Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Advertisements

Schema H13 par. 1 Vier vrijheid!.
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
17de eeuw (1.3) Politieke rechten De Republiek was een Statenbond zonder sterk centraal gezag Dat leidde tot -moeizame besluitvorming (tijdrovend) -een.
De verlichting Paragraaf 2.
Omgaan met geschiedenis
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
De VS krijgen een modern bestuur
Paragraaf 7.1 Vorige les: wetenschappelijke revolutie
Verlichting: Stroming uit de 18de eeuw waarin geloof en absolute macht plaats moest maken voor verstand, vrijheid en gelijkheid.
Verlichting (18e eeuw) Tegen Absolutisme en standenmaatschappij.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 28 Verlichte Ancien Regime Les 1: De Verlichte despoten
H7:§ 3:p168-9 Verlichte Macht In de 18e zijn er absolute vorsten van het Ancien Régime die hun macht op sommige gebieden wijs aanwenden Zij voerde een.
Hoofdstuk 5 |de Verenigde Staten worden een wereldmacht Par 2: Het ontstaan van de Verenigde Staten.
H7:§ 2:p164-6 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: Verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Over verlichte denkers en hun ideeën
De Verlichting.
Verlicht despotisme.
18de eeuw Halverwege de 18de eeuw kwam de Verlichting (zie aantekeningen bij hoofdstuk 7 ) Vrijheidsrechten Verlichtingsfilosofen gingen uit van het idee.
Tijd van Pruiken en Revoluties
Ontwikkeling van politieke rechten.
Westerse wortels in de Grieks-Romeinse wereld.
Opdracht 12 (H1) Liberaal VOOR censuskiesrecht
Liberalisme en socialisme
Politiek.
H4:§ 6:p79 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand Benaderen.
17de eeuw: Wetenschappelijke revolutie
Tijd van Pruiken en revoluties
Wetenschappelijke revolutie
H4:§ 6:p79-80 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Bestuur in andere landen
Aantekeningen paragraven
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
-Wat moet je weten aan het einde van de les?
Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18de eeuw
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Tijdvak 7- Tijd van pruiken en revoluties ( ) Achttiende Eeuw
H2 Pruiken en revoluties§2.3 Revolutie in Frankrijk Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18 de eeuw en waarom waren zij ontevreden? Waarom.
Verlichting: Filosofische stroming uit de 18de eeuw waarin geloof en absolute macht plaats moest maken voor verstand, vrijheid en gelijkheid.
H8.1 De Verlichting Pruiken en revoluties.
Burgers en Stoom- machines H10.1 CONSERVATISME EN LIBERALISME.
4.1 de Pruikentijd.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Immanuel Kant. Immanuel Kant: ‘Sapere Aude’ = durf te weten Kritische houding is goed, vraag bij alles na of het klopt. Onderzoek helpt de mens vooruit.
Paragraaf 8.1 De Verlichting
De tijd van de pruiken en de revoluties
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Pruiken en revoluties 3.2 Revolutie in Frankrijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
Pruiken en revoluties 3.1 De pruikentijd
Pruiken en revoluties 4.1 De pruikentijd
Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
VROEG MODERNE TIJD HET RATIONEEL OPTIMISME EN HET VERLICHT DENKEN IN GODSDIENST, POLITIEK, ECONOMIE EN SOCIALE VERHOUDINGEN.
2. De ondermijning van het Congres van Wenen
H8.2 Vorsten met Verlichte ideeën
HET STREVEN VAN VORSTEN NAAR ABSOLUTE MACHT
VROEG MODERNE TIJD Het voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
1.1 DE NEDERLANDSE STAATSINRICHTING NU
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
Transcript van de presentatie:

Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties - 1650-1848. Les 7 – De Verlichting en de maatschappij

“denk na” 23 Het streven van vorsten naar absolute macht 26 Wetenschappelijke revolutie 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen 28 Voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur eigentijdse verlichte vorm te geven (verlicht absolutisme) Voorbeelden stofomschrijving Locke en Rousseau over het sociaal contract (26 & 27) Spinoza over de invloed van God op het dagelijks leven (26 & 27) Voltaire over de vrijheid van denken en de rol van de staat (26, 27 & 28)

De maakbare (?) maatschappij ECONOMIE GELD & WERK SOCIALE VERHOUDINGEN HOE GROEPEN MET ELKAAR OMGAAN CULTUUR RELIGIE KUNST NORMEN/WAARDEN BESTUUR OVERHEID POLITIEK

Sociale Verhoudingen De middeleeuwse orde van de samenleving kan volgens de meeste Verlichters niet. Vrijheid moet op alle terreinen prevaleren Gelijkheid i.i.g. op veel terreinen, maar niet op allen Denk bijvoorbeeld aan de verschillende opvattingen over het (vrouwen-)kiesrecht

Burgers en de staat Volgens Locke en Rousseau moeten burgers een sociaal contract opstellen. Tussen burgers onderling en burgers en de vorst John Locke Burgers moeten op vrijwillige basis een contract (grondwet) opstellen met de daarin voor iedereen vastgestelde rechten. In Two Treatises of government (1690!) schrijft hij dat Iedereen gelijk voor de wet is Belasting heffen toestemming van het volk (of de vertegenwoordiging) vergt Keuze godsdienst is vrij Alle godsdiensten zijn gelijk Het wetgevend lichaam – parlement – mag de wetgevende macht niet overdragen!

Burgers en de staat Jean-Jacques Rousseau Centraal staat de Algemene Wil – een contract tussen mensen. Iedereen doet wat goed is voor het volk, wat goed is voor het volk is goed voor iedereen. Het zogenaamde algemeen belang. Gehoorzamen aan de algemene wil kan afgedwongen worden. Op deze manier is de mens zeker van Persoonlijke vrijheid Werkt het politieke apparaat (bestuur). Zonder de algemene wil wordt het bestuur misbruikt! De volkswil is dus de basis van de regeringsmacht. Maakt de regering hier misbruik van mag het volk hiertegen in opstand komen. Welk staatsrechtelijk begrip past hierbij? Denk aan de Rechtstaat (V5).

De Amerikaanse editie uit 1773

Burgers en de staat Voltaire (1694-1778) Kritisch op machtsmisbruik wereldlijke en kerkelijke autoriteiten Vrijheid van denken en geloof waren belangrijke onderwerpen. Werd verbannen uit Frankrijk en werkte vanuit Engeland verder. De Franse koning regeerde als een absoluut vorst. Het Engelse systeem (monarchie met sterk parlement) werd gebruikt om andere regeringsvormen (absolutisme) aan te vallen. In Engeland was echter van democratie nog geen sprake! Ook de religieuze tolerantie is niet volledig. Hij onderhield ook contacten met vorsten. Sommige van hen omarmden delen van zijn verlichte filosofie en werden ‘verlicht’. Frederik II van Pruisen – alles voor, maar niets door het volk Catharina van Rusland

De staat en zijn Bestuur Montesquieu (1689-1755) Beschreef de werking van de Trias Politica; de scheiding der machten Rechtsprekende Wetgevende Uitvoerende Zonder deze scheiding, de machten in één hand ontstaat onvrijheid, een dictatuur

Verlichters en de economie De Verlichters streefden o.a naar het scheppen van randvoorwaarden voor vrijheid van handel De 18e filosoof Adam Smith zet in zijn boek An inquiry into the nature and causes of the wealth of nations (1776) uiteen hoe welvaart kan worden verkregen Eigenbelang staat voorop Eigenbelang vormt de economie als een invisible hand

Adam Smith

Verlichters en cultuur Spinoza (1632-1677) Zijn idee dat God geen Opperwezen is, maar samenvalt met de natuur, ging voor zijn tijd te ver. Zelfs in de redelijk tolerante Republiek. Het leek er namelijk op dat Spinoza God afschafte door Hem gelijk te stellen met de Wereld. Werken van Spinoza werden door de Staten van Holland verboden, in beslaggenomen, en vernietigd. In 1670 publiceerde Spinoza Tractatus Theologico-Politicus: Bijbelkritiek Krachtige aanval op de publieke kerk (van de Republiek) en religieuze dogma’s en intolerantie. Spinoza neemt aan dat ‘democratie van alle regeringsvormen de meest natuurlijke en het meest in overeenstemming met individuele vrijheid’. Een vorst kan dus ook niet (republikeins)

Huiswerk Lees: p. 149-151 Maak: W3