De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

§ 4.2 Laag NL nóg lager?.

Verwante presentaties


Presentatie over: "§ 4.2 Laag NL nóg lager?."— Transcript van de presentatie:

1 § 4.2 Laag NL nóg lager?

2 Polders in laag Nederland
Een polder is een stuk land omgeven door dijken waarin de waterstand kunstmmatig geregeld kan worden. In laag nederland kennen we 3 soorten polders: 1. Zeepolders: polders die zijn ontstaan door indijking van vroegere kwelders. (vooral langs de kust bij Zeeland, Friesland en Groningen) 2. Veenpolders: laagveengebieden die vanaf de 10’e eeuw zijn ontgonnen door er sloten in te graven. (groot deel v/h Groene Hart) 3.Droogmakerijen: polders die ontstaan zijn doordat vroegere plassen of stukken zee zijn drooggemalen. (Haarlemmermeer en de Beemster)

3 Dalend land Er zijn verschillende oorzaken waardoor nederland zo laag ligt: Zeespiegelstijging: door het broeikaseffect wordt het steeds warmer op aarde waardoor het ijs gaat smelten en de zeespiegel stijgt. Doordat het ook warmer wordt zet het water uit en stijgt dus de zeespiegel. Ook wordt er verwacht dat we zwaardere stormen, nattere winters en drogere zomers krijgen. Bodemdaling: een groot deel van Nederland bestaat uit veen en klei. Als water uit veen wordt gepomt zakt het in. Dat heet inklinking Bedijking: Dijken beschermen het land tegen overstromingen, maar als een land niet meer overstroomt wordt, komt er geen sedimentatie die het land zou kunnen ophogen. De relatieve zeespiegelstijging is de combinatie tussen bodemdaling en zeespiegelstijging.

4 Het zout komt eraan Het zoute water zit in West-NL vlak onder de oppervlakte. Het water van de Noordzee en het grondwater in West-NL staan als 2 communicerende vaten met elkaar in verbinding. Het lichtere, zoete water zit boven het zoute water. Door de relatieve zeespiegelstijging drukt het zoute water steeds harder tegen de onderkant van de veen- en kleilagen. Op veel plaatsen komt dit water in de vorm van zoute kwel* aan de oppervlakte. *Zoute kwel: het binnendringen van zeewater via de ondergrond

5 Pompen of verzuipen? 1. Kustbeheer. Veiligheid blijft het uitgangspunt. Alle zeewerende dijken in Nederlands zijn op deltahoogte (+ 6 meter boven NAP) gebracht, en dat biedt voorlopig voldoende bescherming. Retentiegebied: een gebied waar het water bij hevige regenval tijdelijk geborgen kan worden 2. Polderbeheer. Waterschappen hebben steeds meer moeite na een hoosbij het water op tijd te lozen. Bovendien pompen we ons zelf door de bemaling steeds verder naar beneden door inklinking. Daarom zullen in de toekomst sommige landbouwgebieden de functie van retentiegebied krijgen


Download ppt "§ 4.2 Laag NL nóg lager?."

Verwante presentaties


Ads door Google