inoefenen van woordbeeld: visueel en auditief

Presentatie over: "inoefenen van woordbeeld: visueel en auditief"— Transcript van de presentatie:

1 inoefenen van woordbeeld: visueel en auditief
We nemen als voorbeeld het woord ‘ijs’. In de allereerste fase brengt de leerkracht de wandplaat ijs en het geschreven en gedrukte woord ijs aan het bord (doen!) We laten de kinderen ‘ijs’ auditief herkennen: we zeggen een woordenrijtje “ ijk, ijl, ijs, ijn, ijp, ijs,…” Telkens wanneer de kinderen ‘ijs’ horen steken ze het woordkaartje met ‘ijs’ in de lucht. In een tweede fase moeten de kinderen het woord ‘ijs’ visueel (het gedrukte woord) herkennen. In het werkboekje zul je altijd pictogrammen (tekens die de kinderen vertellen wat ze moeten doen) vinden. Voor de ouders en leerkrachten staat de uitleg steeds onderaan de pagina. U bespreekt de verschillende oefeningen.

2 Op dit werkblad vindt u analoge oefeningen
Op dit werkblad vindt u analoge oefeningen. Let op bij oefening twee moeten de kinderen enkel het woord ‘ijs’ vinden. De kinderen moeten nog niet de tekst kunnen lezen.

3 Hakken en plakken Hakken van het woord in kop – buik – staart.
Na het hakken, altijd plakken ... Let op bij het hakken : - leesrichting - juiste klank Als de kinderen het woord vlot auditief en visueel herkennen gaan we het woord ontsleutelen. We gaan de letters leren! We gebruiken hier voor de structureerstrook. U doet even voor met het woord ‘ijs’. Vervolgens afficheren we de letters ‘ij’ en ‘s’ aan de letterlijn (doen!).

4 ontsleutelen van letters
Als we dit goed geoefend hebben gaan we verder met het werkschrift. Nu ontsleutelen (woord analyseren tot letters/klanken ) we de letters en gaan ze automatiseren ( vastzetten). Bespreek de pagina’s uit het werkschrift.

5 werken op de structureerstroken in het leesboek
We oefenen de letters en het woordje in ons leesboek. We leggen de juiste letters op de lege vakjes en lezen het woord.

6 inoefenen en noteren van het foneem/grafeem ij, s
spelling : inoefenen en noteren van het foneem/grafeem ij, s De laatste stap is spelling. Hier gebruiken we het spellingschrift. U bespreekt de oefening.

7 clusters De eerste tien woorden hebben alleen buik – staart ... nog géén kop! buik + staart = cluster wisselrijen met de gekende clusters en letters : Met de gekende letters bouwen we nu tweeklankclusters. Omdat lezen met clusters het leestempo versnelt, begint onze methode met 10 clusterwoorden. U krijgt zeker ook leeskaarten en een letterschuif mee naar huis om dit te oefenen.  Snel lezen = plakken van letter en cluster

8 letterschuif Met de letterschuif kunnen we niet alleen tweeklankclusters maken, maar ook drieletterwoorden, gemaakt van een letter en een cluster.

9 technisch lezen In dit voorbeeld vertrekken we vanuit vanuit ijs en bouwen we nieuwe tweeklankclusters op als “ijn, ijk, ijp, ijl”. We oefenen die tweeklankclusters ook met de letterdoos en via de letterschuif. Onderzoek heeft geleerd dat het ontzettend belangrijk is dat kinderen de tweeklankclusters vlot (in één oogopslag) kunnen lezen. Via die tweeklankclusters lezen we vlot drieklankwoorden: als ik ‘ijs’ kan lezen kan ik gemakkelijk woorden leren lezen als s-ijs (lees ijs / s-ijs / sijs). Met de gekende woorden bouwen we eenvoudige zinnen en de kinderen lezen leuke verhaaltjes.

10 Voorbeeld van een verhaaltje.

11 Methodewebsite > extra tips voor ouders
Op de methodewebsite is een afzonderlijke pagina voorzien, waarop ouders tips vinden om op een speelse manier bezig te zijn met het ‘leren lezen’. Hebt u zelf nog een suggestie, bezorg ons deze per mail. We zetten ze vervolgens online, zodat alle ouders van uw tip kunnen gebruik maken.

12 W W W . BINGEL . BE Bingel kan geoefend worden in de eerste trimester, wanneer het aanvankelijk lezen plaatsvindt. De kinderen krijgen een code en een wachtwoord mee dat hen toelaat om de oefeningen die door de leerkracht worden klaargezet te maken. Bingel houdt dan bij welke scores de kinderen gehaald hebben. De leerkrachten kunnen dit nakijken en opvolgen.