Ritmestoornissen medicatie LM van Beek Cardioloog Sionsberg Dokkum

Hartopbouw 300 biljoen hartcellen

Electrische veranderingen Fase 4/rustfase: membraan potentiaal –90mV Fase 0: depolarisatie. Na kanalen open Fase 1: K uit. Herstel membraanpotentiaal Fase 2: Plateaufase. K uit, Ca in Fase 3: Meer K uit dan Ca in. –90mV (Repolarisatie)

Actiepotentiaal wordt door gegeven van cel op cel Cel-op-cel geleiding Actiepotentiaal wordt door gegeven van cel op cel Ij cel A cel B

Calcium huishouding SR Ca-kanaal SERCA2 RyR2 Na-Ca transporter Ca-poort Ca-kanaal SERCA2 ACTIN MYOSIN ACTIN SR RyR2

Calcium huishouding Ca-kanaal SERCA2 RyR2 CONTRACTION RELAXATION Na-Ca transporter Ca-poort Ca-kanaal CONTRACTION RELAXATION SERCA2 ACTIN MYOSIN ACTIN RyR2

Indeling ritme medicatie

Geleidingssysteem

Ivabradine (procaloran) 5-7,5mg Bij symptomatische sinusaritmie Bij hartfalen, bij angina pectoris Vertraagd hartfrequentie/ remming funny channel Verlaagd bloeddruk niet Bij Hf >70 bij betablokkers

extra slagen atrium/ ventrikel PAC -premature atriale complexen -zelfde vorm complex -komy eerder met pauze -meestal geen klachten -meestal geen medicatie nodig PVC -premature ventriculaire complexen -geen p-top vooraf -breder complex met pauze -bij frequente complexen uitsluiten structurele afwijkingen/ zuurstofgebrek hart

Multifocale PVC’s

Atriale Ritmestoornis Boezemfrequentie 100-250/min Meestal in de rechter boezem ontstaan door abnormale prikkelbaarheid. 10% meerdere plaatsen Warm up—cool down Vaak verhoogde stresshormonen Vaker bij eerder litteken (CABG) 70-80% stopt door adenosine

Adenosine (adenocor) Purine nucleoside Diagnostisch op SEH bij boezemritmestoornis Vertraagd AVknoop geleiding Korte werkingsduur, warm gevoel Niet gegeven bij asthma/ COPD Antidotum theofylline

Atrium fibrilleren Atrium frequentie 400-600/min Totaal onregelmatig Vertraging in AV-knoop Pompkracht 10% minder Klachten: hartkloppingen, moeheid, duizeligheid

Duur atrium fibrilleren

Behandeling 1. Vertraging hartfrequentie 2. bloedverdunning bij risicofactoren op iCVA 3. verdere diagnostiek: structureel hartlijden, zuurstofgebrek hartspier 4. dan evt overwegen om weer sinusritme te verkrijgen door medicatie of electrocardioversie

Beta-blokkers Groepen met wisselende eigenschappen (hersenbarrière/ longspasme) Verlaagd hartfrequentie Verlaagd bloeddruk Stabilisatie hartritme na infarcten Verlaagd adrenerge prikkeling Metoprolol 25-50-100-200mg Atenolol 25-50-100mg Bisoprolol 2,5-5-7,5-10mg Bijwerkingen: moeheid, impotentie, koude acra

Calcium antagonisten Verapamil 1dd120-180mg Tildiem 1dd 90-120mg Remmer van cyp3a en p-glycoproteïne in lever Bloeddruk verlagend Vaatverwijdend door relaxatie glad spierweefsel Remmende werking op de hartspier Bijwerkingen hartkloppingen, hoofdpijn en vocht in de benen

Digitalis Bloeddruk blijft gelijk Positief voor pompkracht van het hart Ontdekt door kruidenvrouw uit vingerhoedskruid Smalle behandelbreedte Intoxicatie: kleuren zien Let op met afwijkende nierfunctie/zouten Lanoxin 1dd0,0625mg/0,125mg/ 0,25mg Antidotum fenytoine

CHADSVASC

Risico op iCVA bij atrium fibrilleren

medicatie trombosedienst Acenocoumarol (Sintrom) Fenprocoumon (Marcoumar) Meerdere stollings factoren betrokken IX, X, II Rattengif Vaker bloedprikken (INR) Veel interactie met voeding en medicatie “Oud en vertrouwd”

NOAC’s Rivaroxaban (Xarelto) Dabigatran (Pradaxa) Apixaban (Eliquis) Edoxaban (Lixiana) Dosering 1-2/ daags Geen controle meer nodig (INR) In grote studies minder iCVA en bloedingen Niet bij patiënten na klepoperatie Opletten met nierfunctie

(Laag moleculaire) heparines Fondaparinux 1dd2,5mg s.c. Fraxiparine 2dd s.c. Enoxaparine 2dd s.c. Bij patiënten met risicofactoren Rond een ingreep ter overbrugging Oppassen met nierfunctiestoornissen

Ritme controle Anti aritmica Medicatie om sinusritme te houden/ krijgen Sterkere medicijnen dan de vertragende middelen Altijd onder controle van ECG en lab Werken negatief op de pompkracht van het hart Oppassen bij verminderde linker kamer functie of zuurstofgebrek hartspier

Sotalol Niet selectieve betablokker, klasse III anti-aritmisch effect Kan de Qt-tijd verlengen; cave kamerritmestoornissen Oppassen met nierfunctiestoornissen Bijwerkingen van betablokker 3 maal daags preparaat Is ook bloeddruk verlagend

Flecainide (tambocor) Bij boezem- en kamerritmestoornissen Niet bij structurele hartafwijking/slechte LV! Combineren met beta-blokker Bijwerkingen: hoofdpijn en wazig zien 1dd50-100-150mg Klasse 1c medicament Verhoging prikkel drempel Vertraging prikkel geleiding

Amiodaron (cordarone) 1 wk 3dd200mg, 1 wk 2dd200mg, 1 wk 1dd200mg; onderhoud 100-200mg. Kan bij slechte LV functie; Bij alle ritmestoornissen. Stapelt in vetweefsel; werking na langere tijd Enig betablokker effect Enig vasodilatoir effect en bevat jodium Cave schildklier/long/huid (zonlicht) Cave visusstoornis/perifere neuropathie

Disopyramide (ritmoforine) 4dd100-150mg Bij extra kamerslagen/ kamerritmestoornis Klasse 1a medicatie Minder prikkelbare hartspier Vertraging geleiding Niet bij slechte Lvfunctie Bijwerking: metaalsmaak

Atrium Flutter frequentie 150 – 300/min Cirkel ritmestoornis in het rechter atrium Negatief zaagtand patroon op ECG Meestal 2:1 AV geleiding (150/min), 3:1 (100/min) 4:1 (75/min) Vaak bij litteken gebieden na infarct of CABG Behandeling door frequentiecontrole of door anti-aritmica Bij tromboserisico bloedverdunners (zoals bij atrium fibrilleren)

AV knoop cirkel ritmestoornis (AVNRT) Langzame pad Vooral bij jonge mensen Hartfrequentie tot 200/min cirkelritmestoornis in AV-knoop na extra slag Kikkerfenomeen Behandeling: Blazen op handrug Op SEH: adenosine Verapamil of tildiem Evt b-blokker/ flecainide Snelle pad

Ritmestoornis bij extra verbinding (AVRT) Extra bundel vaak ongevaarlijk, echter soms ook 1:1 geleiding Oppassen met tegelijkertijd ook ritmestoornissen Behandeling: flecainide/ pronestyl. Geen verapamil/ digoxine Overweeg bij familiaire plotse hartdood electrofysiologisch onderzoek Geleiding langs AV-knoop Omhoog langs extra bundel

Wolf-Parkinson-White In 1930 beschreven door Louis Wolff, Sir John Parkinson en Paul White Extranodale geleidingsbundel (Kent) ECG veranderingen, plotse hartdood Prevalentie 0.15-0.25% Risico plotse hartdood: 1/1000/ pt/ jr GEEN AV- geleidingsblokkers, RF-ablatie curatief>95%

Kamerritmestoornis 3 of meer PVC’s Korte kamerritmestoornis: <30sec Kan langer duren en overgaan in hartstilstand Behandeling met sterkere ritme medicijnen Bij bewustzijnsverlies en shock behandeling met electrocardioversie Behandeling op bewaakte afdeling Uitsluiten zuurstofgebrek of slechte pompkracht

Ventrikel fibrilleren Chaotisch kamerritme Totale onregelmatigheid Mechanische hartstilstand Start reanimatie Adrenaline, amiodarone Belangrijkste therapie: .

Defibrillatie

Vragen?