Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdTimo de Jong Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Het schandaal van de Propositie logica
VU MATCHING DAGEN 9 juni 2015 Dr. ir. Emanuel Rutten Het doel van de logica is om het op systematische wijze geldige van ongeldige redeneringen te onderscheiden. Is dat saai? Oninteressant? Iets om je niet mee bezig te willen houden? Welnu, voor wie dat denkt wil ik verwijzen naar dit citaat van Socrates.
2
Logica is de leer van het geldig redeneren
‘Maar allereerst is er een bezwaar waarvoor we moeten oppassen.’ ‘Wat voor gevaar?’, vroeg ik. ‘Dat we misologen worden, zoals anderen misantropen worden. Want dit is wel het ergste dat iemand kan overkomen: het redeneren te haten.’ Socrates in Plato’s Phaedo Faculteit der Wijsbegeerte
3
Logica is de leer van het geldig redeneren
De meest verraderlijke vorm van romantiek bestaat uit het grenzeloos liefhebben van de rede, het willen van het eeuwige, het willen van het meest heldere begrip Merleau-Ponty in De wereld waarnemen Tegelijkertijd dienen we ook te waken voor het overwaarderen van de logica. Vandaar dat ik als tegenwicht dit citaat van Merleau-Ponty inbreng. Goed, zoals ik zei is het doel van de logica is om het op systematische wijze geldige van ongeldige redeneringen te onderscheiden. Faculteit der Wijsbegeerte
4
Logica is de leer van het geldig redeneren
Wat is een redenering? Een redenering start vanuit één of meerdere premissen (uitgangspunten) en leidt tot een bepaalde conclusie Maar wat is een redenering? [Zaal vragen] En wanneer is een redenering geldig? [Zaal vragen] Maar hoe bepaal je nu of een bepaalde gegeven redenering al dan niet geldig is? [Zaal vragen] Kunnen we dit op grond van onze intuïtie doen? Laten we eens een paar voorbeelden bekijken. Faculteit der Wijsbegeerte
5
Logica is de leer van het geldig redeneren
Wat is een redenering? Een redenering start vanuit één of meerdere premissen (uitgangspunten) en leidt tot een bepaalde conclusie 1. Alle mensen zijn sterfelijk 2. Socrates is een mens 3. Socrates is sterfelijk Faculteit der Wijsbegeerte
6
Logica is de leer van het geldig redeneren
Wat is een redenering? Een redenering start vanuit één of meerdere premissen (uitgangspunten) en leidt tot een bepaalde conclusie 1. Alle mensen zijn sterfelijk 2. Socrates is een mens 3. Socrates is sterfelijk Faculteit der Wijsbegeerte
7
Logica is de leer van het geldig redeneren
Wat is een redenering? Een redenering start vanuit één of meerdere premissen (uitgangspunten) en leidt tot een bepaalde conclusie 1. Alle mensen zijn sterfelijk 2. Socrates is een mens 3. Socrates is sterfelijk Faculteit der Wijsbegeerte
8
Logica is de leer van het geldig redeneren
Wat is een redenering? Een redenering start vanuit één of meerdere premissen (uitgangspunten) en leidt tot een bepaalde conclusie 1. Alle mensen zijn sterfelijk 2. Socrates is een mens 3. Socrates is sterfelijk Wanneer is een redenering geldig? Een redenering is geldig indien in alle mogelijke situaties waarin de premissen waar zijn, ook de conclusie waar is Faculteit der Wijsbegeerte
9
Logica is de leer van het geldig redeneren
Wat is een redenering? Een redenering start vanuit één of meerdere premissen (uitgangspunten) en leidt tot een bepaalde conclusie 1. Alle mensen zijn sterfelijk 2. Socrates is een mens 3. Socrates is sterfelijk Wanneer is een redenering geldig? Een redenering is geldig indien in alle mogelijke situaties waarin de premissen waar zijn, ook de conclusie waar is Faculteit der Wijsbegeerte
10
Logica is de leer van het geldig redeneren
Wat is een redenering? Een redenering start vanuit één of meerdere premissen (uitgangspunten) en leidt tot een bepaalde conclusie 1. Alle mensen zijn sterfelijk 2. Socrates is een mens 3. Socrates is sterfelijk Wanneer is een redenering geldig? Een redenering is geldig indien in alle mogelijke situaties waarin de premissen waar zijn, ook de conclusie waar is Faculteit der Wijsbegeerte
11
Zijn de volgende redeneringen Geldig of niet?
1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent 3. De straten worden nat 1. Als de loonkosten stijgen, dan stijgen de prijzen 2. De prijzen stijgen niet 3. De loonkosten stijgen niet 1. Jan of Piet is de dader 2. Piet is onschuldig 3. Jan is de dader 1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent niet 3. De straten worden niet nat 1. Als je hard studeert, dan haal je goede cijfers 2. Je haalt goede cijfers 3. Je hebt hard gestudeerd 1. 6 is een even getal 2. 3 is een even getal 3. 6 en 3 zijn even getallen Faculteit der Wijsbegeerte
12
Zijn de volgende redeneringen Geldig of niet?
1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent 3. De straten worden nat 1. Als de loonkosten stijgen, dan stijgen de prijzen 2. De prijzen stijgen niet 3. De loonkosten stijgen niet 1. Jan of Piet is de dader 2. Piet is onschuldig 3. Jan is de dader 1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent niet 3. De straten worden niet nat 1. Als je hard studeert, dan haal je goede cijfers 2. Je haalt goede cijfers 3. Je hebt hard gestudeerd 1. 6 is een even getal 2. 3 is een even getal 3. 6 en 3 zijn even getallen Faculteit der Wijsbegeerte
13
Zijn de volgende redeneringen Geldig of niet?
1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent 3. De straten worden nat 1. Als de loonkosten stijgen, dan stijgen de prijzen 2. De prijzen stijgen niet 3. De loonkosten stijgen niet 1. Jan of Piet is de dader 2. Piet is onschuldig 3. Jan is de dader 1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent niet 3. De straten worden niet nat 1. Als je hard studeert, dan haal je goede cijfers 2. Je haalt goede cijfers 3. Je hebt hard gestudeerd 1. 6 is een even getal 2. 3 is een even getal 3. 6 en 3 zijn even getallen Faculteit der Wijsbegeerte
14
Zijn de volgende redeneringen Geldig of niet?
1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent 3. De straten worden nat 1. Als de loonkosten stijgen, dan stijgen de prijzen 2. De prijzen stijgen niet 3. De loonkosten stijgen niet 1. Jan of Piet is de dader 2. Piet is onschuldig 3. Jan is de dader 1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent niet 3. De straten worden niet nat 1. Als je hard studeert, dan haal je goede cijfers 2. Je haalt goede cijfers 3. Je hebt hard gestudeerd 1. 6 is een even getal 2. 3 is een even getal 3. 6 en 3 zijn even getallen Faculteit der Wijsbegeerte
15
Zijn de volgende redeneringen Geldig of niet?
1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent 3. De straten worden nat 1. Als de loonkosten stijgen, dan stijgen de prijzen 2. De prijzen stijgen niet 3. De loonkosten stijgen niet 1. Jan of Piet is de dader 2. Piet is onschuldig 3. Jan is de dader 1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent niet 3. De straten worden niet nat 1. Als je hard studeert, dan haal je goede cijfers 2. Je haalt goede cijfers 3. Je hebt hard gestudeerd 1. 6 is een even getal 2. 3 is een even getal 3. 6 en 3 zijn even getallen Faculteit der Wijsbegeerte
16
Zijn de volgende redeneringen Geldig of niet?
1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent 3. De straten worden nat 1. Als de loonkosten stijgen, dan stijgen de prijzen 2. De prijzen stijgen niet 3. De loonkosten stijgen niet 1. Jan of Piet is de dader 2. Piet is onschuldig 3. Jan is de dader 1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent niet 3. De straten worden niet nat 1. Als je hard studeert, dan haal je goede cijfers 2. Je haalt goede cijfers 3. Je hebt hard gestudeerd 1. 6 is een even getal 2. 3 is een even getal 3. 6 en 3 zijn even getallen Faculteit der Wijsbegeerte
17
Zijn de volgende redeneringen Geldig of niet?
1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent 3. De straten worden nat 1. Als de loonkosten stijgen, dan stijgen de prijzen 2. De prijzen stijgen niet 3. De loonkosten stijgen niet 1. Jan of Piet is de dader 2. Piet is onschuldig 3. Jan is de dader 1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent niet 3. De straten worden niet nat 1. Als je hard studeert, dan haal je goede cijfers 2. Je haalt goede cijfers 3. Je hebt hard gestudeerd 1. 6 is een even getal 2. 3 is een even getal 3. 6 en 3 zijn even getallen Wat ons opvalt is dat het om de vorm en niet om de inhoud gaat. Faculteit der Wijsbegeerte
18
Van redeneringen naar redeneervormen
De geldigheid van een redenering wordt bepaald door de vorm en niet door de inhoud van de redenering Om te bepalen of een redenering geldig is, dienen we ons af te vragen welke redeneervorm bij de redenering in kwestie hoort Als de redeneervorm (on)geldig is, dan is de oorspronkelijke redenering (on)geldig Kortom, de taak van de logica is om alle geldige redeneervormen in kaart te brengen Faculteit der Wijsbegeerte
19
Van REDENERINGEN NAAR REDENEERVORMEN
1. Als het regent, dan worden de straten nat 2. Het regent 3. De straten worden nat P = “Het regent” Q = “De straten worden nat” Redenering Hoe doen we dat? Hiertoe zullen we eerst een formele taal moeten introduceren om redeneervormen te kunnen weergeven. Laten we dat eerst eens gaan doen. Faculteit der Wijsbegeerte
20
VAN Redeneringen naar redeneervormen
1. Als P, dan Q 2. P 3. Q Redeneervorm P en Q worden proposities genoemd. Iedere propositie staat dus voor een bepaalde ware of onware bewering, zoals ‘Gras is groen’ of ‘Parijs ligt in Nederland’. Samenstelling van proposities, zoals Als P, dan Q, worden zelf ook weer proposities genoemd. We spreken dan van complexe proposities. Faculteit der Wijsbegeerte
21
VAN Redeneringen naar redeneervormen
1. Als P, dan Q 2. P 3. Q 1. Als P, dan Q 2. niet-Q 3. niet-P 1. P of Q 2. niet-Q 3. P 1. Als P, dan Q 2. niet-P 3. niet-Q 1. Als P, dan Q 2. Q 3. P 1. P 2. Q 3. P en Q Faculteit der Wijsbegeerte
22
VAN REDENERINGEN NAAR REDENEERVORMEN
1. Als P, dan Q 2. P 3. Q 1. Als P, dan Q 2. niet-Q 3. niet-P 1. P of Q 2. niet-Q 3. P 1. Als P, dan Q 2. niet-P 3. niet-Q 1. Als P, dan Q 2. Q 3. P 1. P 2. Q 3. P en Q Faculteit der Wijsbegeerte
23
De logische constanten
Symbool Aanduiding Als… Dan… → Implicatie En ∧ Conjunctie Of ∨ Disjunctie Niet Negatie (ontkenning) Faculteit der Wijsbegeerte
24
De Formele taal van de propositielogica
1. P Q 2. P 3. Q 1. P Q 2. ¬Q 3. ¬P 1. P ∨ Q 2. ¬Q 3. P 1. P Q 2. ¬P 3. ¬Q 1. P Q 2. Q 3. P 1. P 2. Q 3. P ∧ Q Hiermee hebben we de formele taal van de propositielogica vastgelegd. Maar hoe bepalen we nu in het systeem van de propositielogica of een bepaalde redenering geldig is? Hiertoe hebben we waarheidstafels nodig. Faculteit der Wijsbegeerte
25
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧)
Faculteit der Wijsbegeerte
26
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧)
Faculteit der Wijsbegeerte
27
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧)
Faculteit der Wijsbegeerte
28
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧)
Faculteit der Wijsbegeerte
29
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧)
Faculteit der Wijsbegeerte
30
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧) P Q P ∨ Q
‘Of’ (∨) Faculteit der Wijsbegeerte
31
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧) P Q P ∨ Q
‘Of’ (∨) Faculteit der Wijsbegeerte
32
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧) P Q P ∨ Q
‘Of’ (∨) Faculteit der Wijsbegeerte
33
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧) P Q P ∨ Q
‘Of’ (∨) Faculteit der Wijsbegeerte
34
WAARHEIDSTAFELS P Q P ∧ Q W O De waarheidstafel van ‘En’ (∧) P Q P ∨ Q
‘Of’ (∨) Faculteit der Wijsbegeerte
35
WAARHEIDSTAFELS P Q P Q W O De waarheidstafel van ‘Als… Dan…’ ()
Faculteit der Wijsbegeerte
36
WAARHEIDSTAFELS P Q P Q W O De waarheidstafel van ‘Als… Dan…’ ()
Faculteit der Wijsbegeerte
37
WAARHEIDSTAFELS P Q P Q W O De waarheidstafel van ‘Als… Dan…’ ()
Faculteit der Wijsbegeerte
38
WAARHEIDSTAFELS P Q P Q W O De waarheidstafel van ‘Als… Dan…’ ()
Faculteit der Wijsbegeerte
39
WAARHEIDSTAFELS P Q P Q W O De waarheidstafel van ‘Als… Dan…’ () P
‘Niet’ (¬) Faculteit der Wijsbegeerte
40
WAARHEIDSTAFELS P Q P Q W O De waarheidstafel van ‘Als… Dan…’ () P
‘Niet’ (¬) Faculteit der Wijsbegeerte
41
WAARHEIDSTAFELS P Q P Q W O De waarheidstafel van ‘Als… Dan…’ () P
‘Niet’ (¬) Faculteit der Wijsbegeerte
42
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V ¬Q 3. P P Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
43
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V ¬Q 3. P P Q ¬Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
44
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V ¬Q 3. P P Q ¬Q P V Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
45
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V ¬Q 3. P P Q ¬Q P V Q P V ¬Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
46
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V ¬Q 3. P P Q ¬Q P V Q P V ¬Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
47
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V ¬Q 3. P P Q ¬Q P V Q P V ¬Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
48
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V ¬Q 3. P P Q ¬Q P V Q P V ¬Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
49
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V ¬Q 3. P Geldig! P Q ¬Q P V Q P V ¬Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
50
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V R 3. P P Q R W O Faculteit der Wijsbegeerte
51
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V R 3. P P Q R P V Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
52
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V R 3. P P Q R P V Q P V R W O Faculteit der Wijsbegeerte
53
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V R 3. P P Q R P V Q P V R W O Faculteit der Wijsbegeerte
54
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V R 3. P P Q R P V Q P V R W O Faculteit der Wijsbegeerte
55
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V R 3. P P Q R P V Q P V R W O Faculteit der Wijsbegeerte
56
NAGAAN OF EEN REDERING GELDIG OF ONGELDIG IS
1. P V Q 2. P V R 3. P P Q R P V Q P V R W O Ongeldig! Hiermee hebben we in feite het hele systeem van de propositielogica afgeleid. We hebben een syntax. Dat wil zeggen een formele taal waarin we redeneringen en redeneervormen kunnen representeren. En we hebben een op regels gebaseerde methode waarmee we kunnen nagaan (‘berekenen’) of een bepaalde redenering geldig is. Meer is in feite niet nodig. Maar let nu op! Faculteit der Wijsbegeerte
57
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) Voorbeeld: P = ‘Brigitte heeft gele verf’ Q = ‘Brigitte heeft blauwe verf’ R = ‘Brigitte kan groen mengen’ 1. Als Brigitte gele én blauwe verf heeft, dan kan Brigitte groen mengen. 2. Brigitte kan met alléén gele verf of met alléén blauwe verf groen mengen. Faculteit der Wijsbegeerte
58
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) Voorbeeld: P = ‘De leeftijd van Jan is groter dan 20’ Q = ‘De leeftijd van Jan is kleiner dan 30’ R = ‘De leeftijd van Jan ligt tussen 20 en 30’ 1. Als de leeftijd van Jan groter is dan 20 en kleiner is dan 30, dan ligt zijn leeftijd tussen 20 en 30. 2. Uit het feit dat Jan ouder is dan 20 volgt dat zijn leeftijd tussen 20 en 30 ligt óf uit het feit dat hij jonger is dan 30 volgt dat zijn leeftijd tussen 20 en 30 ligt. Faculteit der Wijsbegeerte
59
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) Kortom, deze redeneervorm leidt tot ongeldige redeneringen en zou daarom niet geldig mogen zijn. Laten we met waarheidstafels nagaan of volgens het systeem van de propositielogica bovenstaande redeneervorm inderdaad ongeldig is… Faculteit der Wijsbegeerte
60
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) P Q R W O Faculteit der Wijsbegeerte
61
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) P Q R P∧Q R W O Faculteit der Wijsbegeerte
62
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) P Q R P∧Q R PR W O Faculteit der Wijsbegeerte
63
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) P Q R P∧Q R PR QR W O Faculteit der Wijsbegeerte
64
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) P Q R P∧Q R PR QR (P R) V (Q R) W O Faculteit der Wijsbegeerte
65
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) P Q R P∧Q R PR QR (P R) V (Q R) W O Faculteit der Wijsbegeerte
66
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) P Q R P∧Q R PR QR (P R) V (Q R) W O Faculteit der Wijsbegeerte
67
HET SCHANDAAL van de propositie logica
P∧Q R (P R) V (Q R) Deze redeneervorm blijkt dus volgens de propositielogica geldig te zijn. Een schandaal! P Q R P∧Q R PR QR (P R) V (Q R) W O Faculteit der Wijsbegeerte
68
Een reddingspoging? Kan het systeem van de propositielogica gered worden? Let nog eens op de waarheidstafel van Als… Dan… () P Q P Q W O Het is in tegenstelling tot de andere waarheidstafels niet vanzelfsprekend dat dit echt de enige redelijke invulling is. Is er misschien een alternatief? Faculteit der Wijsbegeerte
69
P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O
70
P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O
71
P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O
72
P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O Alleen de bovenste vier opties garanderen dat de redeneervorm Uit P Q en P volgt Q geen loze afleidingsregel is P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O
73
P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O
74
P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O P Q P → Q W O Alleen de eerste twee opties garanderen dat de redeneervorm Uit P Q en Q volgt P ongeldig is
75
P Q P → Q W O P Q P → Q W O
76
P Q P → Q W O P Q P → Q W O Alleen linker optie garandeert dat de redeneervorm Uit P Q en ¬Q volgt ¬P geen loze afleidingsregel is
77
P Q P → Q W O
78
De reddingspoging faalt…
Er is dus helaas maar één redelijke waarheidstafel voor Als…Dan… () P Q P Q W O De reddingspoging van de propositielogica faalt daarom. Het systeem is en blijft inadequaat om ons menselijke redeneren volledig te beschrijven Faculteit der Wijsbegeerte
79
NOG Een reddingspoging?
Laten we eens de waarheidstafels van P Q en ¬P V Q vergelijken. P Q P Q W O P Q ¬P V Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
80
NOG Een reddingspoging?
Laten we eens de waarheidstafels van P Q en ¬P V Q vergelijken. P Q P Q W O P Q ¬P V Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
81
NOG Een reddingspoging?
Laten we eens de waarheidstafels van P Q en ¬P V Q vergelijken. P Q P Q W O P Q ¬P V Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
82
NOG Een reddingspoging?
Laten we eens de waarheidstafels van P Q en ¬P V Q vergelijken. P Q P Q W O P Q ¬P V Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
83
NOG Een reddingspoging?
Laten we eens de waarheidstafels van P Q en ¬P V Q vergelijken. P Q P Q W O De proposities P Q en ¬P V Q hebben dezelfde waarheidstafels. Ze zijn equivalent. Wie P Q zegt, zegt hetzelfde als wie ¬P V Q zegt P Q ¬P V Q W O Faculteit der Wijsbegeerte
84
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) Faculteit der Wijsbegeerte
85
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) Faculteit der Wijsbegeerte
86
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) Faculteit der Wijsbegeerte
87
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) Faculteit der Wijsbegeerte
88
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) Faculteit der Wijsbegeerte
89
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (¬P V R) V (¬Q V R) Faculteit der Wijsbegeerte
90
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (¬P V R) V (¬Q V R) Faculteit der Wijsbegeerte
91
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (¬P V R) V (¬Q V R) Faculteit der Wijsbegeerte
92
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬P V ¬Q V R (¬P V R) V (¬Q V R) Faculteit der Wijsbegeerte
93
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬P V ¬Q V R (¬P V R) V (¬Q V R) Faculteit der Wijsbegeerte
94
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬P V ¬Q V R (¬P V R) V (¬Q V R) Faculteit der Wijsbegeerte
95
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬P V ¬Q V R ¬P V R V ¬Q Faculteit der Wijsbegeerte
96
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬P V ¬Q V R ¬P V R V ¬Q Faculteit der Wijsbegeerte
97
Wat betekent dit voor het schandaal?
P∧Q R (P R) V (Q R) P∧Q R (P R) V (Q R) Het schandaal lijkt zo verdwenen. Toch is dit alles géén oplossing. Waarom niet? Het probleem van de propositielogica wordt alléén maar duidelijker: P Q blijkt slechts ¬P V Q te zijn en dus géén echte logische implicatie. Ook deze reddingspoging faalt! ¬(P∧Q) V R (P R) V (Q R) ¬P V ¬Q V R ¬P V R V ¬Q Faculteit der Wijsbegeerte
98
Logica naturalis en Logica Docens
Logica naturalis Het bij ieder mens van nature aanwezige redeneervermogen. Dit vermogen bepaalt ons redeneren in concreto Logica docens De formele logische systemen die worden ontwikkeld door logici en onderwezen aan universiteiten en hoge scholen Hoe moeten wij gelet op wat we vandaag gezien hebben de relatie tussen logica naturalis en docens begrijpen?
99
Optie 1: Logica Docens heeft het primaat
Logica naturalis Logica docens Concrete redenering Formele redeneervorm in systeem X (On)geldig in systeem X (On)geldig
100
Optie 2: Logica naturalis heeft het primaat
Logica docens Concrete redenering Formele redeneervorm in systeem X (On)geldig in systeem X (On)geldig Optie 2 is gelet op “het schandaal” het meest adequaat. De logica naturalis heeft en houdt altijd het primaat
101
HET SCHANDAAL van de propositie logica
De propositielogica blijkt als formeel logisch systeem niet in staat om ons vrije autonome menselijke redeneren adequaat te beschrijven Alle moderne formele logische systemen zijn deels gebaseerd op de propositielogica. Hetzelfde geldt dus voor al deze formele systemen Dit alles zien wij in vanuit ons vrije oorspronkelijke autonome denken, waarmee wij ons verheffen boven elk formalisme. Onze geest stijgt boven elk systeem uit Het primaat ligt dus nooit bij een formeel systeem, maar bij de menselijke geest als schepper van alle formalismen. Het verabsoluteren van een formeel systeem is ten opzichte van onze autonome vrije geest dan ook een vorm van idolatrie Wie een formalisme boven de geest stelt, maakt van dat formalisme een idool. Waar we voor moeten oppassen, is een fetisjistische bevooroordeling van formele regelsystemen boven ons onafhankelijke autonome denken Het is zoals Paulus schrijft: “De letter doodt, maar de geest maakt levend.” Faculteit der Wijsbegeerte
102
Verder Lezen? emanuelrutten.nl Faculteit der Wijsbegeerte
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.