Wesley van Hout, aiotho VUmc Therapietrouw van bisfosfonaatgebruik zoals geregistreerd in het huisartseninformatiesysteem Wesley van Hout, aiotho VUmc
Bisfosfonaten Fractuurreductie 30-50% Twijfels omtrent therapietrouw in reguliere zorg Wervel ## RR (95% CL) Niet-wervel ## RR (95% CL) Alendronaat 0.55 (0.43-0.69) 0.77 (0.64-0.92) Risedronaat 0.61 (0.50-0.76) 0.80 (0.72-0.90) Wells A et al. Cochrane database of systematic reviews 2008
Persistentie Netelenbos JC et al. ASBMR abstract 2009
Therapietrouw Siris ES et al. Mayo Clin. Proc. 2006
Onderzoeksvraag Hoe is de therapietrouw van bisfosfonaatgebruikers zoals geregistreerd in het Huisarts Informatie Systeem? Is deze afhankelijk van de volgende HIS gegevens: leeftijd bij start behandeling geslacht comorbiditeit polyfarmacie contactfrequentie met huisarts verantwoordelijk voorschrijver (huisarts of specialist) therapietrouw van bisfosfonaatgebruik in verleden
Materiaal & Methoden Longitudinale database Academisch Netwerk Huisartsen van VUmc 16 huisartspraktijken HIS: Medicom 2003 t/m 2010 Terugkoppeling apothekersgegevens ook recepten van specialisten
Uitkomstmaten Medication Possession Ratio (MPR) als maat voor therapietrouw totale hoeveelheid medicatie in dagdosering / periode tussen eerste en laatste recept MPR uitgedrukt voor totale periode en voor ieder afzonderlijk behandeljaar Slikduur als maat voor persistentie tijdsduur tussen eerste en laatste recept
Analyses Beschrijvende statistiek Overlevingsstatistiek met Kaplan Meier curve en Cox survival analyse Logistische regressie Variabelen in de univariate analyse met een p < 0,2 werden meegenomen in de multivariate analyse Relevante variabelen werden getoetst op confounding en effectmodificatie
Resultaten N= 1678 patiënten kregen bisfosfonaten op recept Exclusies: N= 52 hoge dosering bisfosfonaten vermoedelijk i.v.m. oncologische indicatie N= 192 slechts 1 recept N= 485 was de startdatum onbekend N= 968 meegenomen in de analyse 29.548 recepten 1960,33 cumulatieve slikjaren
Kaplan Meier algemeen
Kaplan Meier: hoofdbehandelaar
Multivariate analyse Cox regressie Variabele HR (op stoppen) 95%-CI Sign. (p) < > MPR jaar 1 (continue) 0.959 0.956 0.962 0.000 Hoofdvoorschrijver: Spec. vs. HA 1.482 1.085 2.024 0.013 Leeftijd (1e tertiel) 0.055 (2e tertiel) 1.005 0.704 1.434 0.979 (3e tertiel) 1.472 2.429 0.131 Initiator: Spec. vs. HA 0.928 0.696 1.238 0.610
Therapietrouw (MPR)
Resultaten logistische regressie Variabele OR (op MPR totaal >80%) 95%-CI Sign. (p) < > TT1 (>80%) 100.371 57.625 174.827 0.000 Hoofdvoorschrijver: Spec. vs. HA 0.423 0.201 0.889 0.023 Contacten (3e tertiel) 0.644 0.329 1.260 0.198 Leeftijd (3e tertiel) 1.319 0.607 2.868 0.484 Initiator: Spec. vs. HA 0.991 0.471 1.759 0.780
Conclusie Persistentie in de helft van de gevallen te kort Persistentie lijkt een groter probleem dan therapietrouw Therapietrouw in het 1e slikjaar lijkt belangrijke voorspeller voor zowel therapietrouw later als persistentie Voorschrijven door HA lijkt positief voor therapietrouw en persistentie
Discussiepunten MPR is een afgeleide maat Verschil met apothekergegevens uit de literatuur mogelijk te verklaren door verschil tussen meegegeven recepten en afgeleverde medicatie Verschil tussen HA en specialist mogelijk ook te verklaren door verschil tussen meegegeven recepten en opgehaalde medicatie Patiënten die bisfosfonaten van specialist krijgen hebben mogelijk een ander profiel
Aanbevelingen Extra aandacht therapietrouw en therapieduur In eerste jaar meer aandacht voor therapie-ontrouwe patiënt zou zinvol kunnen zijn Goede organisatie en structurering noodzakelijk