De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het ontwikkelen en leren van tijdsbewustzijn Wat leert ons het bestaande onderzoek? Arie Wilschut Leuven, 6 maart 2012 1 Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het ontwikkelen en leren van tijdsbewustzijn Wat leert ons het bestaande onderzoek? Arie Wilschut Leuven, 6 maart 2012 1 Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding."— Transcript van de presentatie:

1 Het ontwikkelen en leren van tijdsbewustzijn Wat leert ons het bestaande onderzoek? Arie Wilschut Leuven, 6 maart 2012 1 Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding Lectoraat didactiek van de maatschappijvakken

2 ‘Wat is dan tijd? Wanneer niemand het mij vraagt, weet ik het. Wanneer ik het iemand die het mij vraagt zou willen uitleggen, weet ik het niet.’ Augustinus, Confessiones, Boek XI, 14:17. Is dit het wat het moeilijk maakt om geschiedenis te leren? Tijd is een ongrijpbaar begrip. tijd cyclische en lineaire, relatieve en absolute tijd, tijdmeting, tijdverschillen, tijdrekening, tijdsperiode, tijdsgebruik, tijdsbeleving, verandering in de tijd, chronologie, evolutie, duur, generatie, kalender, historische bron ruimte natuur, klimaat, milieu, platteland, stad, land, continent, derde wereld, grens, ruimtelijke inrichting en spreiding, ruraal, stedelijk, industrieel landschap, verandering in de ruimte, zorg om water, beleefde en absolute afstand, schaal lokaal-mundiaal, verkeer, kaart legende - windrichting, oriëntatie socialiteit politieke verschijnselen: staat, bestuur, overheid, macht, verkiezing, democratie, meerderheid, oppositie, koninkrijk, internationale organisaties, EU, rechten en plichten, wetgeving, mensenrechten economische verschijnselen: arbeid, taakverdeling, beroep, arbeidsmarkt, prijs, winst, kapitaal, vraag, aanbod, produktiekost, consument, landbouw, veeteelt, groot- en kleinhandel, industrie, grondstoffen, energiebronnen, techniek, verkeer, reclame sociale verschijnselen: individu, gezinspatroon, groep, samenhorigheid, samenleving, nomadische agrarische en industriële samenlevingsvorm, fabrikant, groothandelaar, arbeider, welvaart, tekort, arm, rijk, werkloosheid, vierde wereld, rollenpatroon, collectieve voorzieningen, migratie, vluchteling, racisme, groepsinteracties culturele verschijnselen: cultuurgebied, taalgroepen, godsdienst, levensbeschouwing, ethiek, waarden, normen, feesten, levenswijze, leefgewoonten, woning, kleding, voeding, hygiëne, kunst, esthetische zingeving, media, wetenschappen, communicatie. Bron: Vlaamse eindtermen geschiedenis ASO

3 Pogingen om tijd te verbeelden

4

5

6 Tijd in Bij de Tijd

7 Aanknopingspunt: Het leven van verschillende generaties naast elkaar.

8 Aanknopingspunt: Oude en nieuwe dingen (overblijfselen). Aanknopingspunt: Een omgeving die verandert (overblijfselen). Tijd in Bij de Tijd

9 Lineaire tijd. Kloktijd. Kalendertijd. (cyclische tijd) Rekenkundige tijd (chronologie): eeuwen etc. De tijd van generaties op de lineaire schaal uitgezet. Tijd in Bij de Tijd

10 Tijdservaringen Cyclische tijd Sociale tijd Mythische tijd 4 of 5 generaties Onze dagelijkse en jaarlijkse cyclische patronen. Onze persoonlijke tijd die niet de tijd is van geschiedenis- boeken. Ongenuanceerde en weinig gedifferentieerde ideeën over ‘vroeger’. Gebaseerd op antropologisch onderzoek van Evans-Pritchard, Hallowell, Turton & Ruggles, Ohnuki-Tierney en Aveni.

11 Dagelijkse tijdcyclischhet ritme van dagen en weken Sociale tijdlineairde tijd van mijn leven en het leven van mijn medemensen Mythische tijdvormloos‘vroeger’ Spontane beelden van tijd

12 Historische tijd is heel anders Onvoorstelbaar lang: CHRONOLOGIE. In te delen in verschillende compartimenten: PERIODISERING. Geen vertrouwde, maar een vreemde wereld: VOOROUDERS VREEMD. VREEMDE OVERBLIJFSELEN. Wat in de ene tijd hoort, hoort niet in de andere: ANACHRONISME. Een tijd gaat niet logisch in de volgende over: CONTINGENTIE.

13 Het steeds andere. Een lange lineaire tijd. Onbeperkte tijdsduur. Kennis op basis van overblijfselen. Zij-relaties. Veranderlijke waarden en waarheden. Een gedifferenteerd beeld van het verleden. Het steeds terugkerende. Een cyclische tijd. Beperkte tijdsduur. Kennis op basis van directe communicatie. Wij-relaties. Eeuwige waarden en waarheden. Een ongedifferenteerd ‘ooit’ of ‘vroeger’.

14 Er is dus weinig reden om historische tijd te onderwijzen als een logisch uitvloeisel van dagelijkse cyclische tijd, sociale of mythische tijd. Toch werd in het verleden (of nog)? vaak gedacht dat kinderen eerst moesten kunnen klok kijken en de maanden van het jaar moesten kennen voordat begonnen kon worden met geschiedenisonderwijs. Ook wordt correcte beheersing van de mathematische chronologie vaak gezien als een voorwaarde om geschiedenis te kunnen bedrijven. TIJD: Een aantal culturele constructies van verschillende aard.

15 Traditioneel onderzoek Uit: E.C. Oakden, M. Sturt, The Development of the Knowledge of Time in Children British Journal of Psychology, 12 (1921/1922) p.309-336

16 Traditioneel onderzoek Uit: E.C. Oakden, M. Sturt, The Development of the Knowledge of Time in Children British Journal of Psychology, 12 (1921/1922) p.309-336

17 Onderzoek van Barton en Levstik Uit: K.C. Barton, L.S. Levstik, ‘Back When God Was Around and Everything’: Elementary Children’s Understanding of Historical Time. American Educational Research Journal, 33 (2) (1996) p. 419-454. LEVSTIK/BARTON: We see no reason to think that a child must be able to name the months of the year before he or she can recognize that a picture of colonial America is older than one from the 1950s.

18

19

20

21

22

23

24

25

26 De juiste oplossing: F (1772) D (1837) B (1886) G (1899) C (1924) E (1939) A (1956) I (1967) H (1993) Onderzoek van Barton en Levstik Uit: K.C. Barton, L.S. Levstik, ‘Back When God Was Around and Everything’: Elementary Children’s Understanding of Historical Time. American Educational Research Journal, 33 (2) (1996) p. 419-454.

27 1

28 2

29 3

30 4

31 5

32 6

33 De juiste oplossing: 3 (15e eeuw) 5 (1688) 2 (1736) 1 (ca 1800) 6 (ca 1850) 4 (1884)

34 - Kinderen bleken behoorlijk in staat de volgorde goed te treffen, meer naarmate ze ouder werden. - Gevraagd naar periodisering werd eerst in drieën onderscheiden (old, almost now, now) en later werd de ‘oude’ categorie meer gedifferentieerd (real old, old, just old). - Als perioden werden onderscheiden, dan eerder met associaties (cowboy times, around the war time, victorian) dan met getallen, en de laatste zeer grof. Conclusies van Barton en Levstik

35 Strategieën die leerlingen toepasten - Kennis van materiële werkelijkheid (auto’s, kleren, gebouwen). - Kennis uit eigen persoonlijke ervaring (‘mijn vader leerde rijden in zo’n auto’) leidend tot grote zekerheid bij het maken van keuzes. - Vooruitgang en ontwikkeling (met het heden als norm). - ‘Anchoring and adjustment’: een vast tijdstip kiezen in het heden en dan terugrekenen (met desastreuze resultaten). Sociale tijd Conclusies van Barton en Levstik

36 - Zie het leren van historische tijd als een zaak op zichzelf, niet in het verlengde van kloktijd en dagelijkse tijd. - Het gaat bij historische tijd om ‘andere werelden’: daarmee kunnen kinderen in principe goed uit de voeten. Gebruik hun fantasie. - Werk veel met beeldmateriaal en verhalen. Geef ruime informatie over de materiële omstandigheden in een tijd. - Geef leerlingen een aantal ‘tijden’ met duidelijke karakteristieken als herkennings- en vergelijkingspunten (tijd van de cowboys, riddertijd, etc.). - Laat vaak vergelijkingen tussen tijden maken, ga vaak ‘door de tijden heen’. - Eén keer alle perioden gedetailleerd in chronologische volgorde behandelen leidt vermoedelijk niet tot historisch tijdsbesef. - Relativeer het belang van rekenkundige chronologie als hulpmiddel. Adviezen

37 Hartelijk dank voor uw aandacht.


Download ppt "Het ontwikkelen en leren van tijdsbewustzijn Wat leert ons het bestaande onderzoek? Arie Wilschut Leuven, 6 maart 2012 1 Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding."

Verwante presentaties


Ads door Google