De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Leerthema 3 Agressie Met vloeiende bewegingen gaat ’Moelker’ met zijn laserverwijderings-apparaat over het getatoeëerde... ...portret van de gewezen Feyenoord-preses.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Leerthema 3 Agressie Met vloeiende bewegingen gaat ’Moelker’ met zijn laserverwijderings-apparaat over het getatoeëerde... ...portret van de gewezen Feyenoord-preses."— Transcript van de presentatie:

1 Leerthema 3 Agressie Met vloeiende bewegingen gaat ’Moelker’ met zijn laserverwijderings-apparaat over het getatoeëerde... ...portret van de gewezen Feyenoord-preses Jorien van den Herik. Ronald Wilson (35) uit Putte, eigenaar van de tattoo, bekijkt het rustig, al geeft hij toe dat het meer pijn doet dan het zetten van de tatoeage. Het laserapparaat maakt constant het geluid van een aansteker voor een gasfornuis. Razendsnelle, korte tikjes. De hele sessie duurt maar vier, vijf minuten. Na afloop ruikt Van den Herik een beetje aangebrand. „Zo rook mijn oma ook. De laatste keer,’’ aldus een gierende Wilson. De geboren Vlaardinger is voor de tweede keer bij Bodyflair - voor onder meer tatoeages, piercings en laserverwijdering van tattoo’s. ’Moelker’ is tevreden over de vervaging van de Grote Kale Leider. „Zijn oor is al praktisch weg. De ratten hebben er aan geknabbeld,’’ constateert hij. „Ik denk dat we hierna nog vijf keer nodig hebben. Dan is ’ie weg.’’ De tattoo-artist weet waarover hij praat. Eerder ’poetste’ hij de beeltenis van oud-Feyenoord-spits Julio Cruz al van de rug van een vrouw. Wilson, geringschattend: „Een goede spits. De eerste drie wedstrijden dan.’’ Het verwijderen van Cruz en Van den Herik gebeurt gratis. ’Moelker’: „Dat doe ik altijd bij tatoeages van idolen. Het zijn tijdsopnamen. Idolen kunnen uit de gratie vallen.’’ In het geval van Van den Herik is dat zeker zo. Voetbalfans kunnen zich de protesten tegen Van den Herik in en rond het Feyenoord-stadion wel herinneren. Op de plek van de voormalig clubvoorzitter zal Wilsons zoon Mikey worden getatoeëerd. Een beroemde foto van de jongen, toen 5 (hij is nu 10 jaar), dient als voorbeeld. De plaat werd gemaakt in 2002 tijdens de gewonnen UEFA Cup-finale van Feyenoord tegen Borussia Dortmund in de Kuip. Mikey steekt zijn middelvinger op naar de Duitse spelers. Mikey zelf vindt het leuk dat zijn vader hem op zijn linkerbovenbeen laat tatoeëren. Heel wat minder vindt hij het als wildvreemden hem herkennen. „Steek je middelvinger eens op, vragen ze dan steeds. Dat is een beetje vervelend. Soms loop ik weg en soms zeg ik dat ik dat niet wil.’’ De afgelopen jaren gingen voetbalfans van Barcelona, Newcastle United en Juventus aan de haal met de ’fuck you’-foto van de jonge Feyenoord-supporter. „Dan photoshoppen ze hem in hun clubshirt. Geen punt, alleen die neuzen (Feyenoord-jargon voor Ajacieden, red.) moeten niet gaan klooien met de computer,’’ vertelt Wilson. Ook commerciële jongens zagen brood in Mikey’s ’fuck you’. Ronald Wilson heeft zoonlief al terug gezien op buttons, koffiemokken en op mobieltjes als wallpaper. „Ik heb eens geïnformeerd over portretrecht. Dat bleek heel duur en moeilijk om geregeld te krijgen.’’ Dan verschijnt er weer een glimlach op het gezicht. Hij haalt een ander voorbeeld aan van zijn zoons ’roem’. Tijdens de strijd om de Supercup in Monaco tussen zijn club en Real Madrid bleek Mikey in het programmaboekje te staan. „Spanjaarden gingen ineens tegen me praten. Ik begreep er níks van. Tot ze de foto lieten zien en naar Mikey wezen. Ze wilden zijn handtekening. Die heeft hij gegeven; met een pen trok hij zijn hand na in het boekje.’’ In de recreatiewoning van Wilson en zijn Vlaamse vriendin Ann van Aken (30) in Putte is een hele wand ’behangen’ met Mikey-publicaties uit binnen- en buitenland. Aanvankelijk diende de middelvinger-foto alleen als een sfeerbeeld van de voetbalfinale, later werd het een illustratie van beroerde opvoedkundige kwaliteiten en zinloos geweld. Over al die mensen die hem hekelden als vader haalt Wilson de schouders op. „Het is een voetbalmoment, in een gezin dat helemaal gek is op Feyenoord. Voetbal is een aparte wereld; zodra je de Kuip binnenkomt, verandert alles,’’ zegt de 35-jarige. „Op het moment dat die foto werd gemaakt, zong het stadion ’Wie niet springt, is een jood’. Dan heeft het geen zin dat ik mijn mond dichthoud. Net zo met die middelvinger.’’ Kinderen begrijpen het volgens hem niet als je ze iets verbiedt, wat ze op hetzelfde moment honderden andere mensen om hen heen wél zien doen. „Onze regel is dat ze het thuis niet doen. Dat levert geen probleem op.’’ Over associaties met zinloos geweld windt Wilson zich wel degelijk op. „De foto stond ook bij een verhaal over die jongen, René, uit Venlo, die zomaar was neergestoken. Wat heeft Mikey daar mee te maken?!’’ Ernstiger oneigenlijk gebruik van de kleuterfoto kwam Ronald Wilson onlangs ter ore. „Een neo-nazi band gebruikt hem als cover van een single of dvd'tje. Het Feyenoord-embleem hebben ze vervangen door een hakenkruis. Daar wil ik niks mee te maken hebben, maar ik weet niet hoe ik die gasten kan aanpakken.

2 Doelen . Aan het einde van het thema:
Kennis en begrip van de verschillende vormen van gezonde agressie. Frustratie versus proactief. Vanuit verschillende modellen agressief gedrag beschrijven, vanuit SIP, zelfcontrole en informatieverwerking. Is bekend met verschillende interventies op sociaal cognitief gebied en gedragsniveau, waaronder de Check in Check out. Verschillende strategieën te beschrijven en toe te passen in de omgang met agressieve en boze kinderen. Een handeling gericht plan schrijven voor kinderen met milde agressie problematiek of andere licht verstorende gedragingen.

3 Leerthema 3 Plannen voor sommigen 2. Typen agressie 3. DSM, ODD en CD
4. Modellen 5. Interventies, CiCo 6. Strategieën 7. Huiswerk

4 Plannen voor sommigen Voor kinderen die risico lopen problemen te ontwikkelen. Preventief: risicofactoren minimaliseren. Minimale inzet en tijd. Clusteren van kinderen. Voor internaliserende en externaliserende problematiek.

5 Beperkt zich tot 1 gedrag Gevolgen Beperkt Meerdere mensen lijden
Preventieniveau 2 Preventieniveau 3 Duur Kort Lang Frequentie Pieken en dalen Chronisch Intensiteit Laag, soms escalatie Veel escalatie Situatie Vaak 1 situatie Meerdere situaties Stapeling Beperkt zich tot 1 gedrag Gevolgen Beperkt Meerdere mensen lijden Prognose Lichte ondersteuning Intensieve ondersteuning

6 Typen agressie

7 Reactief Proactief Impulsief en affectief In reactie op………
Emotionele disregulatie, frustratie en irritatie. Agressie is een reactie op een situatie Relatief veel depressie en angsten (in vergelijking met niet agressieve kinderen) Ervaren agressie als negatief Gecontroleerd en instrumenteel Je zin willen krijgen…….. Koelbloedig Agressie is een doel om iets te krijgen Kennen weinig angsten Ervaren agressie als iets positiefs

8 Reactief Proactief Vaak een geschiedenis van gepest worden en fysieke mishandeling. Veel activiteit van het zenuwstelsel. Gerelateerd aan vijandige intentietoekenning, afwijzing door leeftijdgenoten, een moeilijke ouder-kind relatie en negatieve levenservaringen op jonge leeftijd. Zelfspraak: ze moeten altijd mij hebben, lukt me toch niet, als ik niet mee mag doen, zorg ik dat zij het ook niet leuk hebben. Vaak al op jonge leeftijd en grote kans op anti sociale persoonlijkheidsstoornis. Weinig activiteit van het zenuwstelsel. Wordt in verband gebracht met leiderschap en dominantie. Zelfspraak: ik wil winnen, als ik wil, kan ik makkelijk vrienden maken, ik mag er best wezen.

9 Ervaring met agressie Bedenk twee praktijksituaties waarin reactieve dan wel proactieve agressieve agressie voorkwam. Bespreek de twee praktijksituaties in tweetallen

10 Omgaan met agressie: Vb. vader boos laag advies vervolgonderwijs

11 Reactieve agressie Strategie: Bamboe Niet persoonlijk Begrip LSD
Oplossing zoeken ‘Je maakt je druk over niets’ ‘Je blaast het op, zo erg is het niet’ Bij het achteraf bespreken van de situatie: fouten benoemen zonder een oordeel te vellen, schuld toe te wijzen. Bij een eenmalig incident probeerje er een lerpunt van te maken. Als iemand wegloopt mag je bij deze vorm van agressie nog later er op terugkomen door te bellen  is een stukje moed voor nodig, maar nu wordt het vaak door de mail opgelost, door te bellen ervaren mensen begrip. Valkuil: vanuit je normen gedrag opleggen en hiermee frustratie oproepen.

12 Proactieve agressie Strategie: beton Wel persoonlijk Geef grenzen aan.
Benoem gedrag concreet Ik-boodschap Stop Afspraak Stilte Valkuil is dat je zelf boos wordt: dat moet u zeggen, hoeveel hebt u met Jantje geoefend, nul komma nul! Als u zo doorgaat is u zoon binnenkort niet meer welkom op onze school Wel: Of je blijft schreeuwen en bljift de pauze binnen of je gaat zitten en kan de pauze naar buiten. Eindig met de positieve optie Gaat de ander niet in op het goede gedrag: ik zie dat je een keuze hebt gemaakt. Bij ouders: contact opnemen met de directeur, ik stop nu met dit gesprek. Valkuil: tegenagressie, dreigen

13 Rollenspel

14 Normale ontwikkeling leeftijd vs. aantal incidenten

15 Algemeen 1 Agressie stabiel in persoon, maar ook over generaties.
Agressieve kinderen zelf last van hun gedrag (suicidepogingen) Gamen en televisie gecorreleerd aan agressie. Praateconomie.

16 Algemeen 2 Agressie bij kinderen roept veel afwijzing op. Vicieuze cirkel. Kwaliteit van het gezin (affectie en controle). Lage intelligentie, grote impulsiviteit en prikkelbaarheid. Normale ontwikkeling.

17 Gedragsstoornis of gedragsprobleem
Gelijkmatige, vrij ongedifferentieerde blik op de wereld. Manifesteert zich vroeg. Probleem: Gedifferentieerd Vaak later Vaak omgevingsgestuurd Tijdelijk antisociaal Naast de kleine groep levenslang antisocialen, zijn er veel jongeren die tussen het 12e en 17e levensjaar tijdelijk antisociaal gedrag vertonen. Deze tijdelijk antisocialen vertoonden in hun kinderjaren geen antisociaal gedrag en ze stoppen er ook weer mee (meestal ergens tussen 18e en 25e jaar). Een verschil met de levenslang antisocialen is verder dat het antisociale gedrag bij de tijdelijk antisocialen situatiegebonden is: ze kunnen softdrugs gebruiken en een winkeldiefstal plegen, maar — tegelijkertijd — zich op school prima gedragen. Het verschil met de levenslang antisocialen is dat de tijdelijk antisocialen de kansen voor een positieve wending wel aangrijpen en hun gedrag veranderen als ze een vriendin krijgen, aan het werk gaan, et cetera. Verlengde adolescentie Moffit heeft een boeiende theorie. Haar stelling is dat tijdelijk antisociaal gedrag veroorzaakt wordt door de ‘verlengde adolescentie': het gat tussen het moment dat we lichamelijk volwassen worden en het moment dat we maatschappelijk als volwassene gezien worden. In de moderne Westerse samenleving worden we pas echt voor vol aangezien, enkele jaren nadat we lichamelijk volwassen zijn. Volgens Moffit komt het tijdelijk antisociaal gedrag voort uit het verlangen om voor vol aangezien te worden en mee te tellen in de samenleving. In hun poging dat te realiseren doen de tijdelijk antisocialen het gedrag van de levenslang antisocialen na. Mij dunkt dat hier twee uitdagingen liggen: — hoe kan onze samenleving beter tegemoet komen aan het verlangen van adolescenten om serieus genomen te worden en mee te mogen tellen? — hoe kunnen we de invloed van de levenslang antisocialen op de tijdelijk antosocialen beperken?

18 DSM Diagnostisch Handboek voor Psychische aandoeningen
Gids om te categoriseren Doel is spraaktaal tussen psychiaters Vergelijken door ondubbelzinnige definities Impliceert de beperkingen in het dagelijkse leven

19 Ontwikkelingsstoornissen in de DSM-IV
Zwakkzinnigheid Leerstoornissen (waaronder dyslexie en dyscalculie) Motorische spraakstoornissen Communicatiestoornissen (waaronder stotteren) Pervasieve ontwikkelingsstoornissen Aandachtstekort-en gedragsstoornissen Eetstoornissen in de kinderleeftijd Ticstoornissen Stoornissen met ontlasting Andere stoornissen in de kinderleeftijd of adolescentie

20 Diagnose ODD Minimaal zes maanden,
Negatief, agressief en opstandig gedrag Vier van de acht criteria: Heeft vaak driftbuien Spreekt volwassenen tegen Weigert vaak aan verzoeken of regels van volwassenen te voldoen Irriteert vaak met opzet andere mensen Legt de schuld van fouten en ongepast gedrag vaak bij anderen Is vaak lichtgeraakt of snel geïrriteerd door anderen Vaak kwaad of verongelijkt Vaak haatdragend of wraakzuchtig

21 Diagnose ODD Vaker dan normaal Duidelijk lijden in de sociale omgeving
Co-morbiditeit: ADHD, zwakzinnigheid Prevalentie: 1-3%, jongens en meisjes hetzelfde Prognose: kans op antisociale persoonlijkheidsstoornis Leeftijd van belang!! Mate van agressie ADHD Lage activatie autonoom zenuwstel (Verbale) zwakbegaafdheid Horeweg, blz 110: Minder executieve functies: impulsiviteiten emoties Genen Temperament Minder cortisol (stresshormoon) aanmaken, waardoor zij zich minder snel angstig voelen, minder onder de indruk van mogelijke straf Serotonineniveau: smming, slaap, emotie,seksuele activiteit en eetlust. Bij teweinigafgifte zij je agressiever gedrag, minder angst een slechte emotiereguleatieenslechtrerem op gedrag. Leesstoornis, taalstoornis, zwakke verbale begaafdheid. Externe locus of control: leggen de schuld buiten zichzlef.

22 Conduct Disorder of Antisociale Gedragsstoornis
Minimaal 1 jaar Agressief, delinquent niet acceptabel gedrag Drie van de volgende 15 criteria Agressie gericht op mensen of dieren Begint vaak vechtpartijen Heeft een wapen gebruikt om letsel toe te dienen Heeft mensen mishandeld Heeft dieren mishandeld In direct contact gestolen Heeft iemand tot seksueel contact gedwongen .

23 Antisociale gedragsstoornis
Ernstige overtreding van regels Komt ´s avonds later thuis dan door ouders is toegestaan (voor 13) Is ´s nacht minimaal tweemaal weggebleven van het woonadres (of eenmaal langdurig) Spijbelt vaak (voor 13) Vernieling van eigendommen Opzettelijke brandstichting Bedriegen of diefstal Heeft ingebroken in de woning of auto van anderen Liegt vaak om voorwerpen of diensten te verkrijgen of om verplichtingen te ontlopen (doelbewust misleiden) Heeft voorwerpen van waarde gestolen

24 Antisociale Gedragsstoornis
Prevalentie: 2-6 % Gender: verhouding jongens, meisjes is 4 op 1 Co-morbiditeit: ADHD, reactieve hechtingsstoornis, ASS Vaak: problemen thuis, lagere intelligentie Wat kun je doen in de klas? Band opbouwen, helpen bij zelfreflectie Veel complimenten geven Gedragskaart Straf ‘mild’ maar stel absoluut een grens die consequent wordt bewaakt Time-out, afreageerplek Heen-en-weer schrift Zeg eerst waarom en daarna wat het kind moet doen Zien de bedoelingen van anderen eerder als vijandig; weinig probleembesef en weinigzelfreflectie. De schuld wordt meestal bijanderengelegd. Het gedrag levert vaak in eerste instantie winst op. Straf ‘mild’ maar stel absoluut een grens die consequent wordt bewaakt: vanwege mogelijk verminderde cortisol en serotenine kan het zijn dat streng straffen geen indruk maakt. Steeds strenger straffen leidt wel tot verwijdering van elkaar.

25 Differentiaal diagnostiek 1
CD versus ODD  Beiden: Moeite impulscontrole en controle emoties. ODD Ook wel milde variant van CD Hebben minder gebrekkige sociale vaardigheden Hebben minder cognitieve beperkingen Zijn minder gewelddadig Zijn minder crimineel Meer respect voor de gevoelens en rechten van anderen

26 Differentiaal diagnostiek 2
ODD versus ADHD Beiden: Moeite zich te beheersen en moeilijk aanpassen veranderende omgeving.   ODD Vaker woede-uitbarstingen Vloeken vaker Piek rond 8 en neemt daarna af, terwijl hyperactiviteit eerder begint en later eindigt

27 Differentiaal diagnostiek 3
CD versus ADHD  Beiden: Moeite impulscontrole. CD - Agressie Vaker uit slecht functionerende gezinnen Vaker een vader met een antisociale persoonlijkheidsstoornis ADHD Bewegen meer Beginnen jonger met symptomen Vaker ouders met ADHD

28 Beschrijven agressie Sociale informatieverwerking Zelfcontrole Sociale cognitie Meerdere mindere

29 Sociale-informatieverwerkingstheorie
Tijdens de gymles komt er een bal voor Tim´s voeten. Als hij hem op wil rapen zegt de juf: `niet doen’. ‘Trut’ schreeuwt Tim en hij loopt boos weg.

30 Sociale informatieverwerkingsprocessen
Maar…… De juf zei niet doen tegen Mark, die de bal voor Tims voeten weg wil graaien. Sociale informatieverwerkingsprocessen SIP

31 SIP Pro-actief Reactief
Data base 1. Geheugen 2. Regels 3. Schema´s 4. Kennis 4. Evalueren en selecteren van de optimale respons 5. Uitvoeren gekozen oplossing 6. Evalueren van uitvoering 1. Decoderen sociale tekens . Intern en extern 2. Interpretatie sociale tekens. Doelen en emotie 3. Juiste respons kiezen voor doel Pro-actief Reactief

32 Video

33 Beschrijf een incident uit je klas vanuit SIP.
Decoderen sociale tekens. Intern en extern Interpretatie sociale tekens, doelen en emoties. Juiste respons kiezen voor doel. Evalueren en selecteren van de optimale respons. Uitvoeren Evalueren Wat is de database. Geheugen, regels, schema´s en kennis.

34 Zelfcontrole Zelfcontrole Zelfvertrouwen
Elke situatie biedt verschillende gedragsmogelijkheden. Agressie als gebrek aan zelfcontrole. Zelfcontrole is de overgang van impulsief naar reflectief gedrag. Ervaring noodzakelijk! Zelfcontrole Zelfvertrouwen

35 Zelfcontrole TAAL!!!! Drie aspecten Zelfobservatie Zelfbeoordeling
Zelfbekrachtiging ABC, emotie woordenschat Dag- en weekverslagen Op deze drie onderdelen van zelfcontrole schieten agressieve kinderen vaak tekort. Zelfobservatie: het observeren door het kind van het ongewenste gedrag, eventueel met antecedenten en consequenties. Zelfbeoordeling: het kind leert om het eigne gedrag niet te interpreteren als goed of fout, maar leert kijken in het licht van verandering. Twee keer schelden is beter den 20 keer. Formuleer de doelen positief en gebruik dag en weekverslagen. Zelfbekrachtiging: jezelf een schouderklopje geven. Eerst leren om een ander een compliment te geven, vooral gericht op zichtbaar gedrag. Dan compliment ontvangen en vervolgens geven. Naast de trias zelfobservatie, zelfbeoordeling en zelfbekrachtiging moet het kind ook de taal machtig zijn: gevoelend herkennen, ze op juiste wijze benoemen en in de juiste context gebruiken. Dit zijn aspecten die kinderen met agressief en oppositioneel gedrag meestal niet voldoende beheersen. Ouders zijn voorbeeldfunctie: geef expliciet aan wat het kind goed of fout heeft gedaan. Met ‘doe normaal’ of ‘doe rustig’weet een kind vaak niet wat ze moeten doen. Complimenteren TAAL!!!!

36 Sociale Cognitie 1 Sociaal cognitieve vaardigheden In de ontwikkeling
Kennis over uiterlijk waarneembare kenmerken. Kennis over innerlijke, niet-waarneembare processen. Kennis verwerven over relaties en kwaliteiten van relaties tussen mensen en die kunnen afleiden. Perspectief nemen!! Sociale eisen Een weerspiegeling van de sociaal cognitieve ontwikkeling vind je bij kinderen in hun spel. Verstoppertje: Waar zal Tim zitten? Tim gaat altijd daarzitten. Al hij denkt dat ik weet waar hijgaat zitten gaat hij vast ervgens anders zitten. Hij gaat misschin op zijn oue plek zitten omdat hij denkt dat ik hem daar niet meer zoek. Perspectief nemen: inleven in de ander. Wat denk je dat ik zie?

37 Welke info gebruiken agressieve kinderen?(Cutrona en Feshbach)
Peter is een jongen die anderen niet graag ongelukkig ziet. Peter wil graag dat de vrienden van zijn broer hem voor vol aanzien. Peter voelt zich afgewezen wanneer hij niet mag meespelen met zijn oudere broer. Op een zaterdagmorgen vraagt Peter´s broer hem of hij mee gaat zwemmen samen met de andere grote jongens. Net op dat moment belt een jongetje uit de buurt aan om te vragen of Peter komt spelen. De broer van Peter zegt: O nee, hè. Het is Joey die huilebalk, die kan niet met ons mee. De andere jongens nemen het plagen over. Peters broer zegt tegen Peter: En? Ga je met ons mee of blijf je liever hier met Joey spelen? Test: Wat zal Peter doen? Waarom? Deel 1: gaat over de innerlijke processen, zoals wat die voelt of dnekt. Deel 2: informatie over externe omstandigheden en uiterlijk waaneembaar gedrag. Als kinderen alleen deze informatie gebruiken bij het beantwoorden van dde testvragen, betekent dit dat zij jonger zijn dan kinderen die ook de informatie gebruiken uit het eerste gedeelte van e test. Het bleek dat agressieve kinderen veel mer gebruik makenvan informatie iuit deel 2. Zij schieten tekort in het waarnemen van sociale tekens bij andere kinderen en volwassenen.

38 Hoe voelt het vriendje zich op plaatje 5.
Op welke twee plaatjes voelen het meisje en het vriendje zich hetzelfde? Op plaatje vier denkt het meisje aan haar verdwenen knikker. Waaraan denkt het vriendje? Het vriendje denkt op plaatje 4 dat het meisje blij voor hem zal zijn. Weet je waarom? Vraag 1 en 2: tussen 3 en 6 jaar Vraag 3: tussen 5 en 9 jaar Vraag 4 tussen 10 en 15 jaar.

39 Meerder en mindere model
Pat Patford

40 Meerdere mindere model

41 Casus Ilja is een slimme jongen uit groep 4. Hij kan erg goed rekenen, taal gemiddeld. Hij kan zeer geconcentreerd werken, maar ook druk zijn. Buiten komt hij makkelijk in conflict. Tijdens een taallesje zit Sara naast hem te kletsen terwijl hij graag wil werken. Hij mist de instructie en snapt even niet wat hij moet doen. Als eindelijk de bel gaat en hij zijn jas wil pakken, schiet Sara voor hem langs waardoor hij bijna valt. Woedend loopt hij haar achterna en geeft haar een knetterharde duw. Als ze begint te huilen roept hij: Trut, eigen schuld.

42 De leraar Leerlingtypen (van Beukering & van der wolf 2006)
Beschrijf het gedrag in de klas wat u het moeilijkst vindt. 2. Waarom is dit gedrag het moeilijkst voor u. 3. Hoe gaat u in het algemeen om met het gedrag.

43 Wat vindt u het moeilijkst Waarom is dit het moeilijkst (stress)
1. Dwars, dwingend, onrustig en brutaal (21.) Verstoring onderwijsproces 2. Druk, ongeconcentreerd, over beweeglijk en impulsief (20) 3. Agressief, dominant, niet sociaal, niet eerlijk, regels schendend (20) Verlies lesplezier 4. Weinig motivatie, slechte werkhouding, zwak presterend (10) 5. Wisselende buien, onvoorspelbaar, explosief, angstig verongelijkt (12) 6. Onzeker, weinig zelfvertrouwen, faalangstig, dwangmatig (2) Twijfel eigen functioneren 7. Stil, gesloten, weinig aansluiting, angstig, passief, somber (3) 8. Moeilijk contact, niet communicatief, eenzijdig gericht (4) De eerste drie vormt 60% van de problemen

44 Agressieve kinderen Gebrekkige informatie verwerking
Gebrekkige ik-ander differentiatie, vroeg kinderlijk egocentrisme Gebrekkige sociale cognitie Gebrekkige zelfreflectie Conclusie: Maak ze sterk!!!!!! (en jezelf) Preventief

45 Agressie VMBO Grenzen stellen en dialoog op nummer 1
Onderzoek bij een VMBO school: Agressie bijna alledaags, makkelijk van klein naar groot Teveel straf, te weinig dialoog Weinig zelfreflectie bij personeel en studenten Hoe warmer de school wordt ervaren, hoe minder incidenten

46 The Bully http://www.npo.nl/bully/18-06-2013/POW_00674566
Aanbevolen literatuur Pesten op school achtergronden en interventies. Frits Goossens, Marjolijn Vermande en Matty van der Meulen redactie.. Boom Lemma uitgevers, 2012

47 Wat is pesten? Pesten is een subtype van agressief gedrag waarbij 1 of meerdere individuen bij herhaling een betrekkelijke machteloze ander aanvallen, vernedert en/of buitensluit (salmivalli 2010). Drie kenmerken Intentie Herhaling over tijd Verschil in macht Conflicten tussen kinderen van gelijke psychologische en fysieke kracht en sociale statust is dus geen pesten. Weloverwogen ,pro-actief zonder uitlokking. Uitingsvormen divers: fysiek, verbaal, materieel, relationeel-sociaal (het aantasten van iemands sociale status met roddelen, buitensluiten) en cyberpesten.

48 Strategieën en interventies
Strategie: aanpak van leerkracht Interventies: methode met kind

49 Strategieën agressie Ondersteun Geef genoeg complimenten (4;1)
Houdt positief Geef inzicht Hoe voelt zij zich nu jij een klap hebt gegeven? Hoe voelt zij zich nu jij haar overeind hebt geholpen? Wees creatief Help mij jou te helpen

50 Strategieën Repro aanpak Reactieve agressie Bamboe
Warm, rustig en kalm Zorg voor positieve ervaringen Pro-actieve agressie Wees duidelijk Ik boodschap, (lage stem, rustige intonatie, toon omlaag aan het einde) Benoem gedrag Stoppen

51 Strategieën Herken de fase van escalatie Reflecteer na een situatie

52 Observatie Intensiteit Tijd 5. Uitbarsting 6. De-escalatie
1.Basisrust 2.Trigger 3. Agitatie 4. Versnelling 5. Uitbarsting 6. De-escalatie 7. Herstel

53 Fase Strategie Basisrust Groepsplan gedrag Trigger: indirect of direct
Hand geven ABC-schema Nabijheid Leren omgaan Agitatie: actief of passief, ongericht Laat me alleen Divers, trigger neutraliseren/afleiden/scheiden/empathie Versnelling, gericht gedrag Preventief Neutraal gedragsverwachting/afspraken Contact verbreken Gedragsverwachting expliciet, ik boodschap Gedrag benoemen Verwachting uitspreken Ik wil dat je daarmee stopt Uitbarsting Niet voor rede vatbaar Maak beleid De-escalatie Lichaam tot rust Herstel Praten

54 Interventies Nabespreken; gebeurtenissen en actie.
(Casuïstiek) ICPO (voor talige, oudere kinderen). Trainen sociale cognitie, zelfcontrole en empathisch vermogen. CiCo Interventie programma´s (rots en water, kanjer, alles kidzzzzz, zelfcontrole, agressie regulatietraining, enz.) Alles Kidz: Kinderen van 9-12 jaar met externaliserende gedragsproblemen, bijvoorbeeld kinderen die graag willen leren om. Zelfcontrole 9 tot 13 jaar Rots en water: 9 tot 13

55 Interventie 1 Nabespreken
Bespreek gebeurtenis na Wel: feiten, gebeurtenissen en actie Niet: motieven, begrip en gevoelens Soms: maak een maquette van schoolplein en gebruik playmobiel poppetjes.

56 Oefening Beschrijf een recente ruzie die je hebt gehad.
De ander vraagt alleen naar feiten, gebeurtenissen en acties. Wat is het effect?

57 Feiten en acties Vragen over feiten en gebeurtenissen
- Kun je beschrijven…. Wat zag, voelde je…. Sinds wanneer…… Wanneer, waar en hoe Wat heb je toen beleefd….. Kan je een voorbeeld geven…. Wat gebeurde er toen? Wat was het effect

58 Interventie 2 Probleem Oplossen
Interpersoonlijke Cognitieve Probleem Oplossing (ICPS). Aanname: als je rekening houdt met de gevolgen van je handelen, kunt zoeken naar alternatieven dan ben je minder ontvankelijk voor impulsiviteit en agressie of je terug te trekken. Vergroot vermogen om problemen op te lossen Vergroot zelfbeeld Voorkomen van psychiatrie en delinquentie Bevordert probleem oplossen en zelfcontrole

59 ICPS Wat is het probleem Welke oplossingen zijn er
Voor- en nadelen van een oplossing Neem een besluit door te denken in de gevolgen Uitvoeren van de gekozen oplossing Evalueren

60 Oefening perspectief nemen
Beschrijving van de sociale situatie Hoe kijkt iedereen tegen dit probleem aan

61 Het probleem oplossen Op welke manieren oplossen Wat zou de uitkomst zijn? Controle POS/NEG Wat is het probleem

62 Interventie 3 Trainen sociale cognitie
Fasen van boosheid herkennen Humeurig, geïrriteerd Dreigen, schreeuwen Niet voor rede vatbaar Weglopen Geen raad weten Wees creatief!!

63 Interventie Trainen Sociale Cognitie
Fasen van boosheid herkennen, stoplicht Nu doelen en altijd doelen rollenspelen Emotiewoordenschat Praten oorzaak en gevolg Koele gedachten top 5 Zelfspraak oefenen Gevolgen van schade laten herstellen Lesjes lichaamstaal, intonatie en expressie Kracht positief laten gebruiken Bewustwording Over emoties praten Gedragscontract Klas weerbaar maken zonder uit te sluiten Oefen waarnemen Oefen interpreteren

64 Interventie 3 Trainen Sociale Cognitie
REPRO-aanpak Reactief Oefen waarnemen Oefen interpreteren Lesjes lichaamstaal, intonatie en expressie Bewustwording Koele gedachten top 5 Zelfspraak oefenen Rollenspelen Emotiewoordenschat Fasen van boosheid herkennen, stoplicht

65 Interventie 3 Trainen Sociale Cognitie
REPRO- aanpak Pro-actief Nu doelen en altijd doelen Praten oorzaak en gevolg Gevolgen van schade laten herstellen Kracht positief laten gebruiken Over emoties praten Gedragscontract Klas weerbaar maken zonder uit te sluiten

66 Interventie 3 Trainen Sociale Cognitie
Geef veel uitleg!! Lees veel voor!! Help in onderscheid maken tussen ander en ik. Verwoord sociale situaties Oefen zelfreflectie (verwoord en check) Leer perspectief nemen (positief) - Hoe denk jij dat Jantje zich voelt toen jij hem overeind hielp?

67 Interventie 3 Trainen Sociale Cognitie (ELO)
Jonge kinderen Gevoelens herkennen en benoemen Verhaaltjes Oudere kinderen G-reeks (gedrag en gevolg) a. Wat doe je? b. Wat gebeurt er?

68

69 Interventie 3 Trainen sociale cognitie
Oefening identificeren: personenkwartet Oefening luisteren: geluiden raden

70 Interventie 4 Check in, check out
Tijdens de les Praktijkleren lezen de docenten de verschillende opdrachten uit waaruit gekozen mag worden. Dane vindt alle opdrachten kinderachtig en stom. Wij geven aan dat ze in overleg altijd wat anders mag doen maar ze dit wel moet overleggen. Dane vindt dit stom en haat alle opdrachten. Wij geven aan dat wanneer zij ervoor kiest om niet mee te doen met het project ze basisvaardigheden moet gaan doen (Nederlands, rekenen, begrijpend lezen). Ze wil dat liever doen. Ze wordt apart gezet in een lokaal om aan haar basisvaardigheden te werken. Na ongeveer 15 min komt ze het lokaal uit en gaat met andere praten. Wanneer wij vragen waarom ze niet aan het werk is schreeuwt ze dat het hier wel een gevangenis lijkt uit de tweede wereldoorlog. Ze gooit met de deur en loopt boos weg. Wij laten haar even afkoelen en gaan na een paar minuten naar haar toe en vertellen haar dat ze binnen 5 minuten in het lokaal moet zijn om verder te gaan met haar basisvaardigheden. De hele les blijft dit zich herhalen (90 min). Ze blijft uit het lokaal gaan en anderen van hun werk houden en blijft brutaal.

71 Dagkaart Ingecheckt Ja Nee Uitgecheckt Handtekening ouders Doel; 50% 55% 60% 75% 80% of 50 punten per dag Naam leerling; Dag en datum 0chtend tot pauze Pauze tot lunch Lunch tot pauze Middag na pauze totaal Doe je werk Praat vriendelijk Laat iedereen zijn werk doen Ga ervoor 1 – onvoldoende matig goed

72 Check in CICO vertrouwens-
Check in-Check out Implementeer Check in CICO vertrouwens- persoon Data verzamelen Feedback ouders Feedback leraar Evalueer tweewekelijks Check out CICO Vertrouwens-persoon Ga door of herzie Beëindig

73 Vos-kaart (verantwoordelijk op weg naar succes)
Ingecheckt Ja Nee Uitgecheckt Handtekening ouders Doel; 50% 55% 60% 75% 80% of 50 punten per dag Naam leerling; Dag en datum 0chtend tot pauze Pauze tot lunch Lunch tot pauze Middag na pauze totaal Volg aanwijzingen op Maak alle opdrachten Blijf aan je tafel zitten 1 – onvoldoende matig goed

74 Kanjer kaart Ingecheckt Ja Nee Uitgecheckt Handtekening ouders Doel; 50% 55% 60% 75% 80% of 50 punten per dag Naam leerling; Dag en datum Lezen Taal Spelling Rekenen Wereld orientatie Volg aanwijzingen meteen op Maak je werk af Handen, voeten bij je 1 – onvoldoende matig goed

75 CICO NIET geschikt voor
CICO geschikt voor Matige problematiek Aandacht van volwassene Ouders geven support Bijvoorbeeld: voor je beurt praten, kleine verstoringen, werk afmaken Stabiele thuissituatie CICO NIET geschikt voor - Serieus agressief gedrag - Extreem chronisch gedrag Als er meer individuele aandacht nodig is Zwakke thuissituatie

76 CICO aandachtspunten 1 1. Wees duidelijk en concreet.
2. Het gaat om een positieve ervaring, zet de doelen niet te hoog (5/1 ratio). 3. Wees enthousiast/humor. 4. Maak dingen zo zichtbaar mogelijk (ruilpost). 5. Sociale herkenning.

77 CICO aandachtspunten 2 Leer het gedrag aan in de juiste omgeving
Omgeving: de klas, buiten op het plein, onderweg naar de gymzaal , de gang, kantine Onderwijs (werkwoord) Oefen Geef positieve en negatieve voorbeelden Help ze herinneren Betrokkenheid leerling: overleg sancties en beloningen Sociale vaardigheden

78 CICO ruilpost Punten Aandacht Item / Activiteit Weg van aandacht
Iets vermijden 100 - Naar het schoolhoofd - Extra tijd met vriend - 5 minuten leider - Schatkist - 5 minuten activiteit - Alleen tijd achter computer of naar bibliotheek Korte pauze Andere activiteit 250 - Computeren met vriend - Extra tijd met leerkracht - Tien minuten extra buiten Eigen werkplek Alleen tijd - Andere opdracht 400 Spelletje met juf Popcornfeestje - Met de hele klas naar de gymzaal voor sport naar keuze - Een lesonderdeel overslaan en iets voor mezelf doen

79 CiCo afbouwen 1 Minimaal 85% van de punten Geleidelijke afname checks
Haal de check out weg Haal de ouder feedback weg Verwijder check in Hou gedrag in de gaten

80 CiCo afbouwen 2 Verwacht hetzelfde gedrag Beloningen blijven hetzelfde
Kind zelf gedrag bijhouden Plan voor zelf monitoring Check in

81 Plannen voor Sommigen Casus
Ilja, groep 4, is soms agressief. Hij heeft hele blije dagen, maar kan soms weken in een slechte bui zitten. Hij raakt dan makkelijk oververhit en komt dan in conflict. Hij treitert zijn medeleerlingen als juf niet kijkt (iets afpakken, knijpen, lelijke gezichten) en ontkent dit vervolgens. Hij kan een groot deel van een les mokkend met zijn capuchon over zijn hoofd zitten en weigert dan te praten totdat er iets komt wat hij leuk vindt. Op het schoolplein kan hij dan geen potje voetballen zonder te schelden, huilen, weglopen of soms erop los te slaan. Op deze dagen kan hij weinig frustratie nemen zonder boos te worden. Elias komt ook makkelijk in conflict. In de klas is hij rustig en heeft een goede werkhouding. Maar hij kan plotseling ontploffen, zeker in vrije situaties. Hij beoordeelt deze dan als onrechtvaardig. Ook Elias kan weinig hebben. Als een kind voor hem langs schiet loopt hij al te schelden. Beide jongens hebben weinig vrienden.

82 De leraar Evaluatiewijze
Na de schuldvrije opmerking zet ik een streepje achter de namen van Y, E en I. Organisatie Ondersteuningsbehoefte van de leraar Als leraar wil ik bereiken dat ik Yasser, Elias en Ilja per dag minimaal drie maal neutraal op de consequenties van hun daden wijs. Ik doe dit schuldvrij, door een gevolg te benoemen en dan een gedrag, en dat zonder het woord jij te gebruiken. Ik heb een collega nodig die eens per week een situatie wil doorspreken met mij waarbij ik oefen schuldvrij iets te benoemen. Bijvoorbeeld: kinderen worden verdrietig als er iets van ze wordt afgepakt, het doet pijn als je een duw krijgt. wat wie wanneer turflijst zelf Maandag 5 januari Situatie doorspreken Zelf en Janne Elke vrijdag om 15.00

83 De leerling(en) 1. Naam leerling: Ilja en Elias
2. Onderwijsbehoefte(n) van deze leerling(en) Risicofactor Ilja en Elias: kwetsbaar en gebrekkige sociale cognitie Ilja en Elias hebben een leraar nodig die hun sociaal emotioneel jonger kan benaderen en veel uitleg geeft over de sociale context. Ook hebben ze een leraar nodig die ten alle tijden duidelijkheid kan geven. Risicofactor Elias: zwakkere verbale intelligentie. Elias heeft een leraar nodig die hem met simpele taal kan bereiken. 3. Beschermende factoren Goed contact met ouders Elias creatief Ilja humor, en goed mee te praten

84 De leerling(en) 4. Te bereiken doelen:
Ilja en Elias kunnen driemaal per week een sociale situatie doorspreken en benoemen wat er is gebeurd. Ilja en Elias hebben geen lichamelijk conflict met elkaar of andere kinderen 5. Interventies en strategieën. Interventie: CiCO (2) Gebeurtenissen nabespreken (1) ABC observatie en triggers bespreken (2) Preventieprogramma (1 en 2) Strategieën Vijfmaal per dag even contact maken, checken hoe het gaat (1 en 2) In de buurt zijn bij triggers (2)

85 Huiswerk Horeweg Hoofdstuk5, disruptieve stoornissen Hoofdstuk 11 en 13 agressie en pesten Kees van Overveld Hoofdstuk 8,9,10,11,12,15 en 16 Reflectie Eigen reactie op agressie Let op meerder en mindere

86 Huiswerk 1 Schrijf een plannen voor sommigen Beoordelingscriteria
Mate van problematiek. Goede flow van observatie, naar doelen, naar planning en evaluatie. Strategieën en interventies afgestemd op problematiek.

87 Huiswerk 2 Lezen 1. Horeweg, hoofdstuk 9 angststoornissen 2. M. Delfos, luister je wel naar mij? Kijken Mijn mond zit op slot


Download ppt "Leerthema 3 Agressie Met vloeiende bewegingen gaat ’Moelker’ met zijn laserverwijderings-apparaat over het getatoeëerde... ...portret van de gewezen Feyenoord-preses."

Verwante presentaties


Ads door Google