De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Toelichting VLAREM-actualisatie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Toelichting VLAREM-actualisatie"— Transcript van de presentatie:

1 Toelichting VLAREM-actualisatie
Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 LNE - Afdeling Milieuvergunningen in samenwerking met de Provinciebesturen

2 Lucht Annemie Janssens
adviesverlener dienst Beste Beschikbare Technieken en Erkenningen afdeling Milieuvergunningen

3 THEMA LUCHT Algemene vw lucht (stof) + afwijkingsmogelijkheid
Fugitieve emissies Bedekkingsmiddelen (rubriek 4) Houtverwerking (rubriek 19) Bubbel raffinaderijen (rubriek 20) Metaalverwerking (rubriek 29) Minerale producten (rubriek 30) Stationaire motoren (rubriek 31) Stookinstallaties (rubriek 43)

4 Algemene vw lucht (stof)
Verstrenging EGW stof in bijlage gebaseerd op TA Luft algemene EGW “stofdeeltjes totaal” bij > 200 g/u : verstrengd van 50,0 mg/Nm³ tot 20,0 mg/Nm³  overgangstermijn Om vlotter te kunnen inspelen op BBT: afwijkingsmogelijkheid voorzien in art en bijlage Van de voornoemde emissiegrenswaarde van 20 mg/Nm3 voor de parameter "stofdeeltjes totaal, met inbegrip van fijn stof", kan conform artikel van Vlarem II worden afgeweken. De individueel afwijkende emissiegrenswaarde mag in dit geval echter maximaal 50 mg/Nm3 bedragen. Overgangstermijn Art : afwijkingen kunnen algemene EGW versoepelen, enkel indien afwijkingsmogelijkheid expliciet vermeld

5 Fugitieve emissies Invoering van een meet- en beheersprogramma (LDAR) voor fugitieve VOS-emissies Voorzien in door VR goedgekeurd Reductieprogramma NEC- richtlijn (maart 2007) voor chemie (1,1 kton) en raffinaderijen (2,6 kton) Gebaseerd op studie VITO i.o. van AMI, aangepast na bespreking in werkgroep federaties Chemie/Raffinaderijen Vlarem II, DEEL I Artikel Definities Luchtverontreiniging Vlarem II, DEEL IV Subafd Meet - en beheersprogramma Vlarem II, BIJLAGEN Bijlage Meet - en beheersprogramma Overgangsbepalingen voor inrichtingen vergund voor 2009

6 Fugitieve emissies (2) Een beschrijving van de inrichting
Een inventaris van apparaten Een meet- en herstelprogramma meetprogramma: Start: initiële steekproef (inclusief meetresultaten > 01/01/2000) Jaarlijks en uiterlijk binnen één jaar na afronding van vorige steekproef: aangepaste steekproef + apparaten die lek waren in vorige steekproef opnieuw meten Steekproef zo kiezen dat na min. # steekproeven alle apparaten gemeten Niet meetbare apparaten: documenteren en meten wanneer mogelijk herstelprogramma: herstelcriterium – termijnen – opnieuw meten Een berekening van emissies Een rapportering

7 Bedekkingsmiddelen (rubriek 4)
Geen wijzigingen indelingslijst: hinder ruimer dan stof & geluid In artikel van VLAREM II wordt een §2BIS ingevoegd om overlappende VOS-regelingen te vermijden voor coating van houten opp. met een jaarlijks oplosmiddelverbruik > 15 ton (inrichtingen die tevens onder de subrubriek 59.7):  enkel Hfst 5.59 coating van houten opp. met een jaarlijks oplosmiddelverbruik < 15 ton:  specifieke regeling opgenomen Hoofdstuk 5.59! 5.19 was storende typfout

8 Houtverwerking (rubriek 19)
Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht In artikel van VLAREM II: aanpassingen gebaseerd op TA Luft §2 vervangen: nieuwe “TA-Luft”-waarden worden ingeschreven (te respecteren vanaf 1 januari 2015), incl. massastroom 200 g/u ipv 500 g/u. nieuwe §2bis: sectorale normen voor direct gestookte spaandrogers. nieuwe §2ter: sectorale normen voor hybride-spaandrogers. § 3 vervangen: emissies van de stoffen uit bijlage 4.4.2, punt 9° en 10° van Vlarem beperken tot 0,06 kg/m³ plaat (dus met inbegrip van formaldehyde en weglating van stoffen uit groep 11°). § 4 vervangen & nieuwe §5 en §6: vaststellen van een geëigende regeling van de meetfrequentie, de meetmethode en de evaluatie van de meetresultaten. Zeer technische aanpassingen

9 Bubbel raffinaderijen (rubriek 20)
Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht ! Niet voor a (productie en omzetting van asbestproducten) In artikel , §1: aanpassing principe bubbel raff. Nu: elektriciteitsproductie via WKK’s mee verrekend bij EGW en NEC-doelstellingen van raffinaderijen vanaf : voor de gasturbines in warmtekrachttoepassing enkel het warmterecuperatiegedeelte in rekening gebracht voor toepassing EGW  vooral: bubbelemissieconcept op een meer consequente wijze toegepast en elke raffinaderij wordt op een gelijke manier behandeld, ongeacht of er al dan niet elektriciteit wordt opgewekt op het bedrijfsterrein In artikel , §4 verwijzing naar “dioxines en furanen” 4000 Nm3/Mwhe à 15% O2

10 Metaalverwerking (rubriek 29)
Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht + correctie (oppervlaktebehandeling van metalen dmv elektrolytisch of chemisch procédé) In artikel : aanpassing aan BREF “Emissions from storage of bulk or dangerous materials”, m.n.voor de opslag van stuivende vaste stoffen in gesloten systemen behorende bij een GPBV-installatie : Verplichting gebruik stofverwijderingsinstallatie EGW stof van deze stofverwijderingsinstallatie < 10 mg/Nm³ Overgangstermijn In artikel §1 verwijzing naar “dioxines en furanen” aangepast zodat samen met punt 4° (X) met zekerheid alle inrichtingen klasse 1 zijn geviseerd. (oppervlaktebehandeling van metalen dmv elektrolytisch of chemisch procédé, met gezamenlijke inhoud van de gebruikte behandelingsbaden en spoelbaden)

11 Minerale producten (rubriek 30)
Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht ! Niet voor 30.1, 30.2, 30.3 (steenbrekers, betonfabrieken, mortel- en betoncentrales, e.d.) en 30.6 (asbest) In artikel : aanpassing aan BREF “Emissions from storage of bulk or dangerous materials”, m.n.voor de opslag van stuivende vaste stoffen in gesloten systemen behorende bij een GPBV-installatie : Verplichting gebruik stofverwijderingsinstallatie EGW stof van deze stofverwijderingsinstallatie < 10 mg/Nm³ Overgangstermijn BBT-emissieniveau 1-10 mg/Nm3 , strenger dan nieuwe algemene EGW

12 Minerale producten (rubriek 30) (2)
Art en : aanpassing van de CO-norm voor de fabricage van keramische producten op basis van advies GMC sectorale afwijkingsaanvraag Bijlage : meetmethode fabricage van keramische producten Afdeling : invoeren geactualiseerde sectorale voorwaarden asfaltbetoncentrales op basis van het advies dat de Gewestelijke Milieuvergunningencommissie op 17 januari 2005 formuleerde over een sectorale afwijkingsaanvraag die door het VEV was ingediend.

13 Stationaire motoren (rubriek 31)
Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht In artikel (motoren > 360 h/j): aanpassing NOX-EGW voor dieselmotoren op vloeibare biomassa aanpassing S-gehalte stookolie (0,6  1%) In artikel (motoren < 360 h/j) Huidige EGW NOx gebaseerd op BBT-studie (2002) ‘stookinstallaties en stationaire motoren’ + overleg Nog geen rekening gehouden met dieselmotoren op palmolie. Haalbare NOx-emissies? Tot eind 2009 tijdelijk hogere norm (2000 ipv 1000 mg/Nm3)

14 Stookinstallaties (rubriek 43)
Versoepeling van de SO2-norm voor installaties op zware stookolie van mg/Nm3 naar mg/Nm3 (cfr. 1% S) Grote stookinstallaties: art Middelgrote stookinstallaties: art Kleine stookinstallaties: art In artikel , §1, 3° (kleine stookinstallaties, aardgas): NOX-EGW aangepast o.b.v. BBT-studie “glastuinbouw” In artikel , §2 (gasturbines en STEG): vrijstelling van continue SO2- en stofmeting uitgebreid met ontzwaveld raffinaderijgas (< 150 ppm), naar analogie met artikel , §2 voor grote stookinstallaties.

15 Gassen en gevaarlijke stoffen
Jean Ferong diensthoofd Buitendienst Limburg afdeling Milieuvergunningen

16 GASSEN VLAREM I- Indelingsrubriek 16
Rubriek : klasse - verlagingen zowel in als buiten industriegebied Rubriek Opslag in verplaatsbare recipiënten Opmerking (bij BVLR dd. 15/09/ 2006 ten onrechte opgeheven) ivm bepalen waterinhoudsvermogen, geactualiseerd en heringevoegd Gebruikte verplaatsbare recipiënten meetellen Verplaatsbare recipiënten, aangeschakeld aan verplaatsbare verbruiker (vb laspost): niet meetellen vaste verbruiker: meetellen vanaf 300 liter

17 GASSEN (2) VLAREM II - HOOFDSTUK 5.16.
“Gemeenschappelijke bepalingen” samengebracht ( t/m ) Enkel vaste houders kunnen ter plaatse worden gevuld Verwijzing naar hoofdstuk geschrapt Vrijstelling bouw- en veiligheidsvoorschriften en lekdichtheidstest ingeval van CE - markering (Pressure Equipment Directive PED-Richtlijn 97/23/EG, KB 13/06/1999) Herhaalde bepalingen uit overige afdelingen verplaatst en geactualiseerd naar “gemeenschappelijke bepalingen”, o.a. Indeling gassen Voorwaarden betreffende de lokalen (rook-en vuurverbod, verwarming, …) Leidingen Ondergrondse gasreservoirs (LPG) Periodieke onderzoeken (MD) en overgangsbepalingen

18 GASSEN (3) VLAREM II - HOOFDSTUK 5.16. Luchtcompressoren
Van toepassing indien PS x V>3000 bar.liter (ifv KB 13/06/1999) Inspectieopeningen ifv grootte van drukvat Onderzoek bij ingebruikname en verder periodiek onderzoek (MD) en overgangsbepalingen Andere dan luchtcompressoren en koelinstallaties Voorheen geen sectorale voorwaarden Ondergrens toepassingsgebied ifv KB 13/06/1999 LPG-stations: zie afzonderlijke toelichting

19 GEVAARLIJKE PRODUCTEN
VLAREM I – Indelingsrubriek 17 Subrubrieken , 3° en , 2° en 3° : inwinnen van het advies van de afdeling bevoegd voor het toezicht volksgezondheid (G) geschrapt. Subrubriek - de 2de klasse voor brandstofverdeelinstallaties waarmee uitsluitend eigen bedrijfsvoertuigen worden bevoorraad, uitgebreid tot max. twee verdeelslangen. - koppeling met opslaghoeveelheid uitgebreid

20 GEVAARLIJKE PRODUCTEN (2)
VLAREM II – HOOFDSTUK Algemene bepalingen (art ) Ter beperking van VOS – emissies (basis BREF/BBT Emissions from storage) dienen vanaf 1 januari 2015 houders voor opslag van vluchtige gevaarlijke vloeistoffen met een inhoud vanaf 500 m³ en deeluitmakend van GPBV-installatie uitgerust met dampbehandelingsinstallatie * T+, T, Xn of C en dampdruk > 13,3 kPa bij 35°C : emissiereductie van % tov houder met vast dak en alleen vacuüm/overdrukklep * Andere dan T+, T, Xn of C en dampdruk > 13,3 kPa bij 35°C: emissiereductie van 97% (intern of extern vlottend dak) tov houder met vast dak en alleen vacuüm/overdrukklep

21 GEVAARLIJKE PRODUCTEN (3)
VLAREM II – HOOFDSTUK Bijkomende maatregelen voor houders met rode merkplaat ingevolge periodieke onderzoeken (installatie in goede staat brengen, hercontrole en melding rode merkplaat aan VMM-grondwater) (art en ) Algemeen onderzoek bovengrondse houders Vrijstelling voor (voorheen: Voor in klasse 3 ingedeelde opslag van …): - Houders voor opslag van P3- producten met een individuele inhoud van l - Houders voor opslag van P4- producten met een individuele inhoud van l Indien inwendige reiniging van de houder niet mogelijk: evenwaardige onderzoeken onder bepaalde voorwaarden (risicoanalyse MD)

22 GEVAARLIJKE PRODUCTEN (4)
VLAREM II – HOOFDSTUK Autoassemblagebedrijven die werken “in lijn” of “lopende band” waar de nieuwe geassembleerde benzineauto's voor de eerste maal getankt worden - Damprecuperatie fase 2 (benzinetankvulling) via tussentank, dampterugwinningsinstallatie of gelijkwaardig systeem met emissies <=5 g C per liter getankt (afdeling ) - Benzineverdeling onder en binnen gebouwen toegelaten; bevoorradingsstandplaats boven inkuiping

23 GEVAARLIJKE PRODUCTEN (5)
VLAREM II – HOOFDSTUK Nieuwe subafdeling Op- en overslagactiviteiten in petroleumraffinaderijen Bijkomend van toepassing op opslag van en in petroleumraffinaderijen ( 1.1. en/of ) Bovengrondse verticale houders vanaf 500 m³ voor opslag van vloeibare organische producten die een dampspanning hebben van 13,3 kPa of meer bij 35°C dienen uitgerust met bv interne (90% VOS – emissiereductie) of externe vlottende daken ( 95% VOS-emissiereductie) Vanaf 1 januari 2010 of indien uitstoot < 10 tonVOS/j vanaf 1 januari 2015

24 PARTICULIERE STOOKOLIETANKS
VLAREM II – HOOFDSTUK 6.5. Toepassingsgebied verduidelijkt Bovengrondse en ondergrondse houders Geen periodieke controles (ET) op bovengrondse houders (enkel controle bij plaasting/ingebruikname) Buitengebruikstelling: ingegraven houders dienen verwijderd of opgevuld certificaat van ET Periodieke controles ( ET) op ondergrondse houders - om de 5 jaar vanaf plaatsing - dichtheidsbeproeving op ingegraven houders niet uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem - rode, oranje, of groene merkplaat met vermelding erkenningsnummer van ET, datum uitgevoerde controle en volgende controle

25 Erkenningen/ gebruik gevaarlijke stoffen / LPG-stations/ geluidsnormen
Jan Baeten diensthoofd Beste Beschikbare Technieken en Erkenningen afdeling Milieuvergunningen

26 art. 35+206: wederzijdse erkenning
wederzijdse erkenning: principe Europese dienstenrichtlijn en richtlijn beroepskwalificaties ten behoeve van vrije dienstenverkeer VLAREM: milieudeskundige (art titel II van het VLAREM) + erkend technicus particuliere stookolietanks < l (art ) wie: onderdanen EU-lidstaat in het bezit van bekwaamheidsattest dat of de opleidingstitel die in het andere Gewest of in de andere EU-lidstaat verplicht wordt gesteld voor de toegang tot of uitoefening van hetzelfde beroep procedure: schriftelijke verklaring en akteneming door de afdeling Milieuvergunningen omzetting Europese Dienstenrichtlijn vóór 28 december 2009: dit jaar bijkomende wijzigingen betreffende erkenningen op komst

27 art. 36: “nieuwe” milieudeskundigen
erkenningsprocedure: art titel II van het VLAREM discipline bodem, deeldomein bodembescherming: laboratoria bodemanalyses ten behoeve van beheerseisen landbouwgrond (randvoorwaarden steunregelingen landbouwers - BVR 8 juli 2005 en diverse verordeningen) discipline water: = milieudeskundige in functie van voorwaarden ingedeelde inrichtingen ≠ MER-deskundige water (deeldomeinen geohydrologie, oppervlaktewater, mariene waters) volgens procedure BVR 23 maart evenwel: van rechtswege erkend als milieudeskundige ≠ laboratoria wateranalyse: BVR 29 juni 1994

28 art. 37: referentielaboratorium
art , § 2 titel II van het VLAREM aanwijzing referentielaboratorium: advisering erkenningsaanvragen laboratoria en verplichte externe kwaliteitscontroles (art ) VITO was reeds referentielaboratorium voor discipline lucht (aanwijzing VLAREM) en water (aanwijzing BVR 29 juni 1994) VITO nu referentielaboratorium voor de disciplines: lucht bodem, deeldomein bodembescherming water, inclusief deeldomeinen oppervlaktewater en grondwater

29 art. 47/48/49: gebruik gevaarlijke stoffen
afdeling titel II van het VLAREM (algemene milieuvoorwaarden): omzetting dochterrichtlijnen van richtlijn 76/769/EEG verbod of beperking gebruik bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten ter bescherming van mens en/of leefmilieu naast federale omzetting zijn gewesten bevoegd voor gebruik binnen hinderlijke inrichtingen art creosoot (houtbehandeling) - richtlijn 2001/90/EG ingevoegd bij BVR 12 mei 2006 vernietigd door RvS wegens ontbreken afwijkingsmogelijkheid nu opnieuw ingevoegd met afwijkingsmogelijkheid art arseenverbindingen - richtlijn 2006/139/EG art perfluoroctaansulfonaten (PFOS) - richtlijn 2006/122/EG telkens: algemeen verbod met welbepaalde afwijkingen

30 art. 88: ozonlaag afbrekende stoffen
art (algemene bepalingen rubriek 7: chemicaliën) toepassing verordening 2037/2000 van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (uitvoering Protocol van Montréal) tenzij anders vermeld in de milieuvergunning, met in achtneming van de verordening 2037/2000, is de productie en het gebruik van volgende gereguleerde stoffen verboden (stoffen in bijlage I verordening): a) chloorfluorkoolstoffen (CFK's) b) andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen (CFK's) c) halonen (HCFK's = gehalogeneerde koolwaterstoffen) d) tetrachloorkoolstof e) 1,1,1-trichloorethaan f) broomfluorkoolwaterstoffen (BFK’s) g) broomchloormethaan

31 art. 89: chloorproductie kwikcelprocedé
BREF chlooralkali (2001) geeft als BBT voor kwikcelinstallaties omschakeling op membraanceltechnologie aan voorheen: kwikcelprocedé mag na 2010 niet meer toegepast worden (art , §3 titel II van het VLAREM) wijziging: idem maar kwikcelprocedé met gebruik van kaliumchloride (KCl) nog toegelaten tot en met 2015 mits naleving van voorwaarden: inrichting is behoorlijk vergund voor de verlengde periode; kennisgeving vóór 2011 met vermelding definitieve stopzettingsdatum; samen met kennisgeving plan indienen voor definitieve stopzetting kwikcelinstallaties; niet vereist in geval vóór 2011 met het Vlaams Gewest een definitief goedgekeurde MBO afgesloten motivering: lange levensduur installaties en redelijke termijn omschakeling limietdatum 2010 gehandhaafd voor kwikcelprocedé met gebruik van natriumchloride (NaCl)

32 art. 90: dioxines vinylchloride-industrie
OSPAR-verdrag ( in werking sinds 1998): bescherming maritieme milieu Noord-Oostelijke Atlantische Oceaan (incl. Noordzee) verving eerdere conventies van Oslo (1972) en Parijs (1974) ondertekend en geratificeerd door België uitvoering via juridisch bindende besluiten OSPAR Commissie OSPAR-besluit 98/4 voorziet in BBT-gebaseerde grenswaarden voor emissie en lozing bij de productie van vinylchoride-monomeer (VCM), met inbegrip van de productie van 1,2-dichloorethaan (DCE) vervolledigde implementatie op Vlaams niveau: toevoegen ontbrekende emissiegrenswaarde dioxines in art titel II van het VLAREM (sectorale voorwaarden productie van organische chemicaliën of oplosmiddelen) ten minste éénmaal per jaar emissiemeting dioxines

33 art. 109-112: LPG-verdeelinstallaties (1)
art : Het is verboden motorvoertuigen met LPG te bevoorraden waarvan het vulpunt zich niet binnen de [aangeduide] vulplaats bevindt art : technische actualisatie bepalingen tankzuilen art : vuloperaties voertuig moet voldoen aan KB 9 mei 2001 (vervangt KB 13 juli 1977) – exploitant mag getuigschrift vragen vullen toegelaten van LPG-recipiënten met een inhoudsvermogen kleiner dan of gelijk aan 60 [120] liter welke dienen voor de verwarmings- of keukeninstallaties van caravans of motorhomes mits tijdige herbeproeving [en geen tanks met duidelijk dichtheidsdefect of andere abnormaliteit] exploitant of aangestelde moet in het station aanwezig zijn [en verricht zelf de vuloperaties of houdt toezicht vanuit de controlecabine] art : vijfjaarlijks (ipv driejaarlijks) controles op VLAREM-conformiteit door erkend milieudeskundige

34 art. 113: LPG-verdeelinstallaties (2)
art : ingegraven LPG-houders 2° de minimumafstand in horizontale projectie gemeten, die de houders[, de kranen, de kleppen, de pompen en de vulopeningen] moet scheiden van elke opening van een woonlokaal, van elke opening van een werklokaal dat niet onderworpen is aan het open vuurverbod, van elke openbare weg, van elke naburige eigendom en van riolen, bedraagt 5 m; 3° de nodige voorzieningen worden getroffen om de houder en de ondergrondse leidingen, tegen bodemcorrosie te beschermen; de aard en de omvang van deze voorzieningen worden bepaald door de exploitant [in overleg met en] op basis van het advies van een bevoegd deskundige of van een milieudeskundige erkend in de discipline bodemcorrosie; (…)

35 art. 114: LPG-verdeelinstallaties (3)
art (nieuw): minimale veiligheidsafstanden §1: bescherming omgeving LPG-station tegen gevolgen van ongevallen complementair aan bestaande afstandsregels van art die brand en ontploffingen beogen te voorkomen voor “standaard” LPG-stations die beantwoorden aan de standaardcriteria en minimale technische eisen van bijlage andere LPG-stations: geïndividualiseerde minimale veiligheidsafstanden die nodig zijn volgens de bij de milieuvergunningsaanvraag gevoegde individuele veiligheidsstudie uitgevoerd door een erkend VR-deskundige §4: overgangsregeling van 10 jaar - verdeelinstallaties eerste maal voor 1 januari 2009 vergund, moeten uiterlijk op 1 januari 2019 voldoen aan de veiligheidsafstandsregels van dit artikel  meerdere bestaande LPG-verdeelinstallaties stopzetting of herlocalisatie!

36 art. 114: LPG-verdeelinstallaties (4)
art (nieuw): minimale veiligheidsafstanden bijlage : “standaard” LPG-stations standaardcriteria : volume LPG-houder van liter tot liter omzet max. 500 ton LPG/jaar inhoud LPG-tankwagen maximaal 23 ton LPG-lossing max. 20 min. & totale tijd LPG-tankwagen in station max. 1 h omgeving LPG-station bevolkingsdichtheid max pers./km² minimale technische eisen: onderscheid LPG-stations met bovengrondse en ondergrondse tanks betrekking op: losinstallatie (bevoorrading vanuit vrachtwagen) tank & toebehoren bevoorrading van de verdeelzuil

37 art. 114: LPG-verdeelinstallaties (5)
art (nieuw): minimale veiligheidsafstanden §2: ondergrondse opslagtanks §3: bovengrondse opslagtanks (onderscheid debietbegrenzer 190 of 380 liter/min) Telkens beide volgende veiligheidsafstandsregels: tussen vulpunt LPG-station enerzijds en anderzijds: meest nabijgelegen bestaande of potentiële (volgens de regelgeving inzake ruimtelijke ordening) woning gebouwen andere dan woningen, met regelmatige bezetting door mensen  afstand minimum gelijk aan die in grafiek aangegeven in functie van de max. LPG-jaaromzet (ton/jaar) en waterinhoud LPG-opslagtank (~ 10-6 isorisicocontour) tussen losplaats LPG-vrachtwagen waarmee LPG-opslagtank wordt gevuld enerzijds en meest nabijgelegen kwetsbare locatie anderzijds (“locatie waar vele personen verblijven of kunnen verblijven, inzonderheid scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en gelijkaardige risicogroepen”)  afstand minimum gelijk aan die in grafiek aangegeven in functie van de max. LPG-jaaromzet (ton/jaar) en waterinhoud LPG-opslagtank (~ 10-7 isorisicocontour)

38 art. 114: LPG-verdeelinstallaties (6)
Voorbeeld: bovengrondse LPG-opslagtank met debietbegrenzer 380 liter/min

39 art. 167: milieugevaarl. stoffen & textiel
art (nieuw, bij algemene bepalingen rubriek 41 - textielindustrie)  maximaal inperken gebruik van milieugevaarlijke stoffen, gebaseerd op: beleidsvoorstellen Vlaamse studie “Oriënterend onderzoek substitutie milieugevaarlijke stoffen” (oktober 2000 – uitvoering MINA-plan) Europese BBT-studie (BREF) textielindustrie (juli 2003) §1: gebruik milieugevaarlijke stoffen moet beperkt en zo mogelijk vermeden worden bij voorkeur totaal biodegradeerbare en/of bioëlimineerbare stoffen definitie biodegradeerbaar / bioëlimineerbaar indien vervanging onmogelijk: risicobeperkende maatregelen mens en milieu §2: stoffen/stofgroepen die maximaal moeten worden vervangen §3: stoffen die niet gebruikt mogen worden §4: procesbaden met broomhoudende vlamvertragers of antimoon mogen niet geloosd worden

40 art. 207: milieukwaliteitsnormen geluid
wijzigingen bijlage – milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht 1° en 2° technische correcties: telkens aanduiding “milieukwaliteitsnormen” (deel 2 van titel II van het VLAREM) en niet “richtwaarden” (richtwaarden voor geluid voor ingedeelde inrichtingen vastgesteld in bijlage 4.5.4) 3°: milieukwaliteitsnormen in agrarisch gebied met 5 dB(A) verhoogd - gelijkstelling met woongebieden (voorheen samen met natuurgebieden in categorie ‘landelijke gebieden’ met strengste geluidsnormen) overdag ‘s avonds ‘s nachts 45 dB(A) 40 dB(A) 35 dB(A)

41 art. 208: berekening wegverkeerslawaai
wijzigingen bijlage – geluidsbelastingsindicatoren uitvoering EG- richtlijn 2002/49/EG van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai bij omzetting van deze richtlijn bij BVR 22 juli 2005 werd voor wegverkeerslawaai geopteerd voor de Franse berekeningsmethode omdat dit de door de Commissie aanbevolen voorlopige methode was voor lidstaten die nog niet over een eigen nationale berekeningsmethode beschikten inmiddels een aantal vergelijkingen uitgevoerd tussen metingen en berekeningen (Vlaamse studie oktober 2006): beste correlatie gevonden voor de Nederlandse berekeningsmethode RMW in de praktijk gebruiken meeste studiebureaus Nederlandse berekeningsmethode voor berekenen wegverkeerslawaai bij milieueffectrapportering vandaar dat nu voor wegverkeerslawaai voor de Nederlandse berekeningsmethode RMW 2002 wordt geopteerd

42 art. 214: richtwaarden geluid
wijzigingen bijlage richtwaarden voor specifieke geluid in open lucht van als hinderlijk ingedeelde inrichtingen 1° technische correctie: telkens aanduiding “richtwaarden” (deel 4 van titel II van het VLAREM – algemene voorwaarden voor ingedeelde inrichtingen ) en niet “milieukwaliteitsnormen” (bijlage 2.2.1) 2°: richtwaarden in agrarisch gebied met 5 dB(A) verhoogd - gelijkstelling met woongebieden (voorheen categorie ‘landelijke gebieden’ met strengste geluidsnormen - bij een normale bedrijfsactiviteit snel overschreden) overdag ‘s avonds ‘s nachts 45 dB(A) 40 dB(A) 35 dB(A)

43 art. 215: etikettering PCB-apparaten
opheffing bijlage 4.8 (zonder voorwerp geworden): met artikel van BVR 5 december 2003 tot vaststelling van het VLAREA werden hoofdstuk 2.7 en hoofdstuk 4.8 van titel II van het VLAREM opgeheven in het opgeheven hoofdstuk 4.8 werd verwezen naar bijlage 4.8 van titel II ("etikettering van gereinigde PCB-apparaten") deze bijlage werd destijds echter niet opgeheven en zit bijgevolg nog steeds in VLAREM zonder verwijzing ernaar binnen VLAREM of VLAREA in het nieuwe VLAREA trouwens geen enkele bepaling meer m.b.t. etikettering van gereinigde PCB-apparaten

44 Groeven, graverijen, winningen - Voedingsnijverheid
Willy De Valck diensthoofd Buitendienst Oost-Vlaanderen afdeling Milieuvergunningen

45 Groeven, graverijen, winningen - Voedingsnijverheid
Wijzigingen indelingslijst hinderlijke inrichtingen rubrieken 18 en 45 Wijzigingen voorwaarden titel II van het VLAREM hoofdstukken 5.18 en 5.45

46 Groeven, graverijen, winningen

47 Groeven en graverijen Wijziging indelingslijst
18.2 Turfwinning 18.3 Afbaggering bodem 18.4 Winningen 18.5 Minerale industrie en steenwinning 18.6 Ondergrondse mijnbouw + W W = VMM, afdeling Operationeel Waterbeheer

48 Groeven en graverijen (2)
Actualisering hoofdstuk 5.18, mede rekening houdend met het decreet van 4 april 2003 betreffende de oppervlaktedelfstoffen

49 Groeven, graverijen, winningen
Delfstoffen: geen limitatieve opsomming delfstoffen meer  elke delfstof als geologische afzetting in nabijheid van aardoppervlak Dreiging instorting / verzakking: MOET dit gemeld worden per … (kan ook per aan toezichthoudende overheid)

50 Groeven, graverijen, winningen (2)
Werkplan: herwerking i.v.m. plaats (plaatsen) van de ontginning, motivering al of niet veranderen van de grondwatertafel m.i.v. aantal peilputten, plaats peilputten, lozingspunt), nauwkeurige omschrijving eindafwerking, hinder i.z. stof en geluid, eindafwerking conform stedenbouwkundige bepalingen Voorwaarden ontginningswerken: toegang en afscherming plaatsen (met burgemeester), natte winningen (voorkoming watervervuiling), springstoffen enkel toegelaten mits opgenomen in de MV

51 Voedingsnijverheid

52 Voedingsnijverheid (2)
Wijziging indelingslijst Opslitsing productiecap. Geïnstalleerd vermogen 45.1 Slachthuizen 45.2 Smelterijen 45.3 Voedingsvetten 45.4 Behandelingen 45.5 Vis 45.6 Zuivel 45.7 Zetmelen 45.8 Melen 45.9 Suiker

53 Voedingsnijverheid (3)
Wijziging indelingslijst Geïnstalleerd vermogen Definities / opslagbedijf, intermediair cat. 3-, 2-,1- bedrijf, verwerkingsbedrijf cat. 3-, 2-, 1- materiaal 45.10 Specerijen 45.11 Branderijen 45.12 Confituren 45.13 Groenten 45.14 Granen 45.15 Azijn 45.16 Grondstoffen 45.17 Voeding/genot 45.18 Dierlijke bijproducten

54 Voedingsnijverheid (4)
Actualisering hoofdstuk 5.45 in het licht van de EU-verordening 1774/2002 van 3 oktober 2002 (niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten), specifieke voorwaarden voor rituele slachtingen, verbods- en afstandsregels

55 Voedingsnijverheid (5)
Verbods- en afstandsregels: de voorheen geldende verbods-en afstandregels voor de eerste klasse-inrichtingen (nieuwe inrichtingen) van rubriek 45 t.o.v. een waterwingebied / beschermingszone / woongebied / recreatiegebied zijn enkel nog van toepassing voor slachthuizen (uitgez. rituele slachtingen), smelterijen voedingsstoffen, pensziederijen en darmwasserijen, dierlijke bijproducten

56 Voedingsnijverheid (6)
Rituele slachtingen: mogen in slachthuis en in specifieke inrichtingen voor rituele slachtingen op dagen van het Offerfeest. Voorwaarden: op vloer van noodslachtingen en als er geen noodslachtingen doorgaan (slachthuizen) en conform verwerking dierlijke bijproducten, overdekte inrichting, niet zichtbaar van openbare weg (keelsnede), drinkbaar water, verharde vloer, rustplaats dieren, één levend dier in de kelingsruimte, bloedopvang, doorstromingsprincipe, afvalwater, … (specifieke inrichtingen)

57 Voedingsnijverheid (7)
Dierlijke bijproducten: - niet voor menselijke consumptie DBP (cat. 1-, 2-, 3-materiaal) - Enkel de dierlijke bijproducten andere dan afvalstoffen die onder rub vallen - Definities in VLAREM conform de EU-verordening: opslagbedrijf, verwerkingsbedrijf, cat. 1-, 2-, 3- verwerkingsbedrijf, intermediair cat. 1-, 2- , 3-bedrijf - EU-verordening legt erkennngsplicht op, maar lidstaten dienen zorg te dragen voor de opslag, verwerking, … daarom: opgelegd om dit te waarborgen

58 Voedingsnijverheid (8)
Andere voorwaarden: - huiden: te koelen i.p.v. zouten of behandelen met formaline - alle dierlijke afval af te voeren overeenkomstig nieuwe bepalingen - cat. 1- materiaal met kleurstof gemerkt Dank voor uw aandacht

59 Dieren/ mest/ schietstanden/ontspanningsinrichtingen
Robrecht Vermoortel diensthoofd Buitendienst West-Vlaanderen afdeling Milieuvergunningen

60 DIEREN Algemeen stallen Formulieren aangepast en verduidelijkt
Betere aanduiding van wat een inrichting omvat Voorstel van tabel Afschaffing Noordzeekustzone Aangepast volgens het mestdecreet verval pas na 5 jaar Vlaamse Landmaatschappij geen adviesverlener meer Aanpassing definities meststof, dierlijke mest en stalmest Overbodige definities geschrapt Opslag mengmest van 6 naar 9 maand vanaf 31/12/2011 Bijlage 5.9 richtlijnen mestopslagcapaciteit aangepast

61 DIEREN (2) Varkensstallen Pluimveestallen
Enkel bij belangrijke uitbreiding toepassen verbods- en afstandsregels Al of niet verhoging bij verandering beoordelen op basis van varkenseenheden en niet meer volgens mestproductie Pluimveestallen Afstandsregels voor grote bedrijven in lijn gebracht met deze van de kleinere en uitgebreid tot ≥ Andere dan pluimvee en varkens Verbods- en afstandsregels niet meer van toepassing voor proefdierinrichtingen, uitgenomen voor vee Nieuwe voorwaarden voor inrichtingen voor honden Visuele afscherming Hokken met geluidsisolatie

62 MESTOPSLAG en MESTVERWERKING
Vlaamse Landmaatschappij geen adviesverlener meer Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten dienen als categorie 1-, categorie 2- of categorie3- , verzameld, behandeld en afgevoerd conform de voorschriften van de Verordening (EG) nr. 1774/2002 Mestverwerking Nieuwe sectorale lozingsnormen voor mestverwerking Onderscheid voor chloriden tussen kalvergier (2.800 mg/l), grootschalige installaties (1.000 mg/l) en overige (geen)

63 ONTSPANNINGSINRICHTINGEN
Modelvliegtuigen Modelvliegtuigen met elektrische motor, niet meer klasse 2 Vanaf 3 modelvliegtuigen met elektrische motor, nu klasse 3 Inrichtingen klasse 1, gebruik niet meer verboden tussen 19u – 7u Algemeen schietstanden Politie valt nu ook zeker onder de uitzondering van de indelingsplicht Kleiduifschietstand met vuurwapens wordt klasse 2 i.p.v. klasse 1 Voor schietstanden in open lucht, geen automatische afwijking van Vlarem II meer, voor regels algemeen erkende schietdiscipline

64 ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (2)
Kleiduivenschietstanden in open lucht Minder voorwaarden voor de schietplaats, werpmachine en register Geen loodpatronen meer vanaf 01/01/2010 Geen kleiduiven meer met milieugevaarlijke stoffen vanaf 01/01/2010 Nieuwe geluidsvoorwaarden Enkel schieten overdag Register met BBT-maatregelen en maximum geluidsniveau Verbods- en afstandsregels voor nieuwe inrichtingen met continu gebruik

65 ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (3)
Algemeen zwembaden en open zwemgelegenheden Afwijking mogelijk inzake toezicht en redders (geen instructiebad) Volgens criteria, bijv. max. 1,4 m diep en beperkte wateroppervlakte ≤ 500 m² Overdekte circulatiebaden Relatieve vochtigheid max. 65% Duikactiviteiten combinatie leraar en redder, onder voorwaarden Duikactiviteiten, comb. leraar en toezichthouder, onder voorwaarden

66 ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (4)
Niet overdekte circulatiebaden Verplicht gebruik voetwaadbak of voetsproeiers Verplicht gebruik van stortbad Bad ≤ 100 m² turnover zuivering water max. 2 u Idem duikactiviteiten Hot Whirlpools Betere controle Legionella

67 ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (5)
Open zwemgelegenheden en watersportzones Rubriek watersportzones (klasse 2) Windsurfen niet meer vermeld Opgenomen, waterski-racing en jetski Rubriek zwemgelegenheden en watersportzones (klasse 3) Windsurfen opgenomen Beperking tot disciplines van waterski die niet vallen onder Idem duikactiviteiten Bacteriologisch onderzoek min. vanaf 1 mei t.e.m. 30 september Als er enkel duikactiviteiten zijn, geen EHBO-lokaal geen omkleedcabines, toiletten, stortbaden

68 ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (6)
Omlopen voor motorvoertuigen Betere formulering van de rubriek Verbodsbepaling, ingevolge afstandsregels, geldt niet, bij gebruik van vaar- en voertuigen, die aan vigerende geluidsnormen voldoen Wel nu beperkt gebruik van de omloop op zondag mogelijk, met voertuigen, die niet aan vigerende geluidsnormen voldoen, mits aan de algemene geluidsvoorwaarden voldaan wordt Beperkt gebruik van de omloop op zondag en andere dagen mogelijk, met vaartuigen, die aan vigerende geluidsnormen voldoen, mits aan de algemene geluidsvoorwaarden voldaan wordt

69 ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (7)
Omlopen voor motorvoertuigen Indoorkartings met vaar- en voertuigen met ontploffingsmotoren Nieuwe voorwaarden Voorwaarden inzake geluid, binnen Voorwaarden inzake CO-gehalte in de binnenlucht en risico hiervan Voorwaarden inzake veiligheid (nooduitgangen, advies brandweer) Rijscholen, ruitersport… Uitzondering uitgebreid tot twee activiteiten per jaar

70 Bedankt voor uw aandacht!
Vragen? 


Download ppt "Toelichting VLAREM-actualisatie"

Verwante presentaties


Ads door Google