Levensbeschouwelijk kringgesprek Thema: Inclusie in het onderwijs
Levensbeschouwelijk kringgesprek We gebruiken Ik-boodschappen. Vb. Ik ben van mening dat … We blijven in het heden. We blijven bij het aangebrachte thema. We respecteren elkaars meningen en veroordelen bijgevolg niemand. We staan in dienst van de groep en zorgen ervoor dat iedereen aan bod komt. We luisteren écht naar elkaar en willen niet alleen onze eigen inbreng doen. We gebruiken verbale en non-verbale leerwegen, we reageren vanuit hoofd en hart. We nemen actief deel aan het kringgesprek. (Actief luisteren maakt hier ook deel van uit.) G roepsafspraken
Levensbeschouwelijk kringgesprek Inclusie in het onderwijs Concrete casus als vertrekpunt : INCLUSIE, een mooi woord maar … De ouders van een kind met een beperking komen bij de directeur met de vraag om hun kleuter in te schrijven in het gewone regulier onderwijs. De ouders willen dus graag inclusie. Ze hebben een degelijk onderbouwde vraag en een uitgewerkt dossier. De directeur stelt aan de ouders voor om de vraag voor te leggen aan het schoolteam. Zij moeten tenslotte met met het kind aan de slag. Gegevens over het kind: Het meisje is 2,5 en heeft een ontwikkelingsdysfasie. Ze kan nooit leren wandelen en zit in een rolstoel. Ze is normaal begaafd (volgens de testen die tot nu toe werden uitgevoerd). (Hoe het in de toekomst evolueert is een onbekende factor.) Haar ontwikkelingsdysfasie zadelt haar op met motorische beperkingen. Ze heeft dyspractie (handmotoriek en tekenen).
Levensbeschouwelijk kringgesprek Deze assistentie wordt volledig betaald door de ouders. Trappen doen is moeilijk (rolstoel). Afhankelijk van hoe het kind verder lichamelijk ontwikkelt, moeten er alternatieve oplossingen geboden worden. Wat zegt de wet? Het VN-verdrag, dat door België in 2009 werd geratificeerd, schuift inclusie onderwijs naar voren als een recht. Op beleidsvlak is er tot nu toe schijnbaar weinig gebeurd. Op 12 maart 2014 werd in het Vlaams Parlement “het ontwerp van decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften” goedgekeurd. Dit is het zogenaamde ‘M-decreet’. Dit decreet moet ervoor zorgen dat meer leerlingen met een lichte mentale beperking of leerstoornis in de toekomst het gewone onderwijs kunnen volgen. Volgens Pascal Smet betekent het decreet een belangrijke stap in de richting van inclusief onderwijs. Inclusie in het onderwijs
Levensbeschouwelijk kringgesprek Met het M-decreet vertrekt de Vlaamse regering van het principe “gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon onderwijs als het nodig is”. Concreet wil dit zeggen dat lln met specifieke onderwijsnoden zich kunnen inschrijven in het gewone onderwijs en dat daarbij aan scholen “redelijke aanpassingen” kunnen gevraagd worden. De belangrijkste bepalingen uit het decreet zullen effectief in werking treden op 1 september Reflectievragen die het startpunt van het gesprek vormen: Hoe sta je hier tegenover? Wat denk je hiervan? Ga je er voor als individu/als team/als directie? Welke moeilijkheden denk je tegen te komen? Hoe zit het met draagkracht/draaglast van het team? Inclusie in het onderwijs
K-stoel: “Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik zat in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen.” (Mt 25, 35-36) Hoe interpreteer jij ‘barmhartig zijn’*? Waar plaats je het gehandicapt meisje in het Bijbelfragment? Wat is in deze casus een barmhartige beslissing? Inclusie of eerder een aangepaste school? De werken van Barmhartigheid – Barmhartigheid*: Blijk geven van erbarmen, van medelijden met mensen die het moeilijk hebben; barmhartig zijn is je met woord en daad inzetten voor diegenen die er nood aan hebben, zonder dat je er zelf voordeel aan hebt.