Competenties SLC week 3 DSR1
WERK / SLC Op N@tschool Studiehandleiding SPH11W02RD http://natschool.hro.nl/ ISO_2015-2016 SPH11W02RD Op N@tschool
De creatieve professional Opleidingsprofiel en opleidingskwalificaties Sociaal Pedagogische Hulpverlening (2009), Amsterdam SWP: http://www.vereniginghogescholen.nl/images/stories/c ompetenties/sph.opl.%20profiel%20en%20kwal.pdf
Competenties: Eenheid van kennis, houding en vaardigheden Voor SPH drie competentiegebieden: werken met en ten behoeve van de cliënt werken in en vanuit een organisatie de ontwikkeling van je professionaliteit
Competenties en prestatie-indicatoren Competentie 1 en 2: Methodisch hulpverlenen en het ontwerpen van programma’s In dialoog met cliënt, cliëntsysteem en eventueel andere hulpverleners de leefsituatie verkennen en analyseren om zo te komen tot het (her) formuleren van de hulpvragen, het vaststellen van doelen, aan de hand hiervan een programma ontwerpen waarbij rekening wordt gehouden met complexiteit en diversiteit en een daarbij aansluitend methodisch hulpverleningsaanbod realiseren, evalueren en bijstellen. Het present zijn is hierbij uitgangspunt, desgewenst wordt een muzisch agogische, innovatieve en creatieve handelswijze gehanteerd Prestatie-indicatoren per niveau 1 1.1.1 De student gaat in dialoog met de cliënt 1.1.2 De student heeft kennis van de verschillende doelgroepen in het SPH-werkveld; kan kenmerken benoemen 1.1.3 De student kan de complexiteit die kenmerkend is voor het SPH-werkveld benoemen 1.1.4 De student heeft kennis van verschillende methodes die worden gehanteerd voor SPH-doelgroepen 1.1.5 De student heeft agogische, psychologische en pedagogische kennis 2 1.2.1 De student heeft kennis van meervoudige problematiek en ziektebeelden 1.2.2 De student past de plancyclus toe in een eenvoudige praktijksituatie 1.2.3 De student kan verschillende methodes toepassen bij een doelgroep 1.2.4 De student experimenteert met verschillende vormen en modellen, passend bij de omgeving en de cliënt en hij vergroot hiermee zijn handelingsarsenaal
Koppelen aan theorie Competenties/prestatie-indicatoren komen terug in de module Oriëntatie op het beroep
Welke competenties beheers je en waar moet je nog in ontwikkelen Hoe kom je daarachter? feedback zelfbeoordeling opnieuw feedback
voorbeeld-casus je beschrijft in een casus op welke wijze je aan een competentie hebt gewerkt (straks gaan we het echt doen!)
Verslag voorwoord (eventueel) inleiding (waar gaat het over, wat is de context, waarvoor schrijf je dit verslag, hoe ziet het eruit -een leeswijzer) de uitwerking (de kern) de conclusie: heb ik beschreven wat ik wilde, zijn mijn vragen beantwoord en wat heb ik geleerd?
Voorwoord: Voor u ligt mijn verslag van de projectgroep basiscommunicatie, dat ik met veel plezier heb gemaakt. Ik wil mijn medestudenten bedanken voor hun steun en mijn partner voor de koffie en het gebak.
Inleiding: Waar gaat het verslag over? Wat is de context (organisatie, instelling, doelgroep, periode, wie zijn er bij betrokken, wat is het probleem?) Wat is het doel/wat zijn de vraagstellingen Hoe is het verslag opgebouwd? (hoofdstuk 1 gaat over de organisatie en de doelgroep, hoofdstuk 2 gaat over de hulpvragen, hoofdstuk 3 gaat over het begeleidingsplan en hoofdstuk 4 gaat over de resultaten. Aan het einde worden de conclusies geformuleerd)
APA: American Psychiatrists Association referentiestijl volgens de APA afspraak hoe in wetenschappelijke publicaties van psychiaters bronvermelding moet plaatsvinden de APA-richtlijnen zijn algemeen gangbaar binnen sociale wetenschappen.
Voorbeeld: Van der Lans (2010) hanteert een aantal kernachtige ‘er’- woorden om de relatie tussen professionals en burgers samen te vatten. In het tijdperk van de wederopbouw waren professionals vooral bevoogdend, waarvoor van der Lans de typering ‘erbovenop’ hanteert. Betrokken professionaliteit wordt beschreven als ‘eropaf’.
Uitleg komt in de module oriëntatie op het beroep (Nederlands) maar een handige tip: https://www.scribbr.nl/originaliteitscheck/apa- generator/
Feedback: 360 graden feedback: vragen over jouw ontwikkeling voorleggen aan collega’s, leidinggevende, cliënten, medestudenten, docenten
zelfbeoordeling: praktijkvoorbeelden beschrijven (cases), die te verbinden met theorie (literatuur) Hoe heb je bijvoorbeeld de eigen kracht van een cliënt versterkt en wat zegt (relevante) literatuur daarover? Welke kennis, vaardigheden, houding horen daarbij? Klopt wat ik doe met wat de literatuur daarover zegt?
Kernkwadrant te gierig kan goed met geld omgaan met geld smijten iets leuks voor jezelf kopen
En nu in drie groepen: Welke competenties? Wat betekenen ze voor jullie? Wat beheers je wel en wat beheers je nog niet?