Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Methodiek- ontwikkeling 1 Bijeenkomst 2 Docent: Pascal van Schajik.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het doen van eigen onderzoek
Advertisements

Het profielwerkstuk Hoe maak je dat ?.
Het profielwerkstuk Hoe maak je dat ?.
Beginnen met actieonderzoek Hoe pak je dat aan?
Onderwerp Vraagstelling Theorie Methodiek verslaglegging
Bijeenkomst 8 Summatieve toetsing
Welkom! Media & Creativiteit Les 4/5
Het profielwerkstuk Hoe maak je dat ?.
Vooraf Voorkom het moeilijke door het gemakkelijke te doen’. Lao Tse
Pass’t Montessorionderwijs ?
Hoe brei een team?.
Onderzoek doen een methodische aanpak
Visie & Strategie.
Volksuniversiteit Zwolle
Workshop evalueren Dcp
De SixPack Format en leerlijn onderzoeks- en informatievaardigheden
Coaching week Rotterdam Academy.
Woensdag Afstuderen. Even voorstellen ;-) Madeleine Meurs Site: med.hr.nl/meurm Kamer: MP L
Handelingstheorie II Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
Gespreksvaardigheden
Methoden & Technieken Hogeschool Rotterdam,
Gespreksvaardig-heden
Handelingstheorie II Naam: Martine Bink
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek 7 MadeleineMeurs
Onderzoeksvaardigheden 3
Sociologie en Diversiteit werkcollege 1
De rode draad in opleiden binnen AAOS
onderzoeksvraag Soorten onderzoeksvragen Exploratieve onderzoeksvraag
Praktijkervaring en reflectie
Module Waarnemen, observeren en rapporteren Les 3 + 4
Methodiek: Plancyclus
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek7 Hafida El- Gharbaoui.
Onderzoek I Bijeenkomst 3
Hafida El-Gharbaoui Methodisch werken 1b Hafida El-Gharbaoui
Plancyclus les 3 Actualiteit Quiz over de stof tot nu toe
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Studieloopbaancoaching Kwartaal 4 – les 1 Rotterdam, April 2015.
Praktijk(gericht) onderzoek Bijeenkomst 1
Communicatie 2 – kw 2 Les 1.
Vrijwilligersstage 2. BASISHOUDING EN CONTACT MAKEN.
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 1 med.hr.nl/gharh.
Wjk.
Handelingstheorie II Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
praktijk project ouderbetrokkenheid
Plancyclus, les 2 Actualiteit
Rotterdam, 00 januari 2007 Praktijk(gericht) onderzoek Bijeenkomst 3 (week 5) Hafida El-Gharbaoui
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
Methodiek: Plancyclus
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek 7 Hafida El-Gharbaoui
Les 6  vragen naar aanleiding van de vorige les  van diagnose naar doelen en een plan  werken aan eindopdracht.
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek 12 Hafida El- Gharbaoui.
KOP/MINOR Thema klassenmanagement/ orde in de klas
KOP/MINOR Thema klassenmanagement/ interpersoonlijk leraargedrag en orde in de klas Bijeenkomst oktober oktober 2015.
Naar een leerlijn ‘onderzoekende houding’ ECENT conferentie, 5 juni 2009 Ton van der Valk, Universiteit Utrecht FIsme; Junior College Utrecht.
VAD bijeenkomst 1.5. Inhoud VAD bijeenkomst Welkom, mededelingen, terugblik vorige week didactische ervaringen uit de praktijk 2. Opdracht Stille.
Workshop Starten met je onderzoek Hans de Braal en Gert-Jan de Fijter.
WELKOM Tweede jaars OGP6 Onderzoek Bijeenkomst
Observeren Les 3.
Taal- en Interactievaardigheden in de Kinderopvang
Met STAR(R) meer zicht op competentieontwikkeling
Observeren en rapporteren
Observeren rapporteren
Mijn visie op onderwijs
Ethiek in de branche social work
Ouders en school samen Maart 2016
Het maken van een PWS.
Cyclisch proces binnen methodisch begeleiden
Observeren Les 2.
Cyclisch proces binnen methodisch begeleiden
Methodisch handelen Week 6 les 5. Methodisch handelen Week 6 les 5.
Observeren Les 2.
Transcript van de presentatie:

Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Methodiek- ontwikkeling 1 Bijeenkomst 2 Docent: Pascal van Schajik

Voor deze bijeenkomst Bestudeer uit Plancyclus hfst 1, 3 & 4 Neem in totaal 4 vragen (incl. antwoorden) mee die je n.a.v. informatie uit hfst 1 & 3 genoteerd hebt

Bijeenkomst 2 Terugkoppeling naar hfst 1 & 3 d.m.v. meegenomen vragen Oriëntatiefase Theorie en verwerking

Planyclus (o.a. pp. 19 & 23-24) Oriënteren Diagnos- ticeren PlannenUitvoerenEvalueren

Opdracht 2 X 10 min 2 X 5 min 5 min Geef de meegenomen vragen aan je linker buurvrouw/man. 10 min Beantwoord schriftelijk de vragen 10 min Antwoorden nakijken 5 min Geef feedback over antwoorden

Plancyclus bestaat uit: 1. Oriënteren 2. Diagnosticeren/onderzoeken 3. Plannen 4. Uitvoeren 5. Evalueren en weer… 1. Oriënteren 2. Diagnosticeren 3. … Simpel model, ingewikkelde werkelijkheid Professioneel handelen is verifieerbaar en controleerbaar en kan verantwoord worden Schema op pp

Plancyclus De cyclus doorloop je in overleg met de cliënt 1. Wat is het probleem? 2. Wat is de oorzaak van het probleem? 3. Hoe gaan we het oplossen? 4. Aan de slag 5. Wat hebben we bereikt en hoe hebben we dat bereikt?

Holistisch mensbeeld Dan ook biopsychosociaal model Medisch-biologisch niveau Ontwikkelings- & persoonlijkheidsaspecten (zoals Borderline, depressie, verstandelijke beperking) Biologische aspecten (zoals autisme) Individueel-psychologisch niveau (de unieke persoon) Gedrag en cognitie Sociaal niveau Context (sociaal & gezin)

Fase 1: oriënteren (1/3) Signaleren situatie Eigen indruk pedagoog Feiten Subjectieve blik door ervaringen/opvoeding/context instelling Context instelling geeft beperkingen en mogelijkheden handelen Bewust zijn van subjectieve blik en deze bespreken met collega’s: Gezamenlijke indruk => intersubjectiviteit

Onderdeel fase 1: Context van organisatie/instelling (1/2) Bepaalt hoe je tegen problemen/probleemgedrag aankijkt Geeft mogelijkheden aan Zie ook pp

Onderdeel fase 1: Context van organisatie/instelling (2/2) O.a. Setting waar je stage loopt/werkt en jouw functie Aard problematiek doelgroep Specifieke info over demografisch achtergrond doelgroep Denk aan lft, sekse, religie Organsiatie- en afdelings/vestigingsdoel? Hulpvraag cliënt Groepsdynamiek cliënten

Fase 1: oriënteren (2/3) Informatie verzamelen d.m.v. observeren, lezen verslagen etc. Problematiseren: Maken van probleemanalyse Probleem in kaart brengen w.o. Welk gedrag hebben medewerkers gezien? Waar is het gedrag gezien? Wanneer doet het gedrag zich voor? Wie heeft een probleem? Waarom is het een probleem? Liggen oorzaken probleem in de context?

Hs 4 Oriënteren 1 ste fase = oriëntatie Lees casus John Wat signaleer je hier?? Schrijf dit op.

Hs 4 Onderscheid signaleren en problematiseren Wat is signaleren: is iets opmerken. Team signaleert: John isoleert zich Als je iets signaleert wat je als probleem of als probleemgedrag beschouwt, begin je met problematiseren.

Hs 4 Onderscheid signaleren en problematiseren Problematiseren: het stellen van onderzoekende vragen om vast te kunnen stellen wat het probleem precies is of wat er problematisch is aan de situatie. Wat valt mij precies op? Datgene wat je opvalt, is je voorlopige probleemdefinitie en die moet je beschrijven in concreet gedrag. Team signaleert: John isoleert zich

Hs 4 Onderscheid signaleren en problematiseren Een probleemdefinitie stuurt je zoektocht naar de oorzaak en achtergronden. Als je onderzoek zich richt op een verondersteld ísolement, dan is de kans groot dat je dat ook vindt en vooral: meent te vinden.

Hs 4 Onderscheid signaleren en problematiseren John eet nooit met andere cliënten en brengt zijn avonden alleen op zijn kamer door met tv kijken en platen beluisteren. Dit is wat je hebt gezien. Bovendien bevat deze omschrijving geen probleem: je onderzoek kan nog alle kanten opgaan.

Fase 1: oriënteren (3/3) Formuleren van probleemdefinitie als na onderzoek blijkt dat er daadwerkelijk een probleem is

Eisen probleemdefinitie I.i.g. Start gedrag: datum of gebeurtenis Concreet gedrag/probleemsituatie Situaties waarin het gedrag voorkomt Probleemdefinitie geeft sturing aan diagnostisch fase

Stap 1: probleem- en situatie-analyse Analyse met de 5xW + H-formule Wat is het probleem? Wie heeft problemen? Wanneer is het een probleem? Waarom is het een probleem? Waar doet het probleem zich voor? Hoe is het probleem ontstaan?

Aanvangsfase Acties in het verleden? In welke richting zoekt men naar oplossingen? Is het probleem beïnvloedbaar en oplosbaar? Wat is er elders bedacht, gebeurd rond vergelijkbare problemen?

Casus Probleembeschrijving ziekteverzuim bij thuiszorgsters ‘Help Elkander’ blz: 69

Eisen aan vraagstelling 1. Vraagvorm 2. Vraagstelling versus onderzoeksvragen 3. Duidelijke formulering 4. Concretisering van onderzoeksobject 5. Meerdere vragen tegelijk 6. Begrippen in een vraagstelling

Punt 4: Concretisering onderzoeks-object Situatie Personen Gebeurtenis / proces Fysiek object

Punt 5: Meerdere vragen Hoofdvraag Deelvragen 1. Hoeveel mensen vinden R’dam leuke stad? - Hoeveel studenten vinden R’dam leuk? - Hoeveel bezoekers van buiten R’dam vinden R’dam leuk?

Samengevat!!! Vraagvorm Geeft inhoudelijk aan waar het om gaat Geeft aan over welke onderzoeksobjecten het gaat Is concreet en precies De kernbegrippen zijn gedefinieerd/toegelicht Is gesteld in begrijpelijk taalgebruik Je hebt er iets aan voor je doelstelling

Opdracht Lees uitgereikte casus nog eens goed door Op grond van deze informatie noteer je in de probleemdefinitie Let daarbij op eisen

Probleemdefinities (di) Jason is al een paar maanden afwezig op school Sinds eind 2003 gaat Jason al een paar maanden niet naar school. Jason geeft aan dat hij gepest wordt op school en zich niet prettig voelt. Sinds eind 2003 gaat Jason al een paar maanden niet naar school. Jason geeft aan dat hij gepest wordt op school en zich niet prettig voelt. School krijgt geen contact met ouders en Jason

Probleemdefinities (di) Sinds eind 2003 gaat Jason al een paar maanden niet naar school. Jason geeft aan dat hij gepest wordt op school en zich niet prettig voelt Jason is al een paar maanden afwezig op school. Jason geeft aan dat hij gepest wordt op school en zich niet prettig voelt.

Probleemdefinities (wo) Jason gaat niet naar school sinds oktober 2003, omdat hij vindt: dat het er te lawaaiig is, gepest wordt & hij vindt dat de leerlingen agressief zijn. Dit vindt plaats onder schooltijd. Sinds eind 2003 gaat Jason niet naar school, hij vindt dat het er te lawaaiig is, gepest wordt & hij vindt dat de leerlingen agressief zijn. Jason is al een paar maanden, sinds eind 2003, afwezig. Hij loopt in de buurt rond i.p.v. naar school, dit gebeurt tegenwoordig iedere schooldag.

Probeemdefinities (wo) Jason gaat niet naar school sinds oktober 2003, omdat hij vindt: dat het er te lawaaiig is, gepest wordt & hij vindt dat de leerlingen agressief zijn. Dit vindt plaats onder schooltijd.

Volgende bijeenkomst Bestudeer uit Plancyclus hfst 4 & 5 Neem in totaal 5 vragen (incl. antwoorden) mee die je n.a.v. informatie uit hfst 4 genoteerd hebt Denk na over casus voor eindopdracht