SPH Sociologie deeltijd jaar 1 Werkcollege 7 kwartaal 3 Corstin Dieterich L02.338
Verzorgingsinstellingen Verzorgingsinstellingen = formeel Verzorgingsarrangementen = ook informeel Beroepsvorming en professionalisering: hoe zit dat met SPH? genl?e= /
Verzorgingsstaat Definitie op blz. 305 Paradox van collectieve actie (vergelijk ‘Golden Balls’ uit eerste college) Dus: dwingen Centralisering, bureaucratisering, democratisering
Verzorgingsregimes Het gaat om deze voorzieningen en hoe die georganiseerd zijn: Sociale zekerheid (armoedebestrijding) Onderwijs Gezondheidszorg Liberaal stelsel: marktwerking Corporatistisch stelsel: traditionele verhoudingen Sociaaldemocratisch stelsel: gelijkheid
Sociale zekerheid Eerst: beschavingsoffensief en verheffing van het volk (= paternalistisch) Later: problemen ontstaan door klassenverhoudingen en niet door individuele keuzes / ‘mankementen’ Steeds mee sociale voorzieningen Nu juist weer terugdraaien van deze voorzieningen: waarom?
Onderwijs Steeds meer (hoog) opgeleiden: hoe komt dat? Unificatie van het onderwijs: centraal werden regels opgesteld Verhoging inkomens Afschaffing kinderarbeid NIET door industrialisering (dus niet omdat er meer kennis nodig was...)
Meer diploma’s = diploma inflatie Diploma’s worden minder waard als heel veel mensen het kunnen halen. Dus: werkgevers stellen steeds hogere opleidingseisen. Met als gevolg: (zeggen jullie het maar )
Onderwijs Meritocratie is ?
Gezondheidszorg Steeds meer toegankelijk voor steeds meer mensen Steeds meer vraag Medische professies krijgen status Protoprofessionalisering en medicalisering van het dagelijks leven.
Gezondheidszorg Gezondheidszorg wordt door de toenemende vraag steeds duurder. Daarom wordt er meer nadruk gelegd op efficiëntie en kostenbeheersing Marktwerking wordt ingevoerd Werkt dit? Waarom wel / niet? Hoe zie je dit in de GGZ / sociaal werk?