23 aug. 2015 Urk. 1 Van David Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden. 2 Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Over ladders en engelen Gods wegen kennen Engelen - OT Genesis 3:24 24 En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs.
Advertisements

Ik wens je De kracht van god.
Betuigd door een vuurkolom.. Exodus 3:2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik.
Handelingen 7: 44 De tent der getuigenis hadden onze vaderen in de woestijn, zoals Hij het geboden had, die tot Mozes zeide, dat hij haar moest maken naar.
de genezing te Bethesda
Jan Elma Emma Loes Kees Corine Gerrit Bidden Zingen Psalm 62 vers 8 Eenmaal sprak God tot mij een woord, Tot tweemaal toe heb ik 't gehoord; Dat 's.
Thema: VERTROUWEN Psalm 125: 1-2 Een bedevaartslied:
toegang tot de Vader in één Geest
2Koningen 7. wanneer: tijd van: waar: 8-ste eeuw voor Chr. Elisa Samaria, hoofdstad tienstammen-rijk.
Bestemming God eren ….
Waarom zijn er zoveel oorlogen ?
En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Gen
Zingen Vers 1 HEER, U doorgrondt mij van omhoog,
1 Samuël 16:1-13 Samuël zalft David
1Samuël 21. 1SAMUËL - overzicht 16 - David in Bethlehem tot koning gezalfd 17 - David overwint Goliath 18 & 19 - David vlucht voor aanslagen Saul 20 –
Zegen & vloek deel II.
De bloedbruidegom Exodus 4.
Hel en verdoemenis II ver-doe-men, voor eeuwig veroordelen, naar de hel verwijzen “,,
Pasen & Pinksteren op één dag!
1. de vorige keer En de ark des HEREN bleef drie maanden in het huis van de Gatiet Obed-Edom, en de HERE zegende Obed- Edom en zijn gehele huis.
Zondag 26 mei 2013 Zoetermeer 1. opschrift Psalm 20: bede om overwinning van de koning Hij geve u naar uw hart, en doe al uw plannen in vervulling gaan.
De Ben Adam Psalm 8.
Genesis Genesis Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: Abraham, en deze zeide: Hier ben ik.
David, een profeet psalm 16.
In de moederschoot gevormd Psalm 139.
Tien treden terug Jesaja 38. tien treden terug Jesaja 38.
1 Samuël 22 1,2. in Bethlehem gezalfd tot koning (1Sam.16) vermorzelt kop Goliath (1 Sam.17) door Saul vervolgd en op de vlucht (1 Sam.18/19) David verbergt.
Richteren 13: 1 De Israelieten deden opnieuw wat kwaad is in de ogen des HEREN; toen gaf de HERE hen over in de macht der Filistijnen, veertig jaar. 2.
OVER WAT JE ZEGT EN WAT JE DOET
WELKOM TOV’ERS.
BE3GER EN 8TERBAKS.
Wonderen.
Math.23 : 39,  Want Ik zeg u, gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren !
1 Gen 37:3 En Israël (Jacob) had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad. 4 Toen zijn.
God is trouw Hij gaf zijn woord
WAT EEN GOD! JESAJA 63:7-9; 64:3; 65:1,2.
Verander je wereld 1 Koningen 3:5-7
Als ik, omringd door tegenspoed, Bezwijken moet,
Geest beweegt nog steeds gelovigen
Prekenserie Mozes Spreker: Arie Davidse 9 november 2008.
Welkom deze middag in de Chr. Ger. kerk van Biezelinge Voorganger deze dienst Ds. A.G.M. Weststrate De verkondiging als sleutel van de hemel.
Welkom Memoriam dienst 2014 Tranen in Gods kruik.
Zingen Vers 1 Laat ieder ‘s HEREN goedheid prijzen,
Handelingen 5: 1 En een zeker man, met name Ananias, met zijn vrouw Saffira, verkocht een eigendom, 2 hield iets van de opbrengst achter, met medeweten.
essentie van kerst Over de mens-wording van Gods Zoon
Bijbellezing: 2 Samuel 21:15-22
? ! Gods gerechtigheid... 1.
Zingen Vers 1 God heb ik lief, want die getrouwe HEER
Zingen Vers 1 Ja, God is goed voor Israël,
Zingen Vers 1 'k Hef mijn ziel in vast vertrouwen
Zingen Vers 1 God is mijn licht, mijn heil: wie zou ik vrezen?
Vers 1 Hoor mij, HEER, wil antwoord zenden, Zie mijn bittere ellende. Hoed mijn leven, U gewijd, stel uw knecht in veiligheid. Heer mijn God, wees mij.
13 december 2012, Bodegraven bijbelstudie nr. 1 Vanaf hoofdstuk 1:1.
Zingen Vers 1 Ontferm U, God, zij maken op mij jacht.
Paulus en Israël Romeinen 9-11.
Ehud een man die links was.
8 februari 2015 Zoetermeer. 2Samuel 9 1 David zeide: Is er soms nog iemand over van het huis van Saul?... "overblijfsel" > > term die in profetische passages.
Juda & Tamar Genesis 38.
Zingen Vers 1 Ik zal met heel mijn hart uw eer
6 juli 2014 Tollebeek x "de tweede dood" 1.Openb.2:1 2.Openb.20:6 3.Openb.20:14 4.Openb.21:8.
VASTEN.
Zingen Vers 1 Mijn hart is, Heer, in U gerust.
Een voorbeeld dat navolging verdient
de verheerlijking op de berg
Cantorij Uit de diepte, heb ik tot de HERE geroepen en Hij heeft mij geantwoord. Antifoon en Psalm 130 Vers 1, 2, 3 en 4 Cantorij zingt antifoon, gevolgd.
30 januari 2016 Urk Jozef bij Potifar (Genesis 39)
4G Geven Gunst Genade Gratie Geven 4G Geven & ontvangen …
Ieue - Jireh Genesis 22: En het gebeurde na deze dingen dat de God (Elohim) Abraham op de proef stelde. Hij zei tegen hem: Abraham! Hij zei: Zie,
Welkom in deze dienst Voorganger: Ds. J.E. de Groot
Vertrouw op de HERE! Psalm 34:2-9.
Transcript van de presentatie:

23 aug Urk

1 Van David Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden. 2 Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij, de ganse dag benauwen mij de bestrijders; 3 wie mij benauwen, vertrappen mij de ganse dag, ja velen zijn het, die mij uit de hoogte bestrijden. 4 Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; 5 op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen? 6 De ganse dag verminken zij mijn woorden; al hun overleggingen zijn tegen mij ten kwade. 7 Zij willen aanvallen, zij spieden, zij nemen mijn schreden waar, terwijl zij loeren op mijn leven. 8 Zou er voor hen bij zoveel boosheid ontkoming zijn? Stort de volken in toorn neder, o God! 9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? 10 Dan zullen mijn vijanden terugwijken ten dage dat ik roep; dit weet ik: dat God met mij is. 11 Op God, wiens woord ik prijs, op de Here, wiens woord ik prijs, 12 op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een mens mij aandoen? 13 Op mij, o God, rusten geloften, U toegezegd, lofoffers zal ik U betalen, 14 want Gij hebt mijn leven gered van de dood; immers ook mijn voet van aanstoot, zodat ik voor Gods aangezicht mag wandelen in het licht des levens. 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet. inleiding & slot

1 Van David Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden. 2 Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij, de ganse dag benauwen mij de bestrijders; 3 wie mij benauwen, vertrappen mij de ganse dag, ja velen zijn het, die mij uit de hoogte bestrijden. 4 Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; 5 op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen? 6 De ganse dag verminken zij mijn woorden; al hun overleggingen zijn tegen mij ten kwade. 7 Zij willen aanvallen, zij spieden, zij nemen mijn schreden waar, terwijl zij loeren op mijn leven. 8 Zou er voor hen bij zoveel boosheid ontkoming zijn? Stort de volken in toorn neder, o God! 9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? 10 Dan zullen mijn vijanden terugwijken ten dage dat ik roep; dit weet ik: dat God met mij is. 11 Op God, wiens woord ik prijs, op de Here, wiens woord ik prijs, 12 op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een mens mij aandoen? 13 Op mij, o God, rusten geloften, U toegezegd, lofoffers zal ik U betalen, 14 want Gij hebt mijn leven gered van de dood; immers ook mijn voet van aanstoot, zodat ik voor Gods aangezicht mag wandelen in het licht des levens. 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet. klacht

1 Van David Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden. 2 Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij, de ganse dag benauwen mij de bestrijders; 3 wie mij benauwen, vertrappen mij de ganse dag, ja velen zijn het, die mij uit de hoogte bestrijden. 4 Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; 5 op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen? 6 De ganse dag verminken zij mijn woorden; al hun overleggingen zijn tegen mij ten kwade. 7 Zij willen aanvallen, zij spieden, zij nemen mijn schreden waar, terwijl zij loeren op mijn leven. 8 Zou er voor hen bij zoveel boosheid ontkoming zijn? Stort de volken in toorn neder, o God! 9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? 10 Dan zullen mijn vijanden terugwijken ten dage dat ik roep; dit weet ik: dat God met mij is. 11 Op God, wiens woord ik prijs, op de Here, wiens woord ik prijs, 12 op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een mens mij aandoen? 13 Op mij, o God, rusten geloften, U toegezegd, lofoffers zal ik U betalen, 14 want Gij hebt mijn leven gered van de dood; immers ook mijn voet van aanstoot, zodat ik voor Gods aangezicht mag wandelen in het licht des levens. 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet. vertrouwen

1 Van David Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden. 2 Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij, de ganse dag benauwen mij de bestrijders; 3 wie mij benauwen, vertrappen mij de ganse dag, ja velen zijn het, die mij uit de hoogte bestrijden. 4 Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; 5 op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen? 6 De ganse dag verminken zij mijn woorden; al hun overleggingen zijn tegen mij ten kwade. 7 Zij willen aanvallen, zij spieden, zij nemen mijn schreden waar, terwijl zij loeren op mijn leven. 8 Zou er voor hen bij zoveel boosheid ontkoming zijn? Stort de volken in toorn neder, o God! 9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? 10 Dan zullen mijn vijanden terugwijken ten dage dat ik roep; dit weet ik: dat God met mij is. 11 Op God, wiens woord ik prijs, op de Here, wiens woord ik prijs, 12 op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een mens mij aandoen? 13 Op mij, o God, rusten geloften, U toegezegd, lofoffers zal ik U betalen, 14 want Gij hebt mijn leven gered van de dood; immers ook mijn voet van aanstoot, zodat ik voor Gods aangezicht mag wandelen in het licht des levens. 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet. lofprijs

Psalm 56 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: De duif op verre terebinten. Van David. Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden. Vermoedelijk het naschrift van Psalm In Habakkuk 3:19 zijn deze aanwijzingen het slot.

Psalm 56 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: De duif op verre terebinten. Van David. Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden. LXX > inscriptie zie ook Psalm 56, 57, 58, 59, 60 (+ Psalm 16)

Psalm 56 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: De duif op verre terebinten. Van David. Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden.  Psalm 34 heeft dezelfde aanleiding  refereert aan 1Samuël 21:11-15

1Samuël Daarop maakte David zich op en vluchtte die dag van Saul weg; hij kwam bij Akis, de koning van Gat.  David was het heiligdom binnen gegaan en had zijn manschappen van de toonbroden gegeven  David had het zwaard van Goliath meegekregen

1Samuël Daarop maakte David zich op en vluchtte die dag van Saul weg; hij kwam bij Akis, de koning van Gat. andere naam: Abimelech (Ps.34:1) 'mijn vader is koning' - dynastie-naam?

1Samuël Daarop maakte David zich op en vluchtte die dag van Saul weg; hij kwam bij Akis, de koning van Gat. > waar Goliath vandaan kwam (1Sam.17:4)

1Samuël 21 de koning van het land 11 De dienaren van Akis zeiden tot hem: Is dit niet David, de koning van het land? Hebben zij niet van hem bij de reidans een beurtzang gezongen: Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden? zeer bevreesd 12 David sloeg acht op deze woorden en werd zeer bevreesd voor Akis, de koning van Gat.

1Samuël Daarom stelde hij zich in hun tegenwoordigheid aan als een waanzinnige en gedroeg zich bij hen als een razende; hij bekrabbelde de deurvleugels van de poort en liet het speeksel in zijn baard lopen. St. Vert. Daar veranderde hij zijn gelaat voor hun ogen lett. smaak Ps. 34:2 > hij nam Gods lof in de mond Ps.34: 9 > smaakt en ziet dat de HERE goed is

1Samuël En hij veranderde zijn smaak voor hun ogen en gedroeg zich bij hen als een razende; hij bekrabbelde de deurvleugels van de poort en liet het speeksel in zijn baard lopen. lett. en maakte zich een prijzer in hun hand > hallel (> hallelujah)

1Samuël En hij veranderde zijn smaak voor hun ogen en maakte zich een prijzer in hun hand; hij bekrabbelde de deurvleugels van de poort en liet het speeksel in zijn baard lopen. lett. kerfde, tekende, graveerde

1Samuël En hij veranderde zijn smaak voor hun ogen en maakte zich een prijzer in hun hand; hij kerfde de deurvleugels van de poort en liet het speeksel in zijn baard lopen. lett. vocht

1Samuël Toen zeide Akis tot zijn dienaren: Zie, gij merkt toch, dat de man krankzinnig is? 15 Waarom brengt gij hem bij mij? Heb ik gebrek aan krankzinnigen, dat gij mij deze gebracht hebt om bij mij uit te razen? Moet zo iemand in mijn huis komen?

Psalm Van David. Een inscriptie, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden.

Psalm 56 2 Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij, de ganse dag benauwen mij de bestrijders; lett. hijgen (achter) snakken (naar)

Psalm 56 2 Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij, de ganse dag benauwen mij de bestrijders;

Psalm 56 3 wie mij benauwen, vertrappen mij de ganse dag, ja velen zijn het, die mij uit de hoogte bestrijden. lett. zij hijgen loerend... vergl. 'de hete adem in je nek voelen'

Psalm 56 3 wie mij benauwen, vertrappen mij de ganse dag, ja velen zijn het, die mij uit de hoogte bestrijden. St. Vert. o Allerhoogste Kanttekening St. Vert.: Anders, [in] hoogheid; dat is, hoogmoediglijk, trotselijk, of op het hoogste.

Psalm 56 4 Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; 1Samuël 21:12 David sloeg acht op deze woorden en werd zeer bevreesd voor Akis, de koning van Gat.

Psalm 56 4 Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; 1Samuël 21:13 En hij veranderde zijn smaak voor hun ogen en maakte zich een prijzer in hun hand...

Psalm 56 5 op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen?

Psalm 56 5 op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen?

Psalm 56 6 De ganse dag verminken zij mijn woorden; al hun overleggingen zijn tegen mij ten kwade. St. Vert. verdraaien > ze hielden hem voor een waanzinnige...

Psalm 56 6 De ganse dag verminken zij mijn woorden; al hun overleggingen zijn tegen mij ten kwade.

Psalm 56 7 Zij willen aanvallen, zij spieden, zij nemen mijn schreden waar, terwijl zij loeren op mijn leven. lett. zij observeren mij hielen > 'op de hielen zitten'

Psalm 56 7 Zij willen aanvallen, zij spieden, zij nemen mijn schreden waar, terwijl zij loeren op mijn leven. St. Vert. die op mijn ziel wachten

Psalm 56 8 Zou er voor hen bij zoveel boosheid ontkoming zijn? Stort de volken in toorn neder, o God! St. Vert. Zouden zij om hun ongerechtigheid vrijgaan?

Psalm 56 8 Zou er voor hen bij zoveel boosheid ontkoming zijn? Stort de volken in toorn neder, o God! lett. breng neerwaarts > verneder, stort neer

Psalm 56 8 Zou er voor hen bij zoveel boosheid ontkoming zijn? Stort de volken in toorn neder, o God! lett. volken (David was onder de Filistijnen)

Psalm 56 9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? 'te boek stellen' > tellen = vertellen

Psalm 56 9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? = David huilde 1Sam.21:13 en liet het speeksel (vocht) in zijn baard lopen.

Psalm 56 9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? lett. (geiten)leren zak > om zorgvuldig te bewaren zie Joz. 9:4,13 Rich.4:19 1Sam.16:20 Ps.119:83

Psalm 56 9 Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek?

Psalm Dan zullen mijn vijanden terugwijken ten dage dat ik roep; dit weet ik: dat God met mij is.

Psalm Dan zullen mijn vijanden terugwijken ten dage dat ik roep; dit weet ik: dat God met mij is.

Psalm Op God, wiens woord ik prijs, op de HERE, wiens woord ik prijs,

Psalm op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een mens mij aandoen?

Psalm Op mij, o God, rusten geloften, U toegezegd, lofoffers zal ik U betalen, lett. plechtige-beloften-van-U nietbeloften aan God maar beloften van God

Psalm Op mij, o God, rusten geloften, U toegezegd, lofoffers zal ik U betalen, geen lofoffers vanwege onze geloften maar lofoffers vanwege Zijn beloften

Psalm want Gij hebt mijn leven gered van de dood; immers ook mijn voet van aanstoot, zodat ik voor Gods aangezicht mag wandelen in het licht des levens. David een type van de opgestane Zoon van David!

Psalm want Gij hebt mijn leven gered van de dood; immers ook mijn voet van aanstoot, zodat ik voor Gods aangezicht mag wandelen in het licht des levens.

Psalm want Gij hebt mijn leven gered van de dood; immers ook mijn voet van aanstoot, zodat ik voor Gods aangezicht mag wandelen in het licht des levens. licht = leven schaduw/ duisternis = dood

Psalm 57 1 Voor de koorleider. Op de wijze van: Verderf niet. = het slot van Psalm 56 "verderf niet" => gered van de dood! => wandelen in het licht des levens.

Psalm 56 vers 5 Ik roem in God; ik prijs 't onfeilbaar woord; Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord; 'k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord; Wat sterv'ling zou mij schenden? Ik heb beloofd*, wanneer G' in mijn ellenden Mij bijstand boodt, en 't onheil af zoudt wenden, Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden, Door ijver aangespoord. * beter: geloofd