De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

KBO Nistelrode 15 januari 2015

Verwante presentaties


Presentatie over: "KBO Nistelrode 15 januari 2015"— Transcript van de presentatie:

1 KBO Nistelrode 15 januari 2015
Langer thuis wonen en de zorg in Nederland Wim van Kreij

2 Zo lang mogelijk thuis wonen
Onderzoeken onder Senioren wijzen uit dat men zo lang mogelijk zelfstandig thuis wil blijven wonen! Zo lang mogelijk thuis wonen

3 Hier gaat het vandaag over
Aan de orde komen Aanleiding voor veranderingen Oplossingen vanuit de overheid De veranderende wetten en het tijdpad De rol en verantwoordelijkheid van de gemeente De directe gevolgen van de veranderingen voor u Vervolg op volgende pag. Hier gaat het vandaag over

4 Hier gaat het vandaag over
Terminologie en zorgvarianten De toegang tot de zorg (+keukentafelgesprek) Mantelzorg en informele zorg Financiële gevolgen Op de valreep Wat kunt u zelf doen? U krijgt informatie op papier mee zodat u het rustig kunt teruglezen. KB Hier gaat het vandaag over

5 Uit haar Kersttoespraak

6 De aanleiding voor de veranderingen
De overheid zorgde voor u. Senioren willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Behoefte om zorg op maat te ontvangen. Oplopende zorgkosten……2002(18)nu(28)2020(38) De economische crisis zorgt voor urgentie. Het appél op de hele samenleving is daarom; Het moet dus anders, goedkoper en daarom vanuit nog meer plichtsbesef en solidariteit naar elkaar toe! De verzorgingsstaat werd vanaf de jaren ‘70 van de vorige eeuw gestaag opgebouwd: Zorg werd door de overheid uit handen genomen. Dat had economische motieven en sociale motieven. Effecten waren dat we steeds jonger en eerder bepaalde zorg gingen consumeren en dat het voor elkaar zorgen uit de mode raakte, de individualisering nam toe. De zorgkosten liepen gestaag op en eind jaren ‘90 werd duidelijk dat het een groot probleem zou gaan worden om op dezelfde weg door te gaan. Onderzoeken door SCP, overheid en legio enquêtes naar wensen en behoeften van senioren lieten zien dat senioren graag zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Hoofdconclusie: Ouderen willen zo lang mogelijk thuis wonen. Dus logisch om de zorg meer aan huis te organiseren. Kwetsbaarheid is bij wonen in eigen en vertrouwde omgeving minder dan in andere situaties. Dit gegeven is belangrijk om veranderingen door te voeren, men wil het immers zelf ook! Kritische opmerking daarbij: De onderzoeken richtten zich ook op nog vitale ouderen en onder de garanties van de toenmalige voorzieningen! Door oplopende zorgvraag wordt zorg onbetaalbaar In 2010 =1/6e 65+, in 2030=1/4e 65+ / 27% van deze groep is kwetsbaar. Er zijn meerdere oorzaken waarom de zorgkosten uit de hand lopen. (toename technische mogelijkheden, Nederlanders gaan in vergelijking met andere landen snel naar een dokter, bureaucratie bij zorgaanbieders) en …… We worden ouder, hoogbejaard (80+) neemt toe en er komen steeds meer ouderen. Kwetsbaarheid = Proces van stapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren met grote kans op negatieve gezondheidsuitkomsten (SCP). Zorgkosten in 2012, 27,5 miljard (in 2002, 18,6 miljard). Men beoogt de kosten m.i.v gelijk te houden, terwijl volume en behoefte zullen toenemen. In 2012 bij modaal inkomen, gaf men 25% uit aan zorgkosten, bij niet ingrijpen zou dat oplopen naar 45% in 2040. De aanleiding voor de veranderingen

7 Oplossingen vanuit de overheid: Ingrijpen en ombuigen
Meer verantwoordelijkheid bij de burger zelf . De toelatingsdrempel tot de zorg verhogen en zorg als dat kan aan huis leveren. Zelfredzaamheid en informele zorg (niet vrijblijvend) stimuleren. Verantwoordelijkheden (AWBZ-Wmo) van Rijk naar Gemeente overzetten met een forse efficiëntie opdracht. Zodat de meest kwetsbare mensen optimaal geholpen kunnen blijven worden De toelatingsdrempel tot professionele en intramurale zorg ingrijpend verhogen. (Extramurale zorg is de professionele zorg die buiten een zorginstelling geleverd wordt. Dus zorg aan huis. Intramurale is de zorg die binnen een instelling geleverd wordt.) Efficiëntie opdracht gemeente: Gemeenten moeten het met ongeveer 25% minder budget doen dan dat de overheid uitgaf aan zorg. Het bedrag dat aan zorg wordt uitgegeven moet de komende jaren echter hetzelfde blijven. Dat betekent als er meer ouderen komen dat er minder per oudere beschikbaar is. Loophulpmiddelen zijn bijvoorbeeld al in 2013 uit het pakket verdwenen. Op vervoer wordt ook bezuinigd. Eigen bijdragen en eigen risico’s verhogen (verantwoordelijkheid gemeente). De staatssecretaris heeft een harde toezegging gedaan dat voor mensen die echt zorg en verpleging nodig hebben dat het altijd beschikbaar blijft. Oplossingen vanuit de overheid: Ingrijpen en ombuigen

8 Van de bestaande Wmo (2007) gaan we naar de Wmo 2015.
AWBZ-taken gaan naar de gemeenten met een bezuinigingsopdracht. De Wet langdurige zorg (WLZ) (invoering 1 januari 2015) in plaats van de AWBZ.) De Zorgverzekeringswet krijgt ook taken uit de AWBZ. De AWBZ verdwijnt in 2016 (2015 overgangsjaar). ‘Participatiewet’ en ‘participatiesamenleving’. Er veranderen nog zaken dus let op, Sorry voor dit ongemak. De wet maatschappelijke ondersteuning bestaat vanaf 1 januari 2007. Meedoen staat centraal. Compenseren van tekorten van mensen waardoor ze weer volwaardig mee kunnen doen ligt als plicht in de wet vast. 9 prestatievelden vormen het kader. De WMO 2015 Alles gericht op zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Burgers zijn eerst zelf verantwoordelijk voor hun zorg en welzijn. Gemeenten krijgen volledige verantwoordelijkheid, zij maken zich zorgen over het snelle tempo van invoering van de nieuwe wetten en het beschikbare budget. Eigen kring en omgeving worden geacht als eerste hulp en begeleiding te bieden. Pas als dat niet meer gaat kan aanspraak op professionele ondersteuning en zorg worden gemaakt. 9 prestatie velden worden 3 doelen; Stimuleren van Participeren staat centraal. 1.Het bevorderen van sociale samenhang, de mantelzorg, het vrijwilligerswerk en de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente en daarnaast het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld; 2. Het bieden van opvang (maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen en verslavingszorg vallen hieronder); 3. Het ondersteunen van de participatie en zelfredzaamheid van personen met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen, indien mogelijk in de eigen leefomgeving. De AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten) Overheveling naar WMO-2015, per 1 januari 2015 Voorbereidingen zijn al in volle gang! Overheveling naar Wlz-Zvw per 1 januari 2015 Wlz (wet langdurige zorg). Er is nog onduidelijkheid en er zijn zorgen: - Zorgen over de huidige bewoners van zorginstellingen als ze toch moeten gaan verhuizen. - Zorgen over werkgelegenheid in de Zorg. - Het korte tijdpad waarin alles klaar moet zijn. De termen participatiewet en participatie samenleving worden vaak door elkaar gehaald. De participatiewet regelt de sociale zekerheid. Deze is erop gericht iedereen aan het werk te krijgen of een maatschappelijke bijdrage te laten leveren. De participatie samenleving is meer ideële term om aan te geven dat we op en met elkaar betrokken zijn. De wetten die veranderen en het tempo waarop die veranderingen worden doorgevoerd.

9 Na 1960: de tijden veranderen Meer aandacht voor welzijn
 Dr. Willem Drees (AOW) ( )  Marga Klompé (1956–1971)  Oprichting Ouderen bonden  Democratiseringsbeweging (Provo’s Nozems)

10 Transitie AWBZ AWBZ Wlz Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
Wet langdurige zorg WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning ZVW ZorgVerzekeringsWet Transitie AWBZ De WMO-2015 wordt ingevoerd per 1 januari Daarmee gaan een aantal zorgtaken die nu nog onder de AWBZ vallen naar gemeenten overgeheveld worden. Algemeen: Gemeenten krijgen per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor delen van de zorg en begeleiding. Zij gaan vanaf dan ook zelf bepalen waar burgers aanspraak op kunnen maken. Dat heeft uiteraard gevolgen voor de zorg en begeleiding die burgers op dit moment genieten. Het kabinet breekt de AWBZ open in drie stelsels: De niet-medische ondersteuning gaat naar de gemeenten (Wmo). Onder de Wmo vallen de individuele begeleiding en de collectieve begeleiding (o.a. dagbesteding). De wijkverpleging en verzorging komt voor rekening van de (Zvw) zorgverzekeraar en De rest blijft bij de overheid (Wlz). Wlz blijft een volksverzekering: solidariteitsbeginsel. Transitie AWBZ

11 Laat u goed informeren, geloof niet alle spookverhalen.
Trek zoveel mogelijk uw eigen plan en niet dat van een ander. Denk goed na wat voor u tussen nu en 1 januari 2016 de beste opties zijn als u in een overgangssituatie zit. Zorg voor een wel afgewogen financiële planning en timing. Neemt u voorzorgmaatregelen, bijvoorbeeld: * beoordeel uw toekomstig hulpnetwerk * richt uw huis, waar dat zinvol is, toekomstbestendig in En….. Vergeet vooral niet om ook NU te leven. Positief denken Laat u niet in de put praten. Het leven bestaat namelijk uit meer dan zorg. Wat kunt u zelf doen

12 Rol en verantwoordelijkheid van de Gemeenten
Gemeenten worden verantwoordelijk voor de WMO (Uiteindelijk zal van hetgeen nu in de AWBZ wordt uitgegeven zal naar de WLZ gaan… stapsgewijs) Zij krijgen een grote mate van beleidsvrijheid. Zij bundelen de krachten met collega gemeenten via regionale samenwerking. Zij zullen strakker gaan beoordelen of begeleiding en voorzieningen niet anders georganiseerd kunnen worden. Gemeenten willen het beste voor hun burgers en zijn beter toegerust om maatwerk te leveren! - Binnen het brede domein zorg en welzijn mogen gemeenten zelf bepalen waar ze hun prioriteiten leggen. Gelden zijn niet gelabeld aan diensten maar dienen wel binnen het sociale domein ingezet te worden. Nederland is opgedeeld in Wmo regio’s. In Noord Brabant zijn er dat vijf. (west, midden, noord –oost, zuid oost en peelregio 6.1). Zij kopen gezamenlijk diensten in en/of organiseren samen de toegang tot de diensten. Echter, elke gemeente blijft zelf verantwoordelijk voor haar eigen beleid! Rol en verantwoordelijkheid van de Gemeenten

13 Het roept veel vragen op!
* Er zijn veel vragen. Zowel bij burgers als bij gemeenten! Het roept veel vragen op!

14 De directe gevolgen van de veranderingen voor u
De zorg om wie komt helpen neemt toe. U dient eerst uw naasten en uw omgeving te vragen voor hulp en ondersteuning. Compenserende mogelijkheden bij ouderen nemen af naarmate men ouder wordt. Oplossingen die u nog kent uit vroeger tijden werken niet meer, omdat de wereld teveel is veranderd. Eigen verantwoordelijkheid nemen betekent ook, zelf organiseren en zelf vragen: Wat kunt u nog wel zelf, vaak kunt u nog meer dan u denkt! Hulp van uw partner en/of uw kinderen, familie = mantelzorg. Hulp door uw omgeving, buren en/of vrijwilligers = informele zorg. Ondersteuning door vrijwilligers of vrijwilligersorganisaties = informele zorg. Met compenserende mogelijkheden wordt bedoeld dat senioren doorgaans: Minder mogelijkheden hebben om financiële buffers op te bouwen. Minder in staat zijn om iets terug te doen. Minder mogelijkheden hebben tot andere bezigheden die in plaats komen van beperkingen. De huidige Wmo was gebaseerd op de plicht om te compenseren. Dus mensen te helpen hun tekorten zo goed mogelijk aan te vullen. Dat is in de Wmo 2015 niet meer zo! Soms hoor je wel eens dat het terug naar vroeger moet. Echter dat gaat niet, de maatschappij is daarvoor teveel veranderd, denk aan: Kinderen die ver weg wonen. Mensen in de buurt gaan anders met elkaar om. Er zijn veel tweeverdiener gezinnen. De mentaliteit is veranderd, veel individueler en op consumptie ingesteld. Daarentegen zijn er veel moderne hulpmiddelen die er vroeger niet waren. De directe gevolgen van de veranderingen voor u

15 Langer thuis wonen en elkaar helpen!
Tekst Langer thuis wonen en elkaar helpen!

16 We sturen de ouderen niet het bos in

17 Terminologie en zorgvarianten
Verpleging, verzorging, begeleiding en ondersteuning VPT (volledig pakket thuis) PGB (persoonsgebonden budget) Zorg in natura Algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen Mantelzorg en informele zorg Begeleiding en ondersteuning. Alle vormen van hulp die u nodig heeft om langer thuis te kunnen blijven wonen. Ook veel hulpmiddelen vallen hieronder. Verzorging voor het lichaam. Ook bepaalde hulpmiddelen vallen hieronder. Verpleging aan het lichaam, (intensieve verpleging is 24 uur verpleging en meestal in een instelling). De toegang tot verpleging en zwaardere zorgvormen blijft gegarandeerd via de WlZ. VPT (volledig pakket thuis) - Als u intensieve zorg of verpleging nodig heeft en niet naar een instelling gaat kunt u het Volledige Pakket Thuis krijgen. PGB (persoonsgebonden budget): U kreeg via de Sociale Verzekeringsbank de beschikking over financiële middelen om uw zorg zelf in te kopen. Het PGB krijgt strakkere regels. Er komt een trekkingsrecht via de SVB (Sociale Verzekeringsbank). Zelf boekhouding organiseren. U bent namelijk werkgever. Voor wie daar geen aanspraak op kan maken blijft ZmV en VPT over. In 2015 behouden PGB houders hun rechten. De nieuwe regels gelden voor nieuwe aanmelders. Zorg in Natura is de zorg die u krijgt toegewezen (na goedkeuring op basis van indicatie) door uw gemeente. Een lokale zorgaanbieder voert het uit. Algemene voorziening. Als u een lichte indicatie heeft kan een algemene voorziening u helpen langer thuis te blijven wonen. Bijvoorbeeld dagactiviteiten. Maatwerkvoorziening. Meestal bij een meer specifieke zorgvraag en meestal een zwaardere indicatie is een voorziening waarbij is vastgesteld dat die passend is voor u specifiek. Voor zowel een algemene als een maatwerkvoorziening geldt dat er een indicatie voor nodig is. De uitkomst van het gesprek bepaalt of u in aanmerking komt voor een algemene of specifieke voorziening. Het kan dezelfde activiteit zijn die voor klant 1 een algemene voorziening is en voor klant 2 een specifieke voorziening. Voor een algemene voorziening kunt u een eigen bijdrage moeten betalen, de gemeente bepaalt hoeveel. Voor een maatwerkvoorziening bepaalt uw inkomen (en vermogen) de hoogte van uw eigen bijdrage. Deze is voor iedereen in Nederland hetzelfde. Terminologie en zorgvarianten

18 (begeleiding en ondersteuning)
De toegang tot de WMO-2015 (begeleiding en ondersteuning) De toegang tot de Wlz (langdurige – mogelijk intramurale-zorg) Zorgwonen: huur en zorg zijn gescheiden Toegang tot de WMO begeleiding en ondersteuning Als u ondersteuning of begeleiding of lichte zorg nodig heeft dan belt u uw gemeentelijke Wmo afdeling. Meestal is dat het telefoonnummer van het zogenaamde Wmo loket. Daarnaast zijn in uw buurt wijkteams actief. (Soms verloopt de toegang tot de WMO via deze (sociale) wijkteams) Daarin werken welzijn en zorg al vaak samen. Ook hen kunt u benaderen met (zorg)vragen. Een gemeente ambtenaar komt met u praten over uw wens of uw vraag. Dat heet het ‘onderzoek’ gesprek. In de volksmond wordt dit ook wel het ‘keukentafel’ gesprek genoemd. In dat gesprek zal de ambtenaar samen met u het volgende doen; - Uw vraag helder en concreet maken. - Met u zoeken naar manieren voor een oplossing van uw probleem of vraag binnen uw eigen mogelijkheden. - Daarbij zal hij ook kijken naar omstandigheden en mensen in uw omgeving die u zouden kunnen helpen. - U in algemene zin uitleggen wat de eventuele mogelijkheden voor zorg, ondersteuning en begeleiding er zijn en uit welke vorm u eventueel kunt kiezen. (in natura of u ontvangt zorg of hulp of in strikte situaties via een persoonsgebonden budget (PGB). Dan organiseert u zelf uw zorg. - Ook andere zaken met u bespreken die op het eerste gezicht niet direct iets met uw vraag te maken hoeven te hebben. - Van het gesprek wordt door de ambtenaar een verslag gemaakt. Dat verslag wordt door de ambtenaar en door u ter ondertekening voorgelegd. Als het door beiden ondertekend is dan is dat tevens uw aanvraag. - Als u het niet eens bent met de inhoud van het verslag kunt u bezwaar aantekenen bij uw gemeente. - Dan wordt er door een andere ambtenaar met u opnieuw naar gekeken. (u kunt géén recht op voorzieningen claimen zoals dat in de oude Wmo wel het geval was). Uiteraard kunt u naar de rechter stappen als u het niet eens kunt worden over het aanbod dat de gemeente u doet. - U ontvangt de zorg. (over de vormen van het aanbod en de eigen bijdrage leest u verderop meer)   - Als er een verandering in uw situatie optreedt waardoor u denkt andere of meer hulp nodig te hebben kunt u op elk tijdstip een nieuw verzoek indienen. Toegang tot de langdurige zorg (Wlz) Vaak zult u al contact hebben met uw huisarts of met de wijkverpleegkundige. Dat kan over uzelf gaan maar het kan natuurlijk ook over uw partner gaan. Het kan ook zijn dat er plotseling iets gebeurt. U komt bijvoorbeeld in het ziekenhuis terecht en daar wordt acuut duidelijk dat intensieve verpleging nodig is. Er volgt een gesprek met iemand van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Daarin wordt vastgesteld of permanente zorg en toezicht vereist zijn. De eventuele mantelzorger (uw naaste of direct familielid die ook voor u zorgt) is aanwezig bij dat gesprek. De wijkverpleegkundige is het schakelpunt als het om toekenning van zorg gaat. Deze zal helpen bij het aanvragen van de indicatie voor de Wlz (CIZ indicatie) Er volgt een indicatie besluit. Die zorgzwaarte indicatie noemt men ook wel het zorg zwaarte pakket (ZZP). Dat is omdat aan de weging van de noodzakelijke zorg (het zorgprofiel) ook direct een zorgpakket gekoppeld is. Dat is de zorg die hoort bij de vastgestelde zorgbehoefte. ZZP’s zijn standaard en voor iedereen hetzelfde vastgestelde zorgpakketten. De ZZP 1 tot en met 10 zijn voor Senioren het meest actueel. (ZZP 1 is de lichtste indicatie en dat loopt dus op.) Vanaf ZZP 4 spreekt men van een zware indicatie en komt Zorg in het kader van de Wlz in beeld. U hebt keuze vrijheid hoe u verzorgt wilt worden. Dat kan bij u thuis. Dat noemt men het volledig pakket thuis (VPT). Dat kan ook via een persoonsgebonden budget (PGB, hierover volgt verderop meer uitleg) of U gaat naar een instelling voor zorg met wonen (het verpleeg-of zorghuis). Alle zorg wordt dan binnen de instelling geregeld. Het zorgkantoor organiseert de zorg en kan u helpen keuzes te maken. U ontvangt de zorg volgens het voor u vastgestelde zorgzwaartepakket. (thuis=extramurale zorg of in een instelling=intramurale zorg) Uw eigen bijdrage (later meer over de eigen bijdrage) voor de zorg wordt door het (CAK) Centraal Administratie Kantoor berekend en ingehouden. De toegang tot de Zorg

19 Het keukentafelgesprek
Het onderzoek gesprek (voorheen keukentafelgesprek) De gemeente bespreekt mét u uw aanvraag. Een gemeenteambtenaar voert het gesprek met u aan Keukentafel. Er wordt naar oplossingen voor uw probleem en kijkt eerst naar uw eigen mogelijkheden en die van uw omgeving. Pas daarna komen andere (Wmo) oplossingen in beeld. Als u het oneens bent met de uitslag kunt u bezwaar aantekenen bij de gemeente. Laat u bijstaan in het gesprek en bereid het goed voor. KBO-Brabant cliëntondersteuners kunnen u bijstaan. Het keukentafelgesprek, bespreking van uw aanvraag met de gemeente: Een gemeente ambtenaar komt bij u thuis praten als u een Wmo aanvraag doet, het mag ook ergens anders. Hij zal met u kijken naar oplossingen en als het niet anders kan zorg en begeleiding aanvragen. Bij afwijzing van uw aanvraag kunt u protest aantekenen maar geen recht claimen. U krijgt een mogelijkheid om u bij te laten staan. De gemeente is dat verplicht! Dat is altijd gratis! U doet er daarnaast goed aan een familielid of iemand die u kent te vragen ook bij het gesprek aanwezig te zijn. Dat kan een cliënt-ondersteuner van KBO-Brabant zijn. KBO-Brabant leidt gericht cliënt-ondersteuners op om u bij te staan in het keukentafelgesprek. Bereidt u het gesprek vooraf goed voor, dat is verstandig. U ontvangt altijd een verslag van uw gesprek. Zowel U als de gemeente ambtenaar ondertekent dat verslag. Daarmee is het tevens uw formele aanvrage. U kunt geen recht meer claimen maar u kunt wel bezwaar maken tegen een besluit bij uw gemeente. Bezwaar of klacht: als u het niet eens bent met een besluit dat na het keukentafelgesprek wordt genomen, dan is er altijd de mogelijkheid om bezwaar te maken. Omdat ook gemeentes zoekend zijn in hoe we dit goed inrichten, omdat duidelijk is dat er veel zaken nu nieuw zijn en het niet wenselijk is alle vragen direct tot een juridische (en dus langdurige) kwestie te maken, zijn veel gemeentes op zoek naar andere wegen. B.v. instelling van een ombudsman e.d. Vb: KBO Vught heeft een ombudsman die kan helpen. Voor bestuurders; - Op dit moment zijn veel gemeentes bezig met hun WMO verordening (moet klaar zijn begin november 2014). - VNG heeft een concept gemaakt waarin een aantal keuzemogelijkheden zijn vastgesteld. Vraag in uw gemeente naar de criteria waarmee keuzes worden gemaakt. Heeft uw afdeling contact met de WMO raad en zo ja, wat zijn zaken die als belangrijk naar voren worden gebracht? Realiseer u dat de uitwerking van de verordening straks effecten gaat hebben lokaal en tot lokaal andere keuzes kunnen leiden. Het keukentafelgesprek

20 De wijkverpleegkundige
Kerntaken en aanvullende taken Rekening houden met omstandigheden van de cliënt Spin het web tussen zorgbehoefte en zorgaanbod Werkt samen met wijkteam Beoordeelt of indicering langdurige zorg nodig is De wijkverpleegkundige krijgt een hele belangrijke rol. In de praktijk kunnen zware en lichtere zorg in bepaalde gevallen dicht tegen elkaar liggen. Behalve de kerntaken van de wijkverpleegkundige voert deze dan ook andere taken uit. Kerntaken zijn: (dit wordt de toewijsbare zorg genoemd) Helpen bij lichamelijke verzorging, geven van injecties, aanleggen infuus, toedienen van medicijnen en wondverzorging. Diagnose stellen en zorgplannen opstellen. Stimuleren van zelfredzaamheid (daarvoor kent de wijkverpleegkundige de situatie en omstandigheden van de cliënt). Advies geven, bijvoorbeeld als intensieve zorg (in een instelling) vereist is Andere taken zijn: (dit wordt de niet-toewijsbare zorg genoemd) Omgevingsfactoren en omstandigheden signaleren en meenemen in het zorgplan. Als spin in het web tussen andere zorgverleners optreden De wijkverpleegkundig valt onder de Zvw. Hoewel er meerdere wetten, zorgniveaus en zorgaanbieders zijn is het belangrijk dat de mensen zelf daar zo weinig mogelijk last van hebben. Daarom werkt de wijkverpleegkundige binnen het wijkteam. De indicering voor de zorg die vanuit de Zvw wordt verstrekt is ter beoordeling van de wijkverpleegkundige (dat samen met of los van het wijkteam plaatsvinden). De wijkverpleegkundige zal ook als spil fungeren als zwaardere Wzl zorg, en dus indicering via het CIZ, nodig is. De indicatie voor langdurige zorg wordt door het CIZ afgegeven. De V&VN (beroepsvereniging voor professionals) heeft gewerkt aan een document “Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving”. Verpleegkundigen, patiënten- en zorgaanbieders, zorgverzekeraars en gemeenten hebben zich met elkaar verdiept in de essentie van het beroep van verpleegkundigen en verzorgenden en onderschrijven het belang van een normenkader. De wijkverpleegkundige vervult een belangrijke functie! De wijkverpleegkundige

21

22 Tegemoetkomingen / compensatieregelingen verdwijnen
Zorgtoeslag verlaagt Afslanken (Wmo) pakket hulpmiddelen Beperking fiscale mogelijkheden In 2015 Wmo toelage (niet)pensioengerechtigden optioneel geïntroduceerd, “per gemeente” WTCG (wet tegemoetkoming chronisch gehandicapten) Verdwijnt in 2014 / Gemeente moet compenseren op basis van Maatwerk / juli e kamer CER (compensatie eigen risico) Verdwijnt in 2014 / Gemeente moet compenseren op basis van Maatwerk / juli e kamer Zorgtoeslag wordt lager omdat premie is gedaald. Voor alleenstaanden geldt in 2014 een maximum inkomen van € Voor partners geldt een maximum inkomen van € De maximum zorgtoeslag is voor alleenstaanden €865. Voor meerpersoonshuishoudens €1.655. PGB wordt in 2014 en 2015 met 10% verlaagd en gekoppeld aan vaste tarieven. Korting op eigen bijdrage intramurale zorg verdwijnt in 2014 (max 33%). Korting op eigen bijdrage extramurale zorg verdwijnt in 2015. Fiscale voordelen meerkosten blijven (na onderhandeling) wel fiscaal aftrekbaar, echter in mindere mate dan voorheen (zie TSZ blijft toch (na onderhandeling) = tegemoetkoming specifieke zorgkosten, gemeente bepaalt! Reden verandering=zorgen dat de tegemoetkoming ook echt bij de doelgroep terecht komt (onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet het geval was in de oude regeling). Gemeenten hebben de mogelijkheid om een financiële tegemoetkoming vanuit de Wmo in te zetten. Elke gemeente zal, als ze daar gebruik van maken, dit in het beleid vastleggen. Gemeenten zijn dat niet verplicht. Financiële gevolgen

23 Financiële gevolgen (eigen bijdrage zorgkosten )
Op welke manier wordt uw eigen bijdrage voor de zorg berekend? Het CAK (centraal administratie kantoor) voert uit De eigen bijdrage voor zorgkosten met verblijf Eigen bijdrage Wmo, deels vastgesteld (specifieke voorzieningen) en deels verantwoordelijkheid gemeente (algemene voorzieningen) De eigen bijdrage voor zorgkosten wordt berekend op basis van: - Uw AOW - Uw aanvullend pensioen Mogelijk andere inkomstenbronnen Uw leeftijd (67+!) Uw indiceringszwaarte (ZZP) 8 % van uw vermogen (spaartegoed/belegging) wordt opgeteld bij uw belastbaar inkomen en in de CAK berekeningsformule meegenomen. Er is een vrijstelling van het vermogen tot euro per jaar per persoon, met partner is dat 2x = euro. Dat bedrag wordt dus niet meegeteld als belastbaar inkomen. Alleen het bedrag dat u meer heeft telt mee als vermogen en daarvan wordt 8% bij uw belastbaar inkomen opgeteld! Er zijn twee varianten m.b.t. de berekening van de eigen bijdrage, een hoge variant en een lage variant. Beide kennen een bodembedrag en plafondbedrag: De exacte hoogte van die eigen bijdrage, dus zowel in de lage als de hoge variant, hangt af van uw persoonlijke situatie. De eigen bijdrage bij de lage variant is minimaal € 152 per maand en maximaal € 797,80 per maand. Uw inkomen en vermogen wordt gepeild op 1 januari van 2 jaar terug. Is uw inkomen en/of eventuele vermogen (veel) lager geworden dan twee jaar geleden? Dan kunt u om een aanpassing van uw eigen bijdrage vragen. De hoge variant van de eigen bijdrage in een AWBZ instelling is maximaal € 2.189,20 per maand. Bij de berekening van de hoge eigen bijdrage houdt het CAK er rekening mee dat u zak- en kleedgeld overhoudt. Lage eigen bijdrage: De lage eigen bijdrage geldt alleen voor mensen die nog kosten voor een huishouden buiten de instelling hebben. Bijvoorbeeld omdat uw verblijf tijdelijk is, omdat u voor uw kinderen moet zorgen, of een thuiswonende partner heeft. De lage variant geldt: U bent voor het eerst opgenomen in een AWBZ-instelling. Of uw eerdere opname was langer dan zes maanden geleden. Dan betaalt u de eerste zes maanden (de wachttijd) de lage eigen bijdrage of U (of uw partner) heeft een indicatiebesluit voor tijdelijk verblijf. Of u heeft een verklaring terugkeer naar de maatschappij (TNM) of U betaalt het levensonderhoud van uw kinderen waarvoor u kinderbijslag ontvangt of uw kinderen krijgen studiefinanciering. De kinderen mogen niet ouder zijn dan 27 jaar of U bent gehuwd en uw partner woont nog thuis. Of u heeft een duurzame relatie, bijvoorbeeld bij een samenlevingscontract, en uw partner woont nog thuis of U ontvangt het volledig pakket thuis (VPT). U verblijft dan niet in een instelling. In alle andere gevallen betaalt u de hoge variant van de eigen bijdrage (volgens de hierboven aangegeven berekeningsformule). Ontvangt u een bijstandsuitkering op zak- en kleedgeldniveau? Of heeft u een ander inkomen op dit niveau? Dan hoeft u meestal geen eigen bijdrage te betalen voor Zorg met Verblijf. U moet dit meestal wel zelf aan ons doorgeven. Wat u moet doen, hangt af van de soort eigen bijdrage: hoog of laag. Financiële gevolgen (eigen bijdrage zorgkosten )

24 Heeft u in 2014 een indicatie voor zorg met verblijf, maar woont u thuis dan heeft u de keuze tot 1 januari om alsnog daar gebruik van te maken. Per 1 januari 2015 herindicatie ,die thuis woont en gaat over naar de Wmo. Allen ,die in een zorginstelling verblijven houden deze rechten Voor de leesbaarheid van onderstaande regels maken we onderscheid tussen lichte AWBZ zorg & begeleiding en zware AWBZ zorg. De zware AWBZ zorg gaat naar de Wlz/Zvw. De lichte AWBZ zorg en begeleiding gaat naar de Wmo 2015 en Voor nieuwe aanvragen op zorg zal de indicatie bepalen onder welke wet die zorg gaat vallen. Voor de zorg die al is geïndiceerd en dus al werd geleverd voor 31 december 2014, gelden overgangsregels. Zware AWBZ zorg (hoge ZZP indicatie) Voor mensen met een hoge AWBZ-indicatie voor verblijf die onder de Wlz gaan vallen en die ook daadwerkelijk verblijven, geldt dat zij deze indicatie en het daarmee verbonden recht op een verblijf in een instelling behouden. Mensen in een kleinschalig wooninitiatief worden juridisch gezien in het overgangsrecht gelijk gesteld met mensen die in een instelling wonen. Zij behouden hun rechten. Is er nog geen plek in een instelling dan is er sprake van overbruggingszorg. Dit kan via een volledig pakket thuis of een persoonsgebonden budget. Als deze verzekerde de zorg nu afneemt in functies en klassen dan kan dat ook in Op het moment dat de verzekerde kiest voor verblijf in een instelling, valt hij/zij onder de Wlz. Mensen met een hoge AWBZ indicatie en die nog thuis wonen behouden hun recht op zorg vanuit de Wlz. Ook als de keuze wordt gemaakt om thuis te blijven. Kiest men ervoor om ook na 1 januari 2016 thuis te blijven wonen, dan kan men voor zorg- en ondersteuning een beroep doen op de overheid (Wlz) of zorgverzekeraar (Zvw). Om de continuïteit van zorg voor cliënten te borgen, beschouwen verzekeraars cliënten die op 31 december 2014 een geldig indicatiebesluit voor verpleging of verzorging in de AWBZ hebben, en waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken of die in zorg zijn, door zorgverzekeraars op 1 januari 2015 als zijnde in het bezit van een geldige verwijzing voor wijkverpleging op grond van de Zvw. In de loop van 2015 kan het zijn dat er, binnen het recht op zorg dat er in de Zvw is, een beter passende invulling aan zorg gegeven wordt. Dit betekent dat alle cliënten die in zorg zijn op 1 januari 2015 zorg kunnen blijven ontvangen van dezelfde aanbieder. Dit betekent niet automatisch dat de zorg precies dezelfde is als de zorg die cliënten gewend waren vanuit de AWBZ te ontvangen. De persoonlijke verzorging gaat niet over naar de gemeenten (Wmo) maar naar de zorgverzekeringswet. De rechten van cliënten verschuiven per 2015 van een wettelijk recht op AWBZ-zorg naar een wettelijk recht op Zvw-zorg. De zorgverzekeraar in de Zvw heeft zorgplicht. Let op! Lichte AWBZ zorg (lage ZZP indicatie): Cliënten met een ‘lage(re)’ zzp (zzp 4) die deze per 1 januari 2015 niet verzilveren in Verblijf, maar thuis wonen vallen onder de overgangsregeling van de Wet langdurige zorg. Voor de duidelijkheid, dat is de groep die beschikt over een indicatie voor Verblijf, maar op 1 januari 2015 nog thuis woont. Zij kunnen tot 1 januari 2016 alsnog kiezen voor Verblijf op grond van de nu nog AWBZ en later Wlz. Zij krijgen 1 jaar de tijd om een keuze te maken tussen intramurale zorg of ondersteuning vanuit de Wmo. Daarna, dus vanaf 1 januari 2016, vallen zij automatisch onder de Wmo. Het overgangsrecht voor deze cliënten van de Wlz bepaalt dat deze persoon uiterlijk 1 januari 2016 schriftelijk kenbaar moet maken of hij wil gaan verblijven in een instelling. Wanneer de nieuwe Wmo op 1 januari 2015 in werking treedt, vervalt de huidige Wmo. De Wmo 2015 bepaalt dat beschikkingen afgegeven voor 1 januari 2015, rechtsgeldig blijven. Zij die na 1 januari 2015 een aanspraak op de Wmo doen, vallen uiteraard wel direct onder de nieuwe wet. In overleg met de cliënt kan de gemeente afspraken maken over een vervangend Wmo-ondersteuning arrangement gedurende de overgangsperiode. Voorwaarde is dat de cliënt daarmee instemt. Mensen met een indicatie die doorloopt na 1 januari 2015 behouden gedurende de looptijd van hun indicatiebesluit – maar uiterlijk tot het einde van 2015 – het recht op die zorg die aan het indicatiebesluit verbonden is, onder de condities die daarvoor onder de AWBZ van toepassing waren, waaronder de eigen bijdrage. Indicaties voor lichte AWBZ-zorg (zzp 1-3) die doorlopen na 1 januari 2015 vervallen als gevolg van de decentralisatie naar de Wmo 2015. De zorg en ondersteuning worden onder dezelfde condities geleverd als in de AWBZ. Dat betekent dat de cliënt een vergelijkbaar aanbod krijgt. Dit betekent niet per definitie dat de zorg of ondersteuning door dezelfde aanbieder geleverd wordt of op dezelfde wijze. Dus, cliënten die op 1 januari 2015 AWBZ zorg ontvangen, behouden gedurende een jaar (tenzij de lopende indicatie eerder afloopt), de rechten die verbonden zijn aan dat indicatiebesluit. Alle oude/huidige AWBZ-aanspraken eindigen dus van rechtswege na afloop van het overgangsrecht per 1 januari 2016. De gemeente is bevoegd om eerdere toekenningen die binnen het Wmo kader vallen per 1 januari 2015 aan te passen. De gemeente kan dan overgaan tot her-indiceren. Het college is namelijk in principe altijd bevoegd om een heronderzoek te doen en te bekijken of een persoon nog wel recht heeft op een voorziening. De eigen bijdrage blijft (indien van toepassing) gelden gedurende het overgangsjaar. De baten zijn voor de gemeente. Het overgangsrecht geldt ook voor cliënten die zorg inkopen met een persoonsgebonden budget (pgb). Er kan vanaf 2015 geen aanspraak meer worden gemaakt op de extramurale functies begeleiding, kortdurend verblijf (ZZP 1,2 en 3 ) en bijbehorend vervoer, alsmede de doventolk ondersteuning. Als de gemeente beleidswijzigingen maakt die ook effect hebben op beschikkingen afgegeven vóór 1 januari 2015, moet rekening gehouden worden met het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens, omdat bij het wijzigen van een al uitgegeven beschikking mogelijk sprake kan zijn van aantasting van het eigendom1, wat betekent dat de beschikking niet zomaar aangepast mag worden en dat er sprake moet zijn van een redelijke overgangstermijn. Nieuwe aanmeldingen voor dagbesteding zijn in 2014 al aangewezen op de gemeenten. Omdat op de Huishoudelijke hulp een korting op het budget plaatsvindt, kan de gemeente de beschikkingen wel aanpassen. De gemeente moet daarbij rekening houden met de wettelijke termijnen. Die bedragen maximaal een half jaar overgangstermijn nadat de beschikking is afgegeven. Iemand die een hulpmiddel of woningaanpassing of rolstoel heeft gekregen behoudt die tenzij blijkt dat hij die niet langer nodig heeft. Daarbij is onderscheid te maken tussen hulpmiddelen, rolstoelen en woningaanpassingen enerzijds en tussen Huishoudelijke hulp anderzijds. Op de Huishoudelijke hulp wordt per 2015 over de hele linie gekort met 40%. Via herindicatie wordt per situatie bekeken of en zo ja welk kortingspercentage wordt doorgevoerd. Dit op basis van maatwerk en zelf inschakelen van hulp door familie en omgeving. De indicatiestelling door de CIZ voor de delen van de AWBZ die overgaan naar de gemeente (Wmo) vervalt. Op de valreep

25 Wij maken de participatie samenleving!
het gaat niet alleen over geld! Wij maken de participatie samenleving!

26 vroeger was alles beter / ouderenzorg is nergens ter wereld beter geregeld dan in Nederland / we hebben nog steeds niets te klagen / wie het langst leeft heeft toch alles / na mij de zondvloed / er moet ook nog iets overblijven voor onze kinderen en kleinkinderen / we waren ook te verwent / als het echt nodig is blijft de zorg gegarandeerd / het kan ook best goedkoper / het lijkt wel of ouderen de schuld krijgen / PGB of bonussen in de zorg? / wij regelen het wel onder elkaar / je zult nu bij de gemeente werken zeg / aan mijn keukentafel geen polonaise / tjonge jonge / zie je wel het komt allemaal omdat ze hiernaast ook zonodig een scootmobiel moesten hebben / als ik ergens mee kan helpen dan moet je het wel zeggen / ik haal je morgen wel op om naar de KBO te gaan / in ons buurtje regelen we het zelf / maar mijn kinderen wonen aan de andere kant van de wereld / was ik vroeger maar niet zo lastig geweest / is zo lang mogelijk thuis wonen eigenlijk wel zo ideaal / dement thuis wonen is echt onverantwoord / mijn ouders in huis nemen, geen haar op mijn hoofd / we zullen wel zien / moet ik nu jantje van 80 hiernaast gaan vragen om mij te helpen? / hoe moet dat nou als iedereen werkt / ik wil best iets voor een ander doen / kunnen we niet wat meer gaan ruilen? / ik hoop dat onze gemeente het goed voor elkaar heeft / ach ja! / ik denk dat ik het bij ons in de buurt zelf maar eens ga organiseren / oei, ik werk in de zorg, ontslag!

27 www. de zorg verandert mee.nl Gratis telefoonnummer 0800 1026
Samenvattend: wlz ……. Ciz Zvw……..Zorgver……….wijkverpleegkundige Wmo……..Gemeente Thuiszorg------Thuishulp Nog vragen…. dan dit even noteren www. de zorg verandert mee.nl Gratis telefoonnummer

28 Voorkomen is altijd beter
dan….. genezen Door o.a.: Bewegen en naar buiten gaan Gezonde voeding Woning aanpassen Veiligheid in en om de woning Investeren in relaties (familie en vrienden) Positief leren denken De geest blijven prikkelen

29 Informatie Nuttige websites;
- Website van de gemeente waar u woonachtig bent - - - - - - - - Telefoon nummers: - Het nummer van uw gemeentelijk Wmo-loket - KBO-Brabant - Zorgbelang Brabant - Ieder(in) Informatie

30 Geniet van het leven zo lang als je kunt
Geniet van het leven zo lang als je kunt maak pret en plezier je leeft toch maar eens want straks als het te laat is, heb je spijt er van geniet dus van het leven zolang als het nog kan

31 Geniet van het leven Dank voor de aandacht
er is nog veel om van te genieten. leef nu en rol…….later Deze informatie zit in de info map! Dank voor de aandacht


Download ppt "KBO Nistelrode 15 januari 2015"

Verwante presentaties


Ads door Google