Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGeert Kuipers Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Eiwit als van een ei alleen dan anders….
Proteïnen en DNA
2
Eiwit Uit welke bouwblokken bestaan eiwitten?
Aminozuren Wat is de algemene opbouw van een aminozuur?
3
Opbouw aminozuur Restgroep (bepalend voor aminozuur) Aminogroep (NH2)
Carboxylgroep (organisch zuur)
4
Vorming polypeptide
5
Eiwitstructuur Eiwitten zijn opgebouwd uit lange ketens van aminozuren polypeptiden Deze ketens zijn op een specifieke manier gevouwen zodat ze een ruimtelijke vorm krijgen.
6
Eiwitstructuur Je kunt deze vouwing verdelen in verschillende niveaus:
Primaire structuur wordt gevormd door de polipeptide De secundaire structuur wordt gevormd door de vouwing van de polipeptide in α-helixen en β-platen.
8
Eiwitstructuur De tertiaire structuur bestaat uit verdere vouwing van de polipeptide in een ruimtelijke vorm. Waterstofbruggen en disulfideverbindingen
9
Eiwitstructuur De quartenaire structuur vind je alleen terug bij eiwitten die bestaan uit meer dan één polipeptide. Deze structuur bestaat dan ook uit de ruimtelijke plaatsing in het eiwit van de verschillende polipeptiden
11
Functies van eiwitten Noem tenminste 5 functies die eiwitten vervullen in een cel: Katalysator (enzymen) Structuur (cytoskelet, haar, nagels, bindweefsel) Signaaloverdracht (signaaleiwitten, sommige hormonen) Beweging (spiereiwitten actine, myosine) Transport (hemoglobine) Opslag Receptoreiwitten (in je netvlies) Gen regulatie eiwitten Maar ook de lens van je oog
12
Enzymen Enzymen zijn eiwitten die chemische reacties in de cel katalyseren (versnellen). Dit doen ze door de activeringsenergie van reacties te verlagen. Ze hebben een actief centrum waarin het substraat waarop ze werken precies past.
14
Enzymactiviteit Substraatconcentratie Temperatuur Zuurgraad (pH)
Inhibitie (reversibel en irreversibel) Competitief Niet – competitief Allosterische werking (vb. hemoglobine)
15
De rem erop Een bepaald enzym heeft sucrose als substraat en glucose als product. Als er veel glucose aanwezig is wordt er minder sucrose omgezet in glucose. Verklaar hoe dit kan.
16
Remming en activatie Competitief en niet-competitief (allosterisch)
Bij competitieve remming gaat het regelmolecuul op de actieve plaats van het enzym zitten. Hierdoor kan het enzym geen substraat meer binden.
17
Competitieve remming vindt vaak plaats door het product van een metabolische route (=stofwisselingsroute) waarin het enzym werkzaam is. Vraag: Leg uit wat een metabolische route is en hoe remming van het product een dergelijke route kan reguleren.
18
Metabolische route - Stof A Stof B Stof C
Stof C is een competitieve remmer van enzym A. Veel stof C remt dus deze metabolische route. Hierdoor komt er nooit een groot overschot van stof C, wat verspilling zou zijn. enzym A Stof B - enzym B Stof C
19
Allosterische remming en activatie
Veel eiwitten worden allosterisch geremd of geactiveerd. Voorbeelden hiervan zijn: Enzymen Signaaleiwitten Kanaaleiwitten Bij allosterische remming gaat het regelmolecuul niet op het actieve centrum zitten maar op een allosterisch centrum zitten.
20
Doordat een regelmolecuul op het allosterische centrum gaat zitten verandert het eiwit van vorm. Hierdoor kan het actieve centrum beter of slechter passend worden voor het substraat.
21
Allosterische werking
Drie typen eiwitten die allosterisch worden geremd of geactiveerd zijn: Enzymen Signaaleiwitten Kanaal- en transporteiwitten Vraag: Bedenk voor alle drie deze typen het nut van allosterische remming en activatie.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.