Opvoedrelaties A Week 3, bijeenkomst 3
Programma Begrippen uit de literatuur – zijn ze helder? Introductie dossier Genogram dossierkind Een eerste oriëntatie op ‘op ervaring gebaseerde’ methodieken
Begrippenlijst a.d.h.v. je eigen genogram Onderzoek 2 aan 2 hoe het zit met de volgende begrippen in je eigen gezinssituatie en jullie verklaren de begrippen Het (stam)gezin Geschiedenis van het gezin ‘Wie is je vader, wie is je moeder?’ Gezinskenmerken (grootte, samenstelling, rolverdeling) Gezin als hiërarchisch systeem (autoritair, autoritatief, laisser-faire) Coalities, perverse triades Gezin als affectief systeem Gezin als communicatief systeem Gezinsfasen/Levenscyclus gezin (vormen, stromen, normeren, presteren, verlaten) Klassikaal: wat zijn markante verschillen en waar zit ‘m dat in?
Introductie dossier Wie krijgt wie?
Jullie dossier, jullie onderzoek We vormen 7 subgroepen van 2 of 3 studenten. In deze subgroep werken jullie deze weken aan de opdrachten met het dossier. In het dossier staat de informatie van professionals/ouders/ betrokkenen over een kind uit het basisonderwijs. Gedurende komende weken en volgend kwartaal analyseer je dit dossier op basis van de theorie uit de lessen van opvoedrelaties A en B. Let op: dossier wordt tussentijds ingeleverd bij de docent bij afronding deel A (bijeenkomst 6). Denk natuurlijk alvast aan de APA verwijzingen voor dossieropdracht deel B
Regels hoe om te gaan met dossier Dossier is in bruikleen en wordt weer ingeleverd bij docent. Tijdens de zesde bijeenkomst wordt deze weer bij de docent ingeleverd. Je mag niks vermenigvuldigen uit het dossier, niks kopiëren. Je mag geen aantekeningen maken in het dossier, niet schrijven in het dossier. Niet kopiëren of fotograferen. Aantekeningen worden gemaakt in je schrift. Lees de eerste pagina goed door. Dossier mag mee naar huis. Discreet blijven over informatie in het dossier. Informatie blijft in jouw groepje (geen uitwisseling)
Nu de tijd om het dossier grondig door te lezen met je groepje. En maak daarna de volgende opdracht
1e opdracht dossier (90 min) Maak zo mogelijk een volledig genogram van jullie kind uit het dossier: Zoek in het dossier op wat je weet over de volgende onderdelen: Gezinssysteem (pentagram) Gezinsgrootte Gezinssamenstelling Rolverdeling Gezin als hiërarchisch, communicatief en affectief systeem Welke vragen komen in je op?
H5 Welzijn nieuwe stijl Gericht op de vraag achter de vraag Gebaseerd op de eigen kracht van de burger Direct erop af Formeel en informeel in optimale verhouding Doordachte balans van collectief en individueel Integraal werken Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht Gebaseerd op ruimte voor de professional
Kies een van onderstaande methodieken: Families first Ambulante spoedhulp Multisysteemtherapie Multidimensionale familietherapie Functionele familietherapie
Opdracht voor gekozen methodiek Lees hoofdstuk 5 opnieuw en maak in een groepje van 4 voor jouw methodiek: 4 meerkeuzevragen (a,b, c en d) en 1 open vraag (met antwoorden), digitaal inleveren bij docent. vertel woensdag de antwoorden aan de klas Docent verzamelt digitaal de vragen (en antwoorden)
En nu…. Digitaal aanleveren vragen methodieken voor 14.00 Voorbereiden morgen: lezen hoofdstuk 1, 3, 6 en 7 leren hoofdstuk 5
Structurele theorie Gezin is dynamisch sociaal systeem Gericht op huidig functioneren (niet oorzaken verleden) hier en nu Interactiepatronen centraal Gezinsstructuur: kijken naar gezinsopgaven Herstellen hiërarchie/subsystemen Coalitie: samengaan van gezinsleden binnen een gezin tegen andere partij (front) Perverse triade: pathologische coalitie
Strategische/communicatie theorie Communicatie is basis Alles is communicatie Inhoudsniveau: woorden Betrekkingsniveau: toon, houding, gebaar Interpunctie: leestekens in communicatie: verschil in mening leidt tot verschillende werkelijkheid Regelproblematiek: machtsstrijd, onduidelijkheid regels Doel: herstel systeem door communicatie te observeren en betekenis geven aan hetgeen niet gezegd wordt
Contextuele theorie Kijken naar dieperliggende dimensies Balans geven en nemen Gevolgen van een beslissing kunnen invloed hebben op hele omgeving Een goede relatie betekent rekening houden met 4 dimensies: Feiten: gezondheid, gebeurtenissen over meerdere generaties Psychologie: gevoelens, gedachten, emoties, behoeften Transactie macht: interactie en communicatiepatronen, hiërarchie Relationele ethiek: motivatie, recht en rechtvaardigheid, ethiek, moreel, loyaliteit Meerzijdige partijdigheid
Oplossingsgericht Uitgaan van sterke kanten en hulpbronnen Versterken autonomie Client is expert Relaties: Bezoeker, klager of klant Client formuleert doel: wondervraag, uitzondering, schaalvragen Als iets niet werkt doe wat anders Kleine verandering kan begin zijn van grote verandering Signs of safety (Rotterdams model)
Narratief Het leven is een sociaal construct Mens geeft eigen betekenisgeving aan ervaring: maakt eigen verhaal Als verhaal verandert dan verandert cliënt mee Betekenisvolle momenten zoeken Levens worden georganiseerd naar verhalen Invloed hebben: Tijd Context Omgeving Gebruik maken van Externaliseren, herhaling, verdichten