijn gedurende welke kennis genomen kan worden van vragen en opdrachten, gesteld of gegeven in het kader van een schriftelijk afgenomen tentamen en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden, r. de gronden waarop de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen van het afleggen van een of meer tentamens, s. waar nodig, dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor de toelating tot het afleggen van andere tentamens, t. waar nodig, de verplichting tot het deelnemen aan praktische oefeningen met het oog op de toelating tot het afleggen van het desbetreffende tentamen, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie vrijstelling van die verplichting te verlenen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen, u. de bewaking van studievoortgang en de individuele studiebegeleiding, en v. de wijze van beoordeling door het instellingsbestuur van gevallen als bedoeld in artikel 7.31a, derde lid. ISO 21/11/2014

11 Over de Model-OER Handreikingen: vrij om van af te wijken (maar wel verplicht in de OER). ISO 21/11/2014

12 Over de Model-OER Verplichtingen: richtlijnen vanuit het CvB waar niet van af geweken mag worden. Ook geen instemmings- of adviesrecht van FSR. ISO 21/11/2014

13 Gang van zaken 0. (CvB maakt Model OER). 1. Opleidingsdirecteur stelt concept OER op. 2. OC adviseert over OER. 3. OER wordt eventueel gewijzigd. 4. Nieuw concept gaat naar FSR. 5. FSR stemt al dan niet in. 6. Decaan stelt vast óf terug naar stap 3. ISO 21/11/2014

14 Zoekopdracht OER’en Universiteit van Amsterdam 2010 ISO 21/11/2014

15 Opdracht Welk sub? Welk recht heeft de FSR / MR? (Wat zou je doen?) ISO 21/11/2014

16 Vraag 1 Een groep studenten mag zich niet inschrijven voor de module ‘Academische vaardigheden II’ omdat ze niet voldoen aan de ingangseis die voor die module gesteld is. Ze moeten eerst ‘Academische vaardigheden I’ volgen en mogen dan pas volgend jaar weer deelnemen aan ‘Academische vaardigheden II’. ISO 21/11/2014

17 Vraag 2 De decaan wil om de zes weken verplichte tussentijdse toetsen invoeren in plaats van de grote tentamens aan het einde van het semester. Dit zou de rendementen verbeteren. Hij legt dit voor aan de FSR. ISO 21/11/2014

18 Vraag 3 De decaan wil het bindend studieadvies invoeren. Omdat er daarmee minder ‘kansloze’ studenten op de faculteit zullen zitten, wil hij ook minder studiebegeleiding aanbieden. ISO 21/11/2014

19 Vraag 4 In de concept OER staat dat het vak Academische vaardigheden II wordt afgesloten met een mondelinge presentatie van een project dat is uitgevoerd. Hiertoe moet de student alle werkgroepbijeenkomsten volgen. De presentatie moet gehouden worden, anders heeft de student geen toegang tot het schriftelijk tentamen. ISO 21/11/2014

20 Vraag 5 Er wordt een vak aangeboden dat hoog gewaardeerd wordt door alle studenten, maar wat wel heel zwaar is. Toch staan er maar 5 EC tegenover. De OC vindt dat dit vak met meer EC gewaardeerd moet worden. ISO 21/11/2014

21 Aandachtspunten Vergelijk concept OER met huidige OER. Lees oude adviezen en reacties over OER. Lees statuten etc. Bekijk de bijlagen. Werk samen met OC’s. Werk samen met andere FSR’en. Werk samen met CSR. ISO 21/11/2014

22 Tussen nu en mei Commissie?  Samenstelling raad? Anticiperen Lees oude adviezen en reacties over OER!! ISO 21/11/2014


Download ppt "ISO 21/11/2014. OER basistraining ISO 21/11/2014."

Verwante presentaties


Ads door Google