Symposium Rechtspositie huishoudelijk personeel 26 november 2015 ‘Werken in het huishouden: geen baan als alle andere’
I Met de uitspraken van Hof Arnhem-Leeuwarden (nov. 2013) en de Centrale Raad van Beroep (dec. 2013) is de juridische basis aan de alfahulpconstructie ontvallen. De thuiszorginstelling is de werkgever van de alfahulp/thuiszorgmedewerker. Criteria: werving en selectie, plaatsing bij cliënt, bepaling en betaling loon, opstelling arbeidsovereenkomst, contract met gemeente, vervanging bij ziekte.
De concrete rechten van ILO-verdrag 189 versterken de aanspraken die het huishoudelijk personeel al kan ontlenen aan de beginselen van het Unierecht, Vrouwenverdrag, ILO-Verdrag 175 inzake deeltijdwerk en het Esoculverdrag. Een mooi verdrag vraagt om ratificatie.
Afschaffing van de regeling Dienstverlening aan huis is onbetaalbaar. Dit geldt zowel voor de publiek gefinancierde dienstverlening aan huis als voor de private dienstverlening.
De Regeling Dienstverlening aan huis verleidt tot het opzetten van schijnconstructies met ‘bemiddelingsbedrijven’ die dienstverleners ter beschikking stellen aan particulieren. De Regeling verdraagt zich niet met het kabinetsspeerpunt aanpak van schijnconstructies met als doel versterking rechtspositie werknemers en voorkoming van oneerlijke concurrentie door onderbetaling.
De alfahulpuitspraken (Hof Arnhem- Leeuwarden en de CRvB 2013) kunnen ook dienst doen bij de beoordeling van andere ‘bemiddelingsorganisaties’ voor huishoudelijke hulp en zorg.
Omdat het private arbeidsrecht per definitie te kort schiet als het om de bescherming gaat van deze groep werkenden, moet de overheid haar publieke rol op zich nemen, om te beginnen met het recht op minimumloon van artikel 11 van ILO-verdrag 189.
Met de dienstencheques voor dienstverlening en huishoudelijk werk voor particulieren wordt in Frankrijk winst gemaakt. Dat zal in Nederland nooit uit kunnen.
Als de regeling Dienstverlening aan huis inderdaad alleen maar echte particulieren zou betreffen die voor een paar uur per week hun huis laten schoonmaken dan valt wel te leven met de strijdigheid met de internationale verdragen.
Voor een positief werkgelegenheidseffect van de regeling Dienstverlening aan huis in de private markt zijn weinig aanknopingspunten te vinden (Commissie Kalsbeek). Er is daarom geen reden de uitzonderingspositie van huishoudelijk personeel in stand te houden.
De meeste particulieren die hun hulp zelf betalen denken dat zwart te doen. Dat is niet zo, vanwege de regeling Dienstverlening aan huis. De regeling genereert geen extra belastinginkomsten en extra formele werkgelegenheid. De uitspraak “dat afschaffing van de regeling een hele hoop mensen het zwarte circuit in drukt.” kan niet onderbouwd worden.