JONGEREN MET CRIMINEEL OF ANTISOCIAAL GEDRAG Effectieve of kansrijke vormen van behandeling en begeleiding Annelies Nuytten – 1BaTP B1
1. NODEN Betere registratie van jeugdigen die jeugdzorg nodig hebben. Aandacht voor het belang van integratie van theoretische noties onderscheid tussen mediërende factoren en de beoogde uitkomst gedifferentieerde uitkomstmaat Onderscheid tussen algemene en specifiek werkzame factoren die de effectiviteit van de interventies bepalen. Effectonderzoek in de jeugdzorg Gecontroleerde studies Minder gecontroleerd praktijkonderzoek
2. AARD EN OMVANG Cijfermateriaal verzamelen: moeilijk! Begripsverwarring Gebrek aan standaardisatie TOPJE VAN DE IJSBERG Hoeveel jeugdigen hebben echt nood aan jeugdzorg? Raad voor de Kinderbescherming -> BARO (BAsis RaadsOnderzoek in strafzaken) Geen landelijk cijfermateriaal beschikbaar.
3. THEORETISCHE NOTIES Belang van theoretische noties Geen gebrek aan theorievorming omtrent belangrijke factoren bij ontstaan, instandhouding en beïnvloeding van antisociaal gedrag. Integratie Theoretische fragmentatie: specialisatie op één bepaald aspect Multitheoretisch kader: verschillende theorieën integreren in hulpverlening
4. MEDIËRENDE FACTOREN Aspecten waarop een behandeling zich moet richten worden bepaald door Uiteindelijke verandering die men wil bereiken Factoren die men behandelt (vaardigheden, cognities, sociale factoren of gezinsfactoren die invloed hebben op het te behandelingen criterium) OPGELET voor factoren die niet door de behandeling worden beïnvloed, maar in de uitkomst wel een rol spelen!! Sekse, IQ, culturele achtergrond Twee soorten mediërende factoren Factoren met directe invloed op het functioneren van de jeugdige Factoren, met oog op het gewenste functioneren
5. INHOUD VAN DE UITKOMST Behandeling moet bijdragen aan maatschappelijk doelen > formuleren van een humaan antwoord op Overtreding van normen Voorkoming van (nieuwe) overlast en bedreiging van de veiligheid van burgers Voorkoming van recidive Elke interventie moet met één maat op effectiviteit beoordeeld kunnen worden
6. EFFECTIVITEIT VAN DE INTERVENTIES Algemeen werkzame factoren – staan los van de interventie Motivatie van de cliënt om te veranderen en in behandeling te gaan Goede kwaliteit van de therapeut-cliënt relatie Correcte en gestructureerde uitvoering van de behandeling Professionaliteit van de behandelaar Specifiek werkzame factoren – gelden enkel voor bepaalde interventies/doelgroepen Cognitieve herstructurering Medicatie Groepstherapie …