Download de presentatie
GepubliceerdFanny Vermeiren Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden
2
Sociale verbanden: groeperingen
Mensen kunnen niet zonder andere mensen… Groeperingen Groep Regelmatig, veelvuldig, intensief interactie Gezamenlijke waarden en normen
3
Sociale verbanden: groeperingen
Collectiviteit Gemeenschappelijke waarden, geen directe interactie/communicatie Kan sociale beweging worden (organiseren) Sociale categorie Bepaalde eigenschap gemeen
4
Sociale verbanden: kenmerken
Groepskenmerken (1) Interactie en communicatie Gemeenschappelijke waarden en normen Wij – zij, in- en out-groepering, gevestigden en buitenstaanders
5
Sociale verbanden: kenmerken
Groepskenmerken (2) Open – gesloten Taken – contacten/intimiteit Formeel – informeel Duurzaam – tijdelijk
6
Sociale verbanden: organisatie
Doel, positie- en taakverdeling Formeel Verschillende belangen deelnemers Formeel en informeel netwerk Subcultuur bedrijfscultuur Democratie – bestuur IJzeren wet van de oligarchie Stemmen met de voeten
7
Sociale verbanden: netwerk en posities
Met elkaar verweven Tijdelijk of levenslang Toegewezen of verworven Status (bij positie) en aanzien (bij persoon)
8
Sociale verbanden: netwerk en posities
Web van posities met rollen Verwachtingen en rollenconflicten (intern en extern) Samenhang posities Sferen en zuilen
9
Sociale verbanden: structuur
Structuur: hoe zit het in elkaar Verband van relaties tussen posities en tussen groeperingen Op zichzelf, los van personen Duurzaam maar niet onveranderlijk Relatie tussen doel en structuur Netwerkorganisatie
10
Sociale verbanden: structuur
In elke groepering Hogere en lagere posities Communicatie Star of veranderlijk Flexibel of nauw omschreven
11
Sociale verbanden: interdependentie
Mensen interdependent Organisatie taakverdeling Vervulling behoeften Economisch Affectief Cognitief Politiek
12
Sociale verbanden: interdependentie
Gedifferentieerde instituties Meer specifieke instituties Latente en manifeste functies Systeemtheorie: geheel bepaalt subsysteem
13
Sociale verbanden: functionalisme
Functie is bijdrage aan het voortbestaan van het geheel Disfunctie: nadeel voor het systeem
14
Sociale verbanden: functionalisme
Spanningen: afhankelijkheid en verschillende belangen Eenheid – tegenstelling Conformiteit – verandering Ongelijkheid – rechtvaardigheid Algemeen belang en afzonderlijke belangen
15
Sociale verbanden: harmonie
Nadruk op voortbestaan en harmonie Tegenstellingen en conflicten zijn bedreigend Complottheorie Gaat in tegen geaccepteerde, officiële, wetenschappelijke verklaringen Wantrouwen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.