23-4-2017 PPO Bijeenkomst 4 en 5 Begeleiden van leeractiviteiten: geven van feedback en
Doelen bijeenkomst 4 en 5 De studenten kunnen… 23-4-2017 Doelen bijeenkomst 4 en 5 De studenten kunnen… …onderscheid maken tussen feed up, feedback en feed forward …het verschil tussen growth- en fixed mindset benoemen. De studenten… …oefenen in het geven van ontwikkelingsgerichte feedback Voettekst
Cyclus opbrengstgericht werken
Een oefening…. http://youtu.be/tbBz2e7kAoA
Feed up, feedback, feed forward 23-4-2017 Feed up, feedback, feed forward Uit allerlei onderzoeken komt feedback steevast als een van de meest krachtige voorspellers van leerprestaties naar voren (Hattie & Timperly, 2007). https://www.youtube.com/watch?v=rzwJXUieD0U Hattie en Timperley (2007) hebben een artikel geschreven over de ‘The power of feedback , wat de kracht is van effectieve feedback in het onderwijs. De feedback is erop gericht om de discrepantie tussen wat er door de leerling nu wordt begrepen en wat de leerling zou moeten begrijpen (gewenst gedrag) te verkleinen. De discrepantie kan verkleind worden door: Het stellen van een duidelijk of uitdagend doel De betrokkenheid van de leerlingen te vergroten Een leeromgeving te creëren waar de leerling zijn eigen feedback, effectieve foutwaarnemingen en vaardigheden verder kan ontwikkelen.
Mark Lammers https://www.youtube.com/watch?v=_tUaHxNzjxI 23-4-2017 Wat leert ons dit over het geven van feedback? Voettekst
Feed up, feedback, feed forward 23-4-2017 Feed up, feedback, feed forward Goede feedback geeft antwoord op de volgende drie belangrijke vragen (Hattie & Timperley, 2007): Waar ga ik naartoe? Feed up Verwijzend naar betekenisvolle leerdoelen. Hoe doe ik het? Feedback Verwijzend naar de huidige prestaties ten opzichte van het leerdoel. Hoe moet ik verder? Feed forward Verwijzend naar relevante vervolgstappen om leerdoelen te halen. ‘Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen’ hoofdstuk 7.4 Mondelinge toelichting: Leerkrachten zijn gewend kinderen informatie te geven over hoe ze de taak tot nu toe hebben uitgevoerd (feedback). Daarbij gebruiken we vooral feedback op een taak. Dit wordt ook wel corrigerende feedback genoemd. Bij kleuters noemen we dit aansluiten bij de zone van naaste ontwikkeling: ‘’Twee kleuters hebben een prachtig kasteel gebouwd met houten blokken. Ze vertellen dat er een gracht omheen ligt. Je ziet dat ze geen brug gebouwd hebben. Je geeft eerst feedback over het bouwwerk: ik zie dat het bouwwerk stevig is gebouwd, er kunnen ridders op staan, het kasteel heeft twee torens……………….……’’ Vervolgens daag je ze uit om een oplossing te bedenken om wel toegang tot het kasteel te krijgen. Indien ze op het idee van een brug komen, kun je feed forward geven over de techniek van het bouwen van een brug of je laat ze het eerst zelf proberen. Kleuters worden uitgedaagd om op steeds hoger niveau te werken. De te bereiken doelen zitten echter in de hoofden van de leerkrachten. Deze worden niet voortdurend gecommuniceerd met de kleuters zelf. Voor kleuters is het spel immers zelf het doel. Voor de leerkrachten is het een middel om doelen te bereiken. Bij kleuters die volledig in balans zijn kunnen we een growth mindset goed waarnemen. Ze nemen hun eigen ontwikkeling bij wijze van spreken bij de hand. Vraag stellen aan studenten: heb je ook al kleuters meegemaakt met een fixed mindset? Sommige studenten zullen dit herkennen. Dan kunnen we wijzen op een uit balans zijn op gebied van zelfvertrouwen, nieuwsgierig zijn en emotioneel vrij zijn (spil van basisontwikkeling) (Daarnaast kunnen we ook feedback geven op het proces, de zelfregulerende aspecten en persoonlijke aspecten (deze laatste geeft echter weinig informatie over de voortgang van de taak en daarbij komt de growth en fixed mindset om de hoek kijken) Wat ook belangrijk is, is dat de studenten steeds van ons te horen hebben gekregen dat ze positieve feedback moeten geven aan kinderen: aanmoedigen, complimenten geven etc. Dit zijn aannames geweest die Dweck met haar onderzoek ter discussie heeft gesteld. We hopen dat positieve feedback leidt tot meer van dat mooie gedrag. Uit onderzoek blijkt echter dat dit soort stimulans bij sommige kinderen kan leiden tot angst om te mislukken, het vermijden van risico’s en zelf twijfel.
Feedup – feedback - feedforward Het doel is om te begrijpen hoe je procenten kunt berekenen (feed..). Bij de som waarbij je 30% korting van 10 euro moet nemen, heb je heel goed eerst 1% van 10 euro genomen, dat is inderdaad 10 cent, maar je hebt het berekenen van 1% naar 30% niet goed gedaan (feed….). Bedenk eens hoeveel keer meer 30% is en opzichte van 1% (feed….) Voettekst
Feedback aan kleuters Zone van naaste ontwikkeling 23-4-2017 Feedback aan kleuters Zone van naaste ontwikkeling ‘’Twee kleuters hebben een prachtig kasteel gebouwd met houten blokken. Ze vertellen dat er een gracht omheen ligt. Je ziet dat ze geen brug gebouwd hebben. Je geeft eerst feedback over het bouwwerk: ik zie dat het bouwwerk stevig is gebouwd, er kunnen ridders op staan, het kasteel heeft twee torens……………….……’’ Vervolgens daag je ze uit om een oplossing te bedenken om wel toegang tot het kasteel te krijgen (feedup). Indien ze op het idee van een brug komen, kun je feed forward geven over de techniek van het bouwen van een brug of je laat ze het eerst zelf proberen. Kleuters worden uitgedaagd om op steeds hoger niveau te werken. De te bereiken doelen zitten echter in de hoofden van de leerkrachten. Deze worden niet voortdurend gecommuniceerd met de kleuters zelf. Voor kleuters is het spel immers zelf het doel. Voor de leerkrachten is het een middel om doelen te bereiken. Bij kleuters die volledig in balans zijn kunnen we een growth mindset goed waarnemen. Ze nemen hun eigen ontwikkeling bij wijze van spreken bij de hand. Vraag stellen aan studenten: heb je ook al kleuters meegemaakt met een fixed mindset? Sommige studenten zullen dit herkennen. Dan kunnen we wijzen op een uit balans zijn op gebied van zelfvertrouwen, nieuwsgierig zijn en emotioneel vrij zijn (spil van basisontwikkeling) (Daarnaast kunnen we ook feedback geven op het proces, de zelfregulerende aspecten en persoonlijke aspecten (deze laatste geeft echter weinig informatie over de voortgang van de taak en daarbij komt de growth en fixed mindset om de hoek kijken) Wat ook belangrijk is, is dat de studenten steeds van ons te horen hebben gekregen dat ze positieve feedback moeten geven aan kinderen: aanmoedigen, complimenten geven etc. Dit zijn aannames geweest die Dweck met haar onderzoek ter discussie heeft gesteld. We hopen dat positieve feedback leidt tot meer van dat mooie gedrag. Uit onderzoek blijkt echter dat dit soort stimulans bij sommige kinderen kan leiden tot angst om te mislukken, het vermijden van risico’s en zelf twijfel. Voettekst
Niveaus van feedback Ongeveer 90% van de feedback is op taakniveau (Hattie & Timperley, 2007). Andere niveaus zijn: procesniveau, zelfreguleringsniveaus en zelfniveau. Voettekst
Nieuwe inzichten uit onderzoek naar faalangst: Carol Dweck 23-4-2017 Nieuwe inzichten uit onderzoek naar faalangst: Carol Dweck http://www.youtube.com/watch?v=oFZAxX2ALUE&feature=player_embedded Meer weten? http://www.eduratio.be/dweck.html Vraag: Welke keuze maakt het kind in het filmpje? Gaat ze voor een moeilijkere taak of een makkelijke taak? Begeleiding van leeractiviteiten: Kinderen met een growth mindset houden zich niet bezig met ‘’hoe goed’’ of ‘’hoe zwak’’ ben ik. Ze gaan er gewoon voor. Ze willen graag bijleren, maar niet om een cijfer, maar omdat ze voelen dat ze steeds meer gaan begrijpen. Deze kinderen zijn exploratief ingesteld. Een growth mindset is een voorwaarde voor betrokkenheid. Kinderen met een fixed mindset zijn meer met hun eigen positie bezig ten opzicht van anderen. Kenmerkend is dat het zelfbeeld van geen ruimte voor verandering toelaat. Hoe geef je feedback aan kinderen met een op groei gerichte mindset en hoe aan kinderen die een fixed mindset hebben? De cyclus voor opbrengstgericht werken voor de leraar van Ros en Tmmermans (2010) is gericht op korte termijndoelen op groepsniveau (Bakx, 2010)
Carol Dweck http://youtu.be/kXhbtCcmsyQ 23-4-2017 Filmpje van Carol Dweck zelf. Deze laten zien vanaf het begin tot 1.05 min. Dit is een mooie intro op de uitleg over mindsets! Voettekst
14
Feedback geven gericht op een growth mindset Strategiekeuze: je hebt goed nagedacht hoe je dit ging aanpakken. Keuze voor hulp (middelen): goed dat je aan kan geven waar je hulp bij nodig hebt. Werkhouding en inzet: je hebt hard gewerkt. Aandacht en poging tot concentreren: je hebt goed geprobeerd om je te richten op de opdracht. Artikel ‘stimulerende en ontwikkelingsgerichte feedback’
Feedback geven gericht op een growth mindset, vervolg Artikel ‘stimulerende en ontwikkelingsgerichte feedback’ Doorzetten: je hebt goed geprobeerd om dit op te lossen. Poging om geleerde toe te passen: ik zie dat je geprobeerd hebt om de uitleg toe te passen. Probleemoplossende houding: goed dat je zelf een oplossing hebt bedacht. Zorgvuldigheid en aandacht voor een taak: je hebt netjes gewerkt. Eigenheid: leuk hoe jij deze opdracht zelf hebt ingevuld.
Suggesties voor de leerkracht om het zelfbeeld te bevorderen: Spreek kinderen zoveel mogelijk aan vanuit de groeitheorie. Richt de feedback op het proces en complimenteer de inspanning of de leerstrategie. Leer de kinderen dat het leuk is een uitdaging aan te gaan en te zoeken naar passende leerstrategieën. Breng kinderen liefde voor het leren bij. (Van Herpen, 2013)
Begeleiding door de leerkracht Probeer elk kind te laten ervaren: ik hoor er bij, ik tel mee. Geef kinderen de kans zowel hun sterke als zwakke punten te ontdekken op allerlei gebieden. Leer kinderen de positieve kanten van zichzelf te zien en moedig ze aan die ook onder woorden te brengen. Stel het ontwikkelingsproces van de kinderen primair, niet het gewenste resultaat. Geef leerlingen vaak en snel zakelijke informatie over hun prestaties en vorderingen. Streef naar uitbreiding van gebieden waarvoor kinderen zelf verantwoordelijkheid dragen. Leer kinderen, hoe ze op een zelfbewuste manier in allerlei situaties op kunnen treden Bron: www.sociaalemotioneel.slo.nl
Kerndoel 3 Taal De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Situatie groep 1/2 Meester Ben is met de kinderen van groep 1 en 2 naar het museum geweest waar een tentoonstelling over kleding en schoenen was. De kinderen hebben plaatjes meegenomen uit het museum. Elk kind heeft een plaatje uitgekozen en in het lokaal opgehangen. De kinderen hebben van huis allerlei bijzondere kleding meegenomen. Een paar kinderen hebben zich verkleed en staan als 'beelden' opgesteld in het lokaal. Meester Ben loopt met een klein groepje kinderen langs de beelden en de platen. De 'beelden' vertellen over hun kleding. Een van de kinderen durft niets te vertellen en staat naar de grond te staren.
Welke feedback geef je? 1. “Ik zie dat het je niet lukt, vraag het maar aan Ellen (kleuter uit de groep), zij kan het vast wel vertellen.’’ 2. “Ik vind het echt goed om te zien dat je zo’n mooie kleding hebt meegebracht.” Welke feed forward geef je? 1. “Ik zie dat je nu niet wil vertellen, zullen we dit straks samen doen?” 2. “Dit is toch niet zo moeilijk voor je, ik weet zeker dat het gaat lukken.’’
Situatie in groep 7: Rekenen; De leerkracht heeft een meethoek ingericht waarin de kinderen onderzoeken wat het gewicht is van bekende huishoudelijke artikelen zoals een pakje thee (100 g), een pak koffie (250 g) en een pak macaroni (500 g), en oefenen in het schatten en precies meten van het gewicht van andere artikelen zoals een zak appels of peren. Eén van de kinderen heeft meer taakgerichte tijd nodig dan andere kinderen. Toch mag iedereen even lang in de meethoek.
Welke feed forward geef je. 1. “Jouw tempo ligt wat lager Welke feed forward geef je? 1. “Jouw tempo ligt wat lager. Je hoeft niet alle metingen te doen in de meethoek.” 2. “Hoeveel metingen kun je doen als je hard doorwerkt?’’
Situatie in een kleutergroep: Een kind in je groep heeft een puzzel uit de kast gepakt en is al een tijdje aan het proberen om de puzzel op te lossen. Je ziet dat het hem niet lekker zit dat het niet meteen lukt. Toch gaat hij door. Jammer genoeg zit de werktijd er bijna op en is het niet gelukt om de puzzel op te lossen. Je hebt als leerkracht het doel voor ogen om kinderen te leren om te gaan met uitdagingen, door hen puzzels te laten maken die in de zone van naaste ontwikkeling liggen.
Welke feedback geef je? “Ik zag dat je bijna wilde stoppen met de puzzel, maar je bent toch doorgegaan. Dat vind ik echt knap!” “Ik had verwacht dat jij deze puzzel zou kunnen oplossen. De volgende keer lukt het je vast wel!” Welke feed forward geef je? “De volgende keer zoeken we samen een makkelijke puzzel uit. Dan gaat het jou in ieder geval lukken om hem op te lossen.” “Zullen we deze puzzel morgen samen proberen te maken? Zal ik je dan een eindje op weg helpen?”
Situatie in groep 5: Er zit een nieuw kind in je groep Situatie in groep 5: Er zit een nieuw kind in je groep. Vanaf het begin dat hij op school zit, zijn er veel problemen tijdens het buiten spelen. Er ontstaat vaak onenigheid met andere kinderen. Dit zit het kind niet lekker; hij speelt niet graag buiten in de pauze. Je doel als leerkracht is dat alle kinderen met een fijn gevoel buiten spelen in de pauze.
Welke feed forward geef je? “Ik denk dat het beter is dat jij in pauze voortaan binnen blijft. Dan komen er geen problemen.” “De pauze is voor jou nu nog druk. Vind je het prettig om af en toe binnen te blijven en te oefenen om steeds meer buiten te spelen?”
Literatuur Alkema, A., Tjerkstra, W., Kuipers, J. & Lindhout, C. (2011). Meer dan onderwijs: Theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum. Hoofdstuk 5 (blz. 344-366): differentiatie, rekening houden met individuele verschillen. Bakx, A., Ros, A. & Teune, P. (2012). Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Hoofdstuk 1 (blz. 13-22) Hoofdstuk 7 (blz. 154-159) Van Herpen, M. (2013) .Ik de leraar. Driebergen: Het Kind Artikel Kordelaar, N. van, & Zwaan M. Stimulerende en ontwikkelingsgerichte feedback.