Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHeidi Groen Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
V2 SBC workshop Voorbereiding V2-assessment 30 november, 1 en 7 december 2009
2
Inhoud workshop Wat is de bedoeling van het V2- assessment?
Wat wordt er getoetst? Hoe wordt er getoetst? Voorbereiding op het V2-assessment Oefening: Uitleg competenties Zelf aan de slag…
3
Wat is de bedoeling van het V2-assessment?
Zelfbeoordeling op de 6 IAM competenties Voorbereiden van het gesprek Resultaat is een advies Start afstudeerfase Advies bespreken met afstudeerbegeleider Leerdoelen overnemen in het stageplan
4
Wat wordt er getoetst? HBO niveau Competentie ontwikkeling
IAM kennis en vaardigheden Beroepsproducten Beroepshouding
5
Hoe wordt er getoetst? Assessoren lezen jouw zelfbeoordeling op de IAM competenties Beoordelen aan de hand van de criteria Blinde vlekken Criterium Gericht Interview Advies
6
Voorbereiding V2-assessment
Oefening in groepjes Maak 6 groepjes Ieder groepje krijgt een competentie om uit te werken, zie formulier Plenair Ieder groepje presenteert de uitkomst aan de klas
7
Uitleg competenties De HvA-definitie van een competentie luidt: Een integraal geheel van kennis, vaardigheden en houding die een persoon binnen een beroeps- en/of wetenschappelijke context adequaat weet in te zetten. Competenties zijn leer- en ontwikkelbaar. Voor een succesvolle hbo-carrière moet je op hbo-niveau functioneren en heb je persoonlijke eigenschappen nodig als geloof in eigen kunnen, creativiteit, passie, incasseringsvermogen, sensitiviteit en inzet. Competenties hebben alleen betekenis in specifieke beroepssituaties. Competenties hebben altijd betrekking op handelingen die door een beroepsbeoefenaar worden uitgevoerd. Dat gebeurt vanuit een bepaalde beroepsrol (adviseur, ontwerper, behandelaar).
8
Uitleg competenties Bij competentiegericht toetsen gaat het erom dat de student laat zien dat hij in verschillende beroepssituaties juist handelt en dit kan verantwoorden. Bij de beoordeling van competenties moet de student zelf aantonen hoe competent hij is. Er wordt dus een actieve inbreng verwacht. Daarbij zijn twee onderdelen van belang: Een zelfbeoordeling, waarbij de student een oordeel geeft over de eigen competenties. Bewijsmateriaal, waarmee de student competenties aantoont. De beoordelaars gaan na of de zelfbeoordeling klopt met het bewijsmateriaal dat de student levert. De belangrijkste invalshoeken zijn het beroepsmatig handelen en de kennis en vaardigheden.
9
Uitleg competenties
10
Uitleg competenties Hbo-competenties Brede professionalisering
Multidisciplinaire integratie (Wetenschappelijke) toepassing Transfer en brede inzetbaarheid Creativiteit en complexiteit in handelen Probleemgericht werken Methodisch en reflectief denken en handelen Sociaalcommunicatieve bekwaamheid Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Basiskwalificering voor managementfuncties
11
Uitleg competenties Beroepscompetenties
Het vermogen tot onderzoek, analyse en interpretatie Het vermogen tot conceptualiseren en ontwerpen Het vermogen tot creatie Het vermogen tot samenwerken Het vermogen tot reflectie en persoonlijke ontwikkeling
12
Uitleg competenties Creërend en interactief denkvermogen
Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Productie en beheer bekwaam Multidisciplinaire samenwerking en managementvaardigheden Methodisch en reflectief denken en handelen
13
Voorbereiding V2 assessment
Uitleg Criterium Gericht Interview en de START-methode Oefening in groepjes Dezelfde groepjes werken de eerder gekozen competentie uit volgens de start-methode Plenair Ieder groepje presenteert de uitkomst Doorspreken met de klas Tip: bedenk een aantal beroepssituaties ter illustratie!
14
Criterium Gericht Interview (CGI)
Vragen t.a.v de zelfbeoordeling en reflectie op de competenties van de opleiding. De student maakt een zelfbeoordeling over zijn competentieontwikkeling. Een beschrijving van taken en opdrachten met daaraan de koppeling naar de bewuste competentie die hierdoor in ontwikkeling is of wordt gebracht. Door middel van een criterium gerichte vraagstijl, waarbij praktisch mogelijke beroepssituaties en taken centraal staan, wordt uitgediept welke competentie een student heeft aangetoond resp. kan tonen in het gesprek.
15
START methode S vraag: heb jij onlangs een situatie meegemaakt waarin deze competentie aan de orde kwam? T vraag: wat was de opdracht / taak? Wat werd er van je verwacht? A vraag: wat heb jij gedaan? Wat is er gebeurd? R vraag: Wat was het effect? Hoe is het afgelopen? T vraag: Hoe zou je in een andere situatie handelen?
16
Terugkoppeling Afronding vragen en opmerkingen!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.