Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk

Presentatie over: "Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk"— Transcript van de presentatie:

1 Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk
Hoofdstuk 4 Pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk

2 Lodewijk XVI Kijkopdracht

3 Oorzaken Franse revolutie
1. Franse bevolking was ontevreden over de moeilijke levensomstandigheden sociale ongelijkheid afwezigheid van politieke inspraak (Lodewijk XVI regeerde nog als een absolutist) 2. De burgerij wil de ideeën van de Verlichting realiseren “Liberté, égalité, fraternité” « Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid » 3. Frankrijk neemt de VS als voorbeeld (1783 al een democratische onafhankelijke staat) 4. Economische crisis (eind 18e Eeuw) financiële moeilijkheden van de staat, door de verspillingen aan het hof van Versailles en de oorlogen. Mislukte graanoogsten doen broodprijs stijgen è hongersnood bij de armen

4 Nationale Vergadering
De nationale Vergadering kwam voor het eerst bij elkaar op 17 juni 1789. Oorzaak van de Nationale Vergadering: De standen werden het niet eens Daarom besloten de burgers om zonder de adel en de kerk verder te vergaderen.

5 Eed op de Kaatsbaan (20 juni 1789)
De Nationale Vergadering beloofden elkaar dat ze de kaatsbaan pas verlaten als er een grondwet is die de macht van de koning inperkte.

6

7 De bestorming van de Bastille (14 juli 1789)
Het begin van de Franse Revolutie. Franse Nationale Feestdag De Nationale feestdag van Frankrijk wordt gevierd op 14 juli (Frans: quatorze juillet) Op deze dag wordt de bestorming van de Bastille-gevangenis gevierd, waarmee in 1789 de Franse Revolutie begon.

8 Verklaring van de rechten van de mens en de burger:
Daarin stond: Dat alle mensen ‘vrij en met gelijke rechten’ werden geboren. Het volk heeft de macht De Verklaring is gebaseerd op de ideeën van de Verlichtingsfilosofen John Locke en Charles de Montesquieu 2 jaar later was de nieuwe grondwet klaar. Daarin stond: Het parlement (de rijke burgers) maakt de wetten De koning moest de wetten uitvoeren en hij mocht ze niet veranderen Constitutionele monarchie = koninkrijk waarin de vorst is gebonden aan een grondwet.

9 Onthoofding van Lodewijk XVI op 21 januari 1793
Zijn vrouw Marie-Antoinette kreeg de doodstraf door de guillotine op 16 oktober 1793

10 Maximilien de Robespierre (1758 – 1794)
Robespierre was een radicale revolutionair tijdens de Franse Revolutie. De Terreur (Schrikbewind) Robespierre gebruikte veel geweld om zogenaamde “vijanden van de revolutie” uit de weg te ruimen. In 1794 eindigde de Terreur, die mensen het leven kostte.

11 Executie van Robespierre op 28 juli 1794

12 Ancien Régime (1589 – 1792)  absolute vorsten de baas in Frankrijk (bv. Lodewijk XIV)
De Franse Revolutie (1789) Koninkrijk Frankrijk (1791 – 1792)  constitutionele monarchie Algemeen mannenkiesrecht schaft de monarchie af (1792) Eerste Franse Republiek (1792 – 1804) In 1799 eindigde de Franse Revolutie toen Napoleon de macht greep Napoleon Bonaparte roept zichzelf uit als keizer van Frankrijk Eerste Franse keizerrijk (1804 – 1814/1815)