Basisschool De Bron – Veenendaal-Oost Groep 3-4-5 Project ‘Wormen’ Basisschool De Bron – Veenendaal-Oost Groep 3-4-5
Inhoudsopgave: Wat hebben wij geleerd over wormen? (theoretische verantwoording) Wat hebben wij gezien in ons wormarium? Wat hebben wij geconstateerd door onderzoek buiten (practicum)? Wat weten wij uit enquête-onderzoek? Conclusies en aanbevelingen Één en ander wordt onderbouwd door foto’s, gemaakt tijdens onze practicumlessen!
Wat hebben wij geleerd over wormen? Wormen kun je indelen in 3 groepen: Pendelaars -> kruipen verticaal door de grond Grondwormen -> donker van kleur, want ze leven op de grond Strooiselwormen -> geen pigment, want ze leven net onder de grond Functies van wormen: Zorgen voor vruchtbare grond, pendelaars zorgen voor zuurstof in de grond, grond- en strooiselwormen zorgen voor humusrijke grond Lekker eten voor andere dieren
Wat hebben wij geleerd over wormen? Voortplanting: ze paren waarbij er een soort poppen ontstaan, waar meerdere jonge wormen in zitten Wormen zijn hermaphrodiet, ze zijn dus tweeslachtig Voeding: wormen eten bladeren en resten gras/grond Wormen worden gegeten door: Vogels, vissen, slakken en mollen Feitjes: Het zijn weekdieren, ze hebben dus geen botten Fabels: Moffel en Piertje -> Moffel de mol eet Piertje de worm niet op!
Wat hebben wij gezien in ons wormarium? In ons wormarium hebben we op dag 1 een 5-tal wormen gedaan, die we tijdens ons practicum hadden meegenomen. Na twee dagen zagen we een heel klein spoor (zie foto 2 in het groene rondje). We nemen daarom aan dat we maar één pendelaar in ons wormarium hebben en de rest grondwormen of strooiselwormen zijn. Wormarium dag 1 Wormarium na 2 dagen
Wat hebben wij geconstateerd door onderzoek buiten? Op 29 januari zijn we naar buiten gegaan met groep 3-4-5 (12 leerlingen): Weer die middag: +/- 5 C regen/winterse buien, geen bevroren grond, maar wel relatief koud voor wormen. Materialen: Schep, hark, stampende voeten Aantal wormen na 40 minuten: 1 grote, 2 hele kleine
Wat hebben wij geconstateerd door onderzoek buiten? Op 10 februari hebben we onderzoek gedaan met groep 3- 4-5 (12 leerlingen) : Weer die middag: +/- 6 graden, Droog, Lekker zonnetje Gebruikt: rolmaat, schep en emmer Mee naar binnen genomen: 2x 20cmx20cmx20cm uitgestoken grond (vanaf 2 verschillende plekken meegenomen): aantal wormen geteld: 20
Wormen tellen… ieee, dit stinkt ;)
Echte onderzoekers:
Wat weten wij uit enquête-onderzoek?: Aantal brieven in de buurt bezorgd: 100 Aantal reacties: 11 Conclusies: De mensen in de buurt zien wel enkele wormen bij het werken in de tuin, maar het zijn er relatief weinig. De conditie van de grond was moeilijk meetbaar omdat de beplanting nog maar kort in de tuin staat.
Conclusies Aanbevelingen Conclusie: Er zitten in onze wijk erg weinig wormen. Wat moeten die enkelingen eenzaam zijn! Dit hebben we zelf ontdekt toen we naar wormen gingen zoeken en toen we grond onderzochten. Dit hebben we ook geconcludeerd uit ons buurtonderzoek (enquête). Ook bleek uit een artikel in de Trouw van 7 februari 2015 (bijlage) dat het wormenprobleem een landelijk probleem is! Aanbevelingen: Zodat de wormen niet meer eenzaam zijn, zou het goed zijn dat er wormen worden uitgezet in onze wijk. Door de aanwezigheid van meer wormen wordt de grond vruchtbaarder. Hierdoor wordt de leefomgeving voor de worm optimaal en zal het zichzelf gaan voortplanten. Voordat er wormen uitgezet kunnen worden, bevelen wij aan om grondonderzoek te laten doen door een bioloog naar de oorzaak van het kleine aantal wormen. In Slide Show mode, click the arrow to enter the PowerPoint Getting Started Center. Basisschool De Bron – Veenendaal-Oost Groep 3-4-5
Artikel trouw d.d. 7 februari 2015