Wet van Lambert en Beer.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
Advertisements

De mol.
-Glucuronidase (GUS)
3. Stoichiometrie Hoeveelheden berekenen van stoffen bij een chemische reactie Natuurwetenschappen Gezondheid en voeding.
Soorten evenwichten 5 Havo.
Molairiteit Klas 4.
2. Hoe zuur is azijn? 2.1 Wat is azijn?
Dichtheid Dit hoofdstuk gaat over dichtheid. Dichtheid is een eigenschap van een stof, en is voor iedere stof anders.
Instrumentele Analyse
MOLECULAIRE SPECTROFOTOMETRIE
Chemisch rekenen Bij scheikunde wordt gebruikt gemaakt van het aantal
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
Rechtevenredig.
Interactie tussen stof en licht
mol molariteit percentage promillage ppm
Molair Volume (Vm).
Chemische reacties De mol.
Scheikunde DE MOL.
PH-berekeningen.
Reactiesnelheid 1 4 Havo/VWO.
Infraroodspectrometrie (IR)
Rekenen met atomen De mol.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Kun je complexe problemen oplossen.
V5 Chemische evenwicht H11.
Hoofdstuk 13 H13 Instrumentele analyse
Hoofdstuk 13 H13 Instrumentele analyse
Eigenschappen buffer pH blijft nagenoeg constant bij:
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
3.6 Rekenen aan reacties 4T Nask2 3 Verbrandingen.
3T Nask2 3 Stoffen scheiden
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Sterrenlicht paragraaf 3.3 Stevin deel 3.
De chemische concentratie
Deel 2 Energie: bronnen en soorten
Formules, vergelijkingen en mol (en)
Chemisch rekenen voor oplossingen
Verdunningen berekenen
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Spectrometrie Marco Houtekamer; Afd. Laboratorium techniek; 15 oktober 2015.
Summerschool Algemene Chemie
Toepassingen van evenwichten
Molariteit Molariteit concentratie van stof X [X] = Eenheid molair M
Mol paar dozijn gros mol • 1023.
Rekenen aan reacties Zo doe je dat Stap 1
Straling van Sterren Hoofdstuk 3 Stevin deel 3.
massa 1,67 • g Atoommassa Avogadro Massa H atoom
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Spectrofotometrie Interactie tussen stof en licht.
Scheikunde theorie klas 1
Rekenen met concentratie
Maak je niet dik: Verdunnen
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Rekenen aan reacties 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6.
1 Maak je niet dik: Verdunnen Opzetje door Ruud van Iterson Voor herbies.nl.
Stappenplan rekenen stap 1: LEZEN stap 2: kloppende reactievergelijking stap 3: molecuulmassa’s stap 4: massaverhouding stap 5: verhoudingstabel stap 6:
Duid aan of de onderstaande deeltjes als reductor (RED), als oxidator (OX) of als beide kunnen optreden (RED + Ox) Fe3 Fe2 H2O2 H2S Cl MnO2(vast) NO2
Scheikunde Chemie overal
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Rekenen met atomen De mol.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Scheikunde leerjaar 2.
Grootheden & eenheden TV Elektriciteit.
Kun je vertellen wat de samenhang is tussen massa (m), Volume (V) en
Zouten 6.4.
Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Hoofdstuk 3 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
Zuur base titratie Concentratie bepaling Onbekende oplossing zuur
Berekeningen aan redoxtitraties
Transcript van de presentatie:

Wet van Lambert en Beer

Cuvetlengte (l)

De extinctie is rechtevenredig met de cuvetlengte Wet van Lambert: E = k1.l (bij constante c(X)) E= extinctie; k1= constante; l = optische weglengte

Concentratie

De extinctie is rechtevenredig met de concentratie Wet van Beer: E = K2· c(x) (Bij constante l) E= extinctie; k2= constante; c(X) = molaire concentratie

Molaire extinctiecoëfficiënt (ε, epsilon) Er zijn nog twee factoren waar de extinctie van afhangt: - De golflengte (kleur) van het licht - De opgeloste stof Deze factoren zijn samengevoegd in een grootheid : de molaire extinctiecoëfficiënt

Extinctie Hangt af van * Cuvetlengte (l) * Concentratie van de opgeloste stof (c) * Molaire extinctiecoëfficiënt (ε, epsilon)

De wet van Lambert-Beer Formule: E = ε·c·l E extinctie (geen eenheid) ε molaire extinctiecoefficient (l.mol-1.cm-1) (BINAS) c concentratie (mol.l-1) l cuvetlengte (cm)

Voorwaarden waaronder Wet van Lambert Beer geldt: Meten met monochromatisch licht Wet geldt voor verdunde oplossingen (concentratie kleiner dan 0,01 mol.l-1) Oplossing moet helder zijn, temperatuur tijdens meten constant en er mag geen chemische reactie plaatsvinden Standaardoplossingen en monsters moeten gelijk zijn wat betreft oplsomiddel en pH

34. Gegeven is dat de lengte van een cuvet 1,00 cm bedraag, de concentratie van stof X is 3,45.10-3 mol.l-1. Bereken nu de molaire extincitiecoëfficiënt van stof X bij 340 nm als de gemeten extincties bij 340 nm zijn: a. 0,234 b. 0,956 35. Gegeven is dat de lengte van een kuvet 0,500 cm bedraagt. De concentratie van stof Y is 7,74.10-3 mol.l-1 Bereken nu de extinctie van de oplossing bij 560 nm als gegeven is dat de molaire extinctiecoëfficiënt van stof Yn bij 560 bedraagt: a. 250 l.mol-1.cm-1 b. 175 l.mol-1.cm-1

36. We hebben een oplossing van stof Z met een concentratie van 8,95 µmol.l-1. Bij 710 nm meten we in een bepaalde kuvet een extinctie van 0,456. Bereken de molaire extinctiecoëfficiënt van stof Z als we een kuvet gebruiken van: a. 0,10 cm b. 1,00 cm 39. Een stof X heeft een molecuulmassa van 140,3 u. Van deze stof wordt 125,2 mg opgelost en aangevuld tot een volume van 250,0 ml. Van deze oplossing wordt een hoeveelheid in een kuvet van 2,00 cm gegoten en gemeten bij 467 nm. De extinctie bedraagt 0,567. a. Bereken de specifieke extinctiecoëfficiënt in l.mg-1.cm-1. b. Bereken de molaire extinctiecoëfficiënt in l.mol-1.cm-1.

kalibreren

 

 

Niet gekleurde verbindingen Geen absorptie tussen 200-800 nm Gebruik van kleurontwikkelaar (A) A + X -> AX 1 mol A reageert met 1 mol X tot 1 mol AX A= kleurontwikkelaar X= te bepalen component AX= complex met kleur! => Wet van Lambert-Beer Overmaat kleurreagens toevoegen Ook kan: 2A + X -> A2X !!!

opgaven 40. Een stof Z heeft een molecuulmassa van 327,1 u. Van deze stof wordt 148,6 mg opgelost en in een maatkolf van 500 ml gebracht. Er wordt 25 ml kleurontwikkelaar Q, c(Q) = 0,5 mol.l-1 toegevoegd. Vervolgens wordt de maatkolf aangevuld en gehomogeniseerd. Van de oplossing wordt de extinctie gemeten in een kuvet van 1,00 cm bij meerdere golflengtes. Bereken bij alle golflengtes de molaire extinctiecoëfficiënt in l.mol-1.cm-1. a. E = 0,054 bij λ = 310 nm b. E = 0,167 bij λ = 340 nm c. E = 0,852 bij λ = 360 nm d. E = 0,201 bij λ = 380 nm e. E = 0,008 bij λ = 450 nm f. Bij welke golflengte zou je gaan meten? Verklaar antwoord. g. Welke kleur heeft deze oplossing vermoedelijk?

opgaven OPGAVE 41 (E -> εs -> ε) OPGAVE 42 (%T -> ε) Waarom wordt bij zowel Eλ als bij ελ als index de golflengte vermeld? OPGAVE 41 (E -> εs -> ε) OPGAVE 42 (%T -> ε) OPGAVE 44 (%T -> ε -> c(x) -> ρ(x) -> m) OPGAVE 45 (molmassa A = 150 g/mol)