De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases Chemotherapie, cognitief functioneren en kwaliteit van leven bij vrouwen met borstkanker.

Verwante presentaties


Presentatie over: "CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases Chemotherapie, cognitief functioneren en kwaliteit van leven bij vrouwen met borstkanker."— Transcript van de presentatie:

1 CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases Chemotherapie, cognitief functioneren en kwaliteit van leven bij vrouwen met borstkanker

2 CoRPS Chemotherapie, cognitief functioneren en kwaliteit van leven bij vrouwen met borstkanker PhD student: Marleen J.J. Pullens MSc Promotors: Prof. dr. Jolanda De Vries Prof. dr. Jan A. Roukema Contact TSz: Drs. Henk T.J. Roerdink Gesubsidieerd door de KWF-kankerbestrijding Multicenter onderzoek: TweeSteden ziekenhuis St. Elisabeth ziekenhuis

3 CoRPS Onderwerpen Achtergrond Doelen Opzet onderzoek –Design –Patiënten –Neuropsychologisch onderzoek –Vragenlijsten –Medische data en gezondheidszorgconsumptie Vragen?

4 CoRPS Achtergrond Een op de negen vrouwen ontwikkelt borstkanker Steeds meer patiënten leven met de lange termijn effecten van de behandeling. Hierbij is onder andere onderzoek gedaan naar: –Angst, depressie, vermoeidheid, haarverlies etc. –Slechtere kwaliteit van leven –‘Chemobrein’ (objectief/subjectief) Ganz et al. J Natl Cancer Inst, 2002; Schreier et al. Oncol Nurs Forum, 2004; Wefel et al. Cancer, 2004.

5 CoRPS Achtergrond Chemobrein: Objectief cognitief functioneren: neuropsychologisch functioneren Subjectief cognitief functioneren: zelfgerapporteerde cognitieve klachten en de tevredenheid met het cognitieve functioneren in het dagelijks leven

6 CoRPS Achtergrond Objectief cognitief dysfunctioneren –75% ervaart cognitieve achteruitgang –Borstkanker patiënten ervaren ernstigere cognitieve klachten in vergelijking met een gezonde controlegroep –Patiënten met chemotherapie presteren lager op cognitieve taken in vergelijking met patiënten die behandeld worden met lokale therapie –Toenemende cognitieve achteruitgang bij hogere dosering van de chemotherapie Geen bewijs voor objectief cognitief dysfunctioneren Wieneke et al. Psychoncology, 1995; Tchen et al. J Clin Oncol, 2003; Brezden et al. J clin Oncol, 2000; Ahles et al. J Clin Oncol, 2002; Schagen et al. J Neurooncol 2001; Van Dam et al. J Natl Cancer Inst, 1998; Brezden et al. J Clin Oncol, 2000; Donovan et al. Cancer, 2005; Mehlsen et al. Psychooncology, 2008.

7 CoRPS Achtergrond Subjectief cognitief dysfunctioneren –Patiënten die behandeld worden met chemotherapie ervaren meer cognitieve problemen dan de controlegroep –Het subjectieve cognitieve functioneren is slechter in vergelijking met de resultaten van de objectieve neuropsychologische testen –Er is geen relatie gevonden met het objectief cognitief functioneren, maar wel met psychologische factoren Schagen et al. Cancer, 1999; Schagen et al. J Neurooncol, 2001; Van Dam et al. J Natl Cancer Inst, 1998

8 CoRPS Achtergrond Inconsistente resultaten objectief/subjectief cognitief functioneren door: –Heterogeniteit tussen studies: Patiënt- and controlegroepen Meetmoment na de behandeling Blootstelling aan hormoon- en/of radiotherapie Type en dosering van de chemotherapie Neuropsychologische testbatterij –Methodologische problemen: Cross-sectionele designs Klein patiënten aantal Meetmoment kort na de behandeling Gebrek aan controle voor mediators en moderators Vardy et al. J Clin Oncol, 2007

9 CoRPS Achtergrond Mogelijke mechanismen voor de cognitieve veranderingen door behandeling van borstkanker Tannock et al. J Clin Oncol, 2004

10 CoRPS Chemotherapie, cognitief functioneren en kwaliteit van leven bij vrouwen met borstkanker Doelen: - Het identificeren van een subgroep van de borstkanker patiënten die een jaar na de chemotherapie objectieve/subjectieve cognitieve klachten ervaart - Het vinden van determinanten voor dit cognitieve dysfunctioneren - Het onderzoeken van het effect van dit cognitieve dysfunctioneren op kwaliteit van leven en gezondheidszorgconsumptie

11 CoRPS Plan van aanpak Design: Prospectief longitudinaal design met individueel-gebaseerde analyses –Meetmoment voor de aanvang van de chemotherapie –Meetmoment 3 maanden na afloop van de chemotherapie –Meetmoment 12 maanden na afloop van de chemotherapie

12 CoRPS Plan van aanpak Patiënten –150 borstkanker patiënten die behandeld worden met chemotherapie –150 controle patiënten (benigne borstafwijking) –Exclusie criteria Teruggekeerde kanker of metastasen Verleden met neuropsychologische en/of psychiatrische symptomen die de testresultaten kunnen beïnvloeden Gebruik van medicijnen die de testresultaten kunnen beïnvloeden Alcohol of drugs verslaving Slechte beheersing van de Nederlandse taal

13 CoRPS Plan van aanpak Neuropsychologisch onderzoek –Gerichte/volgehouden aandacht Stroop, D2 test, Trail Making Test AB, WAIS digit symbol, WAIS digit span –Werk/verbaal/visueel geheugen 15-woorden test, Rey complex figure test, WMS –Processnelheid Fepsy –Executief functioneren Fepsy, Stroop, BADS regel-wissel test, BADS plattegrond test –Taal Woordvlotheid GIT, Nederlandse leeslijst voor Volwassenen, Boston benoemingstest –Verbaal/motorisch functioneren Fepsy, Trail Making Test AB

14 CoRPS Plan van aanpak Vragenlijsten –Kwaliteit van leven (WHOQOL-100) –depressieve symptomen (CES-D) –state/trait angst symptomen (STAI) –stress (PSS-10) –vermoeidheid (FAS) –subjectief cognitief falen (CFQ) Medische data en gezondheidszorgconsumptie

15 CoRPS Chemotherapie, cognitief functioneren en kwaliteit van leven bij vrouwen met borstkanker Vragen of opmerkingen?! Bedankt voor uw aandacht!


Download ppt "CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases Chemotherapie, cognitief functioneren en kwaliteit van leven bij vrouwen met borstkanker."

Verwante presentaties


Ads door Google