STUDIELOOPBAAN COACHING Kwartaal 1 Bijeenkomst 2 Leerstijlen en effectief studeren Martine Bink 1

VANDAAG Agenda: Taaltoets Info stage en markt Studiegenotenboek Thema: leerstijlen en effectief studeren Klassenvertegenwoordiger SLC lessen dit kwartaal: en

THEMA VANDAAG Thema: Leerstijlen en effectief studeren Voorkennis activeren: 1.Wat weet je van effectief studeren? 2.Waarom werkt dat? 3.Testje: onthoudt de volgende woorden: 3

DE KUNST VAN HET ONTHOUDEN sleutel potlood kompas gave talent idee school water lepel trein 4

LEERSTIJLEN Huiswerkopdracht vooraf Kolb leerstijlen test 5

6

OPDRACHT Maak van elke leerstijl 1 groepje Bespreek met elkaar jullie studiemethode - welke leerstijl hebben jullie - wat zijn de voor- en nadelen van deze leerstijl - wat is jouw aanpak wat betreft hoor- en werkcolleges? (aan aantekeningen maken, lezen voor de les, aan- en afwezigheid) - wat werkt en wat niet? - hoe bereidt je een tentamen voor? - hoe pak je een mc toets aan? - hoe staat het met plannen? (planning maken en je eraan houden) - wat is jouw tip aan je klasgenoten? - maak een overzicht op een groot vel van jullie belangrijkste bevinden tips voor effectief studeren. Presenteer aan de klas! 7

1. Doener Ga een directe ervaring opdoen. Los een probleem op. Spring in het diepe met een uitdagende taak. 2. Bezinner/dromer Maak vooraf een plan. Neem de tijd voor lastige beslissingen. Neem de tijd om je ervaringen te overdenken. 3. Denker / theoreticus Zoek goed gestructureerde leermiddelen. Zoek verbanden met kennis die je al hebt. Zoek intellectuele uitdagingen. Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen. 4. Beslisser / pragmaticus Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk. Richt je op praktische zaken. Zoek iemand die je iets kan demonstreren. 8

HOE LANG DENK JE DAT JE BREIN KENNIS VASTHOUDT?

HOE SNEL VERGEET IK?

HOE LEER IK EFFECTIEF? Wat is brein centraal leren? 11

SOCIAAL CONSTRUCTIVISME 1. Kennisconstructie 2. Betekenisvolle problemen 3. Samenwerkend leren 4. Zelfregulatie

1. KENNISCONSTRUCTIE Kennisverwerving = kennisconstructie Nieuwe informatie interpreteren met behulp van eerdere kennis Begrijpen = constructie en transformative Leren dat verder bouwt op eerdere kennis → zorgt naast beter onthouden, ook voor een grotere interesse en motivatie

2. BETEKENISVOLLE PROBLEMEN Leersituaties moeten lijken op reële situaties Problemen dagen redeneer- en probleemoplossende vaardigheden uit Kennis toepassen zoals professionals Verwijst naar leren in een context

3. SAMENWERKEND LEREN Sociale interacties dragen bij aan kennisconstructie Sociale interacties tussen studenten bevorderlijk vanwege gelijk niveau van begrip Discussie is ook graadmeter voor eerdere kennis en wat nog bestudeerd moet worden

4. ZELFREGULATIE Metacognitieve vaardigheden gebruiken om doelen te stellen Overkoepelende termen: doelen stellen, zichzelf observeren en evalueren, belonen Alle studenten doen aan zelfregulatie, Effectieve zelfregulatie is ook motivatie! Eigen leren kunnen reguleren is sleutel tot succesvol leren

ACTIEF BESTUDEREN

TIPS VAN DE PEERCOACHES Overzicht: maak samenvattingen, mindmaps en werk met kleur Studeer met medestudenten in groepjes. Maak vragen over de lastige onderwerpen en bevraag elkaar hierover. Door het met elkaar te bespreken blijft de stof vaak beter hangen. Planning: Maak een schema per dag wat je wil doen. Wissel je werk af. Gebruik inzagemoment toets. Zo weet je waar je met de herkansing het accent op kan leggen bij het leren en de soort toets. 19

DE KUNST VAN HET ONTHOUDEN Welke woorden heb je nu onthouden? Hoe heb je dat gedaan? Wat moet je doen om ze volgende week nog te weten? 20

VOLGENDE KEER = KENNISMAKINGSGESPREK Bestudeer de inleveropdracht voor SLC kwartaal 1 (blz. 12 SHL) lezen blz. 19 t/m 28 (blz. 15 t/m 24 herziene druk) uit het boek “Greep op je studieloopbaan”. Deadline inleveropdracht week 10, woensdag

SLC BIJEENKOMST 4? Korte toelichting en werken aan inleveropdracht 1 Interview a.d.h.v. het Cultureel Venster (Iedereen brengt iets lekkers mee) 2. Met de hele klas iets leuks doen (en inleveropdracht 1 zelf) Lunchen/bowlen/lasergamen/... (de organisatie ligt bij jullie) 22