De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Omgevingsvergunning.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Omgevingsvergunning."— Transcript van de presentatie:

1 Omgevingsvergunning

2 Nieuw wetgevingslandschap
Doelstelling en krachtlijnen Toepassingsgebied Declassering Soorten vergunningsprocedures Bevoegde overheid Vooroverleg met de bevoegde overheid De vergunningsaanvraag Wijziging vergunningsaanvraag Toepassing van de bestuurlijke lus Adviesverlening Beslissingstermijnen Geldigheidsduur Flankerende maatregelen - Permanente vergunning Richtlijnen over toepassing milieuvoorwaarden Meerjarenprogramma’s Uitvoering evaluaties Bijstelling van de milieuvoorwaarden v/d omgevingsvergunning Bijstelling voorwerp en duur v/d omgevingsvergunning Vergunningstermijn milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur

3 Nieuw wetgevingslandschap (1)
Niveau decreet 25 april 2014: decreet omgevingsvergunning 27 oktober 2015: bespreking in commissie VP van “verzameldecreet”. Het verzameldecreet bevat een aantal relevante wijzigingen van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.  Niveau uitvoeringsbesluiten 13 februari 2015: definitieve goedkeuring BVR gesloten lijsten Vlaamse en provinciale projecten 24 april 2015: ontwerp BVR omgevingsvergunning goedgekeurd met het oog op adviesvraag aan Raad van State en onderhandelingen in sectorcomités 11 mei 2015: protocol sectorcomité XVIII 10 juni 2015: protocol sectorcomité C1 14 augustus 2015: advies Raad van State 30 oktober 2015: definitieve goedkeuring BVR???

4 OMGEVINGSVERGUNNINGSDECREET “INTEGRATIE PROCEDURES”
Nieuw wetgevingslandschap (2) OMGEVINGSVERGUNNINGSDECREET “INTEGRATIE PROCEDURES” VCRO DABM Titel IV – Vergunningen Titel V: Exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkenningen

5 Doelstelling en krachtlijnen (1)
“Eenvoudige en snelle vergunningverlening met een minimum aan lasten voor de burgers en de bedrijven in functie van een beter investeringsklimaat”

6 Krachtlijnen Doelstelling en krachtlijnen (2)
Integratie: procedures stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning, ook verkavelingsvergunning Vergunningen van onbepaalde duur Eenvoudige procedures, beperkt in aantal en op maat van het project Korte en gesanctioneerde beslissingstermijnen Vergunningverlening op basis van overleg Bestuurlijke lus

7 Toepassingsgebied Vergunningsplicht:
stedenbouwkundige handelingen (artikel VCRO); verkavelingen (artikel VCRO); exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten 1ste en 2de klasse (gewijzigde indelingslijst = nieuwe bijlage 1 van titel II Vlarem). Meldingsplicht: stedenbouwkundige handelingen (artikel VCRO); exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten 3de klasse (gewijzigde indelingslijst: nieuwe bijlage 1 van titel II Vlarem). Toekomst: uitbreiding v/h toepassingsgebied Socio – economische vergunning Vegetatiewijzigingsvergunning

8 Declassering(1) Aandachtspunten declassering:
Eerste fase: Declassering van klasse 1- inrichtingen naar klasse 2 (A) - inrichtingen: circa inrichtingen Toekomst: TWOL-studie: nieuwe declassering na praktijkervaring met OV?

9 Declassering (2) – eerste fase
Selectie inrichtingen op basis van volgende uitgangspunten: de beperkte complexiteit van de productieprocessen; het beperkte en lokale karakter van de hinder en de risico’s die ze met zich meebrengen; voor deze inrichtingen meestal geen bijzondere voorwaarden moeten worden opgelegd; de spreiding van de inplanting over heel Vlaanderen; het niet gevat zijn door een Vlaams actieplan zoals met betrekking tot zogenaamde ‘hot spots’

10 Declassering (3) – eerste fase Welke inrichtingen- 1
Afvalrubriek: alleen voor niet gevaarlijke afvalstoffen Voor rubrieken zonder drempel die steeds klasse 1 waren, wordt drempel bepaald Voor rubrieken met zeer lage drempels voor klasse 1 wordt drempel opgetrokken Rubrieken mbt gevaarlijke afvalstoffen blijven behouden Benzinestations: optrekken van drempel van l naar l benzine ondergronds Verdeelslangen niet meer klasse 1 Mestopslagplaats: drempel wordt opgetrokken van 100 m³ naar > 500 m³ in woongebied Vast opgestelde motoren: drempel wordt opgetrokken van 500 kW naar > kW Stookinstallaties op aardgas: tot kW klasse 3 ipv 500 kW

11 Declassering (4) – eerste fase Welke inrichtingen- 2
Volledige declassering van: Aanbrengen bedekkingsmiddelen Conditioneren en verpakken farmaceutische stoffen Bereiden of conditioneren van cosmetische stoffen Vervaardigen lucifers Zwembaden Stoomketels Schietstanden Vervaardigen tabakswaren Bereiden van voedingsproducten op basis van plantaardige melen Bereiden van confituren, suikerwaren

12 Declassering (5) – eerste fase
Welke inrichtingen - 3 inrichtingen met louter mechanische bewerkingen: Diamantbewerking Houtbewerking vervaardigen van voorwerpen uit kunststof, Lederbewerking Metaalbewerking Bewerking van marmer Vervaardigen van producten op basis van elastomeren Textiel Vervaardigen en assembleren van rijwielen uitzondering windturbines worden: > kW klasse 1 ipv > kW klasse 1

13 Soorten vergunningsprocedures
Gewone vergunningsprocedure: openbaar onderzoek Vereenvoudigde vergunningsprocedure: geen openbaar onderzoek, bijvoorbeeld voor: beperkte veranderingen van ingedeelde inrichtingen die geen betekenisvol bijkomend risico voor de mens en het milieu inhouden en de hinder niet significant vergroten; vergunningsplicht na wijziging indelingslijst; tijdelijke inrichtingen of activiteiten; handelingen in overeenstemming met gemeentelijk of provinciaal RUP, BPA of niet vervallen verkaveling; zowat alle woningen; …. Beroepsprocedure.

14 Bevoegde overheid (1) Algemene principes
decentralisatie van beslissingsbevoegdheden van provincies naar gemeenten door ‘declassering’; niet de aanvrager, maar de aard en de omvang van het project zijn de bepalende factoren bij toewijzing van bevoegdheden; de Vlaamse Regering en de deputaties worden exclusief bevoegd voor respectievelijk de Vlaamse en de provinciale projecten op gesloten lijsten (def. goedgekeurd VR 13/2/2015).

15 Bevoegde overheid (2) Bevoegde overheid in eerste administratieve aanleg de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar: Vlaamse projecten (gesloten lijst); projecten gelegen op twee of meer provincies; de Deputatie: 1ste klasse inrichtingen of activiteiten die niet voorkomen op de gesloten lijst van Vlaamse projecten noch er een onderdeel van zijn; provinciale projecten (gesloten lijst); projecten gelegen op twee of meer gemeenten; het College van Burgemeester en Schepenen : gemeentelijke projecten (voorlopig niet aangewezen); alle andere gevallen dan deze waarvoor de VR of de deputatie bevoegd is.

16 Bevoegde overheid (3) Bevoegde overheid in eerste administratieve aanleg De gewestelijke omgevingsambtenaar mag beslissen over: vereenvoudigde procedure (zonder openbaar onderzoek; telecom-aanvragen.

17 Bevoegde overheid (4) Bevoegde overheid in laatste administratieve aanleg. de Vlaamse Regering is bevoegd voor beroepen tegen beslissingen die de deputatie in eerste aanleg neemt; de deputatie is bevoegd voor beroepen tegen beslissingen die het college van burgemeester en schepenen in eerste aanleg neemt. tegen beslissingen die de Vlaamse Regering in eerste aanleg neemt, staat geen administratief beroep open.

18 Vooroverleg met de bevoegde overheid
informeel overleg altijd mogelijk; verzoek tot vooroverleg en projectvergadering voor projecten of veranderingen aan projecten waarvoor de vergunningsaanvraag wordt onderworpen aan het advies van de POVC en de GOVC (met uitzondering van de klasse 2A-inrichtingen); de projectvergadering beoogt de procedurele afstemming tussen de betrokken overheden en de eventueel nodig geachte bijsturingen van het project; verslag projectvergadering: richtinggevend, niet bindend

19 De vergunningsaanvraag (1)
Verplicht geïntegreerde vergunningsaanvraag voor gemengde projecten: => belet niet dat voor een multifunctioneel gebouw waarvan de eindbestemming nog niet is gekend geen aanvraag om een omgevingsvergunning kan worden ingediend voor het bouwen Integratie MER/OVR: als de vergunningsaanvraag een milieueffectrapport of een omgevingsveiligheidsrapport omvat, behandelt het openbaar onderzoek de inhoud van die rapporten; de afdeling bevoegd voor milieueffectrapportage en omgevingsveiligheidsrapportage beslist over de goed- of afkeuring van het MER/OVR tijdens de vergunningsprocedure. Bij afkeuring betekent dit het definitieve einde van de vergunningsprocedure;

20 De vergunningsaanvraag (2)
MER niet vereist voor de loutere verderzetting van bestaande activiteiten, tenzij deze betrekking hebben op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben; OVR niet vereist voor loutere verderzetting van bestaande activiteiten; Passende beoordeling niet vereist voor de loutere verderzetting van bestaande activiteiten, tenzij deze betrekking hebben op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu vereisen.

21 Mogelijk tijdens lopende procedure
Wijziging vergunningsaanvraag Mogelijk tijdens lopende procedure Wijzigingen die geen nieuw openbaar onderzoek vereisen: 3 vw: de wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening; de wijzigingen komen tegemoet aan de adviezen of aan de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend; de wijzigingen brengen geen schending van de rechten van derden met zich mee. Wijzigingen die niet voldoen aan de voormelde voorwaarden: de bevoegde overheid kan een tweede openbaar onderzoek organiseren waarbij ze de adviezen een tweede keer inwint.

22 Toepassing van de bestuurlijke lus
als de bevoegde overheid vaststelt dat een onregelmatigheid werd begaan die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, kan ze de onregelmatigheid herstellen. Ze kan in voorkomend geval een tweede openbaar onderzoek organiseren of de adviezen een tweede keer inwinnen; zowel in eerste als tweede aanleg.

23 Adviesverlening (1) Kenmerken
Binnen 30 dagen (60 dagen klasse 1 inrichting) geen advies = gunstig advies Adviesinstanties klassieke adviesorganen: AMV, RO, OVAM, VMM, ANB, OE.. CBS of gemeentelijk omgevingsambtenaar. Omgevingsvergunningscommissies (complexe projecten) 5 provinciale omgevingsvergunningscommissies (POVC); 1 gewestelijke omgevingsvergunningscommissie (GOVC).

24 Adviesverlening (2) - Omgevingsvergunningscommissie
Waarom advies omgevingsvergunningscommissies? Bestendiging goed werkende milieuvergunningscommissies die worden uitgebreid naar omgevingsvergunningscommissies Voordelen: multidisciplinaire aanpak; integrale afweging; horen van partijen, in beroep ook derde belanghebbenden verhoogde openbaarheid en participatie; betere en meer gedragen besluitvorming → aantal beroepen daalt.

25 Adviesverlening (3) - Omgevingsvergunningscommissie
Samenstelling omgevingsvergunningscommissies Voorzitter secretaris deskundigen vertegenwoordiger van college van burgemeester en schepenen of gemeentelijke omgevingsambtenaar (raadgevende stem) adviesverlenende instantie(s) ifv concrete dossier

26 Adviesverlening (4) – Bevoegdheid POVC
Als schepencollege bevoegde overheid is aanvragen voor klasse 2a- inrichtingen aanvragen met MER of ontheffing aanvragen met MOBER aanvragen met passende beoordeling aanvragen met minstens drie externe adviezen advisering evaluatie van deze ingedeelde inrichtingen onderzoek naar kennelijke ongegrondheid v. bezwaren tegen verder exploitatie v. ingedeelde inrichtingen na 20 j advisering bijstelling vergunningen van deze ingedeelde inrichtingen

27 Adviesverlening (5) – Bevoegdheid POVC
Als deputatie bevoegde overheid is aanvragen voor klasse 1- inrichtingen en provinciale projecten beroepen tegen beslissingen die door college aan POVC werden voorgelegd beroepen tegen beslissingen inzake ingedeelde inrichtingen coördinatie en uitvoering evaluaties ingedeelde inrichtingen onderzoek naar kennelijke ongegrondheid van bezwaren tegen verdere exploitatie na 20 jaar van ingedeelde inrichtingen Advisering bijstelling vergunningen ingedeelde inrichtingen

28 Adviesverlening (6) – Bevoegdheid GOVC
Als Vlaamse Regering bevoegde overheid is aanvragen voor Vlaamse projecten m.u.v. Telecom-aanvragen beroepen tegen beslissingen van deputatie coördinatie en uitvoering evaluaties ingedeelde inrichtingen, onderdeel van Vlaamse projecten onderzoek naar kennelijke ongegrondheid van bezwaren tegen verdere exploitatie na 20 jaar van ingedeelde inrichtingen, onderdeel van Vlaamse projecten advisering bijstelling vergunningen van deze ingedeelde inrichtingen onderdeel Vlaamse projecten

29 Beslissingstermijnen (1)
Kenmerken Gesanctioneerde beslissingstermijnen, indien geen beslissing: eerste aanleg → weigering van de vergunning; tweede aanleg → beroep afgewezen, beslissing eerste aanleg wordt definitief.

30 Beslissingstermijnen (2)
Gewone vergunningsprocedure Vereenvoudigde vergunningsprocedure Beroepsprocedure Geen advies POVC/GOVC: 105 dagen Advies POVC/GOVC: 120 dagen Termijnverlenging: 60 dagen: van rechtswege: tweede openbaar onderzoek administratieve lus wegenwerken 60 dagen Beroep tegen beslissing gewone vergunningsprocedure: 120 dagen Beroep tegen beslissing vereenvoudigde vergunningsprocedure: op verzoek exploitant

31 Geldigheidsduur (1) Bestaande situatie:
milieuvergunning voor maximaal 20 jaar; stedenbouwkundige vergunning in principe van onbeperkte duur. Situatie omgevingsvergunningsdecreet: algemene regel: vergunning van onbepaalde duur uitzonderingsregel: vergunning van bepaalde duur omwille van: afstemming duur bouw- en milieuvergunning; level playing field; vermindering van de administratieve lasten; financieel voordeel; grotere rechtszekerheid.

32 Geldigheidsduur (2) Vergunning van bepaalde duur alleen mogelijk op basis van limitatieve lijst, omwille van: voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de algemene regel; voorkomen van een divergerend vergunningenbeleid; meer rechtszekerheid voor de bedrijven. Limitatieve lijst: (o.a. in de volgende gevallen) op verzoek van de vergunningsaanvrager; voor projecten die uitsluitend tijdelijke inrichtingen of activiteiten uit de indelingslijst omvatten, bv: betoncentrale, opslagplaatsen dierlijke mest, e.d.; als de exploitatie betrekking heeft op een eindig of beperkt gebruik: ontginning, grondwaterwinning, containerklassen, e.d.

33 Geldigheidsduur (3) als een omgevingsvergunning op proef noodzakelijk is; met het oog op de herlocalisatie van de exploitatie van de inrichting of activiteit als die niet verenigbaar is met de ruimtelijke bestemming; om rekening te kunnen houden met localiseerbare gebiedsspecifieke ontwikkelingsperspectieven van een definitief vastgesteld ruimtelijk structuurplan. Indien bij het verstrijken van de termijn de ontwikkelingsperspectieven niet zijn verankerd in een definitief vastgesteld RUP wordt de vergunning geacht van onbepaalde duur te zijn; veranderingen van inrichtingen zijn beperkt tot einde duur basisvergunning.

34 Flankerende maatregelen - Permanente vergunning (1)
Doel: Geen afbreuk bestaand beschermingsniveau! Omgevingsvergunning van onbepaalde duur Hervergunning Evaluaties Inspraakmoment na 20 j Bijstelling milieuvoorwaarden OV Bijstelling duur en voorwerp OV

35 Flankerende maatregelen - Permanente vergunning (2)
Eerste flankerende maatregel: de evaluaties Algemene evaluatie Gerichte evaluatie doel: onderzoek noodzaak tot bijstelling van de milieuvoorwaarden

36 Flankerende maatregelen - Permanente vergunning (3) Algemene evaluatie
Uitsluitend voor GPBV-installaties binnen de twee jaar na de bekendmaking in het publicatieblad van de Europese Unie van de door de Europese Commissie aangenomen nieuwe of bijgewerkte BBT-conclusies betreffende de hoofdactiviteit van de GPBV-installatie; voor zover er geen BBT-conclusies van toepassing zijn, als ontwikkelingen op het gebied van de BBT een significante vermindering van de emissies mogelijk maken; als de veroorzaakte verontreiniging van die aard is dat de bestaande emissiegrenswaarden in de vergunning moeten worden gewijzigd of nieuwe emissiegrenswaarden moeten worden opgenomen; als de bedrijfsveiligheid van het proces of de activiteit de toepassing van andere technieken vereist; als aan een nieuwe of bijgewerkte milieukwaliteitsnorm moet worden voldaan; als voor een GPBV-installatie geen evaluatie in een voorafgaande periode van vijftien jaar werd uitgevoerd, kan, rekening houdende met het tijdstip waarop de milieuvoorwaarden zijn aangepast ingevolge een vergunningsaanvraag of ingevolge de toepassing van artikel 82, een algemene evaluatie worden gepland.

37 Flankerende maatregelen - Permanente vergunning (4) Gerichte evaluatie
Van toepassing op: de gevallen en aspecten bepaald in de richtlijnen over bijzondere milieuvoorwaarden; voor zover in een voorafgaande periode van vijftien jaar de te evalueren milieuvoorwaarden bij de beslissing over een vergunningsaanvraag of met toepassing van artikel 82 niet op relevante wijze zijn aangepast, de hierna vermelde gevallen: a) inrichtingen of activiteiten, vermeld in indelingsrubriek , met uitzondering van wat betrekking heeft op het inert afval, afval uit de winning, de behandeling en de opslag van turf en het niet–gevaarlijk niet-inert afval, tenzij deze worden gestort in een afvalvoorziening van categorie A, en met uitzondering van de afvalvoorzieningen, vermeld in artikel , §3; b) afval (mee)verbrandingsinstallaties, vermeld in de indelingsrubrieken , b, c, e, f, g, h, j, k, l, m; , b, c, d, e, f, g en 2.3.5; c) het lozen in gewone oppervlaktewateren, openbare riolen of kunstmatige afvoerwegen voor regenwater, van gevaarlijke stoffen als vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1; d) de directe of indirecte lozing in grondwater van gevaarlijke stoffen als vermeld in bijlage 2B.

38 Richtlijnen over toepassing milieuvoorwaarden
NIEUW: Artikel 5.4.6/1 DABM (art. 24 verzameldecreet) : TER VERVANGING VAN GEMEENTELIJKE MEERJARENPROGRAMMA’S Keuze milieuvoorwaarden: de omzetting van BBT en BBT-conclusies, Europese richtlijnen en door de VR goedgekeurde plannen en programma’s gebeurt waar mogelijk en bij voorrang via algemene en sectorale milieuvoorwaarden of andere sectorale regelgeving. Richtlijnen inzake het opleggen van milieuvoorwaarden de Vlaamse Regering stelt voor de betrokken overheden beleidstaken en richtlijnen vast die aanwijzen welke voorschriften en normen hetzij via algemene of sectorale milieuvoorwaarden hetzij via bijzondere milieuvoorwaarden in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit worden opgelegd.

39 Meerjarenprogramma’s(1)
Meerjarenprogramma evaluaties? Uitsluitend voor GPBV-installaties en als gevolg van: Ontwikkelingen op het gebied van BBT; Bekendmaking van nieuwe of bijgewerkte BBT-conclusies. Bevoegde overheid? Afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, na raadpleging adviesinstanties. Inhoud ? Het voortschrijdend meerjarenprogramma bevat minstens de volgende gegevens: een plan van aanpak voor het uitvoeren van de evaluaties voor de eerstkomende vijf jaar; een nominatieve lijst van ingedeelde inrichtingen of activiteiten waarvoor in de loop van de komende twee jaar een evaluatie gepland is, met een concrete timing voor het eerstkomende jaar. Geldigheidsduur? vijf jaar; jaarlijks te actualiseren.

40 Meerjarenprogramma’s(2)
Bekendmaking meerjarenprogramma? Jaarlijks voor 1 oktober: online op de website van de afdeling Milieuvergunningen; ter inzage bij de afdeling Milieuvergunningen; ter beschikking van de omgevingsvergunningscommissies en afdeling bevoegd voor de milieuhandhaving. Rapportage over de uitvoering van het meerjarenprogramma uiterlijk 30 juni van elk jaar wordt een rapport opgesteld over de mate waarin uitvoering is gegeven aan het meerjarenprogramma van het vorige jaar;

41 Meerjarenprogramma’s (3) - evaluatie
het rapport omvat: het bij het begin van het beschouwd jaar voorziene aantal evaluaties; het aantal uitgevoerde evaluaties; in voorkomend geval een toelichting waarom het aantal evaluaties niet werd gehaald. Bekendmaking van het rapport binnen de 30 dagen na de vaststelling van het rapport; op dezelfde wijze als het meerjarenprogramma.

42 Uitvoering evaluaties(1)
Coördinatie en uitvoering door? de bevoegde dienst van de gemeente voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten die behoren tot projecten waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is om in eerste administratieve aanleg over de vergunningsaanvraag een beslissing te nemen; de POVC voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten die behoren tot projecten waarvoor de deputatie bevoegd is om in eerste administratieve aanleg over de vergunningsaanvraag een beslissing te nemen; de GOVC voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten die behoren tot projecten waarvoor de Vlaamse Regering bevoegd is om in eerste administratieve aanleg over de vergunningsaanvraag een beslissing te nemen.

43 Uitvoering evaluaties(2)
Evaluatie op basis van ? in eerste instantie: de bij de overheid beschikbare informatie; de evaluerende instantie kan de exploitant om bijkomende gegevens vragen, voor zover deze nog niet in het bezit van de overheid zijn en betrekking hebben op: de maatregelen die de exploitant voorstelt naar aanleiding van de redenen die aanleiding hebben geven tot het opstarten van de evaluatie; in het geval de aanstelling van een milieucoördinator verplicht is: de visie van de milieucoördinator over de maatregelen die de exploitant voorstelt; als het een GPBV-installatie betreft: de resultaten van de monitoring van emissies en andere gegevens die een vergelijking mogelijk maken van de werking van de installatie met de BBT zoals beschreven in de toepasselijke BBT-conclusies en met de BBT-GEN; de exploitant bezorgt de informatie binnen een termijn van vijftig dagen. Als de exploitant nalaat om de gevraagde gegevens te bezorgen, kan de instantie beslissen om de evaluatie te laten doorgaan.

44 Uitvoering evaluaties(3)
Ondersteuning van gemeenten bij uitvoering v/e evaluatie? klasse 2A-inrichting of activiteit: verplicht advies POVC; klasse 2-inrichting of activiteit: de bevoegde dienst van de gemeente “kan” een advies vragen aan de adviesinstanties. Uitvoeringstermijn evaluatie? de bevoegde dienst van de gemeente of de POVC of de GOVC stelt binnen een termijn van 150 dagen het evaluatieverslag op. Inwerkingtreding evaluatieregeling? 1 januari van het tweede kalenderjaar dat volgt op de datum van publicatie van het uitvoeringsbesluit in het Belgisch Staatsblad

45 Bijstelling van de milieuvoorwaarden v/d omgevingsvergunning
Initiatiefrecht: 1) na evaluatie: de evaluerende instanties (bevoegde dienst van de gemeente, POVC, GOVC) als gevolg van een evaluatie die zij hebben uitgevoerd; 2) maar ook op permanente basis: ambtshalve (VVO); de exploitant; de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning; de leidend ambtenaar van de adviesinstanties; het betrokken publiek; de toezichthouder. Procedure: vergelijkbaar met de gewone vergunningsprocedure (inclusief openbaar onderzoek)

46 Bijstelling voorwerp en duur v/d omgevingsvergunning (1)
Tweede flankerende maatregel: inspraakmoment na 20 jaar over het voorwerp en de duur van de exploitatie wanneer? binnen de dertig dagen na de bekendmaking van het verstrijken van elke exploitatieperiode van 20 jaar; deze bekendmaking gebeurt in de periode van 6 maanden vóór de datum van verstrijken van de exploitatietermijn; wie kan inspreken (= bezwaar indienen)? ambtshalve; het betrokken publiek; de leidend ambtenaar van de bevoegde adviesinstanties.

47 Bijstelling voorwerp en duur v/d omgevingsvergunning (2)
Procedure? De motieven van het ambtshalve initiatief of verzoek worden door de bevoegde vergunningscommissie onderzocht op kennelijke ongegrondheid (ook voor klasse 2-inrichtingen en activiteiten); motieven kennelijk ongegrond: de procedure tot bijstelling wordt stopgezet; motieven gegrond: procedure ten gronde, nagenoeg identiek aan gewone vergunningsprocedure.

48 Vergunningstermijn milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur (1)
Welke vergunningen komen in aanmerking? milieuvergunningen verleend voor 20 jaar op basis van een aanvraag ingediend vanaf 10 september 2002 ; met inbegrip van milieuvergunningen voor de verandering verleend tot einddatum van de 20 jaar durende basisvergunning. Wanneer? vraag tot omzetting via meldingsformulier moet worden ingediend in de periode gelegen tussen de vier en de drie jaar vóór einddatum van de bestaande milieuvergunning

49 Vergunningstermijn milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur (2)
Hoe? Van rechtswege omzetting, indien cumulatief aan de hierna vermelde voorwaarden is voldaan: het betrokken publiek of een adviesinstantie dient geen bezwaar in tijdens het openbaar onderzoek; de inrichting is hoofdzakelijk stedenbouwkundig vergund; de vraag tot omzetting vereist geen MER of passende beoordeling.

50 Vergunningstermijn milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur (3)
MER niet vereist, tenzij de exploitatie fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg heeft; Passende beoordeling niet vereist, tenzij de exploitatie fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg heeft of ANB ambtshalve dan wel op verzoek van het betrokken publiek oordeelt dat een passende beoordeling moet worden opgesteld. Indien oorspronkelijk een passende beoordeling werd uitgevoerd of een advies werd gegeven dat geen passende beoordeling moet worden uitgevoerd is steeds voldaan aan de verplichtingen van artikel 36ter, §3, van het natuurdecreet.

51 Vergunningstermijn milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur (4)
Procedure? 1° Indienen van de mededeling met de vraag tot omzetting bij middel van het meldingsformulier. 2° Onderzoek naar de ontvankelijkheid en volledigheid (30 dagen). 3° Onderzoek naar de vereiste van een milieueffectrapport. 4° Organisatie van het openbaar onderzoek. 5° Raadpleging van de adviesinstanties de adviesinstanties worden verzocht om binnen een termijn van 30 dagen hun eventuele bezwaren tegen de omzetting mee te delen; het adviserend schepencollege, wordt verzocht om binnen een termijn van 30 dagen mee te delen of de ingedeelde inrichting of activiteit stedenbouwkundig hoofdzakelijk is vergund als vermeld in artikel 4.1.1, 7, a), van de VCRO.

52 Vergunningstermijn milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur (5)
6° In voorkomend geval beslissing van het Agentschap voor Natuur en Bos over verzoek van het publiek tot het opstellen van een passende beoordeling. 7° Aktename Binnen een termijn van 8 maanden: indien aan de voorwaarden, vermeld in artikel 390, §1, van het decreet van 25 april 2014, is voldaan, neemt de bevoegde overheid akte van de mededeling met de vraag tot omzetting; of indien niet aan de voorwaarden is voldaan, zal het bevoegde bestuur met een beveiligde zending, de redenen daarvan aan de aanvrager meedelen.

53 Vergunningstermijn milieuvergunning – omzetting naar onbepaalde duur (6)
8° Behandeling van de mededeling met de vraag tot omzetting volgens de gewone vergunningsprocedure Als aan de voorwaarden vermeld artikel 390, §1 van het decreet van 25 april 2014, niet is voldaan, wordt de exploitant gevraagd om het dossier aan te vullen met: de overige gegevens en de bijlagen vermeld in het vergunningsaanvraagformulier; het milieueffectrapport of de passende beoordeling als dat vereist is. in voorkomend geval de beslissing tot afwijking van algemene of sectorale milieuvoorwaarden. De vraag tot omzetting wordt in dit geval behandeld overeenkomstig de gewone vergunningsprocedure.

54 Timing Het decreet treedt in werking 1 jaar na de publicatie van het uitvoeringsbesluit in het Belgisch Staatsblad

55 Timing Tijd is nodig voor: digitalisering van het hele proces;
verschillende instanties moeten de nieuwe regeling leren kennen en zich eigen maken.

56 Voorbereiding van de praktische invoering
Vorming voor ambtenaren leefmilieu en ruimtelijke ordening Infodagen over de omgevingsvergunning Permanente vorming Infodagen met algemene info Intervisiemomenten rond concrete thema’s

57 Overgangsmaatregelen voor lopende aanvragen
Bestaande vergunningen, erkenningen, meldingen, afwijkingen, .. blijven geldig Lopende aanvragen: worden afgehandeld conform bestaande regelgeving; vergunningen voor exploitatie kunnen onmiddellijk voor onbepaalde duur worden verleend


Download ppt "Omgevingsvergunning."

Verwante presentaties


Ads door Google