Ontwikkeling van de Westerschelde breder beschouwd en…..

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vakantie in beeld Nl Vak 1.4.
Advertisements

P. Cleveringa Het Veengenootschap. P. Cleveringa Het Veengenootschap.
Water: Soms te veel, vaak te weinig
§6 Begin Holoceen Kenmerkend voor de laatste jaar is dat de temperatuur weer stijgt. Je kent inmiddels het gevolg => stijging van de zeespiegel.
Het NAP versie 2 Normaal Amsterdams Peil
Paragraaf 16: Water in Nederland
Verwering Verwering = het verbrokkelen of vergruizen van gesteenten onder invloed van het weer of plantengroei. 2 soorten: a) Mechanische verwering = het.
Hoofdstuk 2 Afbraak en opbouw van het landschap
Verdronken Land van Saeftinghe
Door welke natuurrampen wordt Nederland bedreigd?
P 3.2 Kwetsbaar ecosysteem
Par. 2 Landschappen in beweging
Het Nederlands Landschap
Rivieren en Dijken.
2 havo/vwo 2 landschap, §4.
Veengrond in Gouda Gevolgen van zetting in stedelijke omgeving
§ 1.1 Nederland rivierenland: Rijn en Maas
Zuid oost azie Natuurrampen.
Kustvorming: Zandige kusten.
Klimaatverandering en het waddengebied:
Exogene krachten = krachten die van buitenaf het aardoppervlak vormen
De werking van rivieren
Gletsjerwerking.
§ 1.3 Veranderende natuurlijke omstandigheden
§ 1.2 Met de klompen in het water
Basisboek BB 88: wereldecosystemen
§ 4.2 Laag NL nóg lager?.
3 havo 4 water, §2 1.
Hoofdstuk 1 Aarde: landschapszones Paragraaf 5
Hoofdstuk 4 Nederland: wateroverlast – Dreiging aan de voordeur Paragraaf 8 t/m 11
Weetjes over de zee ….
Symposium Natura-2000: zin en onzin Westerschelde: historisch- en waterloopkundig perspectief basis voor biologische ontwikkeling Ir W.B.P.M. Lases.
Faculty of Archaeology, Leiden University Farmers of the Coast Landschap West-Frieslands Oud en Nieuw 12 januari 2013 Wilko van Zijverden
Cultuurhistorie in het Markdal
Zaalhockeyregels Spelen van de bal Speelveld / duur van de wedstrijd
Hydraulische Randvoorwaarden
DAG De tijd die de aarde erover doet om één volledige beweging om zijn as te maken. Dit is 23 uur en 56 minuten óf De tijd die ligt tussen twee opeenvolgende.
Matthijs Buurman Provincie Groningen POV 9 oktober 2014
2 vmbo-T/havo 2 landschap, §6 en 7
WIELEN VAN WATER TAAK 2.
bp - heden Holoceen: kenmerken: - "interglaciaal"
Westerschelde on the move Duurzame ontwikkeling ?.
2 hv H2 Landschap § 8-9.
Harry Rolf Afdeling Hydrologie NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Waterbeheer duingebied Castricum Copyrights Deze copie is bestemd als achtergrondinformatie.
Geologie van Nederland
Reliëf en hydrografie van de Loirestreek
30 mei 2016 Koopmanspolder Wat in 2016? Wat na 2016?
2 hv 4 Water: soms teveel, vaak te weinig § 8-9
1 VAN VISIE NAAR UITVOERINGSPROGRAMMA regiobijeenkomsten maart/april 2016 Truus Steenbruggen Provincie Fryslân.
HERHALING KUSTEN Wateroverlast. Veranderend landsschap  Grote dynamiek  Opbouw (aanvoering zand) bij gunstige wind en getijdenwerking  Afbraak (stukken.
Invloed klimaatverandering op waterhuishouding Texel Marcel Boomgaard 5 maart 2015.
1 HV Hoofdstuk 4 Natuurgeweld § 8 en 9
2 vwo 4 Water: soms teveel, vaak te weinig § 8-10
2 TH Hoofdstuk 4 Water § 7-8 Wereld. Bijna 7 m onder de zeespiegel Laagste punt van Nederland: hoe laag? Laagste punt.
` Thema avond gemeenteraad Neder-Betuwe Bestemmingsplan Waalwaard en mogelijke verplaatsing De Beijer BV Patricia van Eijndthoven 29 maart 2011.
Evolutie van de democratie in Nederland Met de Acte van Verlating van 1581 werd de onafhankelijkheid van de Republiek uitgeroepen, die na afloop.
Verstedelijkingsafspraken Drechtsteden presentatie t.b.v. bezoek minister Van der Laan d.d. 9 februari 2009.
BLUE ENERGY Zout water + zoet water = energie! [Namen practicumbegeleiders] Universiteit van Amsterdam, [datum]
Verdiepingen in het Markermeer Kennis vanuit NMIJ Thomas Vijverberg 30 Sep 2013.
Wat een landschap! Gamma - kader 2.
Leren & Instructie 1 – Vakdidactisch Lastig
Dijkversterking Arcen
Cursus 1.1 Wat zie je in een landschap Klas 2 KGT Lesweek 1
Water in Nederland.
Cursus 1.1 Wat zie je in een landschap Klas 2 BB Lesweek 1
Hoofdstuk 3 De Grieken.
Deon Slagter Rijkswaterstaat WD
Klimaatverandering& Landbouw
Hartelijk welkom Contactmiddag.
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
Transcript van de presentatie:

Ontwikkeling van de Westerschelde breder beschouwd en….. … hoe ‘wisselpolders’ in te kaderen in klimaatsverandering en natuurherstel Adrie de Kraker, Vrije Universiteit, Amsterdam Symposium Stichting De Levende Delta, 20 mei 2015, Heinkenszand

Inleiding Ontwikkeling estuaria is vaak cyclisch Ontwikkeling Westerschelde Klimaatsverandering en natuurherstel Wisselpolders Conclusie

Zeegaten/estuaria Eb en vloedwerking: sedimentatie en erosie Geleidelijke zeespiegelstijging Gevolg: opvulling -> afname stroming -> verder dichtslibbing – sluiten

Zeegaten/estuaria Eb en vloedwerking: sedimentatie en erosie Geleidelijke zeespiegelstijging Gevolg: opvulling -> afname stroming -> verder dichtslibbing – sluiten Voorbeelden: IJzerestuarium Zwin Oer-IJ Middelzee (Friesland)

Zeegaten/estuaria Eb en vloedwerking: sedimentatie en erosie Geleidelijke zeespiegelstijging Gevolg: opvulling -> afname stroming -> verder dichtslibbing – sluiten Voorbeelden: IJzerestuarium Zwin Oer-IJ Middelzee (Friesland) Vraag: welk stadium van ontwikkeling wordt van belang geacht? Niet relevant!

Zeegaten/estuaria Eb en vloedwerking: sedimentatie en erosie Geleidelijke zeespiegelstijging Gevolg: opvulling -> afname stroming -> verder dichtslibbing – sluiten Voorbeelden: IJzerestuarium Zwin Oer-IJ Middelzee (Friesland) Vraag: welk stadium van ontwikkeling wordt van belang geacht? Niet relevant! Wat is wel relevant: enige constante is de dynamiek, d.i. doorontwikkeling van het landschap

Zeegaten/estuaria Eb en vloedwerking: sedimentatie en erosie Geleidelijke zeespiegelstijging Gevolg: opvulling -> afname stroming -> verder dichtslibbing – sluiten Voorbeelden: IJzerestuarium Zwin Oer-IJ Middelzee (Friesland) Vraag: welk stadium van ontwikkeling wordt van belang geacht? Niet relevant! Wat is wel relevant: enige constante is de dynamiek, d.i. doorontwikkeling van het landschap Vorming van kleilaag is natuurlijk proces; afbraak door erosie ook Vorming van veenlaag is natuurlijk proces; afbraak door erosie ook Vorming van polder met infrastructuur en akkers: cultuurlandschap

Westerschelde als zeegat Interessant omdat:

Westerschelde als zeegat Interessant omdat: Vanwege de grote watermassa’s Grote watermassa’s gaan in (vloed) en uit (eb) Oplopende tijverschillen verder naar achter (Vlissingen 3 tot 3,5m; Saeftinghe: 4,5 tot 5m) Grote tijverschillen: tijverschillen (gewoon tij 3 tot 4m; springtij boven 5 à 6.5 m)

Westerschelde als zeegat Interessant omdat: Vanwege de grote watermassa’s Grote watermassa’s gaan in (vloed) en uit (eb) Oplopende tijverschillen verder naar achter (Vlissingen 3 tot 3,5m; Saeftinghe: 4,5 tot 5m) Grote tijverschillen: tijverschillen (gewoon tij 3 tot 4m; springtij boven 5 à 6.5 m)

Westerschelde als zeegat Interessant omdat: Vanwege de grote watermassa’s Grote watermassa’s gaan in (vloed) en uit (eb) Oplopende tijverschillen verder naar achter (Vlissingen 3 tot 3,5m; Saeftinghe: 4,5 tot 5m) Grote tijverschillen: tijverschillen (gewoon tij 3 tot 4m; springtij boven 5 à 6.5 m) Grootste tijverschillen bij Bfrt 9 tot 10: boven 6 meter met hoogten tot + 5.00 NAP

Westerschelde als zeegat Interessant omdat: Vanwege de grote watermassa’s Grote watermassa’s gaan in (vloed) en uit (eb) Oplopende tijverschillen verder naar achter (Vlissingen 3 tot 3,5m; Saeftinghe: 4,5 tot 5m) Grote tijverschillen: tijverschillen (gewoon tij 3 tot 4m; springtij boven 5 à 6.5 m) Grootste tijverschillen bij Bfrt 9 tot 10: boven 6 meter met hoogten tot + 5.00 NAP Vanwege rivierbochten: sedimentatie binnenbocht; erosie buitenbocht

Westerschelde als zeegat Interessant omdat: Vanwege de grote watermassa’s Grote watermassa’s gaan in (vloed) en uit (eb) Oplopende tijverschillen verder naar achter (Vlissingen 3 tot 3,5m; Saeftinghe: 4,5 tot 5m) Grote tijverschillen: tijverschillen (gewoon tij 3 tot 4m; springtij boven 5 à 6.5 m) Grootste tijverschillen bij Bfrt 9 tot 10: boven 6 meter met hoogten tot + 5.00 NAP Vanwege rivierbochten: sedimentatie binnenbocht; erosie buitenbocht Vanwege de aanwezigheid van verschillen in bodemgesteldheid: bij zandige klei veel schuring (kusterosie); bij dik veenpakket stabilisering kustlijn

Westerschelde als zeegat Interessant omdat: Vanwege de grote watermassa’s Grote watermassa’s gaan in (vloed) en uit (eb) Oplopende tijverschillen verder naar achter (Vlissingen 3 tot 3,5m; Saeftinghe: 4,5 tot 5m) Grote tijverschillen: tijverschillen (gewoon tij 3 tot 4m; springtij boven 5 à 6.5 m) Grootste tijverschillen bij Bfrt 9 tot 10: boven 6 meter met hoogten tot + 5.00 NAP Vanwege rivierbochten: sedimentatie binnenbocht; erosie buitenbocht Vanwege de aanwezigheid van verschillen in bodemgesteldheid: bij zandige klei veel schuring (kusterosie); bij dik veenpakket stabilisering kustlijn Dus: hoge dynamiek belangrijkste karakteristiek van Westerschelde als zeegat

Westerscheldegebied: lange termijn ontwikkeling en cycliciteit

Sub Atlanticum

Sub Atlanticum Romeinse Nederzett. Begin water beheersing veengebied

Opruiming/ Klei-afdekking veenlaag Verbreding estuariums Sub Atlanticum Opruiming/ Klei-afdekking veenlaag Verbreding estuariums

Getijdegeulen Verdere klei- Afzetting op veenlaag

Begin van de dijkbouw

6. Opbouw cultuurlandschap Landzijde Zeezijde

1550/60

Tachtigjarige Oorlog 1568-1648 Militaire inundaties., 1584-1586, 1621

1601

1701

1801

1901

1951

Welke Westerschelde willen we graag hebben en behouden?

Welke Westerschelde willen we graag hebben en behouden? Natuurlijke ontwikkeling gekoppeld aan veiligheid: kiezen voor dynamiek en niet ingrijpen

Welke Westerschelde willen we graag hebben en behouden? Natuurlijke ontwikkeling gekoppeld aan veiligheid: kiezen voor dynamiek en niet ingrijpen Dus wat te doen Geen klei afgraven dat door de natuur is neergelegd

Welke Westerschelde willen we graag hebben en behouden? Natuurlijke ontwikkeling gekoppeld aan veiligheid: kiezen voor dynamiek en niet ingrijpen Dus wat te doen Geen klei afgraven dat door de natuur is neergelegd Geen veenlagen doorgraven waar de natuur 3 tot 4.000 over heeft gedaan

Welke Westerschelde willen we graag hebben en behouden? Natuurlijke ontwikkeling gekoppeld aan veiligheid: kiezen voor dynamiek en niet ingrijpen Dus wat te doen Geen klei afgraven dat door de natuur is neergelegd Geen veenlagen doorgraven waar de natuur 3 tot 4.000 over heeft gedaan Tot op heden denken: scheppen van getijdenatuur = in werkelijkheid maken van een nieuw cultuurlandschap waarvan de invulling natuur is !

Welke Westerschelde willen we graag hebben en behouden? Natuurlijke ontwikkeling gekoppeld aan veiligheid: kiezen voor dynamiek en niet ingrijpen Dus wat te doen Geen klei afgraven dat door de natuur is neergelegd Geen veenlagen doorgraven waar de natuur 3 tot 4.000 over heeft gedaan Tot op heden denken: scheppen van getijdenatuur = in werkelijkheid maken van een nieuw cultuurlandschap waarvan de invulling natuur is ! d. Geen gebagger in geulen en te pas/onpas overal slib dumpen: hooguit kustsuppleties

Welke Westerschelde willen we graag hebben en behouden? Natuurlijke ontwikkeling gekoppeld aan veiligheid: kiezen voor dynamiek en niet ingrijpen Dus wat te doen Geen klei afgraven dat door de natuur is neergelegd Geen veenlagen doorgraven waar de natuur 3 tot 4.000 over heeft gedaan Tot op heden denken: scheppen van getijdenatuur = in werkelijkheid maken van een nieuw cultuurlandschap waarvan de invulling natuur is ! d. Geen gebagger in geulen en te pas/onpas overal slib dumpen: hooguit kustsuppleties e. Wel gestopt opslibbingsproces herstellen door toelaten getij

Welke Westerschelde willen we graag hebben en behouden? Natuurlijke ontwikkeling gekoppeld aan veiligheid: kiezen voor dynamiek en niet ingrijpen Dus wat te doen Geen klei afgraven dat door de natuur is neergelegd Geen veenlagen doorgraven waar de natuur 3 tot 4.000 over heeft gedaan Tot op heden denken: scheppen van getijdenatuur = in werkelijkheid maken van een nieuw cultuurlandschap waarvan de invulling natuur is ! d. Geen gebagger in geulen en te pas/onpas overal slib dumpen: hooguit kustsuppleties e. Wel gestopt opslibbingsproces herstellen door toelaten getij Waarom en hoe?

Waarom en hoe? Waarom? 1e. Oude polders veelal te laag door gebruik: inklinking klei inklinking onderliggende veenlagen zandwinning 2e. Zeespiegelstijging: bij opwarming tot 2 graden in 2100 max. 60 cm (KNMI) bij opwarming tot 4 graden in 2100 max. 85 cm (KNMI) Hoe?

Waarom en hoe? Waarom? 1e. Oude polders veelal te laag door gebruik: inklinking klei inklinking onderliggende veenlagen zandwinning 2e. Zeespiegelstijging: bij opwarming tot 2 graden in 2100 max. 60 cm (KNMI) bij opwarming tot 4 graden in 2100 max. 85 cm (KNMI) Hoe?

Lessen uit het verleden : inundatiesluis Zwartenhoek, 1788

Nieuw systeem van doorlaten (MSS) Multiple Sluice System Dwarsdoorsnede MSS Volledige dijkstructuur blijft intact, verdere infrastructuur in polder wordt met “rust” gelaten ! Inlaten water bij vloed  bezinken slib  gecontroleerd uitlaten water

Nieuw systeem van doorlaten (MSS) Multiple Sluice System Dwarsdoorsnede MSS Volledige dijkstructuur blijft intact, verdere infrastructuur in polder wordt met “rust” gelaten ! Inlaten water bij vloed  bezinken slib  gecontroleerd uitlaten water Waarom MSS: geleidelijke verspreiding water, dus geleidelijke opslibbing en geen geulvorming en geen uitschuring

Nieuw systeem van doorlaten (MSS) Multiple Sluice System Dwarsdoorsnede MSS Volledige dijkstructuur blijft intact, verdere infrastructuur in polder wordt met “rust” gelaten ! Inlaten water bij vloed  bezinken slib  gecontroleerd uitlaten water Waarom MSS: geleidelijke verspreiding water, dus geleidelijke opslibbing en geen geulvorming en geen uitschuring Hoe Lang: 10 tot 15 jaar  meer dan 1 meter ophoging (schatting zelfs tot 1.50 m) Wat nog meer: geen begrazing, maar beplanting met riet/biezen (slibvangers) Gebruik: ofwel polder ligt braak, ofwel extensief gebruik biezen/riet/ shell culture

Wat zijn de gevolgen: Natuurherstel: opslibbing als natuurlijk proces wordt hervat hogere ligging is beter in kader van klimaatsverandering Voldoende ruimte voor fauna en flora gedurende 10 tot 15 jaar

Wat zijn de gevolgen: Natuurherstel: opslibbing als natuurlijk proces wordt hervat hogere ligging is beter in kader van klimaatsverandering Voldoende ruimte voor fauna en flora gedurende 10 tot 15 jaar Studieobject: ontwikkeling monitoren

Wat zijn de gevolgen: Natuurherstel: opslibbing als natuurlijk proces wordt hervat hogere ligging is beter in kader van klimaatsverandering Voldoende ruimte voor fauna en flora gedurende 10 tot 15 jaar Studieobject: ontwikkeling monitoren Nadelen: polder met bescheiden economisch gebruik: braken vgl. verleden: polders vaak decennia lang onder water na stormvloed vgl. verleden: polders t.t.v. militaire inundatie begonnen aan nieuwe cyclus. vgl. verleden waar moer werd weggegraven en grond terugkwam aan eigenaren Verzilting gedurende opslibbing 10 tot 15 jaar met na-effect. Werkt alleen als sedimentbudget in orde is (voldoende slib aanwezig)

Conclusies Afstappen van enge interpretatie van natuurherstel: niet maken van nieuwe natuur, maar natuur eigen gang laten gaan. Natuurherstel koppelen aan veiligheid: tijdelijke opslibbing van laag gelegen polders. Introductie van Multiple Sluice System Nadelen wegen niet op tegen voordelen Het idee van wisselpolder interpreteren als tijdelijke wisseling van grondgebruik en niet uitwisseling van een gebied voor een ander.

Dank u voor de aandacht