KERNTAAK 1.1: G H KERNTAAK 2.1: A Latoya, Lina, Karima, Dewi
KERNTAAK 1.1: G Signaleert een opvallende/afwijkende ontwikkeling van kinderen, analyseert dit aan de hand van pedagogische theorieën/VVE methodieken en biedt passende ondersteuning, sturing en activiteiten aan volgens de binnen de instelling gehanteerde pedagogische visie/ VVE-methode.
BEWIJZEN 1: Observatielijst volgens de VVE methode/algemene observatie methode. 2: Handelingsplan maken en uitvoeren. 3: Feedbackformulier laten invullen door je begeleider. 4: Bespreekbaar maken en hier een verslag van maken + handtekening.
KERNTAAK 1.1: H Stelt een groepsplan op t.b.v. collega’s, daarbij rekening houdend met de (pedagogische) behoeften van de individuele kinderen in de groep volgens de binnen de instelling gehanteerde pedagogische visie/VVE- methode.
BEWIJZEN 1: Observeer de gehele groep & het individuele kind-> wat kan er verbeterd worden? (foto’s) 2: bespreek je bevindingen met je collega’s in de vorm van een vergadering. 3: Verzamel conclusies en feedback. 4: Maak een groepsplan. 5: Maak een eindconclusie.
KERNTAAK 2.1: A Betrekt de ouders/opvoeders bij de ontwikkeling van hun kind.
BEWIJZEN 1: Het aan het einde van de dag bespreek je met de ouders hoe de dag was verlopen m.b.t. het kind. Maak een verslag in de vorm van STARRT. 2: Je voert een oudergesprek over opvallend gedrag van het kind. 3: Je betrekt de ouder met een activiteit. Denk hierbij aan een knutselactiviteit (foto bewijsmateriaal). 4: Stimuleren van de ontwikkeling van het kind bespreekbaar maken. Geef boekjes en opdrachten mee die thuis uitgevoerd kunnen worden.