De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Cao-voorlichtingsbijeenkomst Cao Kunsteducatie Mei 2013

Verwante presentaties


Presentatie over: "Cao-voorlichtingsbijeenkomst Cao Kunsteducatie Mei 2013"— Transcript van de presentatie:

1 Cao-voorlichtingsbijeenkomst Cao Kunsteducatie 2012-2013 Mei 2013
Kunstconnectie Ntb FNV KIEM

2 Nieuwe cao Kunsteducatie
Looptijd: 1 januari 2012 t/m 31 december 2013 Bepalingen hebben terugwerkende kracht tenzij cao anders bepaalt Bereik: ca medewerkers onder 150 organisaties Werkingssfeer: De CAO Kunsteducatie is van toepassing op rechtspersoonlijkheid bezittende, direct of indirect gesubsidieerde privaatrechtelijke instellingen die activiteiten verrichten op het terrein van kunsteducatie Kunsteducatie omvat de disciplines audiovisuele kunst, beeldende kunst, dans, literatuur, muziek en theater. Het gaat om alle vormen van educatie, zowel vorming, onderwijs als opvoeding, waarbij kunst in alle verschijningsvormen als doel of als middel wordt ingezet. Met educatie worden alle methoden van onderwijzen en leren binnen én buiten schoolse omgevingen bedoeld. Niet AVV. Werkgevers gebonden door lidmaatschap Kunstconnectie.

3 Traject cao Kunsteducatie
April 2011: Start onderhandelingen tussen Kunstconnectie; FNV KIEM; Ntb; KNTV, en: CNV Kunsten 8 Oktober 2012: Cao-akkoord 4 April 2013: Akkoord over uitwerking cao-tekst Begin mei 2013: Ondertekening cao FNV KIEM, en: Ntb

4 Voornaamste wijzigingen cao Kunsteducatie 2012-2013
Looptijd: 1 januari 2012 t/m 31 december 2013 Loon 1% eenmalige uitkering in december 2012 Levensloopbijdrage Toevoegen aan eindejaarsuitkering (naar 5%) Jeugdschalen Afschaffen Bovenwettelijke uitkering Koppelen aan duur WW (125%) Sociaal plan Standaard sociaal plan met aandacht voor mobiliteit Afvloeiing Daar waar leegstand plaatsvindt Variabel belonen Drie pilot-instellingen toetsen vormen variabel belonen Vakantieuren Verjaringstermijn blijft 5 jaar 55+-regeling M.i.v. 1 januari 2013 geen nieuwe instroom meer

5 Loonafspraken hoofdstuk 5 cao
Bevordering nieuwe instroom: Jeugdschalen (art. 4:1 lid 5 cao 2011) zijn vanaf 1 januari 2012 afgeschaft. Jongeren < 21 jaar ontvangen volledig schaalsalaris i.p.v. percentage Nullijn salarissen Eenmalige uitkering in december 2012 van 1 % over het door de werknemer in het desbetreffende jaar feitelijk verdiende totale brutosalaris, vermeerderd met vakantietoeslag

6 Eindejaarsuitkering art. 4:3 cao
Levensloopbijdrage van 2% (art. 4:3 cao 2011) is bij de eindejaarsuitkering gevoegd. Deze komt hiermee op 5% van het verdiend salaris + vakantietoeslag De minimumeindejaarsuitkering blijft € 150,- . Voor medewerkers met een zeer klein dienstverband kan deze verandering licht nadelig zijn: Oude cao Nieuwe cao 2 % levensloopbijdrage - 3% eju maar minimaal € 150, - 5 % eju maar minimaal € 150, -

7 Afvloeiingsregeling hoofdstuk 13B cao
Afvloeiingsregeling gesplitst: Afvloeiing bij autonome daling (verminderde werkgelegenheid als gevolg van minder belangstelling voor een activiteit); afvloeiing vindt plaats waar de leegstand zich voordoet (art. 13B:2) Afvloeiing bij bedrijfseconomische redenen (reorganisatie); afvloeiing daar waar boventalligheid ontstaat (bv. bepaalde locatie/gemeente, etc. (art. 13B:3) Afvloeiingsvolgorde vaststellen op moment van definitieve besluit tot reorganisatie (13B:4)

8 Standaard sociaal plan hoofdstuk 13C cao
Standaard sociaal plan geldt bij (deeltijd)ontslag bij reorganisatie i.d.z.v. art. 25 Wor (art. 13C:2) Er hoeft niet meer onderhandeld te worden met de vakbonden (eventueel over afkooppercentage BWU) tenzij men wil afwijken van de standaard Wel reorganisatie melden aan OAK Afspraken vastleggen over mobiliteit (13C:7) en persoonlijk mobiliteitsbudget Verplichte bezwarenadviescommissie samenstellen bij toepassing sociaal plan (art 13C:13 en hoofdstuk 13D)

9 Recht op Suppletieregeling/BWU
Suppletie: ‘Onderwijsgevend of docerend personeel met een contract voor onbepaalde tijd, aan wie wegens autonome daling geheel of gedeeltelijk ontslag is aangezegd, heeft aanspraak op een salarisgarantie van de werkgever.’ (art. 13A:1) Bovenwettelijke uitkering: ‘Indien de bedrijfseconomische reden voor ontslag uitsluitend veroorzaakt wordt door een subsidiemaatregel of wegens reorganisatie dan wel fusie ten gevolge van de vaststelling of wijziging van een plan of programma van de gemeentelijke of provinciale overheid, heeft de werknemer met een dienstverband voor onbepaalde tijd, aan wie geheel of gedeeltelijk ontslag wordt verleend wegens bedrijfseconomische redenen aanspraak op een bovenwettelijke uitkering zoals vastgelegd in de bepalingen omtrent de bovenwettelijke uitkeringen in dit hoofdstuk. Dit recht bestaat met ingang van de dag van zijn ontslag door de instelling die hem heeft ontslagen.’ (art. 13A:2)

10 Bovenwettelijke uitkering hoofdstuk 13A cao
BWU versoberd voor uitkeringen toegekend na 1 november 2012 Duur BWU gekoppeld aan duur WW-uitkering werknemer vermeerder met een nawettelijk deel van 25% (art. 13A:5) Hoofdregel : Geen WW, geen BWU. Tenzij: In geval van deeltijdontslag voor minder dan 5 uren per week/minder dan de helft van de arbeidsomvang toch recht op BWU als ware er recht op WW (art. 13C:2 lid 4) WW-recht Nawettelijk

11 Bovenwettelijke uitkering Overgangsbepalingen
Overgangsrechten uit 2007 blijven gehandhaafd (art. 13A:5 lid 3) 13A:5 lid 3 sub b; medewerkers: geboren op of na 1 januari 1949 maar voor 1 januari 1955; die in 2007 reeds hogere rechten heeft opgebouwd dan 4 jaar BWU; behoudt het recht op de uitkeringsduur die hij had op 1 januari 2007, doch: Met een maximum van 8 jaar. 13A:5 lid 3 sub a: Duur BWU van medewerkers geboren voor 1 januari 1949 is maximaal 8 jaar, mits zij voor ontslaguren gebruik maken van OBU/FPU. De BWU eindigt echter bij bereiken pensioenleeftijd (art. 13A:10 lid 1 sub b) waardoor relevantie artikel weg is.

12 Bovenwettelijke uitkering hoogte
Gedurende de eerste 3 maanden 93% van de berekeningsgrondslag (art. 13A:6 jo 13:2 lid 3) de daarop volgende 9 maanden 83% de daarop volgende periode van de WW-duur 73% na afloop van het recht op WW, 70%.

13 Mobiliteitsfonds artt. 12:2, 12:3 en 13C:7 cao
Vanaf 2013 wordt jaarlijks 0,5 % van de bruto loonsom door werkgevers gestort in een mobiliteitsfonds, beheerd door stichting OAK Individuele mobiliteitstrajecten kunnen vanaf 1 januari voor 50% gesubsidieerd worden vanuit het fonds Subsidieverzoeken richten aan St. OAK OAK beoordeelt verzoeken adhv reglement Uitvoering wordt neergelegd bij ‘C3werkt’


Download ppt "Cao-voorlichtingsbijeenkomst Cao Kunsteducatie Mei 2013"

Verwante presentaties


Ads door Google