Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHans Willems Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Opvattingen over leren en instructie: Cognitivisme
5
Cognitivisme: nog relevant in 2012?
Meta-analyses van onderzoek naar impact: Hattie (2009) Hattie, J. (2009). Visible Learning: A Synthesis of over 800 Meta-Analysis relating to Achievement. Milton Park, Oxon: Routledge.
8
Schoolkenmerken
9
Advance Organizer Taart Piano Aap Trein Examen Dans Dik Laat Rijbewijs
Cadeau
10
Advance organizer Een dikke aap haalde na het examen een rijbewijs en kreeg als cadeau een taart. Hij danste tot laat in de nacht op de trein.
11
Mogelijke uitwerking 2 Piano Taart Trein Aap Examen Dans Laat Dik
Cadeau Rijbewijs Mogelijke uitwerking 2
12
Mogelijke uitwerking 2 Aap Dik Trein Cadeau Examen Dans Laat Taart
Rijbewijs Piano Mogelijke uitwerking 2
13
Behaviorisme - cognitivisme
leren slaat alleen op waarneembaar gedrag alleen onderzoeken door directe observatie mentale gedrag, de inzichten, de interne beelden van belang zijn méér dan observatie alleen; bijv. introspectie
14
Soorten kennis Declaratieve kennis Definities, formules, wetten, verschijnselen, ... Procedurele kennis Algemene en specifieke methoden Metacognitieve kennis kennis over hoe we zelf denken, zaken aanpakken (nvt).
15
Algemeen model cognitief functioneren
MODELLEN: die beschrijven, verklaren en voorspellen hoe we cognitief functioneren: Informatieverwerkend model voor cognitief functioneren
16
Algemeen model cognitief functioneren
Assumpties informatieverwerkend model: Informatieverwerking (kennisopbouw en leren) gebeurt in stappen. Informatieverwerking is vergelijkbaar met computerprocessen. Vandaar de term geheugen. Let op ‘metafoor’. Er zijn grenzen aan wat verwerkt kan worden. Wel grenzen aan hoeveelheid per stap. De informatieverwerkende activiteit is interactief: invloed van wat we reeds weten. Reeks processen onderscheiden: waarnemen, herhalen, denken/reflecteren, problemen oplossen; herinneren, vergeten en zich inbeelden.
17
Multi-store model! Verschillende geheugens:
episodic memory: gebeurtenissen, plaatsen, tijd; semantic memory: algemene kennis en begrippen, die niet gekoppeld zijn aan een bepaalde context; verbal memory: betekenisvolle eenheden die opgebouwd zijn als schema’s (zie verder); visual (iconic) memory: afbeeldingen,scènes, tekeningen. Visueel geheugen, werkgeheugen, lange termijn geheugen
18
Bottom-up & Top-down
19
Werkgeheugen Central Executive Fonologische lus Episodische buffer
Visuo-spatiële schetsblad Verbale info Visuo-spatiële info Verbale en visuo-spatiële info
20
Cognitieve belasting Cognitive Load
Luister naar de volgende paragraaf:
21
Cognitive Load Sweller (1994) Assumpties: Werkgeheugen beperkt
Onbeperkt lange termijn geheugen Schema’s structureren in het geheugen de informatie Automatisering mogelijk: schema’s sneller en minder bewust verwerken
22
Cognitive Load Extraneous Cognitive Load Intrinsic cognitive load
in handen instructieverantwoordelijke presentatie van materialen/problemen bijv. bewerkte voorbeelden stapsgewijze opeenvolging van probleempjes geselecteerde probleempjes visuele ondersteuning representatie (mind maps) audio, beelden Intrinsic cognitive load
23
Representatie declaratieve kennis 1
proposities Een propositie is een basiseenheid van informatie; één idee bestaande uit argumenten met een relaties ertussen.
25
Representatie van declaratieve kennis 2
beelden (images) Een beeld is een op perceptie gebaseerde representatie die deels de oorspronkelijke perceptuele structuur van de input heeft behouden. - plaatje van boot
27
Representatie declaratieve kennis 3
lineaire ordening Declaratieve kennis kan ook als een lineaire ordening van een verzameling elementen gerepresenteerd worden. Vb. ABCD, EFG, HIJK, LMNOP, QRS, TUV en WXYZ. Vb. Noten Vb. durch für ohne um bis nach gegen
28
Representatie declaratieve kennis 4
schema’s (gebaseerd op proposities, beelden en ordening) Kennis bestaat niet uit losse ideeën; uit losse propositie(netwerken), lineaire ordeningen en/of beelden.
29
Schema Geheugenstructuur Abstractie Netwerk Dynamische structuur
Heeft een context Schema: statisch? Script? Dynamische kennis Mental model: dynamisch + ‘beliefs’
30
Representatie procedurele kennis
31
P1 ALS ik als doel heb om een paragraaf te begrijpen en ik begrijp alle woorden, DAN zoek ik naar een centrale zin en kijk ik na of alle andere zinnen die eerste zin ondersteunen. P2 ALS ik als doel heb om een paragraaf te begrijpen en ik begrijp niet alle woorden, DAN zoek ik de niet-gekende woorden op in een woordenboek en zoek ik naar een centrale zin en kijk ik na of alle andere zinnen die eerste zin ondersteunen.
32
Ontwikkelen declaratueve kennis
Twee mentale processen staan centraal bij het ontwikkelen van declaratieve kennis: Elaboratie Organisatie
33
Elaboratie
34
Organisatie Organisatie werkt in op beschikbare kennis in het geheugen. De bedoeling van organisatie is om de interne cognitieve structuur te versterken.
35
Organisatie Schematiseren, structureren Hiërarchie aanbrengen
36
Organisatie Begrippen toepassen: begrippen helpen feiten of andere begrippen te clusteren Opbouwen persoonlijke theorieën: eigen structuren opbouwen waarin declaratieve gecombineerd wordt om een en ander te verklaren.
37
Organisatie en elaboratie
Zowel elaboratie en organisatie illustreren hoe: de initiële opbouw van nieuwe kennis gebeurt en hoe de verdere kennisverwerving verloopt.
38
Ontwikkelen procedurele kennis
cognitieve fase associatieve fase autonome fase doelgerichtheid - doelstructuur
39
Ontwikkelen procedurele kennis
40
Cognitieve fase 1 P1 ALS het om een vermenigvuldiging van breuken gaat
DAN vermenigvuldig je de teller met de teller en de noemer met de noemer P2 ALS het om een vermenigvuldiging van breuken gaat en ken de beide tellers DAN vermenigvuldig ik beide tellers en noteer het resultaat als de nieuwe teller
41
Cognitieve fase 2 P3 ALS het om een vermenigvuldiging van breuken gaat en ken de beide noemers DAN vermenigvuldig ik beide noemers en noteer het resultaat van de nieuwe noemer P4 ALS het om een vermenigvuldiging van breuken gaat en ken de nieuwe teller en de nieuwe noemer DAN geef ik de nieuwe teller en de nieuwe noemer als oplossing door.
42
Associatieve fase In de associatieve fase proberen we de ondersteuning van de producties door het continu consulteren van de proposities (teller x teller; noemer x noemer) weg te werken.
43
Autonome fase De autonome fase is een automatisch uitvloeisel van de associatieve fase. Het is moeilijk aan te geven wanneer die bereikt is.
44
Opvattingen over leren en instructie: Cognitivisme
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.