Hoorcollege Interpretatie Inleiding Literatuurwetenschap

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE.
Advertisements

Het Cartesiaans Theater
Woord van Leven Januari 2008.
Woord van Leven Januari 2010.
Woord van Leven Februari 2011.
“Een reis naar Licht”.
Communicatie & Presentatie
Visie, missie en kernwaarden
Extra ondersteuning voor leesvaardigheid
Lagoonia Je vliegtuig is neergestort op een eiland in de Stille Zuidzee en je bent een van de overlevenden. Zult u in staat om andere overlevenden te vinden,
De psychologie van communicatie
Communiceren Leidinggeven Blz. 53.
Peter Strawson.
Hoofdstuk 4 Omgaan met verschillen
Effectief powerpointgebruik
Geletterdheid….. Wat is dat?
Woord van Leven Woord van Leven April 2012 April 2012.
WONDERVOL LEVEN Muziek: Lara Fabian.
HET CURRICULUM VITAE = VISTEKAARTJE NUMMER 2
Is de islam als godsdienst een rem op de integratie van moslims?
Onderzoek en publicatie voor het lectoraat
Praktijkpresentatie:
Bijeenkomst NVP Doetinchem, 8 juli Wedeo op hoofdlijnen SW Bedrijf Met linken naar SW-plus en SW-min 1200 mensen aan het werk Specialiteit Leerwerkbedrijf.
Bezittelijk voornaamwoord
Woord van Leven Februari
Conditioneel Compatibilisme
Romeinen 3:25b (NBV) Hij (de Vader) wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij.
Inleiding Filosofie en Ethiek Vierde Bijeenkomst: De tweede wetenschappelijke revolutie (2) Dinsdag 28 september 2004.
Persoonlijke en sociale vaardigheden van de commerciële professional
Transactionele analyse
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Woord van Leven Oktober 2009.
Ieder zijn leerstijl Voor we over leerstijl spreken moeten we duidelijk weten wat leren is. ‘Leren is het verwerven van nieuwe competenties’. Dit leren.
Cognitieve linguïstiek
Hoe kun je Geloven? Een jaar of tien geleden zat ik in een studentenkamer. HIJ zat tegenover me. Als ik eraan terugdenk voel ik mijn wangen weer gloeien.
Woord van Leven Juli 2014.
Onderzoek doen een methodische aanpak
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 3
Aanvaarding en tolerantie
Geest, gaven, vruchten & talenten deel 1 29 maart 2015 R.Rausch © Serie: Geest & gaven (drie delen Q&A) Evangelische Baptisten Gemeente Tilburg.
Onze doelen en visie in beeld
ANW Module 2 Leven Door Gabriella, Melanie, Elise en Fabienne van v4.
Lichtkracht een creatief project voor en mèt jou!
Dienst:. 2 augustus 2015 Spreker:. D. Gorter Tekst:
Geloof en wetenschap in het scheppingevolutie debat.
Overzicht ViP’s* ViP-1: structuur 1
Woordsoorten Maud Hutten.
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Wat zijn verwijswoorden en hoe gebruik je die?
Bronnen van macht. Formele macht Hiërarchisch Formeel Positie Legitieme macht.
Oefententamen Twee groepen Iedereen geeft antwoord; A, B, C of D
Rotterdam, 00 januari 2007 Onderzoek I Bijeenkomst 2 kwartaal 2.
Mirjam van Puijfelik Ethiek Ethische aspecten en professioneel handelen door de maatschappelijk werker.
De post-kritische geloofsschaal Een nieuwe manier van omgaan met geloof…?
Organisatiecultuur “bestaat” niet, maar “ontstaat” steeds weer opnieuw als mensen met elkaar in de weer zijn. Organisatiecultuur.
+ Oefententamen Vraag 1: Plasticiteit is: A: Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft B: De mate.
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
Rauw en troosten.
Achtergrondartikel E. D E S MET, Het Onzevader Onverwachts in het Nieuw, in Kerk en Leven, 10 september 2014, p
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Diverse spreuken en gezegde`s
Wist-je-datjes Gebaseerd op de reeks Het Onzevader Doorgelicht van G. V AN H OOF  Wist je dat: het onzevader nooit in Jezus’ moedertaal teruggevonden.
Positie en bediening v/d vrouw in de gemeente
Poëzie “Hoe breek ik een gedicht open?”.
De kunst van het Interpreteren
poreuze grenzen en de taak van de filosofie
POSTMODERNISME.
Totaalethiek – groei-ethiek
Specifiek christelijk humanisme?
De exegese van de tekst Of te wel, begrijp je wat God door de bijbel tegen je zegt? Lees niet alleen wat er staat. Onderzoekt alles, maar behoud het goede.
Transcript van de presentatie:

Hoorcollege Interpretatie Inleiding Literatuurwetenschap dr. Ewout van der Knaap

Interpretatie Drie vormen van interpretatie: - Auteursgericht - Dialogisch - Deconstructivistisch

Schrift en schriftfobie Schriftfobie: angst voor geschreven woord, dat buiten de onmiddellijke aanwezigheid van een spreker of auteur functioneert Jean-Jacques Rousseau: schrift is het supplement van gesproken taal: Gedachte  Gesproken taal  Schrift

Interpretatie Interpretatie die uitgaat van auteursintentie Interpretatie die uitgaat van een dialoog tussen lezer en tekst Interpretatie die niet uitgaat van de mogelijkheid van een betekeniscentrum

Auteursintentie Reconstructie van de oorspronkelijke bedoeling van de auteur: aanwezig maken van de oorspronkelijke stem van de auteur. ‘Achterhalen’ van betekenis: het goed verstaan of begrijpen van de manier waarop een tekst tot stand is gebracht. Proces van uitleggen is omkering van het creatieve scheppingsproces.

Auteursintentie Dus: betekenisinhoud = resultaat van de reproductie van het scheppingsproces (van eindpunt (tekst) terug naar beginpunt). Meer dan alleen maar aanvoelen van de gesteldheid/bedoeling van de auteur. Zoeken naar wetenschappelijke basis hiervoor: toetsbaar, verifieerbaar.

Auteursintentie Friedrich Schleiermacher (1768-1834) Hermeneutiek: systematisch geheel van literatuurinterpretatie Hermeneuein: uitspreken, verklaren, uitleggen, vertalen Aanzet tot algemene interpretatieleer op wetenschappelijke basis

Auteursintentie Methodologie tweeledig doel: 1] herhalen of reproduceren v/d oorspronkelijke gedachtegang van auteur 2] interpreteren van structuur van de tekst en zijn relatie tot andere teksten in zijn historische bepaaldheid > strikt historische benadering

Auteursintentie Deze methodologie heeft twee pijlers: 1] Psychologisch begrijpen 2] Grammaticaal begrijpen Ad. 1] bv. Anton Ehrenzweig, The Hidden Order of Art. A Study in the Psychology of Artistic Imagination (1967) Ad. 2] bv. de filologie, maar bv. ook: ‘authentieke’ muzikale uitvoeringen

Auteursintentie Mogelijkheid van een oorspronkelijke stem, mogelijkheid deze stem te achterhalen. E.D. Hirsch, The Validity of Interpretation (1967): wetenschappelijke fundering voor de interpretatie Bovenhistorische en historische betekenis = betekenis en duiding

Auteursintentie Hirsch: ‘Juist omdat de betekenis van een tekst steeds dezelfde blijft, is de betrekking ervan op een nieuwe situatie telkens anders’ Maar: kunnen we ontsnappen aan onze eigen historische gesitueerdheid? Is ‘oorspronkelijke’ betekenis bereikbaar? Is betekenis (‘oorspronkelijke’ betekenis) niet altijd al een duiding?

Dialoog tussen lezer en tekst Hans-Georg Gadamer (1900-2002) (!) ‘Wij kunnen ons niet uit de geschiedenis weghalen’ Interpreet is situatiegebonden Interpreet moet zich daarvan bewust zijn Interpreet moet dit bewustzijn expliciteren

Dialoog Verleden ‘als zodanig’ is onbereikbaar: je bent altijd gevangen binnen de grenzen van je eigen, specifieke historische situatie Voorverstaan, vooroordeel: traditie waarin de interpreet zich bevindt, die hij meeneemt ‘Oorspronkelijke’ stem ‘op zichzelf’ kan nooit worden achterhaald

Dialoog Onoverbrugbaarheid tussen verleden van de tekst en heden van de interpreet Hermeneutiek = vertaling van een tekst naar een latere historische situatie, waarbij een tekst tot een lezer spreekt die geen directe toegang tot het verleden (en daarmee: de oorspronkelijke stem) van de tekst heeft.

Dialoog Interpretatie: niet reproductief, maar productief, niet reconstructief, maar constructief, niet eenduidig, maar open. twee horizonnen: lezershorizon (historische gesitueerdheid) en teksthorizon (historische bepaaldheid) Interpretatie: dialoog tussen deze twee

Dialoog Horizonversmelting: 1] Interpreet getuigt expliciet van zijn/haar eigen positie (interpretatiekader); 2] Interpreet is zich ervan bewust dat een interpretatie nooit ‘af’ is.

Geen betekeniscentrum Horizonversmelting: is dat mogelijk? Kun je zomaar een stukje van je eigen historische gesitueerdheid wegsmelten, om ‘dichter’ bij een tekst te geraken? Is er wel sprake van versmelting, niet van een toe-eigening?

Geen betekeniscentrum Jacques Derrida (1930) Goede wil tot verstaan is dubieus Gadamer: ‘[Hermeneutiek] is de kunst om datgene wat iemand eigenlijk had willen zeggen te kunnen vatten’ Derrida: ‘Goed verstaan’ – verhulde machtsuitoefening?

Geen betekeniscentrum Onmogelijkheid van verstaan: eenduidig verstaan wordt altijd door de tekst zelf ontweken. ‘Tekst zelf’ is niet: oorspronkelijk betekeniscentrum…, … maar: oppervlaktestructuur van het schrift – het vrije spel van talige tekens

Geen betekeniscentrum Differentiedenken: gaat niet uit van logos,van oorsprongen en essenties, maar van verschillen. Differentiële structuur: ‘betekenis’ is aan structuur van verschillen gebonden aan momentane context gebonden

Geen betekeniscentrum (Ferdinand de Saussure): 1] taal is arbitrair systeem 2] identiteit van talige tekens is niet gegeven, maar ontstaat via verschil met andere tekens Woorden: betekenissen staan niet op zichzelf, maar zijn het effect van verschillen

Geen betekeniscentrum Betekenis is oneindig veranderlijk: - plaats van het woord in context - etymologie van het woord - klankassociaties met andere woorden  Derrida: ‘beweging van betekenis is mogelijk voor zover elk element dat ‘aanwezig’ is, gerelateerd is aan iets dat anders is dan zichzelf’.

Geen betekeniscentrum Voorbeeld: Stéphane Mallarmé (Franse dichter) ‘Or’ (goud): twee letters, lettergreep, woord Woord: d’éclats d’or, dorure Letters: majore, trésor, dehors Or = zelfstandig naamwoord (goud), maar ook adjectief (gouden) en een tussenvoegsel (welnu)

Geen betekeniscentrum Mallarmé speelt met de volgorde en klanken van woorden. Vaak plaatst hij ‘or’ na ‘son’ (bezit. voornaamwoord: hij, maar ook zelfstandig naamwoord: geluid) ‘son or’ is dan: ‘zijn goud’, maar het klinkt tegelijkertijd als ‘sonoor’ of ‘weerklinkend’ Woorden laten aarzelen tussen hun grammaticale functie en hun betekenis

Geen betekeniscentrum Ondermijnen van relatie betekenaar (klank, woord) en betekende (concept) Klank op conventies gebaseerd, betekende niet minder onvast: betekenis kan alleen worden uitgedrukt in woorden Woorden verwijzen naar woorden, verwijzen naar woorden, verwijzen naar woorden (zie: het woordenboek)

Geen betekeniscentrum Lezers/interpreten blijven gevangen in het doolhof van betekenaars: nooit sta je oog in oog met het Concept (Oorsprong) Zelf. Betekenis: niet alleen effect van verschillen tussen woorden, maar ook: effect van de materialiteit (klank) van woorden Taal en literatuur: spel van betekenaars

Geen betekeniscentrum Er gaat geen wereld vooraf aan dit spel: er is geen ‘oorspronkelijke’ of ‘vaste’ betekenis ‘achter’ of ‘onder’ het schrift Omkering van waarden: omkering van binaire opposities Één term binnen oppositie altijd bevoorrecht (man-vrouw, licht-donker)

Geen betekeniscentrum Deconstructie: laten zien dat dergelijke opposities arbitrair, geconstrueerd zijn. Ontmaskering van tegenstellingen die wij ‘voor waar’, ‘gegeven’, ‘natuurlijk’ houden. Binaire opposities brengen het oneindig ‘woekeren’ van betekenis kunstmatig tot stilstand, want: iedere ‘gegevenheid’ creëert de illusie van een ‘vaste’ betekenis.

Geen betekeniscentrum Aldus: Taal, schrift is voor Derrida een oncontroleerbaar, eindeloos verschuivend spel van betekenissen – je zult nooit bij de ‘oorsprong’, de ‘basis’, het ‘ding zelf’ uitkomen. Auteur heeft op dit spel uiteindelijk geen vat: betekenis holt voor lezer én auteur uit. ‘Sluitende’ interpretatie onmogelijk

Geen betekeniscentrum Problemen: - zoektocht naar de ‘oorsprong’ noemt Derrida een metafysisch geweld: hier tegenover stelt hij het geweld van het vrije spel der tekens. - ’slecht’ geweld tegenover ‘goed geweld’: een nieuwe binaire oppositie…