Belastbaarheid na kanker ‘Functioneren op het werk na de diagnose kanker’ Heleen Dorland Sociale Geneeskunde en Gezondheidspsychologie Afdeling Gezondheidswetenschappen Universitair Medisch Centrum Groningen Promotor Ute Bültmann Adelita Ranchor Co-promotor Corné Roelen Femke Abma Assistent Ans Smink NVAB – 16 april 2015
Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven N.v.t. Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk … Onderzoeksgeld KWF / Alpe d’HuZes Medewerking ArboNed Human Capital Care Arbo Vitale Maetis Ardyn
Overzicht Achtergrond Focusgroep studie Cognitief functioneren en werk Cohort studie Vragen
Achtergrond In 2014 kregen 103.911 mensen de diagnose kanker (IKN, 2015) Een toenemend aantal mensen overleeft kanker: Alle kankertypen: 62% 5 jaar na diagnose nog in leven Borst-, prostaat- of huidkanker: 88% 5 jaar na diagnose nog in leven (IKN, 2015) 50% van alle kankerpatiënten is werkzaam op het moment van de diagnose (Verdonck-de Leeuw et al., 2010)
Achtergrond 64% van de mensen die gediagnosticeerd worden met kanker, keren terug op het werk (Spelten et al., 2002, 2003; Roelen et al., 2009) Weinig bekend over de fase na de werkhervatting in termen van het functioneren in werk en ziekteverzuim Wat gaat goed? Waar hebben mensen moeite mee?
Achtergrond Cross-sectioneel onderzoek uit de VS: Na hersentumor meer beperkingen in werk (Feuerstein et al., 2007) Door depressieve symptomen, vermoeidheid, cognitieve beperkingen en slaap problemen. Na borstkanker lagere werkproductiviteit (Lavigne et al., 2008; Hansen et al., 2008) Door vermoeidheid en opvliegers. Werkende kankerpatiënten hebben 5 jaar na de diagnose moeite met hun vermogen om te werken (Torp et al., 2012) Nederlandse situatie onbekend Wat gaat goed? Waar hebben mensen moeite mee? Hoe kunnen mensen na de diagnose kanker duurzaam inzetbaar blijven? Feuerstein et al. constateren dat mensen na een hersentumor meer beperkingen in werk hebben dan een controlegroep. Lavigne et al. concluderen dat vrouwen na borstkanker een lagere werkproductiviteit hebben dan gezonde werknemers Hansen et al. rapporteren dat vrouwen na borstkanker vooral beperkt worden door vermoeidheid.
Opzet onderzoek Focusgroepstudie Cohortstudie Focus groep studie met kankerpatiënten en gezondheidszorgprofessionals Cohortstudie Longitudinale cohort studie naar gezondheidsgerelateerd functioneren op het werk bij kankerpatiënten die zijn teruggekeerd naar betaald werk
“Ik neem u mee naar…” Resultaten focusgroepen Een nieuwe vragenlijst ‘Cognitief functioneren op het werk’ Feuerstein et al. constateren dat mensen na een hersentumor meer beperkingen in werk hebben dan een controlegroep. Lavigne et al. concluderen dat vrouwen na borstkanker een lagere werkproductiviteit hebben dan gezonde werknemers Hansen et al. rapporteren dat vrouwen na borstkanker vooral beperkt worden door vermoeidheid.
Focusgroep studie ‘Welke factoren spelen een belemmerende of bevorderende rol bij het functioneren op het werk?’ Werving via bedrijfsartsen en patiëntenorganisaties Professionele moderator 3 focusgroepen met werknemers die na kanker zijn teruggekeerd op het werk (n=6, n=8, n=8) 1 focusgroep met gezondheidszorg- professionals (n=7)
Kenmerken deelnemers Kankerpatiënten (n=22) Leeftijd in jaren, gemiddelde (sd) Vrouwen, n (%) 47.2 (7.4) 15 (68.2) Opleiding, n (%) Hoog Midden 7 (31.8) Diagnose (n) Borstkanker (10) Gynaecologische kanker (3) Urogenitale kanker (2) Leukemie (1) Darmkanker (2) Slokdarmkanker (1) Non-Hodgkin (1) Schildklierkanker (1) Galwegkanker (1) Jaren sinds diagnose, gemiddelde (range) 1.75 (0.4 - 4.8) Maanden aan het werk, gemiddelde (range) 15.0 (1.4 - 43.1) Werkuren per week, gemiddelde (range) 25.3 (12 - 40) Gezondheidszorg professionals (n=7) Leeftijd in jaren, gemiddelde (sd) Vrouwen, n (%) 51.5 (9.5) 4 (57.1) Type baan (n) Verpleegkundig specialist (1) Bedrijfsarts (1) Arbeidsdeskundige (2) Verzekeringsarts (2) Bedrijfsmaatschappelijk werker (1)
Resultaten Gezondheid en welzijn ‘Welke factoren spelen een belemmerende of bevorderende rol bij het functioneren in werk?’ Gezondheid en welzijn Langdurigheid Vermoeidheid Verwerking / aanpassing Veranderde maatschappelijke visie Zichtbaarheid van de ziekte/behandeling ‘Toen ik aan het werk ging begon ik eigenlijk pas te beseffen; er is heel veel gebeurd... [emotioneel]’ CS 21 ‘Ik zou graag zien dat mensen op een goede dag naar het werk komen, ook al hebben ze radiotherapie of chemotherapie. Vaak hoor ik werkgevers zeggen: zolang hij behandeld wordt laten we hem met rust. Met alle goede bedoelingen, maar of dat de juiste aanpak is betwijfel ik.’ Prof 6 ‘Collega’s zijn heel aardig, maar op een gegeven moment heb ik toch van een aantal gehoord, nou, je bent er toch nog? Je ziet er goed uit, er is toch niks meer met je?’ CS 22 ‘Voor mij werkte het heel goed om in het normale proces te blijven. Dan voelde ik mij niet zo ziek.’ CS13
Resultaten ‘Welke factoren spelen een belemmerende of bevorderende rol bij het functioneren in werk?’ Symptomen Vermoeidheid: Eerder fouten maken Reden om minder uren te gaan werken Cognitieve problemen: Problemen met onthouden, concentreren, multitaksing ‘Ik heb geen moeite met concentreren. Dat komt denk ik doordat ik zelf kan aangeven welke werkzaamheden ik op het werk kan uitvoeren ’ CS 4
Resultaten Communicatie ‘Welke factoren spelen een belemmerende of bevorderende rol bij het functioneren in werk?’ Communicatie Verwachtingen Verwachtingen onderling uitspreken Werkaanpassingen: taken, hoeveelheid werk ‘Mijn werk is aangepast, maar niet op mijn verzoek. Ik heb het gevoel dat mijn collega’s mij als minderwaardig zien. Ik krijg minder zware werktaken en heb meer regeltjes waar ik aan moet voldoen. Dit veroorzaakt stress en vermoeidheid, en zorgt dat ik me slecht kan concentreren.’ CS 6
Resultaten Werkomgeving ‘Welke factoren spelen een belemmerende of ‘Mijn collega's bedoelen het goed, maar ik heb er weinig steun aan. Maar als je altijd bent blijven werken, heeft niemand in de gaten, dat je ziek bent. Dus dat kun je ze ook weer niet kwalijk nemen.’ CS13 ‘Welke factoren spelen een belemmerende of bevorderende rol bij het functioneren in werk?’ Werkomgeving Sociale steun Relatie met collega’s Veranderingen in de organisatie Rol van de bedrijfsarts ‘Ik merk dat ik niet meer klik met collega’s. Gewoon omdat ze zich over allerlei zaken druk maken. Dan denk ik, waar maak je je druk om?’ CS 2 ‘Ik heb een bedrijfsarts die tussen mij en mijn werkgever gaat staan. Zij bepaalt wat goed voor mij is en niet mijn werkgever.’ CS11 ‘De organisatie is veranderd in het afgelopen jaar. We werken veel met flexibele werkplekken dus daardoor kom je niet meer op je vertrouwde plekje te zitten, maar moet je ’s ochtends maar afwachten waar je terecht komt. Ik ervaar het niet als heel prettig.’ CS 5
Resultaten Individuele kenmerken ‘Welke factoren spelen een belemmerende of bevorderende rol bij het functioneren in werk?’ Individuele kenmerken Schuldig voelen - hoge eisen stellen – overwerken Houding ten opzichte van werk Prive-situatie: bezorgdheid vs. stimuleren ‘Je merkt dat mensen zich schuldig voelen. Tuurlijk is er begrip op het moment dat een collega uitvalt door kanker. Maar als er geen vervanging komt moeten andere collega's dat werk er bij doen. Daar is wel begrip voor, maar aan de andere kant hebben collega’s het wel ontzettend druk. Dat geeft ook een bepaalde spanning.’ Prof 7 ‘Vooral mensen die niet heel veel affiniteit met hun werk hebben geven aan dat zij werk niet meer zo nodig vinden.’ Prof2 ‘Het is wisselend mensen met hun ziektebeeld omgaan. Er zijn mensen die zo hard willen bewijzen dat ze gezond zijn dat ze uiteindelijk zichzelf tegenkomen, weer terugvallen en dan is het begrip er opeens niet meer…’ Prof3 ‘Wat ik lastig vind is dat ik de drive weer had, maar dat mijn omgeving aan alle kanten op de rem trapte. Die bezorgdheid was er niet voordat ik ziek werd. Daar wordt ik af en toe hartstikke kriegel van.’ CS4
Implicaties Werkgever en gezondheidszorg professionals: Bewust zijn van de lange termijn effecten van kanker en dat verwerking/aanpassing samen kan gaan met werkhervatting Openheid, eerlijke dialoog voeren over werkaanpassingen Begeleiding op maat Activeren om te werken; tijdens of na de behandeling Werkgever, gezondheidszorg professionals en collega’s: Bewust zijn van het belang van sociale steun en van een veilige en vertrouwde omgeving Onderzoek is nodig om het belang van deze factoren op de lange termijn te onderzoeken.
Cognitief functioneren en werk Veel kankerpatiënten hebben cognitieve problemen: door tumor of door behandeling (Denlinger, 2014) 64% keert terug op het werk (Spelten et al., 2002, 2003; Roelen et al., 2009) Cognitieve problemen kunnen werkprestaties, productiviteit en duurzaamheid op het werk negatief beïnvloeden (Boykoff, 2009; Wefel, 2004; Von Ah, 2013; Munir, 2010; Calvio, 2010) Meten van cognitief functioneren Vragenlijst effectief als het effect van cognitief functioneren op het dagelijks leven wordt gemeten (Calvio, 2010)
Cognitive Symptom Checklist – Work, Dutch Version De onderstaande uitspraken beschrijven problemen die u eventueel op uw werk kunt ervaren. Ik heb moeite om: ...me mijn gedachtegang te herinneren terwijl ik praat. ...me de inhoud van gesprekken te herinneren. ...op een woord te komen dat ik wil zeggen. ...erachter te komen hoe een besluit is genomen. ...alle aspecten van wat ik hoor of zie te overwegen, in plaats van me op één onderdeel te richten. …alle stappen van een taak of activiteit af te maken. Antwoordopties: altijd, vaak, soms, zelden, nooit, n.v.t.
Eerste resultaten Hypothese: Kankerpatiënten met een laag niveau van functioneren op het werk ervaren meer cognitieve symptomen dan kankerpatiënten met een hoog niveau van functioneren op het werk. Kankerpatiënten met depressieve symptomen ervaren meer cognitieve symptomen dan kankerpatiënten zonder depressieve symptomen. (Hoe meer cogn. symptomen, hoe hoger de CSC-W DV score) n=299 CSC-W DV (sd) Functioneren in werk (WRFQ 2.0) Working well (n=85, 30%) Working hurt (n=91, 32%) Working injured (n=106, 38%) P-waarde 13.97 (10.52) 25.20 (12.12) 35.17 (15.44) <0.001 Depression (PHQ-9) Geen depressieve symptomen (n=262, 88%) Depressieve symptomen (n=37, 12%) 23.23 (14.54) 40.18 (16.12)
Eerste resultaten Hypothese: 3. Kankerpatiënten die hun gezondheid als ‘slecht’ ervaren, ervaren meer cognitieve symptomen dan kankerpatiënten die hun gezondheid als ‘goed’ ervaren. 4. Kankerpatiënten die veel last van vermoeidheid hebben, ervaren meer cognitieve symptomen dan kankerpatiënten die weinig last van vermoeidheid hebben. Geen significante verschillen (Hoe meer cogn. symptomen, hoe hoger de CSC-W DV score) n=299 CSC-W DV (sd) Ervaren gezondheid (SF-1) Uitstekend - goed (n=226, 77%) Redelijk – slecht (n=69, 23%) P-waarde 24.72 (14.65) 28.09 (18.62) 0.15 Vermoeidheid (CIS) Laag Midden Hoog 20.84 (13.75) 26.43 (16.32) 28.99 (16.12) 0.35
Cohort studie Maart 2013 gestart Inclusiecriteria Rekrutering door bedrijfsartsen Inclusiecriteria Iedere werknemer van 18-65 jaar die begint met werken tijdens of na de behandeling voor kanker kan worden aangemeld. Minstens 12 uur per week werken In het begin van het re-integratietraject (max. 3 maanden werkzaam) Behandeld met curatieve intentie Dataverzameling t/m juni 2015 Data december 2016 compleet
Instroom deelnemers N=341 Mrt 2013 Apr 2015
Cohort studie Kent u iemand die geschikt is om deel te nemen: Kanker-en-werk@umcg.nl Twijfel? Neem contact met ons op Wordt vervolgt: resultaten longitudinale studie…
Bedankt voor uw aandacht! Vragen? Heleen Dorland h.f.dorland@umcg.nl Sociale Geneeskunde en Gezondheidspsychologie Afdeling Gezondheidswetenschappen Universitair Medisch Centrum Groningen
Cognitief functioneren en werk Type kanker, N (%) - Alvleesklierkanker - Baarmoeder(hals)kanker - Borstkanker - Darmkanker - Eierstokkanker - Huidkanker, excl. basaalcelcarcinoom - Kanker in het hoofd-halsgebied - Kanker van de blaas en urinewegen - Longkanker - Lymfklierkanker - Prostaatkanker - Slokdarm- en cardiakanker - Zaadbalkanker 2 (1) 5 (2) 134 (45) 40 (13) 1 (0) 14 (5) 8 (3) 11 (4) 25 (8) 20 (7) 4 (1) 6 (2) Behandeling, N (%) - Operatie - Chemotherapie - Radiotherapie - Hormonale therapie - Immunotherapie - Stamceltransplantatie - Beenmergtransplantatie 255 (85) 188 (63) 159 (53) 76 (25) 29 (10) 7 (2) Kenmerken deelnemers (n=299) Leeftijd in jaren, gemiddelde (SD) 50.70 (8.3) Geslacht man, N (%) 117 (39) Opleiding, N (%) -Laag -Midden -Hoog 73 (24) 104 (35) 115 (39) Type baan, N (%) -Lichamelijk belastend -Psychisch/geestelijk belastend -Lichamelijk en psychisch / geestelijk belastend 31 (10) 178 (60) 87 (29) Werk aanpassingen, N (%) -Ja 193 (65)