Studie Loopbaan Coaching Week 3
Programma Voortgang Verjaardag Toelichting SLC Opdracht Competenties Inleveren opdracht 1 bij docent
Jij Studie Beroep Wat is SLC? Wat voor professional wil ik worden? Hoe kan ik dat bereiken? Hoe werk ik aan de beroepscompetenties? De SLC-coach: Thuisbasis, begeleiden, volgen, bewaken, bevorderen En verder nog: Decaan, peercoach, studievoorzieningen Beroep
3 Pijlers Beroepsorientatie Leerdoel: Je kunt beargumenteren hoe je jezelf als beroepskracht ziet. Ontwikkeling tot professional Leerdoel: Je kunt beargumenteren waar binnen de studie en het beroep jouw voorkeuren liggen en op basis daarvan verantwoorde keuzes binnen de studie maken (o.a. voor een stage in jaar 3). Studievoortgang Leerdoel: Je kunt je studievoortgang bewaken door verantwoorde keuzes te maken uit de voorzieningen en mogelijkheden die de Hogeschool Rotterdam jou biedt.
Wat ga je doen? 2 EC te behalen Per kwartaal 3 bijeenkomsten en 1 individueel gesprek Inspanningsverplichting Per bijeenkomst en gesprek werk je je portfolio bij. Leerdoelen zijn hierin het uitgangspunt, deze verwerk je in een POP. Aan het eind van kwartaal 4 beoordeling van je portfolio/POP.
Opdracht (15 min.) Maak in groepjes van 5 twee vacatures voor in de krant. 1 voor student pedagogiek tweede jaar 1 voor studieloopbaancoach Maak een beschrijving van de functie-inhoud en de functie-eisen (vaardigheden, kennis en eigenschappen).
6 Competentievelden 1. Analyseren van de pedagogische vraag De hbo-pedagoog adviseert en ondersteunt bij het opvoeden in de meest brede zin. Om dit adequaat te kunnen doen is het van essentieel belang dat hij/zij kennis heeft van relevante theorieën, zich een goed beeld vormt van de opvoedingssituatie (op micro, meso en macro niveau), de achtergrond en het gedrag van het kind. 2. Ontwikkeling van kind/jongere stimuleren De hbo-pedagoog stimuleert de ontwikkeling(skansen) van kinderen en jongeren, met als doel het bevorderen van zelfstandigheid. Hiervoor is het noodzakelijk dat hij/zij goed contact maakt en onderhoudt met kinderen/jongeren, hun behoeften en problemen tijdig signaleert, en hierbij passende interventies, coaching en begeleiding biedt. 3. (Mede-)opvoeders ondersteunen bij ontwikkeling en opvoeding Een belangrijke taak van de hbo-pedagoog is het versterken van de opvoedrelatie. Hij/zij ondersteunt ouders/(mede)opvoeders door problemen in de opvoedingsaanpak te signaleren en hen te ondersteunen met advies, voorlichting, coaching en begeleiding, met als doel de opvoedcompetentie van de ouder te vergroten. De hbo-pedagoog houdt hierbij rekening met de maatschappelijke en culturele context van de betreffende ouder/(mede)opvoeder. 4. Voorwaarden scheppen voor ontwikkeling en opvoeding De hbo-pedagoog signaleert of de randvoorwaarden voor een kansrijke ontwikkelings- en opvoedomgeving (zowel thuis, op instellingsniveau als op maatschappelijk niveau) aanwezig zijn, en levert indien nodig een bijdrage aan het creëren van deze randvoorwaarden. 5. Organisatorische en bedrijfsmatige taken De hbo-pedagoog doet zijn werk binnen een organisatie en/of keten. Hij/zij communiceert en werkt samen met collega’s en beroepsgenoten in multidisciplinair verband, en houdt hierbij rekening met de maatschappelijke context in ontwikkeling. 6. Professionaliseringstaken De hbo-pedagoog is als professional mede verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het beroep en de praktijk. Hij/zij werkt voortdurend aan de eigen ontwikkeling en draagt bij aan de ontwikkeling van het vakgebied door de uitwisseling van kennis, inzichten en ervaringen met beroepsgenoten.
Competenties/ kerntaak Iedere competentie bestaat uit kerntaken: Bv Competentie 1. Analyseren van de pedagogische vraag Kerntaak 1.1 Verkent en analyseert de opvoedingssituatie en de achtergrond van het kind/ de jongere en verheldert de pedagogische vraag
Iedere kerntaak bestaat uit prestatie-indicatoren niveau Prestatie-indicatoren op niveau 1 a) Heeft kennis van pedagogische begrippen en theorieën b) Heeft kennis van ontwikkelings- en levenslooppsychologie, in het bijzonder van kinderen/jongeren van 0-23 c) Heeft kennis van sociale- en groepsprocessen, sociale identiteiten, gezinssociologie en jongerencultuur d) Hanteert observatiemethoden om de ontwikkeling/het gedrag van kinderen/jongeren individueel of in een groep te observeren en analyseren 2 e) Kent verschillende pedagogische visies op ontwikkeling en opvoeding van kinderen/ jongeren f) Kent verschillende psychologische stromingen en visies op de ontwikkeling van kinderen/jongeren g) Herkent wederzijdse beïnvloedingsprocessen in opvoedingssituaties, en factoren die stimulerend of belemmerend werken h) Communiceert met kinderen/jongeren om inzicht te krijgen in hun opvoedingssituatie, ontwikkeling en gedrag i) Communiceert met de ouders/opvoeders en andere betrokkenen (leerkracht, mwd-er etc.) om inzicht te krijgen in de opvoedingssituatie en sociaal-culturele achtergrond van het kind/de jongere en het opvoedend handelen van de ouder/opvoeder 3 j) Brengt de dynamische driehoek in een opvoedingssituatie in kaart en analyseert hoe de groeiruimte van het kind/de jongere kan worden vergroot k) Past (sociaal)pedagogische en ontwikkelings-psychologische theoriëen toe in de analyse van de pedagogische vraag l) Signaleert opvallend/afwijkend gedrag/ontwikkeling van kinderen/jongeren en analyseert dit m.b.v. o.a. pedagogische theorieën
Voorbeeld comp. stage 2 Herkent wederzijdse beïnvloedingsprocessen in opvoedingssituaties en factoren die stimulerend of belemmerd zijn. 1. wat betekent dit? 2. welk leerdoel zou hierbij passen? 3. welke activiteiten zou je moeten uitvoeren om aan deze prestatie-indicator te kunnen voldoen?