Ondernemings- en belastingrecht Minor Ondernemingsadvies 2015-2016
Agenda blok 1 Week 1: Inleiding + start juridische entiteiten (ondernemingsrecht) Week 2: Juridische entiteiten vervolg Week 3: Loonbelasting Week 4: Inkomstenbelasting – raamwerk en boxensysteem Week 5: Inkomstenbelasting - wuo Week 6: Vennootschapsbelasting Week 7: BTW en formeel belastingrecht
Box 1: werk en woning + Winst uit onderneming + Belastbaar loon + Belastbaar resultaat overige werkzaamheden + Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen + Belastbare inkomsten eigen woning + Negatieve uitgaven inkomensvoorzieningen + Negatieve persoonsgebonden uitgaven - Aftrek geen/geringe eigen woningschuld - uitgaven inkomensvoorziening - Persoonsgebonden aftrek ------------------------------------------------------------------- +/+ Inkomen uit werk en woning Te verrekenen verlies uit werk en woning ------------------------------------------------------------------- -/- Belastbaar inkomen uit werk en woning
Belastbaar loon (art. 3.80 IB) Loon voor LB (art. 3.81 IB) Correctie fooien (art. 3.81 IB) +----------------------------------- Loon voor IB Af: reisaftrek (art. 3.87 IB) ------------------------------------ Belastbaar loon (art. 3.80 IB) X Tarief box 1 Belasting (voor heffingskorting)
Fooien (art. 12 LB, 17 Uitv.reg. LB) Alle ontvangen fooien moeten in de IB aangegeven worden. In de LB: werkgever betaalt lager bruto loon dan volgens CAO of contract zou moeten: verschil is fooi CAO loon: € 1.000 Bruto loon: € 900 Fooi € 100 Loonheffing over € 900 + € 100 = € 1.000 Werkelijk fooien € 250 voor IB: € 900 + € 250 = € 1.150
Reisaftrek (art. 3.87 IB) Alleen reisaftrek bij reizen openbaar vervoer Voorwaarden: Reisafstand > 10 km Tenminste 1 x per week reizen tussen woon- en werkplaats (40-dagen-regeling) Openbaar vervoer of reisverklaring (lid 9) Een vergoeding dient van het forfaitaire bedrag afgetrokken te worden tot max. 0 Zie blz. 27 studiehulp
Reisaftrek (2) Werkgever mag ook de volledige kosten van openbaar vervoer onbelast vergoeden Zo niet, dan reisaftrek Hoogte van reisaftrek hangt af van het aantal gereisde kilometers Geen reisaftrek -> EUR 0,19 per kilometer
Loonbelasting Grondslag is het belastbaar loon Ruim loonbegrip Afdrachtsbelasting Tabelloon Belastingplichtige is de werknemer Inhoudingsplichtige is de werkgever Voorheffing op de IB 01-01-2011 Wet LB ingrijpend gewijzigd: nieuw systeem -> werkkostenregeling Keuzerecht tot 01-01-2015 (oude systeem -> vrije vergoedingen en verstrekkingen)
Loon LB (art. 10 LB) Al hetgeen wordt genoten uit een: Tegenwoordige dienstbetrekking of Vroegere dienstbetrekking
dienstbetrekking Belastingplichtige = werknemer Inhoudingsplichtige = werkgever Subject = loon Werknemer is de n.p. die tot een inhoudingsplichtige in een (vroegere) privaatrechtelijke of publiekrechtelijk dienstbetrekking staat.
Dienstbetrekking “Echte” dienstbetrekking loon gezag arbeid Fictieve (en hiermee gelijkgestelde) dienstbetrekking (één van de elementen: loon, gezag, arbeid ontbreekt of is minder duidelijk aanwezig) (art. 3 en 4 LB) Oneigenlijke dienstbetrekking: geen dienstbetrekking maar loonheffing is efficiënt (art. 34 LB) Opting in: geen dienstbetrekking wel loonheffing (art. 4.f LB)
Soorten dienstbetrekking Privaatrechtelijke dienstbetrekking Publiekrechtelijke dienstbetrekking Fictieve dienstbetrekking Oneigenlijke dienstbetrekking Tegenwoordige dienstbetrekking Vroegere dienstbetrekking
Fictieve dienstbetrekking Aanneming van werk Stagiairs Meewerkende kinderen Commissarissen Aanmerkelijk belanghouder Gelijkgesteldenregeling Opting-in
(Fictieve/oneigenlijke) dienstbetrekking? Jan is commissaris bij NV Philips gloeilampenfabriek. Agneta is werkzaam in een sexclub. Zij bepaalt zelf met welke klanten zij zich terugtrekt. Van haar verdiensten draagt zij 25% af aan de eigenaar. Jan geniet een lijfrenteuitkering van Nationale-Nederlanden en Aegon. Geert W. is lid van de 2e kamer der Staten Generaal. Hij ontvangt maandelijks € 10.000
Uitwerking Jan commissariaat Philips: fictieve dienstbetrekking o.g.v. art. 3.1.g LB Agneta: dienstbetrekking! (zie ook:NTFR2009-621Staatssecretaris – Financiën 9 maart 2009, nr.DGB/2009/838U Lijfrente: zie art. 34 LB en art 11 Uitv.besl. LB: De termijnen dienen in box 1 te vallen! Indien ze in box 1 vallen dan LB heffen. Oneigenlijke dienstbetrekking. Geert: geen dienstbetrekking.
Verklaring arbeidsrelatie (VAR) (1) Door middel van de VAR weet de opdrachtnemer vooraf welk fiscaal regime op hem of haar van toepassing is Voor de opdrachtgever is de VAR van belang omdat hij wil weten of hij LB en premies moet inhouden De relatie tot de opdrachtgever kunnen de volgenden zijn: Loon uit dienstbetrekking Winst uit onderneming (WUO) Opbrengsten uit overig werk (ROW) Inkomsten worden in alle drie de gevallen belast in box 1
Verklaring arbeidsrelatie (VAR) (2) Er zijn echter belangrijke verschillen: Loon uit dienstbetrekking WUO ROW Bij twijfel kan zekerheid worden verkregen door een VAR aan te vragen Drie soorten VAR’s: VAR-wuo VAR-dga VAR-row
Verklaring arbeidsrelatie (VAR) (3) Opdrachtnemer vraagt zelf een VAR aan Zie formulier VAR-wuo VAR-dga VAR-row
Loonbegrip (art. 10 LB) Loon kan betaald worden in de vorm van: - geld - natura (goederen, diensten, rechten/aanspraken) Natura loon: - gratis wonen - levensmiddelen - voordelige vakantie - bontjas - auto van de zaak Aanspraken: - recht op een toekomstig voordeel/beloning: pensioen
Waardering natura loon (art. 13 LB) Factuurwaarde -> prijs die inhoudingsplichtige voor goed/dienst heeft betaald Waarde in het economisch verkeer Consumentenprijs Forfaitaire waarderingsnorm Indien de werkgever een bedrag in rekening wordt gebracht dan mag dit bedrag van de waarde worden afgetrokken. De in het loon te begrijpen waarde kan door de aftrek niet onder nul dalen.
vrijstellingen Eenmalige uitkeringen en verstrekkingen bij overlijden Schade aan of verlies van persoonlijke zaken Diensttijd- of jubileumvrijstelling
Oude systeem Keuzerecht tot 01-01-2015 Vrije vergoedingen en verstrekkingen -> behoren niet tot het loon als ze naar maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren
Vrije vergoedingen en verstrekkingen (oude systeem) Benoemde vrije vergoedingen: Consumpties tijdens werktijd Ter beschikking gestelde hulpmiddelen (computers, werkkleding) Werkkleding Vakliteratuur Representatiekosten Cursussen, congressen, studiereizen e.d. Muziekinstrumenten, gereedschap e.d. Verhuizing Opleiding/studie Openbaar vervoer Vaste reiskostenvergoeding
Nieuwe regeling: de werkkostenregeling (1) Geldig vanaf 01-01-2011 De werkgever kan maximaal 1,2% van het totale fiscale loon (vrije ruimte) besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor zijn werknemers Binnen de vrije ruimte zijn er geen normeringen en beperkingen Bedrag aan vergoedingen/verstrekkingen mag per werknemer verschillen Er zijn bovendien een aantal gerichte vrijstellingen voor zakelijke kosten en een aantal nihilwaarderingen
Nieuwe regeling: de werkkostenregeling (2) Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt de werkgever LB in de vorm van een eindheffing van 80% Gebruikelijkheidstoets -> vergoedingen/verstrekkingen mogen niet meer dan 30% afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Dat wat boven de 30%-grens uitkomt, is verplicht loon voor werknemer
Voordelen werkkostenregeling Vast percentage van de loonsom kan onbelast worden vergoed/verstrekt Meeste vergoedingen/verstrekkingen hoeven niet op werknemersniveau in de administratie te worden verwerkt Werkgever hoeft meestal niet te toetsen of werknemer de vergoeding/verstrekking zakelijk of prive gebruikt
Voorbeeld werkkostenregeling De Waal BV heeft 25 werknemer in dienst met een totaal fiscaal loon van € 750.000. De vrije ruimte voor De Waal BV is 1,2% x € 750.000 = € 9.000. Voor dit bedrag kan De Waal BV onbelaste vergoedingen/verstrekkingen kwijt in de vrije ruimte. Per maand betekent dit een bedrag van € 9.000 : 12 = € 750.
Gerichte vrijstellingen in werkkostenregeling Vervoer- en reiskosten (zowel zakelijk als woon-werkverkeer) Kosten van tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking Bijscholing, cursussen, congressen, vakliteratuur, trainingen e.d. voor zover van belang voor werk Studie- en opleidingskosten Kosten voor outplacement Kosten voor maaltijden agv overwerk, koopavonden, dienstreizen e.d. Verhuiskosten met een zakelijk karakter tot € 7.750
Nihilwaardering Werkplekgerelateerde voorzieningen kunnen volledig of gedeeltelijk onbelast worden gegeven Voorbeelden: Bureaustoel, kopieerapparaat (ook fitnessruimte en zwembad) Consumpties op werkplek (thee, koffie, fris) Ter beschikking gestelde mobiels telefoon (>10% zakelijk gebruik) Ter beschikking gesteld apparatuur, gereedschap, computer (>90% zakelijk gebruik) Kleding die uitsluitend geschikt is voor werk (bv overall) Kleding met logo ov-jaarkaart, kortingskaart indien kaart mede zakelijk gebruikt wordt
Lage waardering Maaltijden in bedrijfsrestaurant (€ 3,05 per maaltijd) Huisvesting of inwoning op werkplek (€ 5,25 per dag)
Casus werkkostenregeling Grevel Advies BV heeft een totale loonsom van € 5.000.000. De werkgever heeft € 250.000 aan vergoedingen aangewezen voor de werkkostenregeling. In dit bedrag zijn de volgende kosten begrepen: € 60.000 aan reiskostenvergoedingen. Vergoed wordt € 0,19 per zakelijk gereden kilometer; € 35.000 voor voorzieningen op de werkplek (nieuwe bureaustoelen en bureaus); en € 25.000 aan benzinebonnen. Een aantal werknemers heeft een auto van de zaak en zij hebben dit bedrag gedeclareerd. Hoeveel is Grevel Advies BV aan eindheffing verschuldigd?
Uitwerking casus werkkostenregeling Vergoedingen en verstrekkingen € 250.000 Af: Gerichte vrijstellingen € 60.000 Voorzieningen op de werkplek € 35.000 Intermediaire kosten € 25.000 + € 120.000 – € 130.000 Af: vrije ruimte 1,2% x € 5.000.000 € 60.000 – Eindheffing over € 70.000 € 70.000 x 80% eindheffing = € 56.000
aanspraken Tot het loon behoren aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen -> aanspraken behoren tot het loon Hoofdregel: aanspraak is belast en de latere uitkering is onbelast Omkeerregel -> aanspraken zijn onbelast, uitkering is belast (art. 11 LB) Bekendste voorbeeld: pensioen, VUT e.d.
Aanspraak Voorwaardelijk recht op toekomstige beloning Werkgever zegt een werknemer van 30 jaar pensioen toe. Het pensioen wordt op 67-jarige leeftijd uitgekeerd. Het recht op pensioen is een voorwaardelijk recht (eerst 67 jaar worden en in leven zijn) op beloning. Het recht is uit dienstbetrekking verkregen. De aanspraak vormt in principe loon, echter omkeerregel.
Privegebruik auto van de zaak Vorm van loon in natura In beginsel 25% van de cataloguswaarde van de auto wordt bij het belastbaar loon opgeteld (bijtelling) Afhankelijk van de CO2-uitstoot kan dit bijtellingspercentage lager zijn (4%, 7%, 14% of 20%) Kilometergrens privekilometers -> 500 km Minder dan 500 prive kilometers -> ‘verklaring geen prive gebruik auto’ van de Belastingdienst Inhoudingsplichtige is de werkgever Auto’s ouder dan 15 jaar -> 35% van de WEV ipv cataloguswaarde
Auto van de zaak (art. 13 bis LB) Cataloguswaarde auto: € 48.000 % 25 € 12.000 Maandelijkse bijtelling € 1.000 Eigen bijdrage maandelijks € 350 - Bijtelling per maand € 650 De bijtelling: Kan niet beneden nul dalen Blijft achterwege indien privé gebruik op jaarbasis minder is dan 500km (verklaring geen privégebruik auto van de zaak) en een sluitende kilometeradministratie De auto ouder is dan 15 jaar Wordt lager naarmate de auto milieuvriendelijker is
Werknemer en tevens ab-houder Fictieve dienstbetrekking Gebruikelijkloonregeling -> Min EUR 44.000 bruto per jaar (2015) Salaris van de best betaalde werknemer 75% van het gebruikelijk loon Afroommethode
Verschuldigde loonbelasting Berekende loonbelasting over belastbaar loon volgens tarief € ………. Af: Heffingskorting voor de loonbelasting € ………. -/- Verschuldigde loonbelasting € ………. Tarief LB gelijk aan dat van de IB Standaardloonheffingskorting: Algemene heffingskorting Arbeidskorting Jonggehandicaptenkorting Ouderenkorting Alleenstaande-ouderkorting
Loonbelastingtabellen Witte tabellen Groene tabellen Tabellen voor bijzondere beloningen Eindheffingstabellen Speciale tabellen
Volgende week: Inkomstenbelasting Lezen hoofdstuk 1 en 3