De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Regelgeving en administratie in het deeltijds beroepssecundair onderwijs Opleiding voor schoolsecretariaten Schooljaar 2015-2016 Marc Van de Meirssche.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Regelgeving en administratie in het deeltijds beroepssecundair onderwijs Opleiding voor schoolsecretariaten Schooljaar 2015-2016 Marc Van de Meirssche."— Transcript van de presentatie:

1 Regelgeving en administratie in het deeltijds beroepssecundair onderwijs Opleiding voor schoolsecretariaten Schooljaar 2015-2016 Marc Van de Meirssche

2 1. Structuur en organisatie van het DBSO 2. Omkadering 3. Toelatingsvoorwaarden 4. Afwezigheden 5. Tucht 6. Evaluatie 7. Studiebewijzen Inhoud

3 I. Structuur en organisatie van het DBSO

4 1. Erkenning en financiering/subsidiëring van CDO’s 2. Programmatie van een centrum 3. vestigingsplaatsen 4. De onderwijsstructuur 5. Structuur van een CDO Inhoud

5 Erkenning en financiering/subsidiëring van CDO’s Onder erkenning wordt verstaan het recht om van rechtswege geldende studiebewijzen te mogen afleveren. Financiering/subsidiëring houdt in dat centra van de overheid middelen ontvangen om onderwijs in te richten. Alle scholen waaronder ook de centra voor deeltijds secundair onderwijs moeten aan een aantal criteria voldoen om in aanmerking te komen voor erkenning. Wil een centrum daarenboven ook nog worden gefinancieerd / gesubsidieerd dan moeten aan nog een aantal bijkomende voorwaarden worden voldaan. Financiering houdt impliciet ook steeds erkenning in.

6 Programmatie van een centrum Er is een dubbele contigent voorzien - maximaal 48 CDO’s mogelijk (per onderwijsnet is dit nog eens onderverdeeld). - maximaal 3 CDO’s die uitsluitend zeevisserijonderwijs aanbieden mogelijk (er is er momenteel één). Programmatie van een centrum is: - vrij, voor zover het gaat om een afsplitsing van een bestaand centrum (binnen contingent). - aan overheidsgoedkeuring onderworpen indien totaal nieuw centrum (moet voldoen aan de erkenning/subsidiëringsvoorwaarden). Programmatie van van opleidingen is vrij

7 Programmatie van een centrum De overgang van een niet-autonoom naar een autonoom centrum wordt steeds als een programmatie beschouwd. Wanneer twee bestaande CDO’s beslissen om te fusioneren dan moet dit uiterlijk op 1 mei van het voorafgaande schooljaar aan AgODi worden gemeld. Dit is geen programmatie. nieuwe centra moeten voldoen aan de programmatienorm

8 Vestigingsplaatsen Een CDO heeft één hoofdvestigingsplaats en eventueel één of meerdere bijkomende vestigingsplaatsen. Onder een vestigingsplaats worden alle gebouwde en ongebouwde onroerende goederen verstaan die ingeplant zijn op eenzelfde kadestraal perceel of op aaneengesloten kadastrale percelen en die door personeelsleden van het centrum gebruikt worden voor onderwijsactiviteiten, met uitzondering van extramuros activiteiten. de al dan niet tijdelijke ingebruikname van een nieuwe vestigingsplaats kan gedurende het ganse schooljaar worden aangevraagd maar uiterlijk op datum van de effectieve ingebruikname (via een formulier) Met een “nieuwe” vestigingsplaats wordt bedoeld een vestigingsplaats dat nog niet gelinkt is aan het instellingsnummer van het centrum in kwestie.

9 Onderwijsstructuur Minimaal 15 uren les per week (2 dagen) ratio algemene vorming en beroepsgerichte vorming vrij Vanaf het begin van het schooljaar dat begint in het kalenderjaar waarop de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt, de klassenraad de leerling vrijstellen van algemene vorming Minimaal 13 uren werk per week (3 dagen) Arbeidsdeelname Voortraject / brugtraject Persoonlijk ontwikkelingstraject Minimaal 8 uren les per week (1 dag) minimaal 4 uren algemene vorming en minimaal 4 uren beroepsgerichte vorming Vanaf het schooljaar dat begint in het kalenderjaar waarin de jongere de leeftijd van 18 jaar bereikt, kan Syntra Vlaanderen de jongere vrijstellen van de algemene vorming Minimaal 20 uren werk per week (4 dagen) leerwerkovereenkomst Voortraject CDO Syntra

10 Onderwijsstructuur Arbeidsdeelname: elke vorm van reguliere al dan niet bezoldigde tewerkstelling op basis van een overeenkomst die zich ontleent aan een wet, decreet of besluit het volgen van een sportgerelateerde opleiding binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs, waarbij de opleiding enerzijds een duidelijke beroepskwalificatie moet hebben die op zijn minst minimale aansluiting vindt bij de beoefende sport en anderzijds georganiseerd wordt in overleg met en na formele instemming van een erkende sportfederatie het vrijwilligerswerk, zoals bij wet bepaald het tijdelijk volgen van een bijkomende opleiding of cursus die specifiek gericht is op het verhogen van de tewerkstellingsperspectieven of inzetbaarheid op de arbeidsmarkt het verrichten van culturele, sociale of sportactiviteiten georganiseerd door een instantie van de overheid of erkend door of namens een overheid

11 Onderwijsstructuur CDO kan afwijken van de verdeling in 15 uur les en 13 uur werk per week Het centrumbestuur kan een ander week- of jaarritme organiseren op voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan het totale aantal uren op jaarbasis. Een gemotiveerd dossier in het CDO moet ter beschikking worden gehouden van Agodi en de onderwijsinspectie Het centrumbestuur kan het aantal wekelijkse uren les verhogen voor jongeren die de component werkplekleren tijdelijk niet invullen

12 Structuur van een CDO Maximaal aantal CDO’s in Vlaanderen vastgelegd Centrum kan autonoom of niet-autonoom zijn Er zijn een aantal verschillen tussen beide types van CDO’s. Op het vlak van: De programmatie- en rationalisatienormen Ambten van het bestuurspersoneel Statuut van het CDO

13 Organisatie Organisatie van het schooljaar De screening Trajectbegeleiding Vakantie Het centrumreglement

14 Organisatie van het schooljaar Enkele algemene principes: Schooljaar loopt van 1 september tot 31 augustus daarop volgend Minimaal aaneensluitend 1 maand vakantie tijdens de zomermaanden Minimaal 28 uren per week (= voltijds engagement) Lessen gespreid over maximaal 4 halve dagen per week (lescomponent) lessen vangen op zijn vroegst om 8 uur aan en eindigen op zijn vroegst om 15 uur en uiterlijk om 17 uur. Er is een middagpauze van ten minste 50 minuten (1 uur = 50 min) Invulling van de werkcomponent

15 Organisatie van het schooljaar Het is niet altijd mogelijk om vanaf de eerste dag van inschrijving in een CDO het voltijds engagement waar te maken. In een beperkt aantal gevallen is het toegelaten om tijdelijk een niet-invulling te hebben van het voltijds engagement. Deze zijn: tijdens een periode waarin de jongere actief solliciteert met het oog op invulling van de component werkplekleren tijdens de periode tussen het sluiten van een overeenkomst en de inwerkingtreding van die overeenkomst tijdens de periode tussen de inschrijving, te rekenen vanaf 1 september of desgevallend later, en de screening. (Maar maximaal 14 dagen) De periodes, vermeld in 1° en 2° samen, kunnen afzonderlijk voor het deeltijds onderwijs maximum 30 dagen (= 60 halve dagen) per jongere per schooljaar bedragen. Worden onder die dagen verstaan : alle (halve) weekdagen (maandag tot en met vrijdag) van het schooljaar met uitzondering van die (halve) dagen waarop les wordt gegeven en met uitzondering van de herfst-, Kerst-, krokus-, Paas- en zomervakanties. Ook elke week waarin de component werkplekleren aanwezig is doch, in uren uitgedrukt, onvoldoende om het voltijds engagement waar te maken, dient beschouwd als een week die onder voormeld maximum valt

16 Screening Elke jongere die zich inschrijft in een CDO wordt onderworpen aan een screening screening wordt uitgevoerd door het CDO uiterlijk op 14 september van het schooljaar waarop de inschrijving betrekking heeft of 14 kalenderdagen bij laattijdige inschrijving screening heeft de bedoeling om de motivatie, interesses, eerder verworven competenties en de arbeidsrijpheid na te gaan. Hoewel het resultaat van de screening op de component werkplekleren slaat, wordt de leercomponent bij screening niet buiten beschouwing gelaten. resultaat van de screening is bindend

17 Screening Resultaat kan zijn: 1. De jongere is arbeidsrijp; dan volgt de arbeidsdeelname, d.i. de fase van volwaardige arbeidsparticipatie van jongeren in het reguliere economische circuit of daaraan 2. er een probleem met de arbeidsrijpheid; 3 mogelijkheden deelname aan een brugproject deelname aan een voortraject deelname aan een persoonlijk ontwikkelingstraject (POT). Voor inschaling in een persoonlijk ontwikkelingstraject is een gemotiveerd verslag van het CLB vereist Opm: meerderjarig en niet arbeidsrijp = uitschrijving

18 Trajectbegeleiding Trajectbegeiding is een continu proces van begeleiding en opvolging van de persoonlijke ontwikkeling en de vorming van jongeren tijdens de component leren en de component werkplekleren en dit in overleg met de betrokken actoren met als ultiem doel de toeleiding naar de arbeidsmarkt Afhankelijk van de resultaten van de screening kan een gefaseerde aanpak noodzakelijk zijn om uiteindelijk te komen tot een arbeidsdeelname. Een deel van de jongeren doorlopen eerst een voor- of brugtraject of een POT Bij de inschaling via de screening wordt steeds een trajectbegeleidingsplan opgesteld door de trajectbegeleider van het CDO

19 Trajectbegeleiding Voor zover nodig kan het trajectbegeleidingsplan worden bijgestuurd. Dit zal dan gebeuren naar aanleiding van het ingebouwde 2-maandelijkse structureel overleg tussen de trajectbegeleider van het CDO, het CLB, zo nodig de VDAB, en in voorkomend geval het CDV Een leerling hoeft niet alle fasen te doorlopen. Er is ook een terugval mogelijk naar een lagere fase is mogelijk De opeenvolgende fasen die de jongere in zijn traject doorloopt, worden geregistreerd in het trajectvolgsysteem van VDAB opstellen van het trajectbegeleidingsplan vindt zo spoedig mogelijk en uiterlijk een maand na de screening plaats

20 Vakantie De regelgeving heeft een algemeen kader voor de organisatie van een schooljaar van gans het secundair onderwijs vastgelegd waaronder de vakanties. Een aantal algemene vakanties: herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie; 11 november, paasmaandag, hemelvaartsdag en de dag nadien, 1 mei, pinkstermaandag 1 volledige of 2 halve facultatieve vakantiedag(en), eventueel verschillend per vestigingsplaats

21 Vakantie Nog een 3-tal gevallen waarin de lessen kunnen geschorst worden: 1 halve dag per schooljaar, eventueel verschillend per leerlingengroep, om bij het begin van dat schooljaar administratieve en onthaalformaliteiten voor te bereiden 1 dag per schooljaar, eventueel verschillend per leerlingengroep, voor het houden van een pedagogische studiedag voor leraars 1 halve dag, onmiddellijk na verkiezingen in die scholen waar stem- en/of stemopnemingsbureaus waren gevestigd

22 Vakantie Buitengewone organisatorische, onderwijskundige of levensbeschouwelijke argumenten kunnen scholen er toe brengen om occasioneel of permanent en voor heel de instelling of enkel voor een bepaalde leerlingengroep, af te wijken van de standaardtijdsordening inzake : de duur van het centrumweek; de duur van de schooldag; de vakantieperiodes. Indien de instelling voor afwijking kiest, dan moet ze zich houden aan volgende twee voorwaarden : het normaal aantal lessen op schooljaarbasis en de afwerking van de goedgekeurde leerplannen moet gewaarborgd blijven elke leerling moet tijdens de maanden juli en augustus ten minste 4 aaneensluitende weken vakantie genieten

23 Centrumreglement Bevat de rechten –en plichten van leerlingen; Opgesteld door het centrumbestuur na advies van de centrumraad; een aantal zaken zijn verplicht opgenomen Wijzigingen enkel mogelijk voor de start van een nieuw schooljaar tenzij gevolg van wijziging van de regelgeving Verplicht opgenomen in een centrumreglement zijn: 1. de basisprincipes van het centrumbeleid m.b.t.: toelatingen; eventuele afwijkingen, vrijstellingen en andere flexibiliseringsmaatregelen binnen het curriculum; aan- en afwezigheden; de opzet en de procedure van de screening en trajectbegeleiding;

24 Centrumreglement 2. de lesspreiding en de vakantie- en verlofregeling voor de jongeren ; 3. de krachtlijnen m.b.t. extra- murosactiviteiten, leerlingenstages, werkplekleren en centrumvervangende onderwijsprogramma’s; 4. de samenwerking - met rechtstreekse impact op de jongeren - met andere onderwijsinstellingen, vormingsinstellingen of organisaties; 5. de financiële bijdrageregeling, de mogelijke afwijkingen en de contactpersoon binnen het CDO voor vragen en opmerking en over financiële aangelegenheden; 6. de inspraakmogelijkheden voor de betrokken personen in het CDO; 7. de voorwaarden waaronder de betrokken jongere en de betrokken personen hun inzage-, toelichtings- en kopierecht kunnen uitoefenen m.b.t. leerlingengegevens, waaronder evaluatiegegevens; 8. de organisatie van de leerlingenevaluatie:

25 Centrumreglement 9. de vermelding dat het CDO gedurende het schooljaar op regelmatige basis of tijdig zal communiceren (= communicatieplicht) over: de basisprincipes van het centrumbeleid m.b.t. leerlingenevaluatie; de studievorderingen van de jongere; de voor de jongere noodzakelijke remediëring; de tijdstippen waarop examens en andere evaluatieopdrachten over grotere leerstofonderdelen plaats vinden; de vorm waaronder het CDO examens en andere evaluatieopdrachten organiseert; de materies die de jongere dient te beheersen met het oog op examens en andere evaluatieopdrachten;

26 Centrumreglement de regeling als de jongere, door overmacht of gewettigd verlet, niet kan deelnemen aan een examen of een andere evaluatieopdracht; de vermelding dat het CDO elke genomen beslissing van de klassenraad om de jongere de beoogde studiebekrachtiging niet toe te kennen, schriftelijk zal motiveren, en dat op vraag van de betrokken personen hierover een overleg zal plaatsvinden binnen een aangeduide termijn; de vermelding van de mogelijkheid tot beroep door de betrokken personen nadat dit overleg over een betwiste evaluatiebeslissing van de klassenraad heeft plaats gevonden, met inbegrip van de procedure en redelijke en haalbare termijnen, de vormvereisten, de werkingsprincipes (incl. de samenstelling van de beroepscommissie en de stemprocedure);

27 Centrumreglement 10. de lokale leefregels op materieel en immaterieel vlak, met inbegrip van: de tucht- of andere maatregelen die het CDO kan nemen bij schending van de leefregels door de jongere m.i.v: de regels op het vlak van tuchtrechtspleging de mogelijkheid tot beroep tegen een beslissing tot definitieve uitsluiting, met inbegrip van de procedure en redelijke en haalbare termijnen, de vormvereisten, de werkingsprincipes (incl. de samenstelling van de beroepscommissie en de stemprocedure); de opvangregeling; de mogelijke centrumuitschrijving; de plicht van de jongere om zich te onthouden van iedere daad van geweld, pesterij of ongewenst seksueel gedrag; de afspraken i.v.m. het rookverbod, de controle op de naleving ervan en de sancties die kunnen opgelegd worden bij overtreding van het rookverbod;

28 Centrumreglement 11. de eventuele beroepsmogelijkheden voor de betrokken personen tegen andere betwiste beslissingen (naast een definitieve uitsluiting en een evaluatiebeslissing); 12. de basisprincipes van het centrumbeleid m.b.t. reclame en sponsoring; 13. een engagementsverklaring met wederzijdse afspraken over het oudercontact, regelmatige aanwezigheid en spijbelbeleid, vormen van individuele leerlingenbegeleiding en het positieve engagement t.a.v. de onderwijstaal. 14° de vermelding dat bij verandering van instelling (school of centrum) leerlingengegevens worden overgedragen aan de nieuwe instelling, tenzij de betrokken personen - na de gegevens te hebben ingezien - er zich expliciet tegen verzetten (voor zover de regelgeving de overdracht ervan niet verplicht).

29 De klassenraad Bestaat uit ambtshalve gerechtigde leden en eventueel uit raadgevende leden Geen enkel lid van de klassenraad mag deelnemen aan enige beslissing betreffende een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad of betreffende een jongere aan wie hij privaatlessen of een schriftelijke cursus heeft gegeven Verschillende functies 1. Rond toelatingsvoorwaarden en vrijstellingen Voor leerlingen die uit het frans- of duitstalig onderwijs in België of uit een buitenlands onderwijssysteem instromen beslist de klassenraad Het afleveren van vrijstelling van voorafgaande modules bij instap in een bepaalde module een jongere vrijstellen van algemene vorming en de 15 wekelijkse uren volledig aan beroepsgerichte vorming wijden. Kan pas ten vroegste vanaf het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarin die jongere zijn leerplicht beëindigt

30 De klassenraad 2. Als adviesorgaan (begeleidend) Voor de start van een persoonlijke ontwikkelingstraject moet er een gemotiveerd verslag worden geschreven. Dit gebeurt door een CLB- medewerker van het desbetreffend CDO en is een resultaat van de intake, de screening, de gegevens vanuit het CLB en, desgevallend, de gegevens van de klassenraad. Bij een definitieve uitsluiting moet de klassenraad steeds voorafgaandelijk advies uitbrengen 3. Voor evaluatie (deliberatie) De klassenraad heeft de exclusieve bevoegdheid om te beslissen of een jongere voor een opleiding of voor een module is geslaagd De klassenraad bepaalt de vorm waarin de jongere individueel wordt geëvalueerd en gaat daarbij na of hij in voldoende mate de module- of opleidingsdoelstellingen, naargelang van het geval, heeft bereikt om een studiebewijs te verwerven.

31 II. Omkadering

32 1. Algemene principes 2. Het urenpakket 3. Globale puntenenveloppe 4. Werkingsmiddelen Inhoud

33 Algemene principes Teldata Regelmatige leerling Financierbaarheid van de opleiding Rationalisatienormen

34 Teldata Meestal 1 februari van het voorafgaande schooljaar Basis is het aantal regelmatige leerlingen Ook bij een fusie of herstructurering Ook bij overgang van niet-autonoom naar autonoom centrum 1 oktober van het lopende schooljaar Indien het nieuw opgerichte CDO niet het gevolg is van een herstructurering (dus echt nieuw is)

35 Regelmatige leerling Een regelmatige leerling moet voldoen aan: 1. toelatingsvoorwaarden Leeftijd Voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht Soms bijkomende voorwaarden (medische geschiktheid, vooropleiding) 2. vorming regelmatig en daadwerkelijk volgen behoudens gewettigde afwezigheden Gewettigde afwezigheden (vb. ziekteattest) Problematische afwezigheden (begeleiding door centrum en CLB) Opm: eigenlijk bestaat de notie regelmatige en vrije leerling niet voor het DBSO. De leerling moet gewoon aan de twee bovenstaande voorwaarden voldoen.

36 rationalisatienormen Deze norm is verschillend naargelang het gaat om een autonoom of een niet-autonoom CDO Autonoom centrum = 240 lln Niet autonoom centrum = 40 lln Indien een CDO de rationalisatienorm niet bereikt dan heeft het centrumbestuur de keuze uit volgende mogelijkheden: het CDO fuseert met een CDO; het CDO wordt geleidelijk afgebouwd; het autonoom CDO gaat over naar een niet-autonoom centrum, voor zover de dan geldende rationalisatienorm (40 lln) wordt bereikt. Het centrumbestuur meldt de gekozen optie uiterlijk 1 mei van het voorafgaand schooljaar aan AgODi.

37 Het Urenpakket Vlaamse overheid ondersteunt de CDO’s vooral door de financiering en subsidiëring van de salarissen financiering of subsidiëring wordt in hoofdzaak bepaald door de omkaderingsregeling. elke school jaarlijks een pakket uren-leraar toegekend op basis van het aantal regelmatige leerlingen. Het urenpakket is het wekelijkse aantal financierbare of subsidieerbare uren waaruit een centrum kan putten voor de aanstelling van zijn onderwijzend personeel. Pakket wordt berekend als volgt: voor de eerste schijf van 1 t.e.m. 49 regelmatige leerlingen: 3,66 uren per leerling voor de 50 e en meer lln: 2,69 uren per leerling afronding van het totaal aantal uren: van 0,5 tot 0,9 naar de hogere eenheid; van 0,1 tot 0,4 naar de lagere eenheid. voor leerlingen in het onthaalonderwijs DBSO wordt de coëfficiënt vermeerderd met 1,20 uren per leerling tijdens het lopende schooljaar

38 Het Urenpakket Aanwending: de organisatie van de lessen. Minimaal 1/3 van de uren moeten als lesuren PV of gelijkgesteld worden aangewend; de organisatie van trajectbegeleiding; aanwerven van voordrachtgevers. Maximaal 20% van het urenpakket mag voor de aanwending van voordrachtgevers worden gebruikt. De uren-leraar in kwestie worden omgezet naar een krediet; de omzetting naar één of meer betrekkingen in het ambt van opvoeder of administratief medewerker van de categorie van het ondersteunend personeel.

39 Het Urenpakket Aanwending: de overdracht van een bepaald aantal niet gebruikte uren-leraar naar een volgend schooljaar; de overdracht van uren-leraar naar een Centrum voor Deeltijdse Vorming (CDV) dat ofwel algemene vorming organiseert of leerlinggebonden activiteiten in een CDO ondersteunt de overdracht van uren-leraar naar een instelling voor TSO of BSO, naar een ander CDO of naar een CVO waarop een beroep wordt gedaan voor de organisatie van beroepsgerichte vorming of algemene vorming de overdracht van uren-leraar naar de school met voltijds secundair onderwijs waaraan het niet-autonoom CDO is verbonden de overdracht van tijdens een bepaald schooljaar niet- georganiseerde uren-leraar naar een andere instelling

40 Het Urenpakket de overdracht van tijdens een bepaald schooljaar niet- georganiseerde uren-leraar naar een andere instelling Dit is aan een aantal voorwaarden onderworpen: a) de overdracht wordt niet tot een maximum beperkt; b) de overdracht dient plaats te vinden uiterlijk op 1 november van dat bepaald schooljaar; c) voor zover het CDO dat de uren afstaat tot een scholengemeenschap behoort, moet de overdracht in overeenstemming zijn met de afspraken die binnen de scholengemeenschap zijn gemaakt. d) de overdracht van uren-leraar moet onderhandeld worden in het lokaal comité e) in de overgedragen uren-leraar kunnen geen personeelsleden vastbenoemd worden.

41 III. Toelatingsvoorwaarden

42 Toelatingsvoorwaarden Om als regelmatige leerling te starten in een bepaalde opleiding moet deze leerling voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden = vrije leerling In de eerste plaats moet een leerling voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht zoals omschreven in de wet op de leerplicht Soms nog een aantal bijkomende voorwaarden Deeltijds onderwijs is toegankelijk voor een jongere die enerzijds aan de voltijdse leerplicht heeft voldaan en anderzijds de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft bereikt De voltijdse leerplicht gaat over in de deeltijdse bij: het bereiken van de leeftijd van 16 jaar het bereiken van de leeftijd van 15 jaar; als de leerling de eerste twee leerjaren van het voltijds secundair onderwijs - al dan niet met vrucht - heeft beëindigd (1A en 1B worden als één jaar beschouwd) Tot uiterlijk het schooljaar waarin de jongere 25 jaar wordt Afwijking mogelijk via bijzondere toelating

43 Toelatingsvoorwaarden Bijzondere toelating: Wordt gegeven door directie van het CDO op advies van het CLB van de school voor voltijds onderwijs - waar de jongere de lessen volgt – samenwerkt Uiterlijk begin van het schooljaar waarin de jongere deeltijds leerplichtig wordt Uitzonderlijk betekent ook dat sterk wordt aangeraden om een vervroegde instroom hoe dan ook te beperken tot jongeren die ten laatste op 31 december van het schooljaar deeltijds leerplichtig worden

44 Toelatingsvoorwaarden Bijkomende voorwaarden / speciale gevallen: Een vereiste vooropleiding Medische geschiktheid Onthaalonderwijs DBSO Instroom uit het buitenland Persoonlijk ontwikkelingstraject

45 Toelatingsvoorwaarden Soms is een vooropleiding vereist Vlaamse Regering kan instapvereisten opleggen voor bepaalde opleidingen - opleiding Industrieel maaltijdbereider; ofwel oriënteringsattest van 1 e leerjaar 3 e graad richting uit studiegebied voeding of certificaat Productiemedewerker voeding - opleiding Industrieel vleesproductenbereider; ofwel oriënteringsattest van 1 e leerjaar 3 e graad richting uit studiegebied voeding of certificaat Industrieel vleesbewerker Afwijking door klassenraad mogelijk via attest van vrijstelling

46 Toelatingsvoorwaarden Medische geschiktheid: Voor de opleidingen waarin een jongere rechtstreeks met voedingswaren of -stoffen in aanraking komen en hij die waren of stoffen kan verontreinigen of besmetten Ook nog voor bepaalde andere opleidingen is een medische geschiktheid noodzakelijk in het kader van de beroepsuitoefening Een lijst met opleidingen geschiktheidsverklaring is eenmalig en geldt voor de ganse duur van de secundaire studies waarin rond voeding wordt gewerkt ongeschiktheidsverklaring in het kader van de toelating tot een opleiding = niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden van toepassing op jongeren die met een desbetreffende opleiding starten vanaf het schooljaar 2008-2009 of later Arts moet verklaring van medische geschiktheid afleveren

47 Toelatingsvoorwaarden Onthaalonderwijs DBSO Een aantal specifieke toelatingsvoorwaarden: Een nieuwkomer zijn, dwz maximaal één jaar ononderbroken in België verblijven Niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal hebben onderwijstaal onvoldoende beheersen om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen maximaal negen maanden ingeschreven zijn, de maanden juli en augustus niet inbegrepen, in een onderwijsinstelling met het Nederlands als onderwijstaal op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt Afwijkingen kunnen bij AgODi worden aangevraagd(op 1 e,4 e en 5 e voorwaarde)

48 Toelatingsvoorwaarden Instroom uit het buitenland: Voor leerlingen die uit het Frans- of Duitstalig onderwijs in België of uit een buitenlands onderwijssysteem instromen in het deeltijds onderwijs toelating steeds een gunstige beslissing van de klassenraad vereist Deeltijds leerplichtig zijn (indien leerling jonger dan 16 jaar dan moet klassenraad bepalen of de eerste graad al werd afgelegd)

49 Toelatingsvoorwaarden Persoonlijk ontwikkelingstraject ook ingeschreven in een bepaalde opleiding in een CDO. Dus voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden DBSO een persoonlijk ontwikkelingstraject kan uiterlijk gevolgd worden tot het einde van het schooljaar waarin de jongere zijn leerplicht beëindigt, mits een gemotiveerd verslag van het CLB tijdens de maand juni kan voor een jongere een persoonlijk ontwikkelingstraject niet meer worden vervangen door DO, ter invulling van de component leren, en omgekeerd

50 IV. Afwezigheden

51 Afwezigheden Principe = leerlingen in het DBSO worden geacht aanwezig te zijn tijdens de volledige opleiding behoudens gewettigde afwezigheden. een onderscheid tussen afwezigheden voor de lescompononent en afwezigheden voor de werkcomponent. Tijdens de lescomponent: 3 soorten nl.: van rechtswege gewettigde afwezigheden; door het centrum gewettigde afwezigheden; problematische afwezigheden. Tijdens de werkcomponent: er wordt een onderscheid gemaakt tussen de leerlingen die wel en de leerlingen die geen invulling hebben van het voltijds engagement.

52 Afwezigheden Van rechtswege gewettigde afwezigheden: om medische redenen (code Z of D) Moederschapsverlof (code J); omwille van tucht (code T); Overige van rechtswege (code R) vb. feestdagen levensbeschouwing, familieraad, overmacht, deelname examencommissie,... Via geldige verantwoordingsstukken (moeten in het leerlingendossier zitten)

53 Afwezigheden Door het centrum gewettigde afwezigheden: Een bepaalde periode niet ingeschreven zijn (laattijdige inschrijving na 31 januari); Het tijdelijk niet volgen van de les. Vb. overlijden bloed- of aanverwant (code Q), time-out (code O), selectie culturele- of sportmanifestatie (code P),… Revalidatie gedurende de lesuren (code H)

54 Afwezigheden Tijdens de werkcomponent: onderscheid bij invulling of niet-invulling werkcomponent 1. Bij invulling: Het arbeidsreglement is bepalend; 2. Bij niet invulling (code M). Enkel in een beperkt aantal gevallen tijdelijk mogelijk. tijdens een periode waarin de jongere actief solliciteert met het oog op invulling van de component werkplekleren tijdens de periode tussen het sluiten van een overeenkomst en de inwerkingtreding van die overeenkomst tijdens de periode tussen de inschrijving, te rekenen vanaf 1 september of desgevallend later, en de screening. (Maar maximaal 14 dagen)

55 Afwezigheden Problematische afwezigheden: in het afwezigheidregister geregistreerd met een code B (lescomponent), code F (werkcomponent met voltijds engagement) of code K werkcomponent zonder voltijds engagement). De code K wordt gebruikt bij manifeste onwil of tegenwerking van de leerling of zijn ouders Meerderjarig en + 30 dagen problematisch in werkcomponent = uitschrijving Leerlingen die 30 halve dagen problematisch afwezig zijn (code B+F+K) moeten via een elektronische zending gemeld worden aan AgODi. Het contingent van 30 halve lesdagen per schooljaar is schooloverschrijdend.

56 Afwezigheden Problematische afwezigheden: Begeleiding is noodzakelijk Na overschrijding 10 halve dagen CLB betrekken Mogelijkheid tot indienen dossier manifeste onwil bij AgODi (zorgwekkend dossier) Koppeling aan schooltoelagen Afwezigheden worden via Discimus doorgegeven.

57 V. Tucht

58 Tucht Mogelijke maatregel bij schending van leefregels Continuüm Maatregelen andere dan tuchtmaatregelen Tuchtmaatregelen : Gedrag van de leerling is gevaar of ernstige belemmering van onderwijsgebeuren/ veiligheid Ontnemen recht op deelname onderwijsactiviteiten Aanwezigheid leerling: beslissing school Opvangvraag: kan gemotiveerd geweigerd worden

59 Tucht Preventieve schorsing Bewarende maatregel Betekent start tuchtonderzoek Maximaal 10 opeenvolgende lesdagen Maximaal één maal verlengbaar Tijdelijke uitsluiting Maximaal 15 lesdagen Definitieve uitsluiting Onmiddellijke ingang Ingang einde schooljaar Leerling neemt deel aan examens Leerling volgt de lessen Kan soms ook betrekking hebben op andere instelling

60 Tucht Tuchtprocedure Directeur bevoegd Advies klassenraad Regels Intentie schriftelijk melden Ouders en leerling voorafgaandelijk horen Beslissing vooraf, gemotiveerd en schriftelijk meedelen met vermelding mogelijkheden beroep Geen collectieve uitsluitingen Inzage in tuchtdossier In overeenstemming met ernst van de feiten Niet overdraagbaar naar andere school

61 Tucht Leerling blijft in het lopende schooljaar ingeschreven tot inschrijving in nieuwe school Uitzonderingen: Meerderjarige leerlingen kunnen na 10 lesdagen worden uitgeschreven Manifeste onwil School staat leerling actief bij in zoektocht nieuwe school Nog niet uitgeschreven  evaluatie en studiebekrachtiging Uitgesloten leerlingen melden via elektronische zending

62 Tucht Beroep Behandeld door beroepscommissie met interne en externe leden Kan 3 mogelijke beslissingen nemen nl. beroeps onontvankelijke verklaren, uitsluiting bevestigen of uitsluiting vernietigen Beroepsprocedure Staat in het centrumreglement en omvat aantal stappen

63 Tucht Beroepsprocedure staat in het centrumreglement en omvat minimaal volgende stappen: 1. de betrokken personen stellen het beroep in bij het centrumbestuur door middel van een gedateerd en ondertekend verzoekschrift dat ten minste het voorwerp van het beroep met feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren vermeldt; bij deze omschrijving kunnen overtuigingsstukken worden gevoegd; 2. het beroep wordt behandeld door een beroepscommissie; 3. het resultaat wordt binnen de termijn bepaald in het centrumreglement schriftelijk ter kennis gebracht aan de betrokken personen; zo deze termijn wordt overschreden, dan is de definitieve uitsluiting van rechtswege nietig

64 Tucht samenstelling beroepscommissie moet aan volgende voorwaarden beantwoorden: 1. per te behandelen individueel dossier kan de samenstelling verschillen 2. elke commissie bestaat uit: a) interne leden: zijnde leden van het centrumbestuur (meer bepaald het orgaan dat de onderwijsverantwoordelijkheid draagt) of het CDO waar tot de definitieve uitsluiting werd beslist; de directeur of zijn afgevaardigde die de omstreden beslissing heeft genomen, kan niet in de beroepscommissie zetelen; b) externe leden: zijnde leden die niet verbonden zijn aan het centrumbestuur of het CDO waar tot de definitieve uitsluiting werd beslist; een lid van de ouderraad, de leerlingenraad of - met uitzondering van het personeel – de schoolraad die fungeert binnen het CDO dat uitsluit, behoort tot de categorie "externe leden"; c) een voorzitter: door het centrumbestuur aangeduid onder de externe leden.

65 VI. Evaluatie

66 Evaluatie klassenraad heeft de exclusieve bevoegdheid om te beslissen of een jongere voor een opleiding of voor een module is geslaagd (en eventueel geslaagd voor eindtermen – AV) Kan plaatsvinden ofwel bij het einde van het schooljaar (30 juni) indien lineair georganiseerde opleiding ofwel tijdens het schooljaar indien modulair georganiseerde opleiding In geval tot stemming wordt overgegaan (de voorzitter stemt telkens onmiddellijk mee) en het resultaat is een staking (= een gelijk aantal pro en contra) van stemmen, dan is de stem van de voorzitter doorslaggevend. De beslissingen van de klassenraad moeten steeds worden gemotiveerd. De klassenraad deelt de beslissing schriftelijk mee aan de betrokken personen.

67 Evaluatie elke vergadering waarop tijdens het schooljaar de klassenraad beslissingen over het al dan niet geslaagd zijn neemt, worden notulen opgesteld. De notulen bevatten een synthese van de elementen die tot de beslissingen hebben geleid, waaronder eventueel het resultaat van een stemming. Van de beslissingen van de klassenraad wordt echter slechts één maal (op 30 juni) een proces-verbaal aangemaakt. proces-verbaal bevat de lijst van de geslaagde en niet-geslaagde jongeren door middel van opgave van het overeenkomstig studiebewijs (of studiebewijzen). klassenraadsbeslissing tot het niet toekennen van een (deel)certificaat, een (studie)getuigschrift of een diploma, naargelang van het geval, moet het CDO t.a.v. de betrokken personen bepaalde verplichtingen nakomen

68 Evaluatie De verplichtingen zijn: 1. beslissing moet schriftelijk worden gemotiveerd. Dit kan onder uiteenlopende vorm maar moet wel strikt individueel-gericht zijn. Indien gekozen wordt voor een uittreksel uit de notulen van de klassenraad, dan mag dit stuk geen informatie bevatten die verwijst naar andere leerlingen 2. school moet ook verwijzen naar de mogelijkheden tot beroep en naar de daarbij te volgen procedure 3. op vraag van de ouders/lln: de directeur (of afgevaardigde) moet met de ouders/lln een overleg hebben over het evaluatieresultaat binnen een redelijke termijn nadat ze dat resultaat in ontvangst hebben genomen. Termijn staat in het schoolreglement.

69 Evaluatie Het overleg kan het volgende opleveren: de directeur is van oordeel dat de elementen die de betrokken personen aanbrengen niet van aard zijn om de delibererende klassenraad opnieuw te laten samenkomen en beraadslagen. De directeur is van oordeel dat de elementen die de betrokken personen aanbrengen wel van aard zijn om de delibererende klassenraad opnieuw te laten samenkomen en beraadslagen. Deze piste kan er voor de leerling op neerkomen dat hij met nieuwe toetsen, examens, of andere opdrachten wordt belast vooraleer de klassenraad zich definitief uitspreekt.

70 Evaluatie Wanneer de betwisting blijft bestaan kunnen de betrokken personen beroep aantekenen. De betrokken personen doen dit d.m.v. een gedateerd en ondertekend verzoekschrift, dat tenminste het voorwerp van beroep met feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren vermeldt. Bij deze omschrijving kunnen overtuigingsstukken toegevoegd worden. Het beroep wordt behandeld door een beroepscommissie

71 Evaluatie Beslissing beroepsommissie leidt tot: 1. een gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid als: de termijn voor indiening van het beroep is overschreden; het beroep niet voldoet aan de vormvereisten opgenomen in het schoolreglement; 2. een bevestiging van het oorspronkelijke evaluatieresultaat of de vervanging door een ander evaluatieresultaat. De beroepscommissie heeft steeds de mogelijkheid om de leerling bijkomende proeven of opdrachten op te leggen om tot een gemotiveerde beslissing te komen.

72 Evaluatie Het schoolbestuur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie en kent ook het studiebewijs toe dat aansluit bij die beslissing. Het model van een studiebewijs is hetzelfde indien het aansluit bij een beslissing van de delibererende klassenraad of indien het aansluit bij een beslissing van de beroepscommissie. Alleen uit het proces- verbaal zal blijken welk orgaan (klassenraad of beroepscommissie) de beslissing genomen heeft.

73 Evaluatie Het resultaat van het beroep wordt aan de betrokken personen schriftelijk ter kennis gebracht uiterlijk op 15 september. Inzake timing wordt dus als norm enkel een limietdatum bepaald, voor al het overige beslist het centrumbestuur zelf. de datum "15 september" is geënt op een omstreden beslissing die op 30 juni is genomen; voor elke omstreden beslissing die evenwel al in de loop van het schooljaar is gevallen, moet er van uitgegaan worden dat het centrumbestuur de beroepsprocedure op een veel eerder tijdstip zal afronden! In afwachting van het finaliseren van de beroepsprocedure heeft de jongere wél het recht om in het CDO in kwestie zijn studies verder te zetten zonder rekening te houden met de beperkingen die uit de omstreden evaluatiebeslissing voortvloeien.

74 VII. Studiebewijzen

75 Studiebewijzen Een centrum kan verschillende soorten studiebewijzen afleveren. die betrekking hebben op de beroepsgerichte vorming die betrekking hebben op het behalen van de eindtermen algemene vorming van de tweede of derde graad secundair onderwijs basiskennis bedrijfsbeheer Via een beslissing van de klassenraad

76 Studiebewijzen Studiebewijzen beroepsgerichte vorming Attest van verworven competenties; indien de jongere hetzij een module niet met vrucht heeft gevolgd (of opleiding bij niet-modulair) Deelcertificaat; indien de jongere een module van een modulaire opleiding met vrucht heeft gevolgd Certificaat; indien de jongere een modulaire of niet- modulaire opleiding met vrucht heeft gevolgd.

77 Studiebewijzen Behalen eindtermen AV: Getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs; Studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs; Diploma van secundair onderwijs Kan enkel voor zover ten minste één certificaat werd behaald Zijn gelijkwaardig aan niveau BSO

78 Studiebewijzen Getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs: indien de jongere met uitzondering van de eerste graad, ten minste 2 schooljaren in het secundair onderwijs of in de leertijd heeft doorgebracht; ten minste één certificaat heeft behaald; ingevolge een beslissing van de klassenraad, in voldoende mate de doelstellingen die in het leerplan zijn opgenomen, heeft bereikt en aldus voldaan heeft voor het geheel van de vorming

79 Studiebewijzen Studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs: indien de jongere met uitzondering van de eerste graad, ten minste 4 schooljaren in het secundair onderwijs of in de leertijd heeft doorgebracht; ten minste één certificaat heeft behaald; ingevolge een beslissing van de klassenraad, in voldoende mate de doelstellingen die in het leerplan zijn opgenomen, heeft bereikt en aldus voldaan heeft voor het geheel van de vorming

80 Studiebewijzen Diploma van secundair onderwijs: indien de jongere met uitzondering van de eerste graad, ten minste 5 schooljaren in het secundair onderwijs of in de leertijd heeft doorgebracht; In het bezit is van een getuigschrift van de 2 e graad ten minste één certificaat heeft behaald; ingevolge een beslissing van de klassenraad, in voldoende mate de doelstellingen die in het leerplan zijn opgenomen, heeft bereikt en aldus voldaan heeft voor het geheel van de vorming

81 Studiebewijzen Getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer: indien de jongere met uitzondering van de eerste graad, ten minste 4 schooljaren in het secundair onderwijs of in de leertijd heeft doorgebracht; voldaan heeft aan de voorwaarden van de basiskennis van het bedrijfsbeheer als vermeld in de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap

82 Studiebewijzen Algemene vorming Eindtermen Getuigschrift van de tweede graad SO studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad Diploma SO Beroepsgerichte vorming Competenties Attest van verworven competenties Deelcertificaat Certificaat


Download ppt "Regelgeving en administratie in het deeltijds beroepssecundair onderwijs Opleiding voor schoolsecretariaten Schooljaar 2015-2016 Marc Van de Meirssche."

Verwante presentaties


Ads door Google