De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wat verandert er voor u? 29 oktober 2013

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wat verandert er voor u? 29 oktober 2013"— Transcript van de presentatie:

1 Wat verandert er voor u? 29 oktober 2013
Huisartsenzorg en GGZ Wat verandert er voor u? 29 oktober 2013

2 Deze presentatie - Actuele ontwikkelingen in de GGZ
- Rol van de huisarts - Standpunt van de LHV - Wat betekent het voor uw praktijk? - Conclusie Toelichting: Vanaf 2014 zal er veel veranderingen in de GGZ sector. Een deel daarvan raakt ook de huisartsenzorg, zoals u wellicht weet. In het bestuurlijk akkoord met de GGZ sector - dat recent verlengd is t/m 2017* - is afgesproken dat er meer GGZ in de buurt van de patiёnt zal worden geboden en dat er in de komende jaren minder zorg in de tweedelijns GGZ-instellingen plaatsvindt. De LHV is weliswaar geen mede-ondertekenaar van het GGZ-akkoord, maar denkt - gezien de gevolgen voor de huisarts - wel mee over de uitwerking van het akkoord. Tijdens deze presentatie nemen we u mee in de landelijke GGZ-ontwikkelingen en vertalen dit door naar de huisartsenpraktijk. (*eventueel vertellen wie de ondertekenaars zijn: GGZ Nederland, beroepsorganisaties zoals Landelijke Vereniging Eerstelijnspsychologen, ministerie VWS, ZN, cliёnten- en beroepsorganisaties) Tekst hier

3 Actuele ontwikkelingen
1. Akkoord met eerste lijn 2. Akkoord met GGZ Toelichting: De Minister van VWS heeft met de eerste lijn, de GGZ en de ziekenhuizen akkoorden gesloten waarin afspraken staan voor de jaren In de dia’s hierna volgt een toelichting hierop.

4 Akkoord eerste lijn Over GGZ: Versterking poortwachterschap huisarts
Kwantitatief meer patiёnten met psychische problematiek bij huisarts Daarvoor meer ondersteuning door POH GGZ

5 Akkoord GGZ Meer GGZ in de buurt Drie echelons:
huisartsenzorg incl. POH-GGZ, basis GGZ en gespecialiseerde GGZ Meer patiёnten naar de huisarts en basis GGZ Minder in de gespecialiseerde GGZ: aantal bedden ↓ 30% tot 2020 Toelichting: GGZ wordt dichter in de buurt van de patient gebracht door: - Meer focus op zelfmanagement en preventie Verschuiving van zorg naar de huisarts en de basis GGZ Huisarts wordt ondersteund door POH GGZ zodat daar meer patienten met lichte klachten opgevangen kunnen worden Basis GGZ wordt uitgebreid zodat daar ook zwaardere problematiek behandeld kan worden Het aantal bedden in instellingen wordt verlaagd Gespecialiseerde GGZ gaan zo mogelijk zorg in de wijk aanbieden via ambulante teams (denk aan FACT-teams)

6 De GGZ vanaf 2014 Indeling in 3 echelons: 1. Huisarts met POH GGZ
toegankelijk voor iedereen 2. Basis generalistische GGZ toegankelijk na verwijzing huisarts 3. Gespecialiseerde GGZ Toelichting: Een toelichting per echelon volgt in de dia’s hierna. Let op terminologie. NB Huisartsenzorg is dus geen basis GGZ!

7 Rol van de huisartsenzorg
Door: Huisarts en POH-GGZ. Uitgangspunt: Huisartsenzorg. Signaleren, zo mogelijk behandelen en anders verwijzen. Ondersteunende middelen: verwijsmodel en consultatiemogelijkheid. Problematiek: Lichte en veel voorkomende klachten en stoornissen zoals depressie, dementie, angst, overspannenheid, verslavingsproblematiek en slaapproblemen. Eventueel stabiele chronische problematiek. Dus: Huisarts biedt huisartsenzorg aan patiënten met GGZ- problematiek zoals omschreven in het Aanbod Huisartsgeneeskundige zorg (NHG/LHV, 2009). Dit kan in samenwerking met de POH-GGZ. De rol van de POH-GGZ is de zorginhoudelijke ondersteuning van de huisartsenzorg aan alle patiënten met klachten van (mogelijk) psychische, psychosociale of psychosomatische aard. Toelichting: Het vloeit niet voort uit het GGZ-akkoord dat de huisarts meer complexe zorg zou moeten gaan bieden, maar het is wel dat zij waarschijnlijk meer patiënten met psychische klachten op hun spreekuur zullen zien. De GGZ die binnen de huisartsenzorg wordt geboden staat omschreven in het Aanbod Huisartsgeneeskundige Zorg van LHV en NHG. En het is uitgewerkt in de NHG-standaarden. De standaarden zijn: angst, depressie, problematisch alcoholgebruik, dementie, slaapproblemen, SOLK, delier bij ouderen, LESA overspannenheid. Bij HHM-verwijsmodel: spreker kan ervoor kiezen om een extra dia te tonen over verwijsmodel.

8 Verwijsmodel ter ondersteuning
Ter ondersteuning huisarts en POH-GGZ bij de verwijzing naar de GGZ is een verwijsmodel ontwikkeld met verwijscriteria: Vermoeden DSM benoemde stoornis? Ernst problematiek: wat is impact op dagelijks functioneren? Complexiteit : sprake van comorbiditeit? Risico: sprake van (zelf)verwaarlozing, suïcideneigingen, kindermishandeling? Beloop van de klachten <Extra dia naar keuze: HHM-verwijsmodel> Toelichting: Huisartsen verwijzen door op basis van de NHG-standaarden. Maar om de verwijzing in het nieuwe systeem van de GGZ te ondersteunen is door onderzoeksbureau HHM in opdracht van VWS een verwijsmodel voor huisartsen ontwikkeld. Deskundigen (oa Psyhag) hebben meegedacht bij de ontwikkeling van het model. Dit model moet handvatten geven om gerichter door te kunnen verwijzen naar de basis GGZ. Heel belangrijk is dat het hier gaat om een lerend model. Dat betekent: nu is nog weinig bekend over doorverwijzen met en zonder POH-GGZ, over juist doorverwijzen/ verwijzen met consultatie. Dus dit model zou moeten bijdragen aan transparantie met waarborging voor bescherming van privacy.

9 Rol basis generalistische GGZ
Door: Uitgebreide versie van de huidige eerstelijnspsychologische zorg. Minister heeft hoofdbehandelaars aangewezen. Uitgangspunt: Behandeling na verwijzing door de huisarts. Huisarts kijkt naar: stoornis, ernst, risico, complexiteit, beloop klachten. Problematiek: DSM stoornissen, lichte tot matige, niet-complexe problematiek die langer dan 3 maanden aanhoudt. Dus: Huisarts kan patiënt verwijzen naar basis GGZ bij een (vermoeden van een) stoornis Vanaf 2014 zijn 4 typen behandeling mogelijk: kort, middel, intensief, chronisch. Indicatie wordt in de GGZ wordt gedaan. Toelichting bij ‘4 typen behandeling’ in de basis GGZ vanaf 2014: Product 1. Kort Voor patiënten met problematiek van lichte ernst, waarbij sprake is van een laag risico, een enkelvoudig beeld of eventueel lage complexiteit en aanhoudende of persisterende klachten. Product 2. Middel Voor patiënten met problematiek van matige ernst, waarbij sprake is van een laag tot matig risico, een enkelvoudig beeld of eventueel lage complexiteit en de duur van de klachten beantwoordt aan de criteria uit de richtlijn voor het betreffende ziektebeeld. Product 3. Intensief Voor patiënten met ernstige problematiek, waarbij sprake is van een laag tot matig risico, een enkelvoudig beeld of eventueel lage complexiteit en de duur van de klachten beantwoordt aan de criteria uit de richtlijn voor het betreffende ziektebeeld. PJ/13/0160/baggz 30 januari Product 4. Chronisch Voor patiënten met instabiele of stabiele chronische problematiek, waarbij sprake is van een laag tot matig risico. Vaak hebben cliënten een traject binnen de gespecialiseerde GGZ achter de rug en is er veelal sprake van onderliggende persoonlijkheidsproblematiek. Cliënten hebben bijvoorbeeld behoefte aan onderhoudsbehandelingen, zorggerelateerde preventie en zorgcoördinatie. Behandeling wordt ingezet met als doel om de cliënt te stabiliseren of stabiel te laten blijven. Toelichting: we hebben het bij de tweede echelon over ‘uitgebreide eerstelijns GGZ’. Deze uitbreiding zit in de lichte DBC’s die overgeheveld worden vanuit de tweede lijn.

10 Rol gespecialiseerde GGZ
Door: Afgeslankte versie van de huidige tweedelijns GGZ. Uitgangspunt: Ambulante behandeling via GGZ-team in de wijk na verwijzing. Klinische behandeling in een instelling indien onontkoombaar. Altijd verwijzing via de huisarts. Problematiek: Hoog risico en/of complexe, ernstige psychische problemen. Dus: Huisarts kan patiënt verwijzen naar gespecialiseerde GGZ bij een (vermoeden van een) ernstige stoornis. Toelichting bij ‘problematiek’: Stoornissen zoals ernstige depressie, persoonlijkheidsstoornissen , angststoornissen of psychotische stoornissen zoals schizofrenie. Verschillende gradaties van ernst, complexiteit, risico en beloop. Zo kan iemand met een matige depressie maar zonder sterk vangnet ‘zwaardere’ zorg nodig hebben dan een patiënt met een zware depressie maar met een sterk vangnet.

11 Standpunt van de LHV Om de beste GGZ in de huisartsenpraktijk te blijven bieden, is nodig: 1. onafhankelijk poortwachterschap van huisarts en POH-GGZ 2. voldoende capaciteit voor meer opvang 3. oplossing van de achterdeurproblematiek 4. goede samenwerking in de GGZ-keten <Spreker kan ervoor kiezen om de randvoorwaarden één voor één te laten verschijnen> Toelichting: Huisarts en POH-GGZ kunnen een goede poortwachtersfunctie vervullen als de samenwerking met en capaciteit in de basis generalistische GGZ en gespecialiseerde GGZ voldoende is. Dat betekent: goede verwijsmogelijkheden en geen wachtlijsten, korte lijnen tussen huisarts en psychiater, snel kunnen schakelen tussen de drie echelons, zodat de patiënt snel en op de goede plek wordt behandeld. Structurele ondersteuning van de huisarts door de POH GGZ is wel noodzakelijk omde toenemende vraag op te vangen. Uit een peiling van de LHV onder ruim 800 huisartsen geeft eenderde van de deelnemende huisartsen aan dat de doorverwijsmogelijkheden naar de eerstelijns GGZ verslechteren. Voor de gespecialiseerde GGZ geeft zelfs 54 procent dit aan. Uit dezelfde LHV-peiling blijkt dat nu al meer mensen met psychische klachten en aandoeningen een beroep doen op de huisartsenzorg. Om deze toenemende vraag op te vangen, is voldoende capaciteit in de huisartsenzorg nodig. De huisarts blijft met de POH-GGZ haar patiënten de gebruikelijke huisartsenzorg bieden volgens de NHG-Standaarden. Maar huisartsen zullen wel - binnen de mogelijkheden - proberen om kwantitatief meer patiënten met psychische klachten binnen de vertrouwde huisartsenpraktijk op te vangen. (Spreker kan ervoor kiezen om het volgende ook uit te zoeken: In deze regio heeft …% POH-GGZ. De inzet is in ….% volledig 9 uur etc. Deze gegevens zijn op te vragen via zorgverzekeraar en/of ROS afhankelijk van de regio. Om in 2014 goed voorbereid te zijn is het belangrijk om een zo hoog mogelijk dekking van het aantal huisartsen met POH-GGZ in de regio te hebben.) Tekst hier

12 Standpunt LHV over POH-GGZ
Huisarts en POH-GGZ bieden huisartsenzorg op basis van Aanbod Huisartsenzorg en NHG-Standaarden (ICPC hoofdstukken P en Z) Vooral rol als (onafhankelijk) poortwachter van belang Opvang van meer patiënten, geen andere patiënten Altijd onder verantwoordelijkheid van de huisarts Daarvoor is structurele financiering van POH-GGZ nodig Competentieprofiel POH-GGZ is in ontwikkeling LHV zet zich in voor een eenduidige opleiding.      Toelichting: De huisarts is gespecialiseerd in het maken van een goede inschatting van de aard en ernst van de klachten van de patient. Dat zal ook zijn voornaamste rol zijn voor de patienten met GGZ klachten, net als bij de somatiek. Onafhankelijk poortwachterschap: voor het vertrouwen in en de geloofwaardigheid van de beroepsgroep is de onafhankelijkheid van iedere instelling of aanbieder waar de huisarts naar kan verwijzen van groot belang. We focussen niet op het uitbreiden van het aanbod van de huisartsenzorg of aanpassing daarvan. Wel gaan we voor structurele inzet van de POH-GGZ en de inzet van meer e-health mogelijkheden. Structurele financiering is dan wel noodzakelijk! Daar maakt de LHV zich sterk voor. Daarnaast is een eenduidige opleiding van belang. 6 op de 10 respondenten van de eerder genoemde LHV-peiling gaven aan ‘gebruik te maken van een POH-GGZ in de praktijk’. <vraag aan de zaal: wie van u heeft een POH-GGZ in dienst...is dat van plan?>

13 NZa-regeling POH-GGZ Waarom was het noodzakelijk om de NZa-beleidsregel over de POH-GGZ aan te passen? Terughoudendheid van huisartsen door onzekerheid Terughoudendheid van huisartsen door extra regeldruk Faciliteerde niet in e-health en consultatieve raadpleging Toelichting: De onzekerheid had betrekking op verschillende zaken: Onzekerheid over de hoogte van de tarieven (i.v.m. nog steeds tijdelijke ophoging voor loonkosten); Onzekerheid of de POH-GGZ wel minimaal kostendekkend kan worden ingezet; Onzekerheid over de gevolgen voor de macrokosten (bij stijging uitgaven POH-GGZ korting op de basiszorgtarieven?); Onzekerheid over de BTW-gevolgen bij inhuur; Onzekerheid over de ontwikkelingen in de GGZ-sector. <Spreker kan ervoor kiezen om daarna ook toe te lichten over deze onzekerheden nog steeds bestaan: Er is nog steeds sprake van een tijdelijke ophoging en het is nog onduidelijk voor hoe lang Zodra de nieuwe, gewijzigde tarieven voor 2014 bekend zijn, kan de LHV een voorbeeldberekening maken (houd de LHV-website in de gaten), maar de huisarts zal het altijd zelf moeten nagaan voor zijn eigen POH-GGZ (in loondienst of niet? Hoe hoog ingeschaald? Hoe en waarvoor wordt die ingezet? Hoe productief is die?), voor zijn eigen populatie en voor zijn eigen praktijkkosten. Blijft afwachten hoe het ministerie in de toekomst omgaat met overschrijdingen Is een kwestie van goed juridisch advies inwinnen en eventueel nagaan bij de regionale belastinginspecteur Er is nu natuurlijk inmiddels veel in gang gezet, dus de koers is duidelijk. Het is nu ook afwachten hoe de betrokken partijen met de nieuwe situatie omgaan.

14 NZa-regeling POH-GGZ Wat is er gewijzigd in de beleidsregel 2014?
Inschrijftarief POH-GGZ hoger en flexibeler Uitbreiding naar 12 uur E-health mogelijk Consultieve raadplaging mogelijk Regeling toegankelijk voor andere aanbieders, waarbij afspraken tussen hoofdcontractant en huisarts over de werkzaamheden en de geldstromen verplicht zijn Nieuwe prestatie ‘Groepsconsult’ geïndiceerde preventie. Toelichting: Tarief De NZa verhoogt het maximale inschrijftarief POH-GGZ in 2014 verder. Het tarief biedt dan ruimte om 12 uur per week per praktijk een POH-GGZ in te zetten, ten opzichte van 9 uur in Het gaat dus om een verhoging van 33 procent. Daarnaast mag de zorgaanbieder het inschrijftarief POH-GGZ in 2014 flexibel inzetten. Het inschrijftarief is niet langer alleen bestemd voor personele inzet van een praktijkondersteuner, maar ook voor e-health en consultatieve raadpleging. E-health en consultatie Het moet gaan om e-health programma’s die de zorgactiviteiten binnen POH-GGZ-functie ondersteunen, zoals diagnostiek of begeleiding/behandeling door de POH-GGZ of huisarts. De geconsulteerde zorgverlener mag kosten in rekening brengen bij de huisarts of POH-GGZ die de consultatie heeft aangevraagd. Hiervoor is er in 2014 een prestatie ‘Onderlinge dienstverlening t.b.v. consultatie POHGGZ’. Met deze prestatie kunnen zorgverleners elkaar onderling een tarief in rekening brengen. Deze onderlinge dienstverlening kent een vrij tarief en heeft geen vormbeperking. Preventie Geïndiceerde preventie van depressie, angststoornis en verslaving behoort tot het takenpakket van de huisarts en POH-GGZ. Geïndiceerde preventie vindt vaak plaats via groepsinterventies (cursussen). De huidige prestaties (consulten) geven onvoldoende duidelijkheid over de bekostiging van  deze groepscursussen. Daarom is er in 2014 een nieuwe prestatie "Groepsconsult", die per deelnemer en per groepsbijeenkomst in rekening gebracht mag worden. Bij acht deelnemers mag de aanbieder dus acht maal het groepsconsult declareren. De hoogte van het groepsconsult is gelijk aan het tarief van het reguliere consult (in 2013  was dat ca. €9,00). Eventuele meerkosten voor groepscursussen kunnen vergoed worden via het ‘Inschrijftarief POH-GGZ’. Andere aanbieders Ook andere zorgaanbieders dan de huisarts kunnen in 2014 het ‘Inschrijftarief POH-GGZ’ en consulten POH-GGZ in rekening brengen bij een zorgverzekeraar, als die aanbieder daarover een afspraak heeft met de verzekeraar en met de huisarts. De POH-GGZ-functie blijft altijd onder verantwoordelijkheid van de huisarts. Zorginhoudelijk houdt de huisarts altijd de regie. Om dit te garanderen gelden twee vereisten: (1) een overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar, (2) een overeenkomst tussen de huisarts en de zorgaanbieder van POH-GGZ. Deze laatste overeenkomst moet de zorgaanbieder desgevraagd ter beschikking stellen aan de zorgverzekeraar. De huisarts en andere zorgaanbieder zijn vrij om af te spreken hoe de opbrengsten uit het POH-GGZ inschrijftarief en het POH-GGZ consulttarief onderling worden verevend. Daarvoor is er vanaf 2014 de prestatie ‘Onderlinge dienstverlening t.b.v. POH-GGZ’. Met deze prestatie kan de huisarts kosten voor bijvoorbeeld managementtijd of praktijkruimte bij de andere zorgaanbieder in rekening brengen, als partijen daarover een overeenkomst hebben afgesloten.

15 De POH-GGZ in uw praktijk
Hoe kunt u de POH-GGZ inzetten: zelf in dienst nemen via detachering vanuit een instelling via een zorggroep Via Stappenplan op kunt u de ideale inzet van de POH- GGZ in uw praktijk bekijken en berekenen.      Toelichting: De LHV is voorstander van het zelf in dienst nemen van de POH-GGZ, omdat op deze wijze de onafhankelijkheid het beste is gewaarborgd.

16 Inzetten op samenwerking
Om de poortwachterfunctie goed in te vullen zijn goede verwijsmogelijkheden en korte lijnen cruciaal. Denk aan basis GGZ en gespecialiseerde GGZ, maar ook Wmo-loket, maatschappelijk werk, CJG, welzijnswerk… Wat zijn uw ervaringen? Toelichting: Vraag aan aanwezigen: wat zijn uw ervaringen met de doorverwijzing naar: Eerstelijns GGZ Tweedelijns GGZ Andere zoals maatschappelijk werk, CJG, Wmo-loket, welzijnswerk

17 Conclusie - Uitbreiding beleidsregel POH-GGZ - Verruiming mogelijkheden POH-GGZ - Grote kans op meer vraag - Consequenties veranderingen basis GGZ en gespecialiseerde GGZ nog onduidelijk.


Download ppt "Wat verandert er voor u? 29 oktober 2013"

Verwante presentaties


Ads door Google