Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMagdalena Ida Lenaerts Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Welkom Voorganger: Ds. S. v.d. Zee Ouderling van dienst: Mevr. J. Boersma Organist: A. Kroeze + Houseband Schriftlezing: Marcus 10: 46-52
2
Houseband speelt
3
Vandaag wordt gedoopt: Linde Eline Kamperman
4
Vandaag wordt gedoopt: Thijn Luc Bisperink
5
Welkom Voorganger: Ds. S. v.d. Zee Ouderling van dienst: S. van Dijken Organist: A. Kroeze Schriftlezing: Marcus 10: 46-52
6
Mededelingen
7
Lied 218: 1,3 5 1. Dank U voor deze nieuwe morgen, dank U voor elke nieuwe dag. Dank U dat ik met al mijn zorgen Bij U komen mag.
8
Lied 218: 1,3 5 3. Dank U dat alle vogels zingen, dank U voor elke boom in bloei. Dank U voor zoveel goede dingen, dank U dat ik groei.
9
Lied 218: 1,3 5 5. Dank U voor alle mooie klanken, Al wat ik zien en horen kan. Dank U - o God, ik wil U danken Dat ik danken kan.
10
Stilte
11
Bemoediging en Groet
12
Gebed
13
Opwekking 733
20
Gebed
21
Kinderen naar de nevendienst
22
Schriftlezing Mar. 10: 46 t/m 52 46 Ze kwamen in Jericho. Toen hij met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs.
23
Schriftlezing Mar. 10: 46 t/m 52 47 Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: 'Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!' 48 De omstanders snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden, maar hij schreeuwde des te harder: 'Zoon van David, heb medelijden met mij!'
24
Schriftlezing Mar. 10: 46 t/m 52 49 Jezus bleef staan en zei: 'Roep hem.' Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: 'Houd moed, sta op, hij roept u.' 50 Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. 51 Jezus vroeg hem: 'Wat wilt u dat ik voor u doe?' De blinde antwoordde: 'Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.'
25
Schriftlezing Mar. 10: 46 t/m 52 52 Jezus zei tegen hem: 'Ga heen, uw geloof heeft u gered.' En meteen kon hij weer zien en hij volgde hem op zijn weg.
26
Lied 837: 1 en 4 1.Iedereen zoekt U, jong of oud, speurend langs allerlei wegen. Kronkelig, vreemd, of recht, vertrouwd meester, waar kom ik U tegen? Eens vindt U ons, bij dag of nacht, moe van onszelf en zonder kracht, Dorstend naar liefde en zegen.
27
Lied 837: 1 en 4 4. Koning, uw rijk is zo nabij open mijn ogen en oren! Onrustig is mijn hart in mij, totdat het nieuw wordt geboren. Daarom zoekt U elk mensenkind. Zoek, herder, mij, opdat ik vind en steeds meer bij U zal horen.
28
Overdenking
29
Liedboek 534
31
Kinderen komen terug
32
Onder, boven, voor en achter (OvK 211) t. E. Laninga; m. J. Laninga =
42
Dienst van de doop
43
Vragen aan de doopouders
44
Geloofsbelijdenis Voorganger: ik geloof in God allen: in Zijn hand mogen wij ons geborgen weten; Hij draagt heel ons leven. V : ik geloof in Jezus Christus allen: Hij verscheen onder ons als het gezicht van God; bij Hem was de liefde echt de meeste V : ik geloof in zijn Geest allen: die nog steeds rondgaat, als een Bron van hoop, als een Stem in ons hart
45
Geloofsbelijdenis V : ik geloof dat een kerk nodig is Allen: om in ons leven de liefde van God te delen en uit te dragen V : ik geloof dat God ons steeds weer zal helpen, dwars door ons falen heen Allen: Hij zal altijd groter zijn dan ons hart, amen
46
Gedicht Jij kleine reisgenoot met je hand vol vlinders en je mond vol vragen, kun jij mij dragen en mag ik met jou mee lopen onder de sterren?
47
Gedicht Jij kleine tijdgenoot met je verwondering over wat mij ontgaat, met je grote tranen om wat mij niet meer beroert. Neem jij mij bij de hand naar alles wat ik niet meer weet?
48
Gedicht Jij kleine vriend, vertel me wat je ziet, leer mij het licht! Jij kleine reisgenoot die na mij kwam: je bent mij zo vaak vóór…
49
Doopgebed
50
Bediening van de doop
51
Lied 354: 1,4,5 1.Jouw leven staat aan het begin, Het heeft nog geen herinnering, Het is zo weerloos en zo klein, Je weet nog niet hoe het zal zijn. Refr. O Heer, bevestig ons bestaan, Noem ons bij onze naam.
52
Lied 354: 1,4,5 4. Dat teken is een heilgeheim: God wil met jou verbonden zijn. Hij is nabij waar jij ook bent, omdat Hij je bij name kent. Refr. O Heer, bevestig ons bestaan, Noem ons bij onze naam.
53
Lied 354: 1,4,5 5. Zo komt jouw leven aan het licht, Zo krijgt het zin, zo krijgt het zicht. Gods adem heeft je aangeraakt En jou tot bondgenoot gemaakt. Refr. O Heer, bevestig ons bestaan, Noem ons bij onze naam.
54
Vraag om te beloven
55
Aansteken doopkaars
56
Opname in de gemeente Voorganger: gemeente, draag deze kinderen: Linde Eline, en Thijn Luc die gedoopt zijn, in uw gebeden. Gemeente: welkom, kinderen van God, welkom in de kerk van Jezus Christus, wereldwijd en in ons midden, amen.
57
Opwekking 710
66
Gebeden
67
Collecte
68
NLB0415
70
Zegen
71
NLB0415
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.