Quiz Toets voorbereiding
Welke omschrijving gaat over de Eohippus? O A: tropisch oerwoud, miljoen jaar geleden, meter hoogte O B: steppes, miljoen jaar geleden, cm hoog O C: tropisch oerwoud, miljoen jaar geleden, cm hoog
Wat zijn de 3 belangrijkste ontwikkelingen van de evolutie? O A: grootte, leefgebied, aantal tenen O B: grootte, leefgebied, vluchtgedrag O C: grootte, vluchtgedrag, aantal tenen O D: leefgebied, vluchtgedrag, aantal tenen
Benoem de rassen bij de eigenschappen. O A: Hoge intelligentie, fel karakter O B: Leefde eeuwenlang in wilde staat en gaf de pony hardheid en uithoudingsvermogen O C: Sterk en sober en beschikken 2 extra gangen; de tölt en de telgang O D: Geen ras maar onderscheidt: het rijpaard, tuigpaard en Gelders paard O E: 6 verschillende fokrichtingen en gebruikt voor uiteenlopende doelen
Noem de 5 natuurlijke behoeften van een paard.
Noem de 6 scores van de Body Condition Score.
Paarden drukken zich uit door middel van … O A: gezichtsuitdrukkingen, geluid, lichaamshouding O B: lichaamshouding, gezichtsuitdrukkingen, staart O C: lichaamshouding, staart, oren
Teken de drafafdrukken op de grond.
Wat zijn gangenpaarden? O Hoeveel extra gangen hebben deze paarden? O Hoe noemen we deze extra gangen? O Noem 2 Europese rassen.
Benoem de onderdelen.
Wat is belangrijk als je een paard naar de weide/paddock brengt? O A: Draai het paard met zijn hoofd naar de uitgang voor je hem loslaat O B: Loop links naast je paard O C: Beide zijn goed.
Waarom poetsen wij een paard? O Noem minimaal 3 redenen.
Welke soorten beenbescherming kennen we?
Noem 3 nadelen van bandageren.
Benoem de functie van de dekens. O A: uitrijddeken waterdicht O B: staldeken O C: vliegendeken O D: Zweetdeken
De thermoneutrale zone van een ongeschoren paard ligt tussen de … graden en … graden celcius. O A: tussen de 10 graden en -5 graden. O B: tussen de 15 graden en -5 graden. O C: tussen de 5 graden en -5 graden. O D: tussen de 0 graden en -5 graden.
Welke onderdelen toiletteren we bij het rijpaard? O A: hoofd, oren, staart, benen O B: hoofd, oren, manen, staart O C: manen, staart, benen, oren O D: hoofd, manen, staart, benen
Noem 3 manieren voor het vlechten van de manen.
Met welke middelen onderhoudt je het zadel en hoofdstel?
Invullen! O Een … is zachter voor de mond dan een … bit. O Een passend bit heeft aan de zijkanten van de mond … centimeter over. O … of … bitten zijn vriendelijker voor de paardenmond, omdat ze beter bij de vorm van de mond passen.
Wat kunnen gevolgen zijn van een slecht passend zadel?