De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Soorten gereedschap Gebruik van gereedschap Prakticum

Verwante presentaties


Presentatie over: "Soorten gereedschap Gebruik van gereedschap Prakticum"— Transcript van de presentatie:

1 Soorten gereedschap Gebruik van gereedschap Prakticum
Scheikunde Soorten gereedschap Gebruik van gereedschap Prakticum

2 Reageerbuis Kenmerk: Smalle buis die niet zelf kan staan

3 Reageerbuis Voor het uitvoeren van reacties.
Voor het verwarmen van kleine hoeveelheden. Voor het oplossen van kleine hoeveelheden. Gevaar: Zeer breekbaar, vooral de bodem stoot je er makkelijk uit. Buis om reacties te bekijken.

4 Maatcilinder Buis met schaalverdeling, een schenktuit en een voet om op te staan.

5 Maatcilinder Nauwkeurig afmeten van vloeistoffen.
We noemen altijd de maximale hoeveelheid die de maatcilinder kan meten erbij Bijvoorbeeld: Maatcilinder 250mL. Let op: Neem een maatcilinder die in 1 keer alle vloeistof kan bevatten die je moet afmeten.

6 Erlenmeyer Heeft een platte bodem met een taps toelopende wand.

7 Erlenmeyer Voor het oplossen en mengen van stoffen.
Voor het verwarmen van vloeistoffen. Voor het opvangen van een vloeistof bij filtratie en titratie. Niet voor: Het afmeten van een vloeistof.

8 Bekerglas Heeft een platte bodem en rechte wanden. Ze zijn er wijd en smal

9 Bekerglas Voor het verwarmen van vloeistoffen.
Voor het maken oplossingen/mengsels in grotere hoeveelheden als met een reageerbuis. Er zit een schenktuit aan om te schenken. Niet voor: Het afmeten van vloeistoffen.

10 Gaswasfles Voor het “wassen” van gassen.

11 Gaswasfles De ingaande buis eindigt laag onder het vloeistof oppervlak. Het laat het gas eerst door de vloeistof borrelen. De uitgaande buis bevindt zich boven het vloeistofoppervlak, en dient om het gewassen gas uit de fles te voeren. Wordt gebruikt om gassen aan te tonen Of om stoffen uit een gas te halen Nadeel: Zeer kwetsbaar Gas moet onderdruk staan om door te stromen

12 Druppelpipet Om druppels te maken.

13 Druppelpipet Om druppelsgewijs hele kleine hoeveelheden toe te voegen
Om kleine hoeveelheden vocht op te zuigen Verschillende uitvoeringen. Nadeel: Er gevoelig voor uitdrogen Breekbaar (pasteurpippet)

14 Horlogeglas Cirkelvormig stuk glas dat een beetje bol/hol is.

15 Horlogeglas Om een bekerglas af te dekken
Om kleine hoeveelheden vaste stof af te wegen Om druppelpracticum te doen. Om reacties heel goed te kunnen observeren (reacties; kristalisatie) Nadeel:

16 Indampschaal Heet ook wel indampkroes.

17 Indampschaal Om vloeistoffen in te dampen.
Om opgeloste stoffen uit een vloeistof te halen Nadeel: Zeer breekbaar, is van porselein gemaakt.

18 Spatel

19 Spatel Voor het toevoegen van kleine hoeveelheden vaste stof.
Van RVS of Porselein gemaakt Veel verschillende uitvoeringen Kan als roerstaaf gebruikt worden.

20 Reageerbuisrek

21 Reageerbuisrek Voor het neerzetten van reageerbuizen.
Je kan ze ook geordend hierin zetten.

22 Trechter

23 Trechter Om vloeistoffen in een vat/fles te doen
Met wijde opening geschikt om vaste stoffen te schenken Om te filtreren (vaste fijnverdeelde stoffen uit een vloeistof halen)

24 Spuitfles Toevoegen van gedestilleerd water of andere vloeistof
Blauwe buisje ter bescherming van punt.

25 Kroezen tang Voor het vastpakken van hete materialen

26 Kolf Voor het koken van vloeistoffen bij destillatie.

27 Teclubrander Om stoffen te verwarmen/verhitten. Gele vlam = pauze vlam
Niet ruisende blauwe vlam voor het verwarmen. Ruisende blauwe vlam voor het verhitten

28 Driepoot met gaas Steun om over de teclubrander te zetten.

29 Introductie in de chemie

30 Tijdens practicum Veiligheid Stap voor stap OBSERVEREN!!!!!

31 Wat is een zout. Een zout is een molecuul gevormd uit:
een positief deeltje en een negatief deeltje. Het positief geladen deeltje is altijd een metaal Het bekendste zout is NaCl (keukenzout) Laat bekende metaalzouten zien. De positieve en negatieve deeltjes zitten in water (bipolair)

32 Onderzoeksvraag Wat gebeurt er wanneer de zouten koperchloride (CuCl2) en natriumcarbonaat (Na2CO3) opgelost en daarna gemengd worden?

33 Wat heb je nodig Rekje met reageerbuizen
Spuitfles met gedemineraliseerd water Maatcilinder van 10ml Koperchloride (spatelpuntje) Trechter en filtreerpapier Natriumcarbonaat (spatelpuntje) Indampschaaltje Bekerglas van 50ml Brander met gaasje

34 Uitvoering stap 1 Reageerbuis 1 bevat een spatelpunt Koperchloride. Noteer de fase en de kleur

35 Uitvoering stap 2 Voeg 5 ml demi-water toe en 'kwispel' de buis goed
Lost op ja / nee Kleur van de oplossing

36 Uitvoering stap 3 Reageerbuis 2 bevat een spatelpunt Natriumcarbonaat.
Noteer de fase en de kleur

37 Uitvoering stap 4 Voeg 5 ml demi-water toe en 'kwispel' de buis goed.
Lost op ja / nee Kleur van de oplossing

38 Uitvoering stap 5 Voeg de inhoud van buis 1 en 2 samen in het bekerglas van 50ml en roer. Laat rusten. Wat zie je?

39 Uitvoering stap 6 Plaats de trechter met filtreerpapier in een lege
reageerbuis. Schenk het mengsel uit het bekerglas in het filter. Wat zie je? Op het filter: In de reageerbuis:

40 Uitvoering stap 7 Neem 5 ml van het vocht uit de reageerbuis , schenk in het indampschaaltje en laat boven de gasbrander het water verdampen. Wat zie je?

41 Uitleg en berekening Koperchloride
CuCl2 in H2O => Cu2+(aq) + 2Cl-(aq) Natriumcarbonaat Na2CO3 in H2O => 2Na+(aq) + CO32-(aq)

42 Uitleg en berekening Na het mengen van de oplossingen zitten in het bekerglas de ionen: koperchloride en natriumcarbonaat Vorm nieuwe paren volgens de pijlen: en Cu2+(aq) Cl-(aq) Na+(aq) CO32-(aq) Cu2+(aq) CO32-(aq) Na+(aq) Cl-(aq)

43 Uitleg en berekening Oplosbaarheid van zouten in water Ionen NO3- Cl-
Br- I- SO42- F- S2- OH- SO32- CO32 PO43- O2- Na+ g r K+ NH4+ o Mg2+ s m Al3+ Fe2+ Zn2+ Fe3+ Cu2+ Ca2+ Ba2+ Hg2+ Pb2+ Ag+

44 Uitleg en berekening Slecht oplosbare zout(en): Goed oplosbare zout(en):

45 Uitleg en berekening Welk zout is nu wat? NaCL CuCO3


Download ppt "Soorten gereedschap Gebruik van gereedschap Prakticum"

Verwante presentaties


Ads door Google