Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMaurits Bos Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
TAALPROGRAMMA’S & TAAL-LEESMETHODEN NADER BEKEKEN
Joop Stoeldraijer (EDUX) Kees Vernooy (lector Hogeschool Edith Stein) Masterclass PO Raad najaar 2010
2
Vooraf: Wat werkt? Onderwijsonderzoek heeft de verplichting antwoord te geven op vragen van scholen, ouders en beleidsmakers over ‘wat werkt’ in het onderwijs (Slavin, 2004).
3
WAT KOMT ER AAN DE ORDE? De plus- en minpunten van gangbare
en nieuwe programma’s en methoden voor: - groep 1 en 2 (goede leesstart); - (vlot)technisch leren lezen, methoden voor begrijpend lezen en - taalmethoden.
4
Curriculum, instructie, en toetsing centraal
Programma’s en methoden LEERLING RESULTATEN Instructie Verlengde instructie Klassenmanagement Toetsing -vroegtijdig signaleren methodegebonden leerlingvolgsysteem
5
Scholen met risicolezers
Juist voor scholen met veel risicolezers zijn goede programma´s en methoden die een wetenschappelijke basis hebben van cruciaal belang. Ze sturen namelijk de instructie van de leerkracht en onderwijseffectiviteit is instructie-effectiviteit.
6
De effecten van goed lesgeven
(Bevindingen van een meta-analyse) > 30% ~50% ~5-10% ~5-10% Hattie (2003, 2005)
7
INFORMATIE PROGRAMMA’S EN METHODEN
Naast elkaar Kijk bij archief.
8
Methode en de leerkracht
‘’Centraal moet hoge kwaliteit van de instructie staan — de leerkrachten zijn belangrijker dan de leesmethoden.” (Tivnan, Hemphill, & Ivins, 2002)
9
Expliciete Instructie voor zwakke leerlingen
Ik doe het Jullie kijken Jullie doen het Ik kijk Ik doe het Jullie helpen Jullie doen het Ik help Wilhelm, J. D., Baker, T. D., & Dube, J. (2001). Strategic reading: Guiding students to lifelong literacy. Portsmouth, NH: Boynton/Cook. 9 9
10
Aan de andere kant ….. De methode stuurt de instructie van de leerkracht!
11
Vroege interventies veranderen leesresultaten
Enschedese Leesverbeterplan >AVI 9 Laag risico bij eerste screening 5 AVI 9 Met een goede methode en met extra interventies 4 Met alleen maar een goede methode AVI 7 3 Leesniveau van de groep AVI 5/6 Hoog risico bij eerste screening 2 1 Groep correspondeert met leeftijd 11 11
12
Vergelijking technisch lezen met landelijke taalpilots (AVI)
13
Resultaten Enschede Begrijpend lezen (juni 2010)
14
SBO De Tender Eind groep 8
15
ONTWIKKELINGEN NIEUWE TAAL-/LEESMETHODEN
1- Methoden worden steeds omvangrijker en gaan daardoor meer tijd vragen; aan de andere kant verschijnen er ook methoden die minder tijd aan taal besteden; 2- Bij taalmethoden: meer aandacht voor woordenschat. 3- De meeste methoden worden niet uitgeprobeerd. 4- Methoden verschillen sterk van elkaar m.b.t. de tijd die ze vragen. 5- Opkomst digitale methoden. 6- Niet alle methoden zijn even goed!
16
Wat wil de overheid? Onderwijsraad/OCW (2006): meer evidence-based methoden gewenst! Probleem: die methoden zijn er eigenlijk nog niet.
17
Evidence based methoden
Taal/-leesinhoudelijke aandachtspunten: - beginnende geletterdheid - leren lezen - vlot leren lezen - woordenschat - leesstrategieën - spelling - stellen Kenmerken van effectief onderwijs: - doelen - tijd - expliciete instructie - differentiatie - vroegtijdig signaleren - motivatie - monitoren resultaten
18
GEBRUIK VAN METHODEN IN DE PRAKTIJK
Methoden worden niet goed in-/uitgevoerd Een groot probleem: het niet doorwerken van methoden. Met name een probleem bij het leren lezen. Een vervolgprobleem: lage resultaten en geen goede afstemming tussen de groepen. Ander probleem: handleidingen worden niet gebruikt. Verklaringen: Leerkrachten plannen de methode niet in; Methoden zijn zeer omvangrijk geworden.
19
BETEKENIS GOEDE METHODEN
De leerkracht heeft goede methoden nodig. Een probleem: niet alle methoden zijn even goed. Veel methoden zijn zeker niet evidence based!
20
Linda B. Gambrell (2008) Alle leerlingen hebben tijdens hun schoolloopbaan kwalitatief zeer goed leesonderwijs nodig!
21
Programma’s groep 1 en 2
22
Houd rekening met de leespiramide
Begrijpend lezen Leesstrategieën (voorkennis, inferenties/monitoring) Vlot en vloeiend kunnen lezen Woordenschat Fonemisch bewustzijn Letter-klankkoppeling Mondelinge taalvaardigheid, woordenschat en begrijpend luisteren 22 22
23
Wat zijn met name harde voorspellers voor het toekomstig leren lezen?
Mondelinge taal Letterkennis (o.a. naam kunnen schrijven en benoemsnelheid)) Fonologische vaardigheden: de belangrijkste! Dit betekent dat de tussendoelen Taalbewustzijn en Alfabetisch principe het belangrijkste zijn voor het toekomstig leren lezen.
24
Factoren die het leren lezen beïnvloeden
spraak/taalontwikkeling letterkennis (benoemsnelheid) LEREN LEZEN fonemisch bewustzijn systematische aandacht klank-letterkoppeling en auditieve synthese
25
Onderzoek naar het voorkomen van Tussendoelen
Activiteiten opsporen Niet extra suggesties of algemene opmerkingen Het meest van toepassing Niet Boekoriëntatie, maar aspect van Boekoriëntatie
26
Boekoriëntatie
27
Verhaalbegrip
28
Functies geschreven taal
29
Relatie gesproken en geschreven taal
30
Taalbewustzijn (fonemisch bewustzijn)
31
Alfabetisch principe
32
Rapport per programma
33
Onvoldoende
34
Valt tegen. Gebruiksvriendelijk
Valt tegen. Gebruiksvriendelijk? Cursorisch programma makkelijk uit te voeren.
35
Gegevens van Piramide zelf. Valt tegen.
36
Vrijblijvend. Suggesties.
37
Lijkt redelijke verdeling.
38
Van alles te weinig. Zeker van Taalbewustzijn
Van alles te weinig. Zeker van Taalbewustzijn. Hoge aspiraties, maar kun je dat met zo weinig activiteiten waarmaken.
39
Het routineboek is hierheen niet meegenomen
Het routineboek is hierheen niet meegenomen. Uitstekend boek om thema’s mee op te bouwen.
40
Beetje veel tussendoel 3 en 4. Niet meegomen De Lettermuur.
41
Kleuterplein
42
Dramatisch slechte methode. Aanvulling m.b.v. software.
43
Ook ongeschikt.
44
Lijkt aardige methode. Groot verschil met oude methode
Lijkt aardige methode. Groot verschil met oude methode. Nu gestructureerd en gemakkelijk uit te voeren.
45
Schatkist of Kleuterplein?
Tilburg 2003 Eerste aanschaf: € 2370,00 Overige materialen: € 2400,00 16 ankers 26 observatiepunten Den Bosch 2008 Eerste aanschaf: € 2462,00 16 thema’s 52 observatiepunten
46
Schatkist of Kleuterplein?
Maan-ster-zon Leerlijnen: mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal-emotionele ontwikkeling Routines 385 activiteiten tussendoelen (doel 5+6:114 activiteiten excl.Lettermuur) Stapje naar boven-stapje naar beneden Leerlijnen: taal/lezen (incl. woordenschat), rekenen, motoriek, wereldoriëntatie, sociaal-emotionele ontwikkeling, muziek Routines 114 activiteiten tussendoelen (doel 5+6: 48 activiteiten)
47
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
Schatkist Piramide Kleuterplein Puk & Ko Eigen programma 52% 12% 3% 16%
48
Programma’s leren lezen
49
Wat vraagt leren lezen? normaal ontwikkelde taalvaardigheid
kennis van fonologische structuren kennis van het alfabetisch principe: hoe geschreven taal verbonden is met gesproken taal: letter-klankkoppeling en vlot kunnen lezen blootstelling aan geschreven taal
50
Kunnen alle kinderen leren lezen?
Alle leerlingen zijn in staat om te leren lezen mits ze vroegtijdig adequate instructie en ondersteuning èn voldoende tijd krijgen.
51
Wat zegt de wetenschap? biologische oorsprong.
Technisch lezen en woordenschat zijn niet van biologische oorsprong. Beide leesdimensies zijn sterk afhankelijk van de omgeving - thuis, school - waarin kinderen opgroeien.
52
Professor Keith Stanovich
Er bestaat sterk en overtuigend bewijs dat kinderen die slecht starten met lezen zelden goede lezers worden.
53
Aanvankelijk lezen Prijzen: ongeveer gelijk - Lang zullen ze lezen
- Leeshuis - Leessleutel - Veilig leren lezen - Leeslijn
54
Lang zullen ze lezen Toveren met woorden Reanimeren
Aan het einde remediëren Korte lesbeschrijving (één pagina) Dunnetjes
55
Leeshuis beginnend lezen
Ot en Sien-Leesbus-Leeshuis Compact (géén knippen/plakken) Ambitieus Indeling in letters Meerdere letters per les (oo, w.t.) Steuntje in de rug (+stapje vooraf) Iedere 14 dagen toetsen Computer structureel Één AVI-niveau voorsprong (4 maanden)
56
De Leessleutel Véél aandacht voor vriendjeslezen, stimuleren leesplezier, van alles en nog wat Alles is mogelijk: directe instructie, ervaringsgericht, ontwikkelingsgericht, interactief! Thuisboekjes Véél bijzaken Aan het einde remediëren
57
Veilig leren lezen Lange traditie
Grotendeels wetenschappelijk onderbouwd, op praktijk gericht Uitgebreide software, tv-programma’s Toetssite, actuele site Aanbieding lettervolgorde Woordenschat (weinig)
58
Leeslijn Individualiserend Saai
Selectie aan de poort (Leespad versus Leesweg) Streefniveau groep 3: AVI 0- juni groep 6 AVI 9 AVI 1-maart groep 6 AVI 9 AVI 3-eind groep 5 AVI 9 Leesweg: zeer gestructureerd Speciaal basisonderwijs
59
Effecten nieuwe methode. Wat beїnvloedt methode vooral?
Systematische aandacht letter-klankkoppeling Heterogene aanpak Volledig doorwerken methode Kenmerken effectief onderwijs (het HOE)
60
Essentiële verschillen tussen methoden voor leren lezen
Onderzoek vindt dan een combinatie van de volgende elementen van effectief onderwijs belangrijk: - doelgerichtheid (minimaal AVI-2/AVI E3); - systematische aandacht voor de letter/klankkoppeling en auditieve synthese; - convergente differentiatie (heterogene aanpak); - expliciete directe instructie; - tijd (minimaal 400 minuten exclusief taalgedeelte) - monitoren leesontwikkeling Methoden die deze elementen bevatten zijn het meest effectief! De meeste elementen zijn kenmerken van effectief onderwijs!
61
Piramide van interveniëren
5% zal slagen met niveau 1, 2 en 3 ondersteuning. Minimum een dagelijkse sessie van 30 min Voor 15 % van de leerlingen zal ondersteuning in niveau 1 en 2 voldoende ondersteuning geven Minimaal 3 x 20 minuten verlengde instructie sessies per week Voor 80% van de leerlingen zijn problemen niet aan de orde bij: een goed curriculum en voldoende instructietijd
62
Passend leesonderwijs: convergente differentiatie
alle leerlingen 10 – 20 % 5 % groeps- instructie verlengde instructie zeer intensieve instructie niveau 1 niveau 2 niveau 3 c o n t i n u ü m v a n t i j d e n i n t e n s i t e i t
63
EFFECTIVITEIT METHODEN VOOR LEREN LEZEN
Naam methode Na te streven doelen Systematische aandacht letter-/klankkoppeling Convergente differentiatie Directe instructie Tijd Totaal Veilig Leren lezen + 5 Leessleutel +/- 3,5 Leeslijn +/-[1] - 2 Lang zullen ze lezen Leeshuis 4 ZWALUW [1] Voor zwakke lezers is AVI-1 een voldoende resultaat.
64
Streefdoelen methodes Aanvankelijk lezen
Methodes Tijdstip Tijdsbesteding per jaar Lang zullen ze lezen beheersingsniveau AVI uur instructieniveau AVI 3 Leeshuis zwakke lezers AVI 2/3 120 uur meeste leerlingen AVI 4 De Leessleutel beheersingsniveau AVI uur minlijn AVI 2 Veilig Leren Lezen beheersingsniveau AVI uur instructieniveau AVI 3 Leeslijn Leespad (goede lezers) AVI 3 Leesweg AVI 1 Leesweg (zorgleerl.) onder AVI uur
65
Tijd per jaar en methode (volgens Stoeldraijer)
66
TIJD EN METHODEN per week! (volgens handleiding!)
Leeshuis Leeslijn Veilig leren lezen Leessleutel Lang zullen ze lezen 200 minuten (exclusief taal) 330 minuten 405 minuten (hele groep) en 480 minuten met subgroep)(met taal) 450 minuten 350 minuten (met taal) en 280 minuten (zonder taal)
67
Tijd en methoden voor leren lezen (volgens handleiding)
68
Cruciaal voor methoden leren lezen
Veel nadruk op automatisering!
69
Monitoring Leeslijn: twee wegen. Het gevaar dat de leerling er niet meer uit komt; VLL: volgt met name op een protocolachtige manier de leesontwikkeling (herfstsignalering; wintersignalering; etc.). Verder: Toetssite Leeshuis: elke 14 dagen toetsen; Lang zullen ze lezen: les 8 van elk thema is een klassikale toets Leessleutel: Elke les 9 van ieder thema is een toets. Kortom: alle methoden monitoren de leesontwikkeling; VLL doet dit het meest uitgebreid.
70
Veilig leren lezen Lange traditie
Wetenschappelijk onderbouwd, op praktijk gericht Uitgebreide software, tv-programma’s Toetssite, actuele site Aanbieding lettervolgorde Woordenschat (weinig)
71
Analyse Stoeldraijer nieuwe VLL
meer nadruk op de elementaire leeshandeling; minder nadruk structureerwoorden; meer aandacht automatisering (wisselrijtjes); integratie lees-/taalonderwijs; speelt in op de verschillen tussen leerlingen (maan-, zon- en sterkinderen); na iedere kern controletaken (tijd); woordenschatsuggesties; toetsservice.
72
Basisleerlingmateriaal VLL
Leesboekjes maan 1 t/m 12 Werkboekjes maan Ankermaterialen Structureerstroken Woordendoos Letterzetter Woordzetter Instructiekalenders Computerprogramma Wandplaten Letterlijn Klikklakboekjes Ringboekjes maan Veilig en vlot Leesboekjes zon 1 t/m 12 Werkboekjes zon Lettermuur
73
´Overbodig´ leerlingmateriaal
Speelleesset Kopieermap Letterdoos Reuzenwerkbladen Klikklakknieboek Ringboekje raket Feestneus Tip Top Stempeldoos Humpie Dumpie Leesseries
74
Belangrijke nieuw middelen voor interventies
Toetssite VLL Vlot en Veilig: zeer belangrijk en effectief voor zwakke lezers Leerkrachtassistent voor het digibord
75
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
Veilig leren lezen Leeslijn Leessleutel Leeshuis Lang zullen ze lezen 80% 14% 6% 1%
76
Programma’s voortgezet technisch lezen
77
“Vlot lezen is de meest genegeerde leesvaardigheid”.
Richard Allington
78
“Nauwkeurig en snel kunnen lezen is zo fundamenteel voor het leessucces van leerlingen, dat het een recht voor leerlingen zou moeten zijn dat scholen daaraan aandacht besteden” (Kame’enui en Simmons).
79
Methoden vtl gekoppeld aan een taal/leesmethode, zoals:
Wie dit leest (geïntegreerd) Taalleesland (aparte module Lees maar door) Goed Gelezen! (aparte module). Tekstverwerken (zowel aparte module als computerprogramma) Ondersteboven van lezen (geïntegreerd) Leeshuis
80
Specifieke methoden voortgezet technisch lezen
Bijvoorbeeld: Leestheater Goed Gelezen versie 1 en 2 Lees maar door Estafette Leesparade Lekker Lezen
81
Nieuwe methode Strategisch Lezen en Spellen Een uitgave van:
Gelling Publishing en Training
82
Waarom nieuwe methode? De gehele opzet en methodiek zijn voortgekomen uit de ervaringen die Jacques Hoek heeft opgedaan - in een periode van 30 jaar - als schoolbegeleider op het gebied van lezen en spellen en dan met name in achterstandssituaties. Mede daardoor is gekozen voor het neurologisch model en niet voor het gangbare talige interactieve activatiemodel. Dit laatste model werkt met name bij kinderen uit talige milieus en houdt dus onvoldoende rekening met ontwikkelingspsychologische aspecten.
83
Kenmerken methode Een compacte en doelgerichte methode zonder overbodige oefeningen Gebaseerd op recente neurologische inzichten Stapsgewijs toewerken naar een hoger niveau Visuele en auditieve vaardigheden worden stapsgewijs ingeoefend met behulp van leesstrategieën. Elke stap wordt begeleid en voorgedaan Leerlingen leren door nadoen en oefening Veel flexibiliteit en ruimte voor differentiatie Kinderen die sneller kunnen, kunnen zelfstandig verder werken
84
Doelgroep De methode is geschikt voor alle kinderen vanaf groep 2, die toe zijn aan het leren lezen en spellen. Tevens is de methode uitermate geschikt voor kinderen in het sbo. Het blijkt dat de methode, mede door zijn totaal andere opzet en uitgangspunten, heel goed werkt bij kinderen met leesproblemen en dyslexie. De methode is geschikt voor alle scholen in het primair onderwijs. Zowel reguliere basischolen als sbo scholen maken reeds gebruik van de methode.
85
Tekst verwerken Teksten ongeschikt; opbouw
Veel verschillende lettercombinaties per les
86
Ondersteboven van lezen
29 uur technische leeslessen groep 4 13 uur technische leeslessen groep 5
87
Leesparade 16 weken AVI 2, 16 weken AVI 3
Geen aandacht voor AVI 7, 8, 9 Uitgangspunt: véél lezen als basis
88
Estafette Nieuw Nieuwe AVI-indeling Startniveau AVI M3-extra
Werkt vanuit CITO Leestechniek/Leestempo Advies: nieuwe AVI-toetsen gebruiken Veel leesmateriaal Veel leestijd voor groep 7 en 8 Toetssite
89
Goed Gelezen! 3 leerjaren: 30 uur per leerjaar
Geleidelijke opbouw (maar begin te moeilijk) Gekoppeld aan BSL (begrijpend en studerend lezen) Opdrachten voor zelfstandig werken te moeilijk
90
Leeshuis VTL Groep 4: 72 uur (½ zw) Groep 5: 54 uur (½ zw)
Ook groep 7 krijgt aandacht Ambitieus: vooral gericht op goede lezers
91
Lekker lezen Een gemiddeld kind gaat per 12 weken 1 avi-niveau vooruit. Heeft een kind meer oefening nodig op een avi-niveau, dan kan hij of zij 6 weken langer over een avi-niveau doen. Vertragen i.p.v. intensiveren dus. Nergens wordt gewezen op het belang van automatiseren en herhaald lezen. Het instructiedeel voor de risicolezers is beperkt (2x een half uur in de week). Wel teksten voor zwakke lezers in de bovenbouw. Aandacht van groep 4 t/m 8 (onderhouden leesvaardigheid in groep 7 en 8)
92
Streefdoelen methodes VTL Het bereiken van AVI 9 is het doel bij al deze methodes. Het tijdstip waarop de doelstelling bereikt moet zijn is verschillend. Methodes Tijdstip Tijdsbesteding per jaar Leestheater eind groep uur Goed Gelezen! (nieuw) eind groep uur Lees maar door eind gr.6 (minimaal 102 uur AVI 6 voor zwakke lezers) Tekst verwerken eind groep uur Ondersteboven van lezen eind groep uur Leeshuis eind groep uur Leesparade voor zwakke lezers 132 uur eind groep 5: AVI 6 Estafette Nieuw nieuwe AVIdoelen 408 uur zwakke lezers 568 uur Leeslijn Leespad groep Leesweg maart groep 6 Leesweg zorg juni groep uur Lekker lezen nieuwe AVIdoelen uur
93
Tijd en methoden (volgens Stoeldraijer)
94
Tijdsbesteding Estafette nieuw
Groep 4 en 5: 180 minuten Per week 3 basislessen, 1 toepassingsles Groep 6, 7, 8: 135 minuten Per week 2 basislessen, 1 toepassingsles 94
95
Leestheater
96
Goed Gelezen (oud), Lees maar door
97
Leesparade, Leeshuis
98
Tekst verwerken, Ondersteboven van lezen
99
Leesweg
100
Leespad, Goed Gelezen 2
101
Methoden voor voortgezet technisch lezen in groep 7 en 8
Leesparade Estafette nieuw Leeshuis Lekker lezen Leeslijn Tekstverwerken Ondersteboven van lezen Geen-onvoldoende aandacht Veel aandacht (158 uur): heel veel! Groep 7: 63 uur Geen onderhoud; ongeveer 10 uur 24 uur Geen expliciete aandacht 11 uur
102
Belangrijk verschil Lekker lezen versus Estafette
Divergente differentiatie Convergente differentiatie
103
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
Estafette Leesparade Lekker lezen Leestheater Goed Gelezen. Technisch lezen Tekst verwerken. Technisch lezen 29% 6% 5% 1% 14% 4%
104
Begrijpend lezen
105
Waar gaat het bij begrijpend lezen en lezen om te leren om?
Het betekenis verlenen aan een tekst en niet aan een serie individuele woorden en zinnen (Rapp e.a. 2007). Het construeren van een samenhangend beeld of representatie van de inhoud van de tekst in het geheugen.
106
Het begrijpend lezen van leerlingen hangt af van:
- Hoe goed ze technisch kunnen lezen - Hoeveel kennis ze hebben en hoe ze denken - Hoe gemotiveerd ze voor begrijpend lezen zijn
107
Wat is volgens de wetenschap belangrijk voor begrijpend lezen?
Vlot en vloeiend kunnen technisch lezen: kan als een signaal van goed begrijpend lezen worden gezien Taal, woordenschat/begripsmatige kennis/begrijpend luisteren: op oudere leeftijd is er een hoge correlatie tussen beg. lezen en beg. luisteren. Monitoring/metacognitie: leerlingen die hun begrijpend lezen monitoren weten wat ze begrijpen en wat ze niet begrijpen en wat ze moeten doen om wat ze niet begrijpen toch te begrijpen. Kennis van tekststructuur (kennisgebieden)
108
Perfetti (2009) Het monitoren van het begrijpend lezen (zelfsturing, metacognitie) is de centrale strategie voor het controleren van het “begrijpen”.
109
Misverstand Het is een misverstand om te denken, dat het bij begrijpend lezen alleen om leesstrategieën gaat! Taal, woordenschat/kennis en vlot lezen spelen een belangrijke rol bij begrijpend lezen.
110
Hoe effectief zijn leesstrategieën?
Cito (2007) over leesstrategieën: Onderwijs in leesstrategieën heeft geen faciliterend effect op het kunnen begrijpen of interpreteren van teksten of omgekeerd. Diverse onderzoeken laten zien, dat leesstrategieën zelden een aantoonbaar effect op begrijpend lezen hebben, terwijl dit wel duidelijk het geval is voor vlot lezen en woordenschat.
111
Het kunnen noemen van leesstrategieën in groep 8 (PPON 2007)
20% van de leerlingen kan geen strategie noemen 40% van de leerlingen kan 1 of 2 strategieën noemen 40% van de leerlingen kan meer dan 2 strategieën noemen
112
Torgesen (2003) “Er is geen begrijpend leesstrategie die moeilijkheden met nauwkeurig en vlot lezen kan compenseren.”
113
Het belang van (achtergrond)kennis
. Begrijpend lezen vraagt van een leerling vooral woordenschat en achtergrondkennis. Instructie van begrijpend leesstrategieën kan het ontbreken van kennis niet compenseren. American Educator, “Building Knowledge”, Spring 2006
114
Overig onderzoek over het ontbreken van effecten
SCO Kohnstamm Prof. Kris van den Branden (Leuven) en medewerkers van de Universiteit van Gent Hirsch: The knowledge deficit het Zweedse leesonderwijs IES-onderzoek
115
Zweedse situatie (2006) Onderzoekster Shiel (2006): Budapest, augustus 2006, IRA-conferentie Zweden: heeft de beste leesresultaten! Maar: Zweden besteedt geen aandacht aan leesstrategieën! Vraag Shiel: Doen leerlingen het het beste bij leerkrachten die het minst begrijpend lezen onderwijzen? In de praktijk: de Zweden laten kinderen veel lezen.
116
IES-onderzoek remediërende programma’s begrijpend lezen (februari 2010)
Vier speciale curricula voor begrijpend lezen werden op effectiviteit onderzocht Dit onderzoek vond bij 5500 leerlingen plaats De methoden waren goed geïmplementeerd. De leerlingen die met zo’n aanpak werkten, scoorden lager dan de leerlingen van de controlegroep.
117
Amerikaans federaal onderzoek (mei 2009)
De vier onderzochte methoden voor begrijpend lezen laten geen positieve effecten op de leesprestaties van kinderen uit risicogroepen zien, soms zijn er zelfs negatieve effecten; De kinderen deden het niet beter dan de kinderen van de controlescholen die geen methode hadden; De methoden waren gebaseerd op onderzoek over begrijpend lezen.
118
OMVANG VAN LEZEN EN BEGRIJPEND LEZEN
“Recent vonden we, dat de omvang van het lezen van leerlingen in de school één van de belangrijkste verschillen in ervaringen was in meer of minder effectieve klassen.” (Allington, 2003) Stilleesbeleid: een must!
119
Kerndoelen begrijpend lezen
9. De leerlingen krijgen in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. 10. De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs ‘ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. plezier Iets leuks doen met plezier.
120
Een groot knelpunt Internationaal vergelijkend onderzoek: kinderen in Nederland en de Verenigde Staten hebben de meest negatieve instelling ten opzichte van lezen (Twist e.a. 2004). In vergelijking met andere landen is in Nederland de groep kinderen die thuis nooit leest zeer hoog (42% versus internationaal gemiddelde van 32%) (PIRLS, 2007). Het PPON-Leesvaardigheid op het einde van de basisschool (april 2007): het enthousiasme van leerlingen voor lezen gaat sinds 1993 achteruit. Warde e.a. (2007) (Universiteit van Manchester): in Nederland en in Verenigde Staten treedt duidelijk ontlezing op, terwijl dit in Frankrijk, Noorwegen en Groot-Brittannië niet het geval is
121
De zes leesstrategieën van DOINGWHATWORKS (december 2010)
Activeren voorkennis, verbinden met persoonlijke ervaring, of voorspellen wat in een tekst zal gebeuren; Vragen stellen tijdens het lezen; Visualiseren van wat is gelezen; Monitoren of checken of je het begrijpt tijdens het lezen; Afleidingen maken; Samenvatten of navertellen. Toelichting: 2, 3 en 6 zijn pas ondersteunende strategieën als je begrijpt wat erin de tekst staat.
122
Een aantal kenmerken Tijd die ze vragen
Methoden verschillen van elkaar in de tijd die ze per jaar vragen: Leeshuis vraagt de meeste tijd; Lees je wijzer het minst. Differentiatie Van klassikaal/convergent (Leeshuis, Goed Gelezen, Tekstverwerken) naar adaptief (Tussen de regels en Onderste boven van lezen)
123
vervolg Instructietijd
Ondersteboven voor lezen het meest; Lees je wijzer het minst Extra-tijd zwakke lezers Leeshuis het meest; Tekstverwerken en Lees je wijzer het minst. Zelfstandig werken Goed gelezen het meest en Tekstverwerken en Lees je wijzer het minst.
124
Tijd methodes begrijpend lezen
totaal waarvan ZW OVL 230,5 Leeshuis 246 84 TLL 225 TV 125 TDR 261 96 GG! 307,5 112,5 Tabel met verhouding zw-instructie
125
Aantrekkelijker én effectiever
Neem de methode die het minst irritatie opwekt Géén methode voor begrijpend lezen in groep 4 Of helemaal geen methode meer…. Vaak aandacht aan elementaire (evidence based) strategieën
126
Evidence-based strategieën voor begrijpend lezen
(Volgens Kees Vernooy en Joop Stoeldraijer, 2007) voor 1. Waarom ga ik deze tekst lezen? 2. Ik voorspel 3. Wat weet ik al? tijdens 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? na 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) 6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) 7. Ik stel vragen over de tekst Ben ik te weten gekomen wat ik te weten wilde komen? Wat vind ik van de inhoud? Wat weet ik nog niet? Wat kan ik doen om daar achter te komen?
127
Overzicht Evidence-based strategieën in Tekst Verwerken
In hoeveel lessen van het totaal aantal lessen per leerjaar staat de evidence based strategie centraal? strategie evidence-based groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 1. Waarom ga ik deze tekst lezen? niet aan de orde 0/30 0/20 2. Ik voorspel 5/30 4/30 3. Wat weet ik al? 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) niet aan de orde 6/30 9/20 6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) 10/30 12/30 8/30 7. Ik stel vragen over de tekst 1/30 2/30
128
Evidence based strategieën in Tekst Verwerken
De evidence-based leesstrategieën komen in de methoden Tekst Verwerken (2006) wel aan de orde, maar staan slechts in een gering aantal lessen centraal. Enkele strategieën staan vooral centraal in de lagere groepen, zoals voorspellen en voorkennis activeren. De evidence-based strategie die het sterkst in de methode aanwezig is, is samenvatten. De metacognitieve strategieën (Waarom ga ik deze tekst lezen? en Wat doe ik als ik het niet meer snap?) staan maar heel weinig centraal in de lessen. De methode besteedt veruit de meeste aandacht aan leerdoelen die te maken hebben met het interpreteren van de tekst. De vaardigheden die hierbij horen (bijvoorbeeld verwijswoorden, signaalwoorden, signaalzinnen) zijn volgens onze opvatting niet allemaal te relateren aan de evidence-based strategieën.
129
Overzicht Evidence-based strategieën in Leeshuis
In hoeveel lessen van het totaal aantal lessen per leerjaar komt de evidence based strategie aan de orde? strategie evidence-based groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 1. Waarom ga ik deze tekst lezen? niet aan de orde 2. Ik voorspel 10x 7x 3x 3. Wat weet ik al? 5x 6x - 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? 2x 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) 13x 11x 6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) 16x 8x 12x 7. Ik stel vragen over de tekst
130
Evidence based strategieën in Leeshuis
De geformuleerde evidence-based leesstrategieën komen in de methode Leeshuis niet alle zeven aan de orde. In Leeshuis is geen aandacht voor strategie 1: Waarom ga ik deze tekst lezen en ook niet voor strategie 7: Ik stel vragen over de tekst. Ook strategie 4: Wat doe ik als ik het niet meer snap, komt slechts in een beperkt aan tal lessen aan de orde. Met name de metacognitieve strategieën die het lezen en denken sturen komen in Leeshuis onvoldoende aan bod. Voorspellen komt in alle groepen aan de orde. Hierbij is sprake van een doorgaande lijn. Gebruik maken van voorkennis zien we ook in alle groepen, behalve in groep 8. Het visualiseren van de tekst komt pas centraal te staan in groep 7 en 8. De methode besteedt veruit de meeste aandacht aan leerdoelen die te maken hebben met het controleren van begrip. Dit lijkt op het eerste gezicht een evidence-based strategie, namelijk wat doe ik als ik het niet meer snap?. De leerdoelen die de methode echter bij begripsvorming controleren formuleert, zijn zeer divers en lang niet allemaal te relateren aan de evidence-based strategieën.
131
Overzicht Evidence-based strategieën in Ondersteboven van lezen
lessen groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 1. Waarom ga ik deze tekst lezen? Totaal Begrijpend lezen - 2. Ik voorspel 15/100 15/30 9/100 9/40 4/100 4/32 8/100 8/32 8/24 3. Wat weet ik al? 13/100 13/30 3/100 3/32 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? 5/100 5/30 14/100 10/40 12/100 9/32 7/100 7/32 12/24 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) 17/100 4/24 6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) 3/30 11/100 11/40 10/100 10/32 6/32 22/100 7. Ik stel vragen over de tekst 1/100 1/40 6/100
132
Evidence-based strategieën in Ondersteboven van lezen
Minst voorkomende evidence-based strategieën: ‘1. Waarom ga ik deze tekst lezen?’ is vertegenwoordigd bij de 8 strategieën van de methode, namelijk: ‘Leesdoel bepalen’. In de strategieën die per unit geformuleerd worden zien we deze strategie echter niet terug. ‘1. Waarom ga ik deze tekst lezen?’ staat in geen les centraal. Er staan wel twee vragen op het hulpkaartje die aan deze strategie gerelateerd zijn, waardoor leerlingen er wel mee in aanraking komen (wat wil ik lezen? waarom wil ik dat?). 7. Ik stel vragen over de tekst. Deze strategie komt in de hogere groepen aan de orde, in beperkte mate. De andere strategieën komen redelijk gelijkmatig aan bod. In groep 4 ligt de nadruk op ‘2. Ik voorspel’ en ‘3. Wat weet ik al?’ Doordat deze later ook regelmatig aan de orde komen, zijn dit de best vertegenwoordigde strategieën. ‘5. Ik visualiseer de tekst’ is aan de orde vanaf groep 7. Dit gebeurt in de vorm van het maken van een schema bij teksten met verschillende structuren. Doordat de leerlijn Informatie verwerven door lezen hier veel aandacht aan besteedt, komt deze strategie in de hogere groepen veel aan bod.
133
Overzicht Evidence-based strategieën in Tussen de regels
In hoeveel lessen van het totaal aantal lessen per leerjaar komt de evidence based strategie aan de orde? strategie evidence-based groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 1. Waarom ga ik deze tekst lezen? niet aan de orde 2. Ik voorspel 1/30 3/60 1/60 2/60 4/60 3. Wat weet ik al? 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? 2/30 8/60 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) 10/60 10/6- 6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) 7. Ik stel vragen over de tekst
134
Evidence-based strategieën in Tussen de regels
De door ons geformuleerde evidence-based leesstrategieën komen in de methode Tussen de regels niet allemaal aan de orde. Strategie 1: Waarom ga ik deze tekst lezen komt in geen enkele van de leerjaren aan de orde. Strategie 5: Ik visualiseer de tekst, komt alleen aan de orde in groep 7 en 8 in de leerlijn studievaardigheden. Strategie 7: Ik stel vragen over de tekst is een twijfelgeval. Vanaf groep 6 wordt de leerlingen gevraagd emoties en gegevens in teksten te koppelen aan eigen ervaringen, eigen kennis en eigen verwachtingen. Dit komt in de richting van het stellen van metacognitieve vragen over de tekst om erachter te komen of de tekst je heeft gebracht wat je ervan verwachtte. De overige evidence-based strategieën komen aan bod, maar staan slechts in een gering aantal lessen centraal. De evidence-based strategie die het sterkst in de methode aanwezig is, is samenvatten.
135
Overzicht Evidence-based strategieën in Goed Gelezen!
In hoeveel lessen komt de evidence based strategie aan de orde: strategie evidence-based groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 1. Waarom ga ik deze tekst lezen? Komt bij iedere les terug. Idem 2. Ik voorspel 1 - 3. Wat weet ik al? 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) 5 7 3 6 6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) 14 13 8 7. Ik stel vragen over de tekst 2
136
Evidence based strategieën Goed Gelezen!
Goed Gelezen! heeft een uitgebreid doelstellingenoverzicht. In de lessen zijn nog een fors aantal doelen aangetroffen die niet in het schema van Barrett passen, maar die wel behandeld worden in de lessen. Uit het schema blijkt duidelijk dat, op de een of andere manier, visualiseren aan bod komt en het samenvatten, behalve in groep 6, ook. Goed Gelezen! besteedt aan een heleboel zaken aandacht die een rol zouden kunnen spelen bij het lezen van teksten. Door de enorme diversiteit is het voor te stellen dat leerlingen niet meer weten wat er toe doet bij het lezen van een tekst. Er wordt bij Goed Gelezen! veel aangeleerd wat de goede begrijpende lezer niet nodig heeft. Daar gaat veel tijd inzitten. Onderzoek heeft laten zien dat de methode die de meeste tijd aan begrijpend lezen besteedt (Goed Gelezen!) nog niet tot de beste resultaten leidt op de Cito-toetsen voor begrijpend lezen. Bij alle lessen van Goed Gelezen! wordt aandacht gevraagd voor het leesdoel en het activeren van de voorkennis. Daarnaast moeten de leerlingen steeds letten op de leesvraag. Evidence based doel 1 en 3 komen altijd ter sprake.
137
Overzicht Evidence-based strategieën in Taalleesland
In hoeveel lesdoelen van het totaal aantal lesdoelen komt de evidence based strategie aan de orde: strategie evidence-based groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 1. Waarom ga ik deze tekst lezen? niet 4/96 9/104 2. Ik voorspel 6/85 Niet 10/97 3. Wat weet ik al? 6/97 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) 18/85 6/96 13/104 18/90 6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) 23/85 28/96 13/97 18/104 11/90 7. Ik stel vragen over de tekst 7/104 4/90
138
Evidence based strategieën in Taalleesland
De methode Taalleesland heeft een stevige relatie gelegd tussen de leerlijn stellen en begrijpend lezen. Doelen van begrijpend lezen komen aan de orde bij stellen en omgekeerd. Voorbeeld: Bij Leesbegrip staat als lesdoel: De tekstsoorten gedicht, verhaal, weettekst, doetekst en brief/briefje onderscheiden. Bij stellen staat als lesdoel: Een weettekst en een doetekst schrijven. De lesdoelen komen dus twee keer aan de orde, een keer bij stellen en een keer bij begrijpend lezen. Een aantal evidence based strategieën komen niet of nauwelijks aanbod. Taalleesland biedt veel strategieën aan die niet vallen onder de categorie evidence based.
139
Taaltrapeze Overzicht Evidence-based strategieën in Taaltrapeze
In hoeveel lessen van het totaal aantal lessen per leerjaar komt de evidence based strategie aan de orde? strategie evidence-based Deel 4 Deel 5 Deel6 Deel 7 1. Waarom ga ik deze tekst lezen? niet 2. Ik voorspel 3. Wat weet ik al? 4. Wat doe ik als ik het niet meer snap? 5. Ik visualiseer de tekst (schema, web) 3 17 6. Ik vat samen (o.a. thema, hoofdgedachte) 7.Jezelf vragen stellen na het lezen van de tekst 7
140
Evidence based strategieen Taaltrapeze
Taaltrapeze is geschreven voor het speciaal basisonderwijs en is bijna niet te vergelijken met andere methodes voor begrijpend lezen. Wat opvalt is de aandacht voor elementaire taalkundige aspecten als een punt, een komma, de hoofdletter enz. Deze aspecten komen bij methodes voor begrijpend lezen nooit of slechts terzijde aan bod. Wel is er aandacht voor dergelijke onderwerpen binnen een taalmethode. Taaltrapeze heeft ervoor gekozen om ze op te nemen bij het begrijpend lezen. Daarnaast is het opmerkelijk dat er veel aandacht is voor tekstsoorten. Of je daar een betere begrijpend lezer van wordt, valt te betwijfelen. De methode biedt de teksten aan op verschillende AVI-niveaus. Dat is handig en verstandig. Deel 7 is in de analyse niet meegnomen, maar uit de bestudeerde delen blijkt dat de o.i. belangrijke strategieën wel heel weinig aan bod komen. Gelukkig is er wel veel aandacht voor woordenschat.
141
Overal tekst Leesstrategieën
Een eenduidige definitie over wat een leesstrategie is bestaat niet. De term strategie kent veel raakvlakken met termen als vaardigheden, doelen en aandachtspunten. Overal tekst! gebruikt de term leesmanieren. Met leesmanieren worden zowel (lees)strategieën als (lees)vaardigheden bedoeld. Ze kunnen worden samengevat onder de noemer: hulpmiddelen om teksten beter te begrijpen. In Overal tekst! komen zeven leesstrategieën aan bod. Vooraf Waarom ga ik deze tekst lezen? (doel) Ik voorspel op basis van het vluchtig doorkijken van de tekst. (inhoud) Wat weet ik al? (voorkennis) Tijdens Ik stel vragen over de tekst. (vanuit het doel) Ik visualiseer de inhoud van de tekst. (schema, woordveld, onderstrepen, aantekeningen maken) Wat doe ik als ik het niet meer snap? (herlezen, enzovoort) Na Ik vat samen. (Heb ik mijn doel bereikt? Kan ik de verkregen informatie gebruiken?)
142
Vervolg Overal Tekst De zeven strategieën worden verbreed naar 25 leesmanieren. De 25 leesmanieren vormen samen een gereedschapskist, het zijn (deel)instrumenten die helpen de zeven overkoepelende leesstrategieën goed te behandelen én daarnaast de kerndoelen te dekken. In groep 4 komen 12 van de 25 leesmanieren aan bod. In groep 5 tot en met 8 worden 25 leesmanieren geleerd, verdiept, geoefend en toegepast. Daarnaast worden in groep 7 en 8 in elke laatste les van een blok de zeven bewezen effectieve leesstrategieën bevraagd. Er is sprake van een doorlopende, concentrische leerlijn. De leesmanieren komen elk jaar terug, met een opbouw in moeilijkheid. Soms zit die opbouw in een uitbreiding of verdieping van een leesmanier, soms in de toepassing op complexere teksten.
143
25 leesmanieren Vooraf Na Tijdens 1. Bedenk je leesdoel
2.Kies hoe je leest 3.Herken de tekst 4.Verken de tekst 5.Onderzoek de tekst (ook ‘tijdens’) 6.Gebruik wat je al weet Na 22. (Bedenk wat je aan de tekst hebt gehad) 23. Trek een conclusie 24. Vat samen in een korte tekst of in een schema (hele tekst) 25. (Vergelijk teksten met elkaar) Tijdens 7. Herken het doel en de doelgroep van de schrijver 8. Bepaal het onderwerp en de hoofdgedachte 9. Stel jezelf steeds vragen 10. Zie de volgorde in de tijd 11. Zie het probleem en de oplossing 12. Zie het doel en het middel 13. Zie de overeenkomst en het verschil 14. Zie de oorzaak en het gevolg 15. Bedenk wat een feit en wat een mening is 16. Lees tussen de regels door 17.Lees kritisch (ook ‘na’) 18. Kijk naar het taalgebruik (ook ‘na’) 19. Vat samen in een schema (stukje tekst) 20. Herken waar het woord naar verwijst 21. Vind de betekenis
144
Lezen in beeld Lezen in beeld is een methode voor strategisch leesonderwijs. Zes leesstrategieën vormen de basis van de leerstof. Maar voor kinderen is het werken met strategieën vaak lastig. Daarom vertaalt Lezen in beeld de leerstof in zes sleutels. Met deze zes sleutels kunnen leerlingen elke tekst openen.
145
De sleutels van Lezen in beeld
1. Verken de tekst. Letten op de plaats van de tekst.. De illustraties bekijken. Letten op de titel. De eerste zinnen van de tekst lezen. Voorspellen waar de tekst over gaat. 2. Lees de tekst. Denk vooruit bij het lezen. Vragen bedenken over het onderwerp. Bij het lezen vooruit denken. Letten op signaalwoorden.
146
Vervolg sleutels 3. Controleer of je begrijpt wat er staat.
De betekenis van woorden en zinnen uit de tekst bepalen. Bepalen waar verwijswoorden naar verwijzen. Een tekstdeel opnieuw lezen als dat nodig is. De tekst in drie zinnen navertellen. Jezelf een voorstelling van de tekst maken. Antwoorden op vragen uit de tekst halen. 4. Bepaal de bedoeling van de schrijver. De tekstsoort bepalen. Het onderwerp van de tekst of de alinea bepalen. De hoofdzaak van de alinea bepalen. Bij verhaalteksten: bepalen wie de hoofdpersoon is en wat het plan of het probleem van de hoofdpersoon is. Bepalen wat de bedoeling van een tekstdeel is.
147
Vervolg sleutels 5. Verwerk de informatie uit de tekst.
Informatie uit een schema halen. Informatie uit een tekst in een schema plaatsen. De opbouw van een tekst in alinea's bepalen. Waarom-vragen stellen n.a.v. de informatie in de tekst. Een samenvatting maken. 6. Kijk terug. Trek conclusies. Na het lezen van de tekst conclusies trekken. De tekst beoordelen. Jezelf de vraag stellen: Heb ik zoiets zelf ook meegemaakt? Kan ik dit herkennen? Bedenken wat je van de tekst hebt geleerd. Bedenken wat je nog meet over het onderwerp zou willen weten: meer informatie. Na het lezen van de tekst bedenken wat je zult gaan doen.
148
Enkele opmerkingen Lezen in beeld leert de sleutelstrategieën stap voor stap aan. In elk blok komt één sleutel aan bod. En dezelfde sleutel komt elk jaar in hetzelfde blok terug. Blok 3 is standaard gereserveerd voor de sleutel 'Lees de tekst. Denk voor uit bij het lezen.'
149
Nieuwsbegrip De leerlijn van Nieuwsbegrip bestaat uit de volgende vijf strategieën: voorspellen, ophelderen van onduidelijkheden, samenvatten, vragen stellen en relaties/verwijswoorden. Elke strategie staat eens in de vijf weken centraal. Er zijn zeven blokken van vijf weken per jaar, zodat elke strategie zeven keer aan bod komt in dat tijdsbestek.
150
Leerlijn Nieuwsbegrip Basis
Leerlijn bestaat uit evidence based strategieën: voorspellen ophelderen van onduidelijkheden vragen stellen samenvatten relaties en verwijswoorden Deze strategieën vormen de basis van het stappenplan van Nieuwsbegrip Zeven blokken van zes weken, iedere strategie staat één keer per vijf weken centraal. De zesde week worden de strategieën geïntegreerd aangeboden in een Blokles.
151
Complete, interactieve aanpak voor begrijpend lezen…
… door toevoeging van: actuele lessen met andere tekstsoorten strategielessen actuele woordenschatoefeningen functionele schrijfopdrachten Nieuwsbegrip Basis + XL dekken de kerndoelen voor begrijpend lezen
152
Materialen van Nieuwsbegrip Basis
algemene informatie veelgestelde vragen actuele teksten, opdrachten, handleidingen algemene handleiding stappenplannen archief toetsen forum aanmeldknop alle lesmaterialen in Pdf- + in Word-bestanden leerlingen werken met papieren materiaal
153
Nieuwsbegrip XL: actuele lessen met andere tekstsoorten
Nieuwsbegrip Basis biedt informatieve teksten aan. Nieuwsbegrip XL biedt alle andere tekstsoorten (gedicht, brief, mening, instructie, verhalend etc.) de thema’s sluiten aan bij de lessen van Nieuwsbegrip Basis op de computer te maken, met het digibord behandelen (of uitprinten)
154
Effecten Nieuwsbegrip
Vernooy en Mijs (2009): VMBO leerlingen gingen op de Cito VAS vooruit; Egbertsen (2009): Cluster IV leerlingen gingen in een maand een AVI-beheersingsniveau vooruit en meerdere instructieniveaus. Mijs (2010): VMBO leerlingen gingen vooruit.
155
Effecten Utrecht VMBO:
Begin: ambitieuze doel gesteld om de leerlingresultaten gedurende het schooljaar met 10 procent te verbeteren. Na: In alle klassen is sprake van een gemiddelde leerwinst en in een aantal gevallen werd het leerwinstpercentage van 10 procent benaderd tot zo’n 7 tot 8 procent.
156
vervolg VMBO Delden: In de BK-klas ligt het gemiddelde BLN bij de beginmeting onder het landelijke startniveau van een VMBO-leerling. Aan het begin van het schooljaar scoorde nog 30 % van alle leerlingen op D- en E-niveau. Aan het einde van het schooljaar zit het gemiddelde BLN op het landelijke niveau. Ook bij de KT-klas ligt het gemiddelde BLN bij de start van het schooljaar onder het landelijke VMBO startniveau. Aan het einde zit dit het gemiddelde BLN er ruim boven. In beide klassen is dus leerwinst geboekt van respectievelijk 12 en 14 %. Landelijk ligt het leerwinstpercentage op 7 %. Aan het einde van het schooljaar scoort nog maar 12 % van de leerlingen op D-niveau en geen leerlingen meer op E-niveau. Het aantal leerlingen in de A- en B-niveaus is ook flink gestegen
157
Avi Niveau Beheersing Naam Leerling 1 4 5 Leerling 2 6 Leerling 3 3
Beginsituatie Streefdoel Behaald resultaat Leerling 1 4 5 Leerling 2 6 Leerling 3 3 Leerling 4 Leerling 5 2 Avi Niveau Instructie Naam Beginsituatie Streefdoel Behaald resultaat Leerling 1 6 7 9 Leerling 2 8 Leerling 3 5 Leerling 4 Leerling 5 4
158
Voldoende dekking Nieuwsbegrip
Gebruik vooral de basisversie Pas de strategieën toe op de beste teksten uit je oude methode voor begrijpend lezen Heel veel zaken uit de taalmethode dekken ook de kerndoelen voor begrijpend lezen Pas de strategieën toe bij teksten van de kennisgebieden Gebruik voor zeer zwakke lezers het Cito Hulpboek Begrijpend lezen
159
Kidsweek
160
Lezen = weten … richt zich op informatieve teksten die al aanwezig zijn in de klas (bijvoorbeeld teksten bij zaakvakken). …maakt gebruik van coöperatieve werkvormen. …maakt gebruik van non-verbale representatie (schema’s, modellen…)
161
Lezen = Weten De leerlijn van Lezen = Weten bestaat uit de volgende zeven strategieën: Voor: Verken de tekst door te kijken naar tekstkenmerken Voorspel wat er in de tekst staat Wat weet ik al (achtergrond/voorkennis) Tijdens: Ik bedenk en beantwoord vragen over de tekst Ik visualiseer de tekst Wat doe ik als ik het niet meer snap? Na: Ik vat de gelezen tekst samen
162
Lezen = weten Materialen: algemene informatie algemene handleiding
strategiekaarten (leesstrategieën en woordenschat) met uitgewerkte voorbeelden en suggesties voor; coöperatieve werkvormen hardop denkend voordoen toepasbaarheid bij tekstsoorten. cd-rom met leerlingmateriaal.
163
Lezen = Weten De 7 strategieën komen aan bod in alle jaargroepen. Elke les staat één strategie centraal. De leerkracht kiest een strategiekaart die past bij de te lezen tekst. Elke strategiekaart kan vaker aan bod komen. De methode is concentrisch van opbouw: in groep 5 komt een set strategiekaarten aan bod, in de daaropvolgende jaren kunnen dezelfde strategiekaarten worden ingezet en er komen per jaargroep nieuwe kaarten bij.
164
Overzicht evidence-based strategieën in Lezen = Weten
Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 1. Ik verken de tekst door te kijken naar de tekstkenmerken 2 4 5 6 2.Ik voorspel wat er in de tekst staat 1 3. Wat weet ik al? 8 4. Ik bedenk en beantwoord vragen over de tekst 7 5. Ik visualiseer de tekst 3 9 6. Wat doe ik als ik het niet meer snap? 12 22 27 7. Ik vat de gelezen tekst samen 14 Woordenschat
165
Au (2009) Lijsten van strategieën moeten niet in een korte tijd behandeld worden. Het verdient aanbeveling om je als leerkracht op één á twee strategieën te richten in plaats van op heel veel strategieën. Dat is niet effectief; bovendien zijn al die strategieën niet effectief. Plan meerdere lessen aan de hand van één of twee strategieën die vervolgens aan de orde komen. Leg in die lessen een sterk accent op het toepassen. (Begeleid) oefenen is essentieel voor de ontwikkeling van een vaardigheid. Bijvoorbeeld een complexe strategie als ‘monitoren van het begrijpend lezen’ kost de leerlingen veel tijd om zich deze eigen te maken. Bij de meeste leerlingen zie je na 2 á 3 lessen geen resultaat
166
DE LEERKRACHT ALS HARDOP DENKEND MODEL van een goede begrijpende lezer.
Ik doe het voor. Wij doen het samen. Jullie doen het (in duo’s). Jij doet het zelf. 166
167
Fisher, Frey & Lapp (2008) Hersenonderzoek laat het belang van modeling zien bij het verbeteren van het begrijpend lezen in het voortgezet onderwijs. Modeling is een strategie die werkt!
168
Maar ook belangrijk …. Zorg voor actieve betrokkenheid van de leerlingen bij teksten!
169
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
Goed Gelezen Tekst verwerken Tussen de regels Leeszin 48% 25% 4% 3%
170
Taalmethoden Belangrijkste overeenkomsten en verschillen :
Nauwelijks bekend wat de resultaten zijn Allemaal thema’s Evenveel tijd voor spelling Veel ballast moderniteiten: adaptief,routines, interactief
171
Taalmethoden Véél differentiatiemogelijkheden
Toets: taalbeschouwing, woordenschat
172
Verhouding leerlijnen
Taalverhaal: spreken/luisteren: 18,75% woordenschat: 37,5% taalbeschouwing: 25% stellen: 12,5% lezen: 6,25%
173
Percentage Spreken en luisteren in taalmethoden
174
Taal actief Taaljournaal
Voorlezen, lezen, vertellen: 14% Luisteren, spreken, gesprek: 21% Stellen: 14% Informatiemiddelen: 7% Taalbeschouwing: 42% Lezen 24% Luisteren 18% Schrijven 28% Spreken 15% Taalbeschouwing 15%
175
Taal op maat Spreken en luisteren 25% Woordenschat 25% Stellen 25%
Taalbeschouwing 25%
176
Taalleesland Woordenschat 15% Luisteren/spreken 8% Taalbeschouwing 17%
Toepassing 8% Stellen 17% Leesbeleving 6% Toets, herhaling/ verdieping, afsluiting % leesbegrip 17%
177
Taal in beeld spreken/luisteren 25% schrijven 25% taalbeschouwing 25%
woordenschat 25%
178
Taaltrapeze deel 4 en 5 woordenschat 43% begrijpend lezen 14%
informatieverwerking en schriftelijke taal % strategisch schrijven 14% taaltaak en luisteren of taalbeschouwing %
179
Zin in taal (nieuw) kernmodel spreken/luisteren 22% woordbouw 22%
zinsbouw 22% woordenschat 22% schrijven 12% woordenschatmodel spreken/luisteren 15% woordbouw 15% zinsbouw 15% schrijven 9% woordenschat 46% taalbeschouwingsmodel spreken/luisteren 23% zinsbouw 23% schrijven 15% woordenschat 23%
180
Woordenschat Taalverhaal: 3000 woorden Taal actief: 3750 woorden
Taaljournaal: 5400 woorden Taal op maat: Diepte van woordkennis is belangrijker dan hoeveelheid Taalleesland: 1720 woorden Taal in beeld: 3200 woorden Zin in taal: /2550/4050 woorden Taaltrapeze: woorden (deel4-7)
181
Percentage Stellen/schrijven
182
Woordenschat
183
GEBRUIK PROGRAMMA’S OP 1112 SCHOLEN Bron: Inspectie van onderwijs (april 2010)
Taal actief (versie 2) Taal actief (versie 3) Taaljournaal (editie 1) Taaljournaal (editie 2) Taal op maat Taal in Beeld Taalverhaal Zin in Taal (editie 1) Zin in Taal (editie 2) Taaltijd 15% 21% 6% 12% 13% 7% 5% 1% 4%
184
Inspectie en toetsen De inspectie stopt met waarderen van verouderde toetsen. De Brus-1 minuuttest, de begrijpend lezen toets van Aarnoutse en de AVI-kaarten worden met ingang van schooljaar niet meer beoordeeld. Met ingang van het schooljaar beoordeelt de inspectie de resultaten op oude Cito leerlingvolgsysteemtoetsen van 2002 niet meer. Voor de nieuwe Cito toetsen heeft de inspectie normen voor de vaardigheidsscores bepaald aan de hand van de gegevens op schoolniveau uit de toetshandleidingen en niet zoals gebruikelijk op basis van eigen empirische gegevens. Op basis van het beschikbaar komen van empirische gegevens kunnen deze normen te zijner tijd worden aangepast.
185
Ideale methodelijn?
186
Goede methodische taal-/leeslijn in groep 1 – 8 (mening Vernooy)
Groep 1 – 2: Schatkist en voor kinderen met mondelinge taalvaardigheidsproblemen CPSmap Fonemisch bewustzijn Groep 3: Veilig leren lezen Groep 4 – 8: nieuwe Estafette Groep 4 – 8: Taalverhaal (voldoet ook aan kerndoelen begrijpend lezen)(is wel een oude methode!) of Taal in Beeld Groep 4 – 8: Nieuwsbegrip
187
Tot slot: Implementatie niveaus
Algemeen directeur Schoolleiding School Klas Leerling
188
Cruciaal voor effectieve implementatie
Goede (begeleide) invoering in het eerste jaar. Invoeren zoals de methode voorschrijft. Het eerste jaar bepaalt het al of niet succesvol zijn van de methode. Instructie en klassenmanagement centraal. Snel succes in het eerste jaar: betere resultaten.
189
ADVIEZEN STOELDRAIJER
Kies een goede methode. Voer de methode op de voorgeschreven wijze uit. Sta niet boven de methode!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.