Cases Kamprechter  4 groepen: personen  Iedere groep max. 4 cases  Oorzaak van situatie is niet belangrijk  Doel: discussie over mogelijke oplossing 30 min 30 min  Achteraf korte plenaire terugkoppeling 10 min 10 min

Case 1 – inhalende wedstrijd  Voorwedstrijd M16 1x, 6 ploegen.  Een van de deelneemsters is erg langzaam, heeft op het 1500m punt 100 meter achterstand en wordt ingehaald door de volgende wedstrijd (LSA4-), met 4 ploegen. De langzame skiffeuse roeit in boei 3.  Vragen: Wat doe je als kamprechter? Wat doe je als kamprechter? Waar houd je rekening mee? Waar houd je rekening mee? Wat is de taakverdeling in de boot? Wat is de taakverdeling in de boot? Maakt het uit wat de promotiecode is? Maakt het uit wat de promotiecode is? Beschrijf verschillende oplossingen en vertel welke de voorkeur heeft en waarom Beschrijf verschillende oplossingen en vertel welke de voorkeur heeft en waarom idem, maar dan wordt de gehele wedstrijd ingehaald door de volgende wedstrijd idem, maar dan wordt de gehele wedstrijd ingehaald door de volgende wedstrijd

Case 2 – niet reagerende ploeg  Finale B4+, 4 ploegen  Ploeg B in baan 2 gaat duidelijk harder dan ploeg A in baan 1.  Na 500 meter stuurt ploeg B, die voorop ligt, naar baan 1.  Bij enkele opzetjes van de achterblijvende ploeg A heeft deze duidelijk last van vuil water van koploper B, op andere momenten ligt koploper B zover voor dat deze last niet waarneembaar is.  De kamprechter roept de hinderende ploeg B aan, maar deze reageert niet.  De ploegen in banen 3 en 4 liggen licht achter ploeg B, maar voor ploeg A  Vragen: Wat doe je? Wat doe je? Beschrijf verschillende oplossingen en vertel welke de voorkeur heeft en waarom Beschrijf verschillende oplossingen en vertel welke de voorkeur heeft en waarom Idem, maar dan blijkt je megafoon te weinig volume heeft voor de forse tegenwind Idem, maar dan blijkt je megafoon te weinig volume heeft voor de forse tegenwind

Case 3 – teamvorming  LO4+, 5 ploegen, voorwedstrijd  De plaatsvervanger staat, de kamprechter zit voorin.  De plaatsvervanger heeft nog niet heel veel ervaring en reageert niet of zeer laat, terwijl dingen soms mis dreigen te gaan. De plaatsvervanger gaat een paar keer door het oog van de naald.  Vragen: Hoe pak je dit aan? Hoe pak je dit aan? Beschrijf verschillende oplossingen, vertel welke de voorkeur heeft en waarom Beschrijf verschillende oplossingen, vertel welke de voorkeur heeft en waarom Met welke keuze kan de plv het meest leren voor de toekomst? Met welke keuze kan de plv het meest leren voor de toekomst? Idem, maar K staat en plv zit. De kamprechter is weliswaar ervaren, maar het is nog erg vroeg op de ochtend, hij heeft ver moeten rijden en is erg moe. Idem, maar K staat en plv zit. De kamprechter is weliswaar ervaren, maar het is nog erg vroeg op de ochtend, hij heeft ver moeten rijden en is erg moe.

Case 4 – kiellinie Beekse Bergen  Finale DSA2-.  Wind schuin tegen, baan 4 geeft duidelijk windvoordeel.  Direct na de start varen alle boten naar baan 4.  De volgorde is:  Het verschil tussen de boten is een halve tot een hele bootlengte.  Het verschil tussen 3 en 4 wordt zienderogen groter.  Dan slaat ploeg 3 een snoek en dreigt om te slaan. Met een paal langszij blijft deze in baan 4 uitdrijven, ploeg 4 nadert.  Vragen: Wat doet de kamprechter? Wat doet de kamprechter? Had je de situatie kunnen voorkomen? Had je de situatie kunnen voorkomen? Beschrijf verschillende oplossingen, vertel welke de voorkeur heeft en waarom Beschrijf verschillende oplossingen, vertel welke de voorkeur heeft en waarom Idem maar: Na 1000m valt de ploeg uit baan 3 terug en loopt de ploeg uit baan 4 weer in. Ploeg 2 is echter nog sneller en loopt in op de ploeg op baan 4. Idem maar: Na 1000m valt de ploeg uit baan 3 terug en loopt de ploeg uit baan 4 weer in. Ploeg 2 is echter nog sneller en loopt in op de ploeg op baan 4.